Wat is genade?
Genade is de in het christelijk geloof gebruikte uitdrukking voor Gods welwillende toewending tot de mens, die haar hoogtepunt bereikt in de verlossing door Christus. In de christelijke theologie is genade een van de eigenschappen van God. Het is een spontane, niet verdiende goddelijke gunst. Christenen verstaan er een vrije gave onder, die de mens absoluut niet verdiend heeft.
Genade en de vrije wil
Zowel Augustinus als Thomas van Aquino stellen dat een goed begrip van genade niet tegenspreekt dat de mens een vrije wil heeft. Want een mens met genoeg wilskracht om Gods genade te weerstaan, zal dat juist door de inwerking van die genade niet willen.
Onweerstaanbare genade
Het dubbelzinnige dogma van de onweerstaanbare genade leidde in de 5e eeuw tot het belangrijke debat tussen Augustinus en Pelagius en in de 16e – 17e eeuw tot de instelling van de Congregatio de Auxiliis, een commissie voor hulp, omdat de Jezuïeten het bestaan ervan ontkenden, terwijl de Augustijnen en de Dominicanen dit wel leerden. Het debat was onderdeel van de contrareformatie en zou herleven in de gesprekken tussen de Jansenisten en de Jezuïeten. Gedurende de gehele 17e eeuw verbood de paus, teneinde de vrede te bewaren, publicaties over onweerstaanbare genade.
Genade in het calvinisme
Het calvinisme verbond de opvatting van Luther dat de mens niets kan bijdragen aan zijn verlossing met de leer van de uitverkiezing of predestinatie. Het goede nieuws dat God de gift van behoud vrijelijk schenkt aan wie gelooft, wordt in deze leer verduidelijkt door de gedachte dat hij die gave aan anderen kan weigeren. Calvijn wilde de gelovigen zekerheid bieden dat God ze daadwerkelijk zou redden. Hij leerde de volharding der heiligen, dit houdt in dat God degenen die hij heeft uitverkoren ook zal redden. Zowel de huidige als de uiteindelijke toestand van iemands ziel zijn alleen bekend bij God. Deze leer vertoont duidelijke parallellen met de leer van de onweerstaanbare genade die in de zeventiende eeuw voor een groot conflict binnen de katholieke kerk zorgde.
Jacobus Arminius, hoogleraar aan de Leidse Universiteit, stelde dat Gods uitverkiezing van mensen mede gebaseerd was op hun geloof dat hij van tevoren voorzien had. Volgens zijn tegenstanders, van wie zijn collega Franciscus Gomarus de belangrijkste was, zette hij hiermee de deur open voor een rol van de mens ten koste van de genade van God als enige bron van de verlossing. Waar Arminius poogde de kerkmensen aan te sporen om toch vooral actief te geloven stelden zijn tegenstanders dat hij hierdoor de mensen alleen maar in onzekerheid bracht doordat het behoud daardoor net als bij de katholieken weer van de inzet van feilbare, zondige mensen zou afhangen. De Synode van Dordrecht (1618–1619) verwierp de opvatting van Arminius en zijn volgelingen zoals dezen die hadden samengevat in de Vijf artikelen van de remonstranten. Als reactie hierop formuleerde de Synode de Dordtse Leerregels. Deze worden vaak samengevat als:
1. Totale verdorvenheid
2. Onvoorwaardelijke uitverkiezing
3. Beperkte verzoening
4. Onweerstaanbare genade
5. Volharding der heiligen
Genade in het arminianisme
De vijf artikelen waartegen de de Dordtse Synode zich richtte verdedigden dat:
1. uitverkiezing (en veroordeling op de dag des oordeels) wordt bepaald door het geloof of het ongeloof van de mens;
2. de verzoening, hoewel voldoende voor alle mensen, is alleen werkzaam voor de gelovige;
3. zonder hulp van de Heilige Geest is geen mens in staat om te reageren op de wil van God;
4. genade is niet onweerstaanbaar, en
5. gelovigen zijn in staat om zonde te weerstaan, maar kunnen nog wel steeds hun eeuwige redding verspelen door Gods genade af te wijzen.
De volgelingen van Arminius verenigden zich hierna in de Remonstrantse broederschap, een open kerkgenootschap, dat tegenwoordig als vrijzinnig protestant te kenmerken is. In hun geloofsbelijdenis komen de woorden uitverkiezing en genade niet meer voor.
Bron: De vrije encyclopedie
Ik wil mij in dit topic richten op de genade -zoals de topictitel al aangeeft. Genade; wederstandelijk of niet?