Chaya schreef:“In zoveel kerken is het huilen weggegaan. De droefheid is weg, het is vervangen door gelach. Veel voorgangers denken dat ze grappen moeten maken op de preekstoel. Je moet de mensen laten lachen, je moet ze een leuke tijd geven. God verhoede het dat we een preek houden die zorgt dat men gaat huilen. Tenzij het met manipulatie gedaan wordt, net als in de films, als je eerst moet huilen en dan weer lachen, als ze je zo beïnvloeden, en men houdt daarvan. Als je zo’n krachtige prediker hebt die de gevoelens van de mensen zo kan manipuleren, die ze door een achtbaan van emoties meeneemt. Daar heb ik het niet over. Ik heb het over droefheid die door de Geest bewerkt wordt. ‘Zalig zijn zij die treuren.’
Weet je, één van de dingen die ik merk bij mensen die vaak worstelen, is dat ze zich afvragen waar hulp te vinden is. “Ik struikelde in seksuele zonde, en daarna opnieuw. Waar is de hulp?” Nou, zij die treuren, zullen vertroost worden. Er is hulp. Er is bijstand. Er is troost. Voor hen die dat nodig hebben. Luister, ik denk dat hier een verband ligt. Ik denk, als God naar Zijn kinderen kijkt, is er iets in dat treuren, is er iets in die tranen, wat ervoor zorgt dat Hij te hulp schiet. Ik zeg je dat Petrus nooit meer dezelfde was. Jezus kwam; hij had Hem driemaal verloochend. (…)
We moeten ons niet alleen afvragen of we huilen over onze eigen zonde, maar brengt de zonde van anderen ons ook verdriet? Dat was vroeger wel zo. Er zijn echt mensen die zoveel verdriet hebben omdat anderen God heilige wet minachten. Ze verachten die volmaakte de volmaakte wil van God. Als mensen dat verachten, zorgt dat ervoor dat sommigen gaan huilen. Waar is dat gebleven? Broeders en zusters, ik denk niet dat het onbelangrijk is, en zeker niet als het over seksuele zonde gaat. Ik denk dat we vandaag vaker zien dat vooral jonge mensen ermee omgaan als iets oppervlakkigs. Er kan wel erkenning zijn, misschien wel enig verdriet, maar bitter huilen. Het is niet makkelijk om bitter te huilen en vervolgens weer hetzelfde te gaan doen. Ik verzeker je dat Petrus niet meteen weer naar binnen ging en Jezus opnieuw verloochende. Het is heel moeilijk om dezelfde zonde weer te begaan als je net zo hebt gehuild.”
Tim Conway, eerder gepubliceerd op Geloofstoerusting.
Is dit (nog) herkenbaar of is er onbegrip of weerzin tegen hen die treuren vanwege hun zonden?
Persoonlijk zie ik in de gemeente waar ik kerk dat er droefheid en vreugde naast elkaar kunnen bestaan.
Dat er gebeden kan worden voor en met de mensen die het moeilijk hebben, en gedankt voor en met hen die wat te vieren hebben.
Dat er ruimte is te huilen in de kerkbank zonder dat je meteen gesust wordt, het mag er gewoon zijn, en er dan na de dienst iemand naar je toekomt om te vragen of je gesprek en gebed nodig hebt, en er staat een pastoraal team waar je naartoe kunt na de dienst. Dat er ruimte is je handen in de lucht te steken of te klappen onder een lied als dat jou manier is om je vreugde te uiten, maar dat niemand dat moet. Dat er ruimte is lief te hebben, en liefgehad te worden.
Dat er ook in kleinere samenkomsten (bijbelstudies etc.) lief en leed gedeeld wordt, meegeleefd wordt met vreugde en verdriet.
Er zijn wel mensen met verschillende behoeften qua accenten in prediking, daarom is het denk ik ook goed dat er verschillende predikanten preken. Onze vaste predikant zegt zelf ook: preken is een onmogelijke opdracht, iedereen kijkt met een andere bril. Ik help hem wel met liturgieën en dan proberen we ook een balans te houden tussen 'lichte' en 'zware' liederen. Er mag best eens wat praise tussen zitten, niet alleen maar taaie kost. Maar andersom ook, er mag best wat halleluja, maar ook wel liederen met wat diepere inhoud. Iedereen in de kerk kijkt er natuurlijk weer anders naar, en soms hoor ik mensen zuchten als iets 'te licht' of 'te zwaar' wordt bevonden. Bij het liederen uitzoeken denk ik ook wel eens: wat een zwaarmoedigheid, of: wat weinig inhoud. Maarja, het gaat allemaal om de balans.
