@marloes1g;
Welling ga nu eerst eens onderzoeken het verschil tussen het zaligmakend geloof en de bekering want dat zijn twee verschillende zaken. "Bekeert U en gelooft het evangelie".
Dat leg ik constant uit, een citaat uit een van mijn eerdere berichten;
Dat zouden we moeten, we kunnen alleen niet, het is de vloek der Wet, waarom alle mensen zondaars zijn. Daarom is niet alleen een van de eerste zaken van de Bijzondere Werking van de Geest om de begenadigde op zijn onmetelijke zonde te drukken, zo heeft God bepaald, komen de bekeerden door de Zoon tot de Vader, als zondaars. Daarom, omdat we zelf eigenlijk helemaal niet kunnen, zo zwaar is de zondeval, heeft God de wereld Zijn Zoon gezonden, dat is juist een van de belangrijkste redenen van de komst van de tweede Adam, onze totale verdorven natuur met als gevolg dat werkelijk niemand meer kan, nog niet tot een toe.
Daarom is het geloof uit God, hij heeft Getuigen gesteld om Zijn Oordeel. God moet eerst roepen, voor een mens omkijkt.
Het Woord wordt ook wel de Heere Jezus Christus genoemd. Omdat al wat de Bijbel ons leert, is de Heere als de Zoon door wie wij tot de Vader moeten komen.
Galaten 5:
5 Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid.
6 Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende.Omtrent
bekering schrijf ik hierboven duidelijk "
zo heeft God bepaald, komen de bekeerden door de Zoon tot de Vader, als zondaars" en "
Het Woord wordt ook wel de Heere Jezus Christus genoemd. Omdat al wat de Bijbel ons leert, is de Heere als de Zoon door wie wij tot de Vader moeten komen.".
Omtrenet
zaligmakend geloof schrijf ik hierboven "
Daarom is het geloof uit God, hij heeft Getuigen gesteld om Zijn Oordeel. God moet eerst roepen, voor een mens omkijkt.".
Omdat God alles tevoren bepaald heeft, heeft ook alles wat Hij gezegd heeft grote betekenis. Hij is Almachtig, de Alpha en de Omega, het Begin en het Einde, Alwetend, Alkunnend, Hij verteld ons in het begin wat aan het eind zal zijn, en de Schrift zal vervuld worden;
"Bekeert U en gelooft het evangelie"
God zegt dit tot alle mensen. Alleen de mensen kunnen niet, willen niet, door de zondeval zijn zij zondaars, allemaal (wij dus allemaal, van nature, en inderdaad moeten we tot een punt gebracht worden waar we dat komen te erkennen zo leert de Bijbel ons, werkt het niet ter veroordeling, het werkt dan ter Vrijmaking). Zo heeft God in Zijn Heilige Raad bepaald dat de tweede Adam, de Middelaar, Christus Jezus, moest komen om de zonde der wereld te dragen. Want God had de wereld lief, nu is de wereld verdoemelijk in Zijn oog, zo behoud God Zijn schepping.
Er zijn uitverkorenen, die door het Lam Gods, Jezus Christus de Messias, de Zoon tot de Vader komen, om de Geest te krijgen, het Geloof in God, zij komen als zondaars tot Christus, bekennen dus altijd eerst schuld, dit is: erkennen met een volkomen hart de hel te hebben verdient. Dat is ook nodig om God te kunnen kennen, we weten dat God in Genesis 3 ons duidelijk verteld het paradijs afgesloten te hebben, we
MOETEN erkennen dat onze zondigheid zo verschrikkelijk is dat God Zelf Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, we
MOETEN erkennen dat God daarmee bestaat, en ook in Zijn werkelijke Plaats. Dat Zijn Wijsheid alom is, en dat zijn dan vruchten van het Geloof, Rust en Vertrouwen.
Deze uitverkorenen zijn van God gemaakt, zoals alles in de wereld. Zoals God Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, zo heeft God Zijn Gemeente gemaakt. Een bekeerde is als onbekeerde niet uit zichzelf door de Zoon tot de Vader gekomen om de Geest te verkrijgen, een bekeerde is juist de enige mens die in volle Waarheid met een volkomen van God daartoe bereid gemaakt hart heeft mogen bekennen dat hij of zij een zondaar is, als alle mensen, daartoe dient de Getuigendienst.
God roept hier de uitverkorenen voor ze bekeerd zijn.
God roept hier ook de verlorenen die niet bekeerd willen worden, waardoor ze niet hebben willen horen, tegelijkertijd.
Er staat ook in dit kleine zinnetje al, ZO bijzonder is de Bijbel, alles wat Geloof is. 'Bekeert U en gelooft het evangelie'.
