Omega schreef:Het geloof berust niet op gevoel, maar op een zeker weten en een vast vertrouwen in het Woord. Het Woord is waar, niet jouw of mijn gevoel. Immers, satan presenteert zich als een engel van het licht en kan als geen ander ons gevoel manipuleren. Daarom is alleen het Woord ons fundament en niets daar buiten.
God zelf is ons fundament, pas maar op dat je van de Bijbel niet je God maakt.
En niet alleen je gevoel kan gemanipuleerd worden, je verstand evengoed. Jaja, ook vanuit de Bijbel.
Je kunt de hele Bijbel voor
waar houden, maar dan heb je niet meer dan een het 'dode geloof' waar Jakobus het over heeft.
Je kunt vanuit dat voor-waar-houden-geloof proberen te leven. Maar als je gevoel, je hart daar buiten blijft, dan baat het niets en ben je klinkend koper of een schallende cimbaal.
Geloof -in de zin van vertrouwen- kun je alleen maar in jezelf vinden. Je kunt er
over lezen in de Bijbel, maar daarmee heb je het niet.
Zoals in het liedje van André Hazes ''want zij gelooft in mij''. Geloven in een persoon heeft alles met je gevoel en ervaring te maken.
Iemand die uitbuiting niet kan verdragen, gelooft in sociale gerechtigheid, zet zich daar helemaal voor in. Ook dat heeft alles met je gevoel te maken.
En kun je dat alléén maar uit de Bijbel kennen? Ik dacht het niet!
Het morele besef waarmee God ons geschapen heeft kun je in jezelf vinden.
Daarom zegt Paulus dat heidenen, die het zonder het Woord moeten doen, van nature de wet in hun hart en geweten hebben.
En dat ieder die met volharding het goede doet, eer, heerlijkheid en het eeuwige leven ontvangt.
En in Jeremia 22 zegt God wat het betekent om hem te kennen: recht en gerechtigheid doen. Opkomen voor de armen en ellendigen, hun rechtzaak behartigen, geen uitbuiterij. Is dát niet: Mij kennen? spreekt de HEERE!
Dus, wie de Bijbel niet kent mist wel de letter, maar niet het getuigenis van de Geest in zijn hart en geweten.
En zo kan hij toch God kennen omdat God zijn eigenschappen is: rechtvaardig, genadig, geduldig, liefde ... enz.
En ze 'missen' ook het elkaar verketteren vanwege leerverschillen, waardoor de ene broeder meent dat er ernstig gewaarschuwd moet worden tegen de andere broeder, die net even anders tegen een dogma aankijkt.
Ook gevoelens en ervaringen worden dan niet met een tekstje om zeep geholpen.
Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen. (Kuitert)