Berichtdoor Jvslooten » 28 mei 2014 16:29
Er bestaat een innig en levend verband tussen het eeuwige Woord Gods, dat, in de volheid des tijds vlees geworden, onder ons heeft gewoond als de openbaring des Vaders tot verlossing, ja, ten eeuwigen leven voor de zondige kinderen der mensen, en het geschreven Woord, dat van Hem getuigt, van Zijn persoon en werk, Zijn lijden en heerlijkheid. Het is ons onmogelijk, de aard der Schrift te verstaan, tenzij wij haar zien in verband met dien Zoon Gods, de Messias van Israël, de Verlosser van Gods volk; want Hij is het Middelpunt en de Kern van het geïnspireerde getuigenis.
Het Boek leeft onder ons, - oud, maar niet verouderd; eerwaardig vanwege dien ouderdom, machtig in nimmer falende jeugd en kracht. De echo van Davids stem wordt nog gehoord in de binnenkamer van overdenking en gebed; de woorden van Salomo's wijsheid raden en helpen nog altijd de pelgrim in de verwarring van de levensweg; de jonge Timotheüs wordt nog altijd uit deze heilige bladen onderwezen; de apostel Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven is, ontvouwt ons nog voortdurend de ganse raad Gods; en de beminde discipel toeft, in vervulling van 's Heeren profetie, nog onder ons, heft ons als op adelaarsvleugelen opwaarts tot de aanbidding van de eeuwige Zoon en tot de verwachting van diens wederkomst.
Uit: „Christus en de Schriften”, Adolph Saphir