Niemand die hiertoe niet door God gemaakt en geroepen is, zal zich ooit bekeren.
Iedereen die hiertoe door God gemaakt en geroepen is, om bekeerd te worden, is hiertoe van God gemaakt en zal niets anders kunnen doen. De bekeerden zeggen altijd achteraf hoe ze nooit iets anders hadden kunnen doen dan bekeerd worden, waarom ze begenadigd genoemd worden in hun onbekeerde tijd tijdens dit leven. Alleen kenden ze God nog niet tijdens hun onbekeerde leven en na de bekering, door Geloof, kennen zij God. Door het Geloof kent men God.
We zien dus ook in dit kleine zinnetje aan de volgorde hoe het gaat, Eerst de bekering en dan krijgen we met de Geest het Geloof in God. We zijn dan door de Zoon, tot de Vader gekomen, hebben de Geest gekregen, en mogen Geloven, dat is God te kennen en niets anders meer te kunnen dan God te eren en te dienen!
Pas dan geloven we het Evangelie. We zien ook in dit kleine zinnetje al meteen hoe het werkt, het KAN zelfs niet anders, Bekeert U en gelooft het evangelie! We zouden het zelfs als een commando kunnen zien, na bekering kunt u niet anders meer dan het evangelie geloven! het is een verklaring, dit kleine zinnetje, in vele, vele onmeetbaar vele dimensies.
Die het horen, kunnen niet anders dan tot bekering gebracht worden, als begenadigd zijnde, want God heeft ze hiertoe gesteld, het werkt ter Vrijmaking. Die het niet horen zal het werken ter veroordeling, niet ter Vrijmaking.
Dus God maakt ze bereid tot bekering, ze horen en kunnen niet anders, wanneer ze zich bekeert zullen hebben (door God hiertoe bereid gemaakt, dus ze zullen dit ook zeker doen) zullen ze Geloven in het Evangelie. Dat is het Geloof in Hem, ter ere van Hem. Of God heeft ze als gevangenen satans gemaakt, zoals we eigenlijk na de zondeval zonder bemoeienis Gods alleen maar hadden kunnen zijn, denkend als gevangenen dat we onszelf God kunnen maken, we zullen dan niet horen en door ditzelfde zinnetje veroordeeld worden met de doden.
"Die zal MIJ verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen en het U verkondigen".
In al je sermoenen lees ik nergens de verheerlijking van de Heere Jezus
"Die" -in dit hoofdstuk-, is de Geest, zo zien we weer dat mensen zichzelf niet bekeert maken en het ook niet voor de mensen is, bekeerden zijn uitverkorenen Gods door de verkiezing Gods hiertoe via de Bijzondere Werking van de Geest bereid gemaakt. en 'MIJ verheerlijken' betekend God verheerlijken, van God, door God en tot God. Het is dus wat God wil dat de Geest verkondigd, intern in het mensenhart of extern via een uitverkoren getuigenis. Dat hoeft niet altijd directe verheerlijking van Jezus Christus te zijn, een meer neutrale benadering om zaken ter discussie uit te doeken te doen is soms noodzakelijk. Het is wel altijd ten dienste van God, en zal God niets anders dan in Zijn Plaats erkennen en inderdaad mensen aangeven waar de Verlossing is, zoals ook God doet in de Bijbel, bekeert u en gelooft het evangelie, en dat gaat niet anders dan door de Zoon tot de Vader om de Geest te verkrijgen, dat is: het Geloof in God, voor God, door God en tot God. In al mijn berichten geef ik dit wel zodanig vaak aan, en stel ik duidelijk de Heere op Zijn Machtige Plaats, dat ik me niet voor kan stellen hoe u hier met zulke 'beoordelingen' komt als deze waarbij ik de Heere nergens zou verheerlijken.
"dus: Johannes 5 vers 39: Onderzoek de schriften; want gij meent in dezelfde het eeuwige leven te hebben; en die zijn het die van MIJ getuigen".
Inderdaad, zoals inmiddels al wat vaker is gebleken, onderzoekt u gerust de Schriften. We zien hier namelijk grote afwijkingen met hetgeen u gesteld hebt, op meerdere duidelijke plaatsen. Het stellen van zulk een vers is eigenlijk een indirecte beschuldiging aan de naaste onder het mom van deze lief te hebben. Het is zichtbaar aan het volgende;
1. het beginnen van wat we taalkundig de 'conclusie' noemen, "dus enz enz".
