Waarom citeer je een engelse vertaling van 1Joh.3:6-10?
In het grieks staat er, letterlijk vertaald, wat anders dan in deze Engelse vertaling.
De engelse tekst is een vertaling met een interpretatie en staat, daarom te ver van de letterlijke tekst af.
Zo kom je tot een interpretatie van een reeds geinterpreteerde tekst.
Dus een interpretatie van een interprtatie.
Om het ff prakties te maken:
......Anyone who continues to live in Him, will not sinn...
SV...Een ieder
die in Hem blijft, die
zondigt niet
Bij de engelse tekst krijg je de idee, dat het erom gaat dat de gelovige zelf ervoor moet zorgen "dat hij blijft leven in Hem".
Jij zegt in je laatste bericht:....afdwalen is een keuze...
Net als dat je zegt:......geloven is een keuze.....
Afdwalen wordt dan dus een kiezen tussen geloven of afdwalen.
Dat lijkt aannemelijk.
Dat is het echter niet.
Bij de SV wordt je eerst geconfronteerd met de vraag, wat dat nu is, "In Hem blijven".
De bijbel leert, dat enkel dié in Christus blijven, wiens geloof uit God geboren is (zie Joh.1:12-13).
En dat dit uit God geboren worden, het gevolg is van een trekken door de Vader tot de Zoon (zie Joh.6:44).
In de weg van het trekken van en door de Vader, ontstaat dit door God gewerkte geloof.
Dit wonderlijke werk (het geloof) heeft een wonderlijk(door God gewerkt) gevolg, nl. de wedergeboorte.
Dit geloof grijpt nl. de belofte van het ontvangen van de Heilige Geest aan (zie Lukas11:5-13).
God werkt dus het geloof en dit door God gewerkte geloof richt zich op de belofte(n) die de Vader in Zijn Woord uitstalt.
Geloven en wedergeboorte(het geestelijke leven, de herschepping van ons hart) én het leven uit het geloof zijn voor 100% Gods werk.
Bij en door dit werk wordt de mens zelf niet uitgeschakeld, maar juist door het werk van de Geest ingeschakeld; het "uw geloof heeft u behouden" bewijst dat. Het door Hem(de 3-enig God) gewerkte geloof is dan ook "mijn" geloof.
Het "in Hem blijven" uit 1Joh.3:6 is dus een voortdurend geloven in Christus. Zo wordt de geestelijke mens geboren.En die gelooft, dat wil zeggen, gelooft voortdurend.
Dit voortdurend geloven, is niet iets wat op zichzelf bestaat, alsof de mens in staat is om uit zichzelf dit voortdurend geloven op te brengen, gestalte te geven.De Heere heeft het zó bepaalt dat dit voortdurend geloven niet losstaat van Woord en Geest, het wordt ondersteund en aangewakkerd door de vermaning en eisen van Gods Woord. Deze eisen en vermaningen zijn nodig, omdat wij ons vlees nog als een aanwezige en levende realiteit meedragen (en ervaren). De eisen en vermaningen in Gods Woord en het Woord Zelf worden door de Geest ons tot voedsel gemaakt. Zo groeit dit geloofsleven en vult meer en meer de gelovige. Dit leidt tot een kruisigen van het vlees. En dat is hetzelfde als dat de heiligmaking in de mens gestalte krijgt door het werk van de Geest.
Het leven dat in de gelovige vanuit God geboren is, wordt dus door de Heere Zelf gevoed en onderhouden. Net zoals het leven gedurende de reis door de woestijn door God Zelf in stand gehouden werd(Manna). De gelovige, de geestelijke mens, wordt dus door de Vader gebracht tot een gehoorzaam leven. Dit gehoorzamen is dus ook Gods werk! En dus geen keus van de mens zelf.
Daarom is de redding van de mens voor 100% Gods werk, zowel het ontstaan van het nieuwe leven is voor 100% uit God en dit uit genade geschonken leven, wordt voor 100% door Gód Zelf onderhouden, opdat we niet roemen in onszelf, maar in de Heere die voor en in ons mogelijk maakt wat voor ons onmogelijk is.
Bijbels gezegd: Wat Christus verworven heeft, past Hij ook toe op de Zijnen.Hij geeft én onderhoud het geestelijke leven van de Zijnen.
Vergelijk het met de verlossing uit Egypte en het komen tot in het beloofde land. Het was van begin tot het eind Gods werk.
Dat hiermee nog lang niet alles gezegd is wat gezegd kan/moet worden, mag duidelijk zijn.
h.g.
Learsi