Nina schreef:Ik vermoed het ook.
Maar dat maakt het nog niet waar, dat besef ik. Aangezien veel refo's praten over hun geloof erg privé vinden (men noemt het vaak en te tere zaak om over te praten) denk ik dat die veronderstelling wel klopt.
Ik vind het nogal aanmatigend om het zo te zeggen.
Op de site Remonstranten.nl las ik:
In het dagboek van Hendrik Groen vertelt de dominee, in gesprek met iemand die zijn dochtertje verloor: ‘Ik heb dan wel een kudde, maar ik ben zelf een ongelovige herder… Ik red mij er wel uit. Ik vind het erg prettig om mensen steun en troost te kunnen bieden… Niemand vraagt mij trouwens ooit of ik zelf wel in God geloof.’ Dat is voor mij herkenbaar. Steun en troost bieden zie ik als de kern van mijn werk als predikant, naast het zoeken naar perspectief. De vraag naar het bestaan van God komt eigenlijk zelden aan bod. Ik las mijn overdenkingen van het afgelopen jaar er nog eens op na, en inderdaad: het gaat over ethiek, steun en troost, perspectief aanreiken. Jezus speelt een centrale rol, de aloude profeten komen ook ruim aan bod.
Maar over God spreek ik zelden. In tegenstelling tot de dominee van Hendrik Groen is de vraag echter wel aan mij gesteld. De vraag naar God, en zijn betrokkenheid op ons.
En dan leidt zo iemand meer mensen naar Jezus??
Nina schreef:Ik woon zelf in een stadje waar erg veel refo's wonen, ik noem ze vaak de Amish van NL: ze leven helemaal in hun eigen kringetje en begeven zich daar nauwelijks buiten. Moeilijk om contact mee te krijgen. Ze zijn beleefd en vriendelijk, maar altijd op afstand.
Dat geloof ik direkt. Ik als bijna-refo ervaar hetzelfde.
Want ik voldoe kennelijk niet aan hun uiterlijke eisen en dus denken ze dat ik niet tot het rechts reformatorisch volksdeel behoor. Dat blijkt dan pas als je met hen spreekt.
Het is me een paar keer overkomen dat iemand zei: ja dat weet jij niet, of dat begrijp jij natuurlijk niet.
O nee? Ik kon hen omver blazen met mijn tale kanaäns bij wijze van spreken.
Ik kwam altijd bij een groentewinkel, hardwerkend en vriendelijke man, later bijgestaan door een zoon en dochter, die de winkel wat moderniseerden door maaltijden en salades e.d. aan het assortiment toe te voegen.
Maar de familie werd opeens radicaal bekeerd. En veranderden zij maar niet bepaald positief.
En de klanten bleven weg. Want zij misten die opgewekte man die altijd een praatje had.
Dan denk ik, zo moet het niet. Ik kwam er ook niet doorheen bij hen. De winkel is kortgeleden gesloten en echt niet omdat hun spullen niet deugden. Zo jammer.