Johan100 schreef:
Zou dat in de eerste gemeenten ook zo geweest zijn?
krid schreef:
Wat denk je zelf, Johan?
Goed, ik kwam een interessant stukje tegen, wat ik hier even plaats voor de belangstellenden onder ons.
Jezus vierde met Zijn discipelen één dag voor Zijn sterven het Avondmaal. Dit staat beschreven in Math.26:17-30, Marc.14:12-26 en Luc.22:7-38. In Johannes wordt niet gesproken over de instelling van het Avondmaal, wel over het houden van een maaltijd (Joh.13:2). Bij de spijziging van de 5000 in Joh.6 vertelt Jezus in vers 55 dat Zijn lichaam het ware voedsel en zijn bloed de ware drank is, en dat wie daarvan eet en drinkt, verbonden blijft met Jezus. Hier wijst Hij in feite vooruit naar Zijn verzoenende dood en de instelling van het Avondmaal. Jezus vierde op donderdagavond vóór Zijn sterven op vrijdag het Laatste Avondmaal. De maaltijd komt niet zomaar uit de lucht vallen, maar was een bestaande maaltijd en instelling, die Jezus echter nieuwe inhoud geeft. De maaltijd die Jezus vierde met Zijn discipelen was het Pascha of Pesach. Tijdens deze maaltijd werd de uittocht uit Egypte herdacht en gevierd (Ex.12:1-28). God heeft aan Israël de opdracht gegeven om elk jaar het Pascha te vieren als teken dat Hij Zijn volk bevrijd heeft uit de slavernij van Egypte. Door het bloed van het lam, dat op de deurpost werd gestreken, werd de eerstgeborene in leven gelaten door de engel des doods. Pascha betekent ‘voorbijgaan’ en doelt op het voorbijgaan van de engel om niet te doden. Het Pascha wordt ook wel het feest der ongezuurde broden genoemd. Er mocht geen zuurdeeg in het brood verwerkt worden, dat gewoonlijk voor langere houdbaarheid en voor meer smaak aan het brood werd toegevoegd. Zuurdeeg was namelijk een symbool van onreinheid, en dat mocht geen plaats hebben in het Pascha vanwege de reinheid en heiligheid van God. Het brood bleef dus ongezuurd. Bovendien had het volk Israël geen tijd om het deeg te laten zuren vanwege het overhaaste vertrek uit Egypte (Ex.12: 11, 34, 39). Dat gezuurde deeg werd dan één of een paar dagen later toegevoegd aan vers deeg om het te laten zuren. Op de eerste dag van het zeven dagen durende feest werd de maaltijd ’s avonds gehouden. Deze avond wordt ook wel Seideravond genoemd. Seider betekent ‘orde’ en duidt op de vastomlijnde liturgie van deze avond. Het was op deze avond dat Jezus met Zijn discipelen het laatste avondmaal vierde. Deze avond werd door gezinnen thuis in de huiskamer gevierd. Vandaar dat Jezus met Zijn discipelen, als een soort gezin, in de bovenzaal de maaltijd vierde. Deze avond had een vast ritueel van opeenvolgende handelingen. Op deze avond werd het paaslam, dat eerder op de dag was geslacht en klaargemaakt, gegeten als een herinnering aan het lam dat in Egypte was geslacht voor het bloed op de deurposten. Daarnaast waren er bittere kruiden vanwege de bitterheid van de slavernij. Ook werd brood gegeten. Omdat er geen zuurdeeg, dat het brood doet rijzen, in het brood zat, waren de broden plat. Deze broden worden door de Joden ook matzes genoemd. Dat brood brak Jezus en gaf het aan Zijn discipelen. Ook werd wijn gedronken. Viermaal tijdens de maaltijd werd wijn gedronken. Daarom lezen we in Luc.22:14-20 tweemaal over het rondgaan van de beker met wijn. Wijn is zowel symbool voor oordeel en straf (Opb.19:15) als voor leven en overvloed (zoals op de bruiloft in Kana). Tussen het eten en drinken werd het Bijbelverhaal van de uittocht uit Egypte gelezen en werden de Psalmen 113 tot en met 118 gezongen. Deze psalmen vormen de Hallel of Lofzang. Ook Jezus heeft met Zijn discipelen de geschiedenis van de Uittocht gelezen en het Hallel gezongen (Mt.26:30). Over brood en wijn werden de zegen en de dankzegging uitgesproken.
Tijdens deze Maaltijd nam Jezus brood en wijn om dat uit te delen, maar nu gaf Jezus er een geheel nieuwe betekenis aan. Hij betrok het brood en de wijn op Zijn lijden en sterven voor onze zonden (Mt.26:26-28). Hier worden de lijnen vanuit Ex.12 doorgetrokken naar Christus en ze zijn in Hem in vervulling gegaan. Het Pascha was in feite een vooruitwijzing naar het sterven aan het kruis. Zoals het bloed van het lam aan de deurposten bevrijding van dood en slavernij in Egypte betekende, zo is het bloed van Jezus bevrijding van de eeuwige dood en de slavernij van de zonde. Zoals het paaslam werd geslacht, werd Jezus als het Lam van God geslacht (I Kor.5:7; Joh.1:29).
Jezus gaf dus een geheel nieuwe betekenis aan het Pascha. Hij gaf aan Zijn discipelen, en aan Zijn gemeente, de opdracht om regelmatig het avondmaal te vieren: ‘Doet dit tot Mijn gedachtenis’. Het avondmaal is dus niet alleen een uitnodiging van Jezus, maar ook een opdracht. Als gelovigen dus bewust niet deelnemen aan het Avondmaal is dat een zonde.
De eerste christenen gaven gehoor aan deze opdracht van Jezus. Regelmatig kwamen de gelovigen bij elkaar om het Avondmaal te vieren (Hand.2:42; 20:7, 11). Hoe vaak men samenkwam kon per gemeente verschillen. Sommigen wekelijks (Hand.20:7), anderen bijna dagelijks (Hand.2:46). Men vierde het Avondmaal tijdens een complete maaltijd, zoals Jezus dat deed met Zijn discipelen op Seideravond. De Bijbel noemt dergelijke maaltijden ook wel liefdesmaaltijden (Jud.12). Het element van een complete maaltijd rondom het avondmaal is in de loop van de kerkgeschiedenis verloren gegaan.
Tijdens de Reformatie is de viering van het Heilig Avondmaal helemaal veranderd, dat heeft Luther ingezien. In de Kleine Katechismus uit 1529 beschrijft Luther waar het in het Avondmaal om moet gaat: "Het sacrament van het altaar is het waarachtige lichaam en bloed van onze Here Jezus Christus, dat Hij ons met brood en wijn te eten en te drinken geeft." Wat heeft zulk eten en drinken dan voor zin vroeg Luther zich af? "Dat laten ons de woorden zien: voor u gegeven en vergoten tot vergeving van zonden; namelijk dat ons in het sacrament vergeving van zonden, leven en zaligheid door zulke woorden gegeven wordt; want waar vergeving van de zonden is, daar is ook leven en zaligheid."
voor meer, deze site : http://www.hervormdlopik.nl/geschiedenis-ha-meer.php