naamloos schreef:Nee, want Paulus stelt dat de oude ''ik'' met Christus gestorven en begraven is.
En de nieuwe ''ik'' is uit God geboren, en wat uit God geboren is dat zondigt niet.
De nieuwe ''ik'' kan niet tegelijk dood en levend zijn, zondeloos en toch zondigen.
Halfdood is nog steeds levend, en een zondaar is nog steeds niet rein.
Paulus spreekt niet zo over het "oude ik" die begraven is en "nieuwe ik" die opgestaan is. Paulus vat zowel oude als nieuwe mens samen met "ik" of "wij".
Bijv. in Rom. 6:8 "Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven."
Hij spreekt in dit verband ook over de oude mens (die gekruisigd is met Christus), maar hij spreekt hier niet over 2 "ik"ken, maar over dezelfde "ik" en "wij" die in een andere positie geplaatst is, nl. van Adam naar Christus. Dat is wat Paulus hier met "sterven" en "leven" bedoelt: niet meer aan Adam toebehoren ("sterven"), maar aan Christus toebehoren ("leven"). Niet meer bij degene horen die de dood representeert, maar aan Degene die het Leven is. Dus weten we nu ook wie de "oude mens" is en wie de "nieuwe mens". De oude mens is Adam en de nieuwe is Christus. Bij 1 van beide horen we.
Er is dus feitelijk geen sprake van 2 "ik"ken, maar van 1 "ik" die bij een Ander is gaan horen. Die ene "ik" kan zowel zondigen (dus zondaar zijn door de daad van het zondigen) als doen als Degene waartoe deze "ik" behoort.
naamloos schreef:Ach, hou het dan bij mijn eerste voorbeeld (wat je negeerde). Iemand die dom is doet doorgaans niets anders dan domme dingen.
Iemand die niet dom is kan domme dingen doen, maar daarom is hij nog niet dom.
Dan zeg je niet ''jij bent dom'' maar '' jij doet dom.'' En die ander is dom en doet dom.
Met dit voorbeeld kan ik nog minder dan het eerste. Want waar ligt de grens tussen dom zijn en alleen maar dom doen?
naamloos schreef:Of heel misschien zat Paulus zo in zijn verhaal van vroeger dat hij daardoor de t.t. gebruikt.
Of, en dat lijkt me waarschijnlijker, wilde hij daarmee benadrukken dat Jezus gekomen is om zondaren te redden, niet opgepoetste heiligen.
naamloos schreef:Dat komt op hetzelfde neer, want de wet staat in directe relatie tot de zonden. Iets wat niet mag wil een mens juist.
Oke, dus de wet is fout en het is Gods schuld dat we zonden doen? Ik chargeer even. Nee, dat is natuurlijk niet het geval. De wet prikkelt de zonde in ons, om ons daarmee duidelijk te maken dat we zondaren zijn. Dat is nodig, want wie niet beseft dat hij een zondaar is, zal ook geen behoefte hebben aan een Redder van zondaren en zal Hem ook niet als zodanig zoeken.
Ik vind het dan ook een beetje vreemd als Jezus wel als Redder genoemd wordt, maar als we dan vragen: "waarvan redt Hij dan?" dat er dan vooral niet over gepraat mag worden, omdat mensen daardoor ontmoedigd en tobberig zouden worden.
naamloos schreef:Paulus had inderdaad goed door dat het tobben geblazen is als je daaraan denkt, maar daar moet je Romeinen 7 voor hebben.
Nee, Paulus doet hier geen denkbeeldige exercitie om aan te tonen dat je vooral niet moet tobben, maar hij zegt klip en klaar wat er in zijn hart speelt, namelijk de strijd tussen de zonde die nog in hem woont en de Geest van God. Die strijd ervaart elke christen. In die context kan hij zowel zeggen: "ik ellendig mens wie zal me verlossen uit het lichaam van deze dood" en "ik dank God door Jezus Christus". Dat is, zolang we leven allebei waar. Dat bevestigt hij ook in vers 26: "Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde." Ook hier is maar sprake van 1 "ik".
naamloos schreef:In Filippenzen moet je even doorlezen want hij zegt juist: ''ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt''.
De
kanttekeningen zeggen hierbij: "Dat is, niet tevreden zijnde met hetgeen van mij goeds zou mogen gedaan zijn voor dezen." Hij vergeet hier dus niet zijn zonden, maar zijn goede daden!
naamloos schreef:Wanneer hij zijn 'vroeger' ophaalt dan is dat met een bepaald doel want nuttig is voor de ander, om iets uit te leggen.
Waarom zou dat alleen goed zijn voor de ander en niet ook voor jezelf?
naamloos schreef:Natuurlijk gaat het om het hart, maar je hart verandert niet door het kwaad te bestuderen.
Het zijn Gods goedertierenheden die tot bekering leiden, en alleen het kennen van God verandert je hart.
En om God met je hart te kennen is allereerst geloof en bekering nodig, en daarom is 'voldoende' genoeg wanneer het tot bekering leidt.
De rest volgt als we de H.G. ontvangen en zijn liefde in ons hart wordt uitgestort, zodat Christus meer en meer gestalte in ons krijgt.
Ik vind dit eenzijdig. Want waar moet je je van bekeren als je niet eens het flauwste idee hebt waarvan je je zou moeten bekeren? Ik ben het helemaal met je eens als je zegt dat alleen Gods liefde je kan veranderen, maar te zeggen dat je alleen een hoogst basale zondekennis moet hebben om je te bekeren, betekent ook dat die bekering basaal, oppervlakkig is. Als de psalmdichter zegt: "Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten." (Ps. 139:23), of "Beproef mij, HEERE, ja, stel mij op de proef, toets mijn nieren en mijn hart." (Ps. 26:2) en we navolgers van God behoren te zijn, dan zouden we ons eigen hart ook best eens mogen onderzoeken, niet om daarmee tobberig te worden, maar om die augiasstal eens grondig te reinigen.
Want God ziet op de arme en verslagene van geest en die voor Zijn Woord beeft (Jes. 57:15, 66:2).
naamloos schreef:Citeer me maar, waar doe ik oppervlakkig over de zonden?
Ik beschuldig niet, ik zeg wel dat we de zonde ernstig moeten nemen. Daar vind ik in dit topic wel aanleiding voor, dat dan weer wel.
naamloos schreef:Ook dan kan ik er niets mee want het is niet waar: Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.
Vertel eens, ben je ooit uit het vlees geboren? En is dat vlees al zo dood dat je geen zonde meer doet? Bij mij is dat vlees nog niet helemaal dood. Dat zeg ik niet om er trots op te zijn, maar omdat het gewoon zo is. Daarom kan ik me vinden in diegenen die deze uitspraak doen, omdat ik er veel van mijzelf in zie. Overigens is dat is niet het enige wat ik zeg, maar dit is ook het geval.
naamloos schreef:Bovendien wordt daar impliciet mee gezegd dat het over een dood geloof gaat (je leven lang van kruin tot voetzool een zondaar laat geen ruimte over voor goede werken)
Nee, dat wordt daar helemaal niet mee bedoeld, ook niet impliciet. Een levend geloof erkent juist dat goede werken de werken van God zijn die we uit genade mogen doen. Dat zijn dus zo bezien niet eens onze goede werken, hoewel God ze ons uit genade wel als zodanig toerekent.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)