De Heidelbergse Catechismus (HC) begint met de vraag (Zondag 1): "Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven?" Kort samengevat luidt het antwoord: "Dat ik met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus toebehoor."
Het valt mij op dat de HC christocentrisch inzet. Andere belijdenisgeschriften beginnen bijvoorbeeld met het doel van ons leven. De HC begint direct met de bevinding: "Wat is uw enige troost...?". Het antwoord is christocentrisch: het gaat om de Zaligmaker Jezus Christus, dat we Hem toebehoren.
Mijn vraag is: in hoeverre onderscheidt de HC zich van andere belijdenisgeschriften?
Voor de volledigheid, hierbij een link naar de HC (via de site van de PKN): http://www.pkn.nl/Lists/PKN-Bibliotheek ... n-2009.pdf