dalethvav schreef:
Nee, maar wat er wel staat is dit: (Hand. 16:32):
"En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in zijn huis waren".
Dat impliceert toch niet dat er baby's kinderen bij waren die nog níet in staat waren het Woord van de Heere tot zich te nemen? In tegendeel, die 'allen' lijkt me meer een groep die hoofd voor hoofd in staat was het Woord van de Heere ook daadwerkelijk en bewust te ontvangen. Zo moeilijk lijkt het me toch niet deze conclusie hieruit te trekken?
Ik wilde nog even reageren op jouw post, n.a.v. een oud geschriftje, de Didache, of leer (van de 12 apostelen)
Ik vind het wel interessant genoeg om te delen.
Het gaat over het leven in de eerste gemeente en is te koop in gewoon Nederlands. Zie linkje onder dez paragraaf.
De Didache is heel oud en wordt gedateerd rond de eerste eeuw. Wanneer in ongeveer 400 na Chr. de lijst met canonieke en apocriefe boeken wordt vastgesteld, zit de Didache daar niet bij. De Didache raakt vervolgens in de vergetelheid en verdwijnt zelfs volledig uit de geschiedenis. Pas in 1873 wordt er in Constantinopel (Istanbul, Turkije) een oud geschrift gevonden dat dateert uit 1056, waarin de Didache opnieuw wordt aangetroffen. Tien jaar later, in 1883, wordt de Didache opnieuw uitgegeven, maar zij blijft hierna een relatief onbekend geschrift. Vanwege zijn ouderdom en authenticiteit verdient dit waardevolle geschift het om opnieuw onder de aandacht te worden gebracht.
http://stadopeenberg.nl/uitgeverij/didache/Vanwege de heterogene inhoud wordt verondersteld dat het geschrift niet van één auteur is.
Het is ook onbekend, wie de afzonderlijke delen schreven. De meeste geleerden nemen aan dat
de Didachè aan het einde van de eerste of aan het begin van de tweede eeuw is ontstaan in westelijk
Syrië, rond Antiochië, waar veel joden woonden en waar Grieks werd gesproken. De oudste delen
van de Didachè zijn geschreven voordat de laatste boeken van het Nieuwe Testament gereed
waren. Het sluit dicht aan bij de Bijbel, wat blijkt uit het spreken over: de op andere wijze
van vasten dan de joden; de liturgie van het avondmaal, die nog geen vaste vorm heeft; de betiteling
“Knecht” voor Jezus (vgl. Jesaja 53); de profeten en apostelen die belangrijker zijn dan opzieners
en diakenen in het Nieuwe Testament, die nog geen gezaghebbende rol spelen. Woorden
van Christus worden ingeleid met: “De Heer heeft gesproken” of “De Heer heeft bevolen.”
DE DOOP
Aan de doop gaat een catechetische vorming vooraf en de inhoud daarvan kwamen we tegen in
I-VI. Een groot deel van de Didachè is dooponderricht. Hoewel het regel is te dopen in stromend
water, wordt rekening gehouden met afwijkende omstandigheden; bij gebrek aan stromend water
mag het ook put– of stilstaand water zijn en in het winterseizoen of bij ziekte mag warm
water worden gebruikt. Er wordt ook rekening gehouden met watergebrek, wat kan wijzen op
een gebied waar niet altijd water voorhanden was. In dat geval mag er driemaal water over het
hoofd gegoten worden “in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest” (VII,3). Kinderdoop
is niet aan de orde, omdat in de Didachè doop en geloof bij elkaar horen. Om tot de doop
toegelaten te worden eiste men geloof. Elke christen moest belijden dat hij Jezus als Heer erkende,
door God opgewekt uit de dood. Het vasten voor de doop is een oudchristelijk gegeven
en dit vers is de oudste bewijsplaats. Wie de doop bediende is onzeker. Uit de tekst wordt niet
duidelijk of bisschoppen, diakenen, leraars of gemeenteleden de doop toedienden.
http://denbrugsenprotestant.info/data/D ... erkort.pdfMits feitelijk geheel juist en volledig, dan denk ik dat in de loop der eeuwen de doop overgegaan is op het dopen van alle kinderen binnen de gemeente..
Ik kan me voorstellen dat dat een proces geweest is, eerst de kinderen van gelovige ouders onder hun verantwoording en later alle kinderen...!
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.