Marnix schreef:God is wel bewogen en heeft emoties en wij zijn naar Zijn beeld gemaakt. Het smartte Hem aan het hart staat er. Dat tekent diepe bewogenheid. Waarom proberem wij te doen alsof dingen God niet raken als Hij zegt dat dat wel zo is? Waarom kunnen wij God en dat Hij emoties heeft niet rijmen als Hij zelf zich wel zo aan ons openbaart?
Jvslooten schreef:God heeft zeker gevoelens, zeer innige, diepe gevoelens zelfs, maar ik ben niet geneigd om te zeggen: emoties. Wat versta je eigenlijk onder emoties? Het woordenboek noemt het een "gemoedsbeweging". Een emotionele God is dan bijvoorbeeld een God die vandaag boos is, terwijl Hij morgen misschien wel heel blij is.. lijkt me lastig, want dan weet je nooit wat een geschikt moment is om iets te vragen. Alhoewel, als God echt de menselijke emoties beleefd zoals jij die benoemd, dan denk ik dat Hij al zesenhalfduizend jaar huilt.
God huilt ook al 6,5 duizend jaar.
Dat is nogal logisch als je ziet hoe goed Hij alles gemaakt heeft en hoe mensen alles en elkaar kapot maken.
Maar tegelijkertijd voelt Hij ook blijdschap en liefde en boosheid enz.
Dat kunnen mensen ook als ze ouder worden.
Op jonge leeftijd is dat nog moeilijk te begrijpen
Als je dan ergens boos om bent, dan beheerst dat je leven.
Als je ouder wordt leer je dat.
Kijk maar naar oude mensen die kapot gaan van verdriet omdat ze een kind verloren hebben, maar tegelijkertijd blij zijn met de geboorte van een kleinkind en liefdevol naar hun man, enz.....
Wij zijn naar God's beeld geschapen, dus emoties en gevoelens heeft God ook.
Alleen God is zonder zonde, dus gaat Hij er anders mee om dan wij meestal doen.
De Heere Jezus was zonder zonde en als je ziet hoe Hij met zijn emoties laat gaan bij het opruimen van het tempelplein:
Johannes 2:
13 En het pascha der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem.
14 En Hij vond in den tempel, die ossen, en schapen, en duiven verkochten, en de wisselaars daar zittende.
15 En een gesel van touwtjes gemaakt hebbende, dreef Hij ze allen uit den tempel, ook de schapen en de ossen; en het geld der wisselaren stortte Hij uit, en keerde de tafelen om.
16 En Hij zeide tot degenen, die de duiven verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het huis Mijns Vaders tot een huis van koophandel.
17 En Zijn discipelen werden indachtig, dat er geschreven is: De ijver van Uw huis heeft mij verslonden.