@Mealbug
Dat is een goed advies. Ik heb het nu ook getoetst.
Jezus sprak inderdaad in gelijkenissen tot de Joden, zodat zij het niet zouden verstaan. Hier is de tekst. Matheüs 13 vers 10, en 11 (Herziene Statenvertaling)
10 En de discipelen kwamen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen?
11 Hij antwoordde en zei tegen hen: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven.
Die hen, waren toch de rest van de Joden die het niet begreep?
Daarna sprak de Heere Jezus inderdaad tot Paulus, en tot de gemeenten. Door Zijn Geest. Maar ook door Petrus die het visioen kreeg, over het laken met reine en onreine dieren. En ook door Johannes, die in het boek openbaring, de woorden aan de 7 gemeenten richt.
Dat gelijkenissen een Joodse aangelegenheid zijn, houd niet in, dat alleen Joden het kunnen begrijpen. Want naar mijn mening is een gelijkenis een paralel, aan de geestelijke waarheid en werkelijkheid die schuil gaat achter de gelijkenis. Het heeft mijns inziens ook alles met inzicht te maken, wat men wel of niet heeft.
En hier is Romeinen 11 vers 27 t/m 32 (Herziene Statenvertaling)
27 En dit is het verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen.
28 Zij zijn weliswaar wat het Evangelie betreft vijanden vanwege u, maar wat de verkiezing betreft geliefden vanwege de vaderen.
29 Want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk.
30 Zoals ook u immers voorheen God ongehoorzaam was, maar nu ontferming verkregen hebt door hun ongehoorzaamheid,
31 zo zijn ook zij nu ongehoorzaam geworden, opdat ook zij door de ontferming die u bewezen is, ontferming zouden verkrijgen.
32 Want God heeft hen allen in ongehoorzaamheid opgesloten om Zich over allen te ontfermen.
Nu is het openbaar getoetst naar mijn idee.
Daarom bedankt voor je uitleg!!
Groet.