Bambi schreef:Ik heb niet zo'n moeite om de negatieve dingen van de duvel te herkennen, maar juist de positieve
Een voorbeeld:
Ik had jaren geleden een afspraak bij een instantie en moest daar om 12:30 zijn
Ik was te laat en trok om 12:25 mijn jas pas aan en flapte er in gedachten uit tegen God:" Kunt U de tijd niet stil zetten?" Om er gelijk achteraan te denken:" Nee, dat mag ik van U niet vragen, ik had zelf op moeten schieten"
Ik racete naar mijn afspraak en kwam daar om 12:40 aan en ging zitten in de wachtruimte
Toen ging de deur open en de mevrouw, waar ik die afspraak mee had, kwam met haar jas aan naar buiten. Ze was verbaasd mij te zien zitten en vroeg wat ik er zo vroeg deed.
Ik zei toen dat ik om 12:30 een afspraak had en dat het al 12:40 was. Waarop zei antwoordde:" Nee hoor, het is nog maar 12 uur"
De klok (tijd) was om 12 uur stil blijven staan Dus 25 minuten voor mijn gedachten, was de tijd al stilgezet.En ik had die gedachte dus gekregen.
Ik schreef het toen toe aan God om me te laten zien, dat ik in alles op Hem kon vertrouwen, omdat Hij alles in de hand had en dankte Hem ervoor.
Maar als ik dan weer in een geloofsdip zit, dan twijfel ik wel eens aan zulke dingen en denk dan dat ik die gedachte gekregen had en aan God toeschreef, omdat Hij mij iets wilde laten zien en mijn vertrouwen wilde versterken, maar het kan ook de duvel zijn, die me op een listige manier wil doen geloven, dat God die dingen doet en dat hij mij die gedachte gaf.
@Bambi, ik heb de ervaring dat als je in een geloofsdip zit dat de meest beroerde gedachte in je op kan komen. satan komt met die geloofsdip, hij maakt de weg open om zichzelf te manifesteren en dan komen de meest lastige gedachten in je op. Hij loert op een zwak moment en is er alleen maar op uit dat God niet de eer krijgt.
Maar op het moment dat je God dankte kreeg je vreugde in je hart. Ik zeg wel eens “God betaald altijd uit”. Daaruit weet je dat het van God is, satan geeft die vreugde niet.
Dankzij Vader heb ik ook geen moeite om het werk van God of satan te onderscheiden maar heb wel degelijk last van hem.
Ook een voorbeeld:
Mijn baas belde me 's middags om 4 uur op en vroeg of ik de volgende dag om 15.00 uur in Noorwegen wilde zijn. Het was een reis waarbij ik 3 treinstations en 4 luchthavens moest passeren en 1,5 uur met de taxi, uiteraard stemde ik in. Ik zei “Vader U weet het morgen wordt een zeer complexe dag, wilt U mij helpen?” Ik kreeg vertrouwen, een bevestiging van hulp. De dag brak aan en ik zag die vele gestreste mensen. Ik was zo trots als een Pauw op Vader, ik bracht uiterst relaxed de dag door tot op het moment dat ik bij de 3e luchthaven aankwam. Ik liep het gebouw binnen en had trek in een bak koffie. Ik liep richting een naastgelegen hal gescheiden door een glazen wand en was op een paar noodjes na donker. De toegang was een kleine loopband met een eenrichtingsdeur. Ik liep er haast ongemerkt naar toe en ondertussen dacht ik, ik kan zo niet meer terug, en toch liep ik door. En daar stond ik dan, alleen en in het bijna-donker. Ik zeg tegen mezelf wat doe ik hier waarom loop ik hierheen terwijl alles donker is, ik begon op mezelf te schelden en raakte zelfs in paniek. Ik zeg “Vader help me wat moet ik hier”? Ineens zag ik in de hoek van de transportband een schim van mijn koffer. Ik was verbaast en pakte hem maar ik mijn paniek begon ik te bedenken dat ik ook nog het vliegtuig moest halen. Ik begon op de rij deuren te bonken die ik zag. Een dame deed een van de deuren open en vroeg, begrijpelijk licht boos aangeslagen, waarom ik zo hard op die deur bonkte. Ik zei “sorry maar ik moet hieruit om mijn vliegtuig te halen”. Ze wees me een deur en ik ging op weg naar het vliegtuig en bedacht nog eens wat er nu gebeurde. Ik had God toch om hulp gevraagd? Het werd me ineens helder, God duwde me als het ware die donkere ruimte in, ik moest daar wezen omdat daar mijn koffer lag. Maar wat gebeurde er nu eigenlijk?
Ik verloor mijn vertrouwen op het moment dat ik die donkere hal binnen kwam. Satan breekt in en trekt gelijk van leer. Ik word onzeker vraag me van alles af, word boos op mezelf, ik geef eigenlijk God de schuld van wat mij overkomt. Het dringt niet gelijk tot me door dat ik er moest zijn voor die koffer. Een vreselijk gebeurtenis die ik me wat later opnieuw besefte. Dat ik me weer heb laten verleiden door satan. Ik schaamde me voor God en kreeg het besef hoe ik God teleurgesteld heb. Dan ga je het belijden en God wil het er niet eens meer over hebben en staat een arm om je heen.
Zo zie je maar, een moment van vertrouwen kwijt en die rotzak breekt gelijk in.
Als ik mijn vertrouwen niet kwijt was geraakt had ik lopen huppelen na het ontdekken van die koffer, supertrots was ik al.
Dit zijn lessen waardoor je groeit in het geloof, zolang je ze maar ziet.