Daarnaast is er ook het persoonlijke gebed in je binnenkamer waarin je de ene keer blij kunt danken, en de andere keer alleen maar jezelf kunt voorhouden dat je God eens weer zult loven. Waar je de ene keer alleen maar kunt treuren om de pijn en gebrokenheid die je zo voelt, van jezelf en anderen, en de andere keer juicht van geluk omdat je het herstel ziet dat God in de wereld brengt door Zijn koninkrijk, door de handen van jezelf of anderen. Afhankelijk van je aard, wat je meemaakt, je stemming, welke accenten je in je omgeving meekrijgt in het geloofsleven en andere factoren kun je misschien wat meer neigen naar de ene dan naar de andere kant. Die neiging kan ook maken dat je verlangt naar een bepaald soort accenten in prediking, om goed gebalanceerd en toegerust te zijn.
Dat het bereiken van de benodigde balans niet bij iedereen op dezelfde manier gaat, maakt wel duidelijk dat het onmogelijk is om altijd 'de perfecte prediking' te krijgen. Soms moet je gewoon maar eens een preek uitzitten die niet alles biedt wat jij op dat moment nodig hebt, vaak is er dan wel weer een lied waar je wat uit haalt, of een gebed, of een ontmoeting met broeders en zusters. Maar dan is het wel te hopen dat er ook dagen zijn dat er wél preken zijn met een betere balancering/voeding voor jou en mensen met jouw neiging. Als dat gaat ontbreken, kun je geestelijk honger gaan lijden. Dat is niet de bedoeling, en ik hoop dat dit in liefde aangegeven en besproken kan worden. In nederige kwetsbaarheid, samen het goede zoeken. Niet in eisen en claimen uit angst dat je ook maar iets afgenomen of tekort gedaan zal worden, van beide kanten. Dat is een neiging waartegen we te vechten hebben, wat lastig kan zijn als je al langer tekort voelt.
Als je veel te lijden hebt onder gebrokenheid, verdriet, kwetsing, is de oude natuurlijke neiging om daaruit boos te worden, wraak te nemen. Omdat die verleiding te weerstaan moet je naar God toegaan met je pijn en verdriet. Dat voorbeeld zien we Jezus geven. Volgen wij dat voorbeeld, dan lukt het soms om de zonde voor te zijn door vrede te krijgen met God zodat de verleiding overwonnen wordt. Als je vanuit de gebrokenheid gezondigd hebt, moet je ook naar God toegaan, en vergeving vragen. En de pijn van de gebrokenheid waar de zonde uit voortkwam laten genezen, alsmede waar mogelijk de door jou toegebrachte schade in Gods kracht te herstellen en laten herstellen.
Dit is denk ik erg belangrijk om te weten als je last ervaart van je gebrokenheid en je verleiding merkt tot zonde vanuit je pijn: Dat pijn of verdriet van gebrokenheid bij God gebracht moet worden om zondigen te voorkomen of een halt toe te roepen. Als er geen ruimte is in de kerk om hierover te praten, kan ik me goed voorstellen dat dat gemist wordt.
Dan kan het ook heel vervelend voelen als mensen dat bestempelen als 'zwaarmoedig'. Want het is een volkomen legitiem verlangen om deze gevoelens te kunnen delen met je medegelovigen en samen te strijden in plaats van alleen. Waarvoor zijn we nou één lichaam? En van wie zijn we nou een lichaam? Dezelfde Christus die ook worstelde met de lijdensbeker die Hij leeg moest drinken. Die Zijn vrienden vroeg om wakker te blijven en voor Hem te bidden. Die gevoelens dat het lijden zwaar is, heeft God niet weggeredeneerd toen Jezus in Getsemane tot Hem bad, nee, Hij zond een engel om Hem kracht te geven. Dan moeten gemeenteleden die het zwaar hebben met lijden toch niet weggezet worden als zwaarmoedig? Nee, zij moeten toegerust en bemoedigd worden. De mensen die het oog goed op Christus' overwinning kunnen houden, hebben juist die blijdschap te delen ter bemoediging, niet het verdriet af te keuren. Als blijde christenen het verdriet om gebrokenheid van anderen afkeuren, is dat niet een christelijke houding. Soms kan het echter ook zijn dat de bemoedigende woorden die de blijde christen spreekt, door de droevige christen worden geïnterpreteerd als: 'oh, ik móet dus blij zijn, mijn verdriet mag er dus niet zijn,' terwijl dat helemaal niet de boodschap was van de bemoedigende christen. Net zoals Filippenzen 4:4 ook niet betekent dat je nooit meer verdriet mag hebben, maar soms wel zo door mensen gelezen wordt.