2. Dan stelt iemand als conclusie dat ik de Schriften moet onderzoeken, wat ik overigens wel doe hoor, die ik steeds op grond van de Schrift weerleg in gestelde aannames die afwijken van het Woord. Daar wordt niet inhoudelijk op ingegaan, op geen enkele manier en vervolgens wordt op grond van de zoveelste reeks aannames bepaald dat ik de Schriften moet onderzoeken. Goed, voor u zich bemoeit met bezigheden van anderen waar u geen verstand van hebt, onderzoekt u zelf de Schriften en zorg voor inhoudelijk gefundeerd reageren op mijn stellingnames, u gaat nergens inhoudelijk op in vooral wanneer ik u eens weerleg. En dat is inmiddels nogal eens gebeurd.
3. "want gij meent in dezelfde het eeuwige leven te hebben". God proeft de harten en de nieren. Inmiddels begrijp ik dat we al zover afgezakt zijn dat de 'leraars' hun verachtelijke bedrog verschuilen achter hun naaste bang maken met de bedreigingen van de zonde tegen de Heilige Geest wanneer ze dreigen tegen gesproken te worden, wat een uiterst zware zaak is, dus ook hier kijk ik inmiddels niet meer van op. Bemoeit u zich vooral niet met of anderen tot de verlorenen, begenadigden of bekeerden gerekend worden, dit is geheel Gods Raad en nergens geniet u hier enige autoriteit in. U poogt zich met zulks op de Rechterstoel Gods te stellen
en ik waarschuw u voor de gevolgen van hier niet op terugkomen. Maakt u zich vooral niet zo lichtvaardig druk over waar het lot van anderen ligt, het is niet goed de aangezichten te kennen, leert u vooral inhoudelijk ingaan op punten waar u in discussie tegengesproken wordt, niet daarover heen springen en uw naaste gaan beschuldigen.
4. "en die zijn het die van MIJ getuigen"
Johannes 5:38 En Zijn woord hebt gij niet in u blijvende; want gij gelooft Dien niet, Dien Hij gezonden heeft.
Dit is het voorgaande vers op vers 39. Dit wordt gebruikt in een reactie op valse prediking.
Kun u mij op grond van de Bijbel uitleggen waar ik onwaarheden heb verwoord? Overigens predik ik hier niet, ik discussieer hier. Daar zit een fundamenteel verschil.
En aangaande het eerste gedeelte van dit vers 38,
"En Zijn woord hebt gij niet in u blijvende"
Wil ik graag het volgende stellen in verband brengende met het eerste van uw bericht;
"Welling ga nu eerst eens onderzoeken het verschil tussen het zaligmakend geloof en de bekering want dat zijn twee verschillende zaken"
waar heb ik aangegeven dat het zaligmakend geloof en de bekering
NIET twee verschillende zaken zijn? Waarom zou ik dat dus moeten onderzoeken, ik heb namelijk in al mijn contributies niet anders gesteld. Waar ligt inhoudelijk een relatie met onze gespreksstof? Bedoelt u misschien dat ik u in mijn optiek meerdere malen weerlegd hebt, en u nergens op weerlegging inhoudelijk terugkomt vervolgens wel verder gaat met aannames maken?
Het is niet erg om te discussieren, het is zelfs niet erg dat u wat anders ziet of iets niet begrijpt, het is wel erg dat u probeert mensen zaken in de schoenen te leggen waar u geen verstand van hebt, getuige ook het gebrek aan vraagstelling.
Het zijn mensen die op de hoeken van de straat gezien willen worden die uit mijn berichten de verheerlijking van Christus niet kunnen halen, zij tooien zich met procedures over hoe dat moet, neemt u van mij aan, vertel de Waarheid als die in u is, liever dan liefelijkheden, en neemt altijd verantwoording, kijkt u eerst zichzelf aan, alvorens de pretentie te hebben over enige Waarheid te beschikken.
En wacht u, wacht u voor beschuldiging of onvoldoende gefundeerde aannames, want er staat geschreven;
Lukas 6:37
En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd worden; laat los, en gij zult losgelaten worden.
Lukas 12:57
En waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is?
Johannes 7:24
Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt een rechtvaardig oordeel.
Romeinen 2:
1 Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen.
2 En wij weten, dat het oordeel Gods naar waarheid is, over degenen, die zulke dingen doen.
3 En denkt gij dit, o mens, die oordeelt dengenen, die zulke dingen doen, en dezelve doet, dat gij het oordeel Gods zult ontvlieden?
4 Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?
5 Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods.
6 Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken;
7 Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven;
8 Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden;
9 Verdrukking en benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade werkt, eerst van den Jood, en ook van den Griek;
10 Maar heerlijkheid, en eer, en vrede een iegelijk, die het goede werkt, eerst den Jood, en ook den Griek.
11 Want er is geen aanneming des persoons bij God.
Lees dan geheel dat hoofdstuk Romeinen 2 beter, het staat er zo duidelijk.