Henri58 schreef:Deze gelijkenis gaat in de eerste plaats over het volk Israël die als oudste wel op het land (lees naar de wet van Mozes) is blijven werken zonder dat hun hart werkelijk op God was gericht. De jongste zoon is het beeld van de heiden volken die terug keren naar God, en de oudste tot een voorbeeld (behoren) te zijn omdat zij wel geheel op God gericht zijn nadat zij berouwt hadden getoond.
Deze gelijkenis mag je als tweede laag ook op je persoonlijk toepassen, als je van God ben afgekeerd, dan is er altijd terugkeer mogelijk zolang je leeft. Wie die verbitterde anderen zijn die jou de bekering niet gunnen mag je in jou persoonlijke situatie invullen.
Onthoud dat de zondekennis hier geen voorwaarde is maar een aanleiding om terug te keren. Want een ieder die de Naam de Heeren aanroept zal zalig worden. Gods beloften zijn altijd onvoorwaardelijk.
Mooi samengevat. En mooi om centraal de liefde van de vader te zien voor zijn beide zonen. God zoekt het verlorene dichtbij en ver weg, in de kerk en in de wereld, onder farizeeen en tollenaars. Zijn liefde blijft, als mensen bij Hem weglopen of soms zonder liefde bij Hem blijven.