Ik denk dat er snel in karikaturen gedacht wordt. Mensen die over verdriet zouden willen spreken zouden zwartkijkers zijn die de genade niet aan zouden willen nemen. Mensen die blijdschap willen uiten zouden geen zondebesef hebben.
Misschien is dat in sommige gevallen zo, maar ik denk dat het heel vaak meer accentverschillen zijn in geloofsbeleving dan echt zo zwart-wit. En er kunnen miscommunicaties zijn tussen mensen die de karikaturen lijken te bevestigen, omdat mensen met een sombere blik woorden soms anders interpreteren dan hoe mensen ze in hun vreugde bedoelen (de welbekende zwarte bril).
Ook kan het zijn dat als mensen verdriet hebben om de gebrokenheid van anderen, dat wordt geïnterpreteerd als oordeel over die persoon, terwijl het meer bedoeld is als een: 'ik gun die persoon (en zijn/haar omgeving) zoveel beter.' Een verdriet om de gebrokenheid van anderen kan voortkomen uit liefde, maar als die persoon jou heeft gekwetst kan dat ook leiden tot veroordeling van de persoon, en niet alleen van de daad. Die scheiding tussen daad en persoon die de daad doet, vinden mensen erg moeilijk om te maken. Daar hebben we Jezus voor nodig. Hij is ons voorbeeld van hoe je mensen lief kunt hebben ondanks al het kwaad en lijden wat ze veroorzaken.
Soms ben je daar zelf niet vervuld van, en oordeel je de persoon ook echt.
Maar soms heb je wel vergeven, maar nog steeds verdriet om de gebrokenheid. Dat is niet verkeerd. Het kan dan gebeuren dat een ander jou beoordeelt alsof jouw verdriet wél een oordeel over die persoon is, terwijl jouw hart de persoon niet veroordeelt maar liefheeft en vergeeft. Die ander kan dat zo beoordelen omdat het zijn/haar angst is, omdat hij/zij niet heeft geleerd onderscheid te maken tussen daad en persoon en daardoor niet kan begrijpen dat jij dat onderscheid wel maakt, of omdat diegene niet heeft geleerd dat verdriet hebben ook mag en kan als je iemand wel vergeven hebt. Dit kan pijn doen, en kan weer leiden tot allerlei miscommunicaties en verkeerde beeldvorming. Hierin is het goed om te weten: 'mijn hart is zuiver, ik heb diegene vergeven en het zit goed tussen mijn en God, het oordeel van die ander zegt dus niets over mij.'
Ik hoor in de kerk echt wel eens mensen die zuchten: moet het zo zwaarmoedig? Dat vind ik wel vervelend, maar ik snap het soms ook wel. En ook weet ik wel dat er mensen zijn die het de laatste jaren juist zo hebben zien veranderen dat ze nog te weinig accent op zonde vinden worden gelegd. Dat snap ik ook. Als je last van de zonde ervaart, wil je ook toerusting krijgen in de preek om die zware strijd aan te gaan. Daarvoor moet het beestje wel bij zijn naam genoemd worden.
Maar, soms lijken mensen wel te denken dat zondebesef, verdriet op zích een doel wordt. En dát is in mijn ogen niet waar. Als wij verdriet hebben omdat er gebrokenheid is in de wereld, is dat om ons te wijzen naar het herstel dat Jezus nu al een beetje brengt en later volmaakt zal brengen. Dat betekent niet dat we dus niet meer treurig mogen zijn, natuurlijk niet. We mogen er heel veel verdriet van hebben dat alles zo mis lijkt. Maar dat mag ons altijd weer leiden naar de reden waarom dit zo is: zodat Christus alle eer zal krijgen, door Zijn grote herstelwerk. Hij is onze Redder, onze Weldoener, door en in Hem zijn wij niet meer verloren.
Dat al onze ellende dient tot Christus' eer en verhoging, dat is voor veel mensen denk ik moeilijk te verkroppen.
Daarvoor moet je de eer aan jezelf (kortetermijnbevrediging) minder belangrijk leren vinden dan de eer aan God, ook als die op korte termijn moeilijk is.
Daarvoor moet je inzicht krijgen in het langetermijnplan van God, en de vergankelijkheid van ons eigen leven.
Daarvoor moet je weten dat je in Christus leeft, en dat juist het leven in Hem het ware geluk is.
Daarvoor moet je vertrouwen op God, wie Hij is, Zijn beloften kennen en geloven dat Hij Zijn beloften waarmaakt.
Daarvoor moet je begrijpen dat wij mogen delen in Jezus' overwinning en luister. Dat Hij deze weg ons voorgegaan is, een weg van lijden. En daarin zien wij dat Hij in Zijn lijden niet zondigde, door als Hij het moeilijk had naar Zijn Vader te gaan en Zijn Vaders' wil te doen. Dat dat de weg is die ook ons deel is, als wij in Christus zijn.
In Christus zijn is geen welvaartsevangelie, zeker niet op de korte termijn. Het is revolutionair tegen onze aard in: het gaat uit van God. Niet ons welzijn is het doel wat we zelf na moeten streven en waar God een handig hulpmiddel is, nee, Gods glorie is ons doel, en we kunnen onze behoeften loslaten omdat mogen vertrouwen dat Hij zal voorzien in wat we nodig hebben omdat Hij van ons houdt. In de relatie mogen we vragen om voorziening in onze noden, maar ook in de noden die wij zelf niet zien voorziet God. En Hij voorziet erin zodat Zijn wil geschiedt. Wij zijn zo gezegend als Zijn kinderen, dat Zijn wil voor ons oneindig goed is. Alles komt van Hem, alles is voor Hem en door Hem. Wij zijn niet voor onszelf, maar voor Hem. En Hij wil er in Zijn liefde voor ons zijn, zelfs al kostte Hem dat al het lijden waar Hij doorheen ging om ons te redden.
We leven niet meer voor onszelf, maar Christus leeft in ons. Dus ons leven is gericht op het liefhebben van God en onze naaste, het vanuit Zijn liefde verspreiden van Gods koninkrijk, Zijn liefde en gerechtigheid, in woord en daad. En dat doen we in Zijn kracht, niet op eigen houtje, en al helemaal niet om toch zelf wat goed te hebben gedaan zodat je Gods redding net iets minder nodig denkt te hebben omdat je jezelf toch een beetje gerechtvaardigd denkt te hebben door het goede te hebben gedaan. Het is voor Gods glorie dat wij leven. Onze vreugde, ons verdriet, onze nederigheid, ons meeleven, het is alles zodat iedereen zal zien hoe groot onze God is.
En is het geen troost, als je lijdt, dat je weet dat het ergens goed voor is? Dat je weet: 'ik heb nu pijn, maar degene van wie ik het meeste houd, mijn God, zal alles herstellen en de eer krijgen die Hem toekomt. Hij is het die mij kracht geeft om Zijn wil te kunnen volbrengen, en Hij is het die mij vergeeft als ik er niet in slaag, zelfs dat zal leiden tot de eer van mijn dierbare Heer en Redder, Jezus Christus. En in Zijn liefde zal Hij mij zelfs laten delen in die luister.' Dan kun je Hem toch alleen maar loven om Zijn goedheid, almacht, trouw, genade, liefde en alle dingen meer die Hij is.
Ik denk dat het belangrijk is dat we als christenen beseffen dat het delen in Christus' luister op deze aarde gepaard gaat met delen in Zijn lijden. Het lijden zal niet het laatste woord hebben, maar er moet zeker ruimte zijn om te kunnen treuren en mee te treuren met mensen die die strijd zwaar voelen. En om elkaar te bemoedigen, samen vast te houden aan onze Hoop die zeker is. Dit kan verloren gaan als het lijden in deze wereld niet meer besproken wordt omdat dat een te zwaar onderwerp wordt geacht. Het is een gemiste kans om te praten over de hoop die Jezus geeft, en om de treurenden te bemoedigen.
Laten we niet op elkaar neerkijken omdat we niet hetzelfde voelen, maar blij zijn met hen die blij zijn, en treuren met hen die treuren. Gericht zijn op de ander, en naar hen kijken met de ogen van God. Je laten verrijken door de andere perspectieven op God die medechristenen hebben. Samen de hoogte en lengte en breedte en diepte van Zijn liefde ontdekken.