ZONDE
Een moeder vroeg aan haar tienerzoon die uit de kerk thuis kwam:
'Waar heeft de dominee over gepreekt?'
Hij antwoordde: 'Over de zonde'.
En wat zei de dominee erover: 'Hij was erop tegen'.
Zonde.
Ben ik de enige die als ik dat woord in de kerk hoor, onmiddellijk zonde associeer met seksualiteit?
Mijn hele christelijke leven lang.
Zonde is ook altijd iets wat je doet.
Het is een daad, een misdaad.
Zonde is masturberen, porno kijken, seks hebben vóór het huwelijk, samenwonen, overspel plegen, vreemdgaan, naar de hoeren gaan, echtscheiden, als man seks hebben met een man of als vrouw met een vrouw.
Dat is zonde.
Als definitie geven we: jouw doel missen.
In evangelische kring is zonde: roken, alcohol drinken, luisteren naar wereldse muziek.
In reformatorische kring: de zondag ontheiligen, kledingregels overtreden, je laten 'overdopen'.
Allemaal mis-daden.
En de allergrootste zonde, de doodzonde is?
En dan verbaas je je:
"En als Die (de heilige Geest) gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel: van zonde, omdat zij niet in Mij geloven"
(Johannes 16:8-9 HSV).
De heilige Geest overtuigt de mensen van de wereld van dé zonde.
Welke zonde?
Dat je niet in Jezus gelooft.
Dat is doodzonde.
Want zonder Jezus ga je verloren.
Verdwaal je, raak je de weg kwijt.
Zonde is ook nalatigheid, niets doen, passief blijven.
Dát wat in ultra-orthodoxe reformatorische kringen onderwezen wordt.
De mens kan niets.
Met die ketterse uitspraak: 'Het moet je gegeven worden'.
Gisteren beschreef ik dat de Bijbel spreekt over Gods onwankelbare liefde voor rebelse tegensprekers, een rebellerend, tegenstrevend, hardnekkig volk.
Hij geeft en geeft en geeft.
Richters, koningen, priesters, Zijn eigen Zoon en tenslotte de heilige Geest.
God heeft gegeven.
Hij heeft alles gegeven wat Hij te geven had.
En vanuit de Bijbel klinkt Zijn stem:
Keer je naar Mij toe.
Neem het geschenk van Mij aan: Mijn Zoon.
In Hem ben je uitverkoren, gered, voor eeuwig behouden, zijn jouw zonden vergeven, ben je Mijn kind.
Stop met jouw goddeloze, vrome tegenwerpingen:
Ik ben te slecht.
Ik ben niet goed genoeg.
Ik ben een te grote zondaar of zondares.
Ik ben het niet waard.
Weet je wat je dan eigenlijk zegt:
'Het offer van de Here Jezus Christus is ontoereikend om mij te redden'.
Je spreekt Jezus tegen, die uitriep: Volbracht, dat is letterlijk: de schulden zijn ingelost, betaald.
Durf jij vrome mens Jezus tegenspreken?
Wat een hoogmoed!
Neem Mij aan.
Heden.
Nu.
Want niemand weet het uur van Zijn komst.
Niemand weet het uur van door God thuisgeroepen worden.
En dit schrijf ik niet om iemand bang te maken.
Maar dat eeuwige uitstellen.
Heden kun je zoon of dochter van God zijn, of blijf je liever verder tobben in voortdurende angst en onzekerheid?
De Vader blijkt al zolang op de uitkijk te staan.
De jongste zoon kwam met een schuldbelijdenis die de Vader onderbrak.
Hij werd gewassen, kreeg een nieuw kleed, een nieuwe zegelring en er werd een groot feest georganiseerd.
Waarom: omdat Vader zijn zoon had gemist.
Hij mist jou.
Maar zodra jij zegt: Vader, ik wil Jezus als mijn Redder en Verlosser aannemen, want ik geloof dat zijn offer ook voor mij voldoende was, omhelst Hij je en ben jij welkom en wordt er feest gevierd.
Ieder is welkom.
Niemand te slecht.
Om een kind van de Vader te worden.
Ik nodig je namens Hem uit.
P Gerrets. (emeritus predikant)
p.s.
Ik noem in het begin mijn eigen associaties met het woord zonde.
Ik heb bewust niet nader uitgewerkt of de lijst die ik noem van Godswege zonden zijn.
Voor God is het allerbelangrijkste of je Zijn geschenk, Zijn Zoon, hebt aangenomen.