Wat betreft ups en downs in het menselijk of christelijk leven is de vergelijking met de zeeën een mooie.
Sommige mensen zijn als de woeste zeeën, ze leven ogenblikken op hoge toppen van de golven, het andere ogenblik in de diepte van een golfdal.
Anderen zijn kalm als de binnenzeeën, hooguit bij hevige stormwinden wordt de effen waterspiegel ernstig verstoord.
Is een binnenzee daarom beter dan een buitenzee?
Ik denk het niet; zo is het ook met het karakter van mensen. De één is onstuimig en emotioneel snel beïnvloedbaar, de ander kalm en bedaard. Een ieder zal met zijn eigen karakter moeten leven, overeenkomstig Gods wil. Soms kan juist een sombere bui ons de kortheid van het leven laten zien, en doen uitzien naar Zijn komst, naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarop gerechtigheid wonen zal. In een diep golfdal zal zo'n persoon wellicht met jaloersheid naar een evenwichtiger persoon kijken, maar feitelijk is daar geen reden voor. God geeft een ieder wat hij of zij verdragen kan.
De Prediker stelt ons het leven voor in allerlei facetten, vragen en wijsheden.
Soms lijkt dit boek zo zinloos, maar dat is het toch niet.
Zomaar wat citaten.
Een tijd om te wenen, en een tijd om te lachen
(...)
Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden is, dan zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven.
Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid, Dit is een gave Gods.
(...)
Daarna wende ik mij, en zag aan al de onderdrukkingen, die onder de zon geschieden; en ziet, er waren de tranen der verdrukten, en dergenen, die geen trooster hadden; en aan de zijde hunner verdrukkers was macht, zij daarentegen hadden geen vertrooster.
Dies prees ik de doden, die alrede gestorven waren, boven de levenden, die tot nog toe levend zijn.
(...)
Voorwaar, er zijn veel dingen, die de ijdelheid vermeerderen; wat heeft de mens te meer daarvan?
Want wie weet, wat goed is voor den mens in dit leven, gedurende het getal der dagen van het leven zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als een schaduw? Want wie kan den mens aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon?
(...)
Beter is een goede naam, dan goede olie, en de dag des doods, dan de dag, dat iemand geboren wordt.
(...)
Zeg niet: Wat is er, dat de vorige dagen beter geweest zijn, dan deze?
(...)
Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds, zie toe; want God maakt ook den een tegenover den ander, ter oorzake dat de mens niet zou vinden iets