We moeten goed op de tekst letten. Er staat dat de man zelfmoord wilde plegen omdat hij dacht dat de gevangenen ontsnapt waren. Voor een cipier in die tijd was dat iets waar blijkbaar de doodstraf op stond. Hij was dus niet bang voor de aardbeving zelf, want die treden in Filippi wel vaker op.
Bovendien staat er dat hij pas begon te beven
nadat Paulus hem had toegeroepen zichzelf niet om te brengen, de cipier om licht had gevraagd en de gevangenis was binnengegaan.
Verder wordt voor het woord beven hier een woord gebruikt dat op slechts 2 andere plekken in het NT wordt gebruikt (in Hand. 7:32 en Hebr. 12:21), die beide over ontmoetingen van God met Mozes gaan, waarbij Mozes ontzet was dat hij God ontmoette.
Tot slot spreekt hij Paulus en Silas aan met "heren" (kurios), waardoor hij, de cipier, zich als ondergeschikte opstelt ten opzichte van de 2 gevangenen. Dat zegt ons wel iets, toch?
Dit heeft niets met mystiek te maken, maar wel met het feit dat er binnen in deze man vrees was ontstaan: voor de God die hij (nog) niet kende en voor degenen die deze God vertegenwoordigden. Hij wist dat deze mensen een heilsleer verkondigden en hij wist ook dat hij gered moest worden.
Dat hij en zijn huis(gezin) daarna onderwijs nodig hadden van de apostelen, spreekt daarbij voor zich, want hij wist nog zo weinig. Maar de vonk van de kennis die hij nodig had, was er al wel en zou door het onderwijs nog verder aangewakkerd worden tot het vuur van het geloof in Jezus Christus.
mealybug schreef:Wat zegt jij tegen iemand die jou vraagt wat hij moet doen om gered te worden?
Vermoed je dat ik wat anders zou zeggen dan in Hand. 16:31 staat? Nee hoor: "Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten."
En dan nu terug naar het topic. Hoe weet je of je uitverkoren bent? Alleen als je in de Heere Jezus Christus gelooft, dus op Hem vertrouwt tot redding. Want God heeft je dan doen zien dat je zonder Zijn Zoon niet kunt, omdat je anders verloren zou gaan vanwege je zonden en Hij heeft je bovendien laten zien dat je alleen in Zijn Zoon leven hebt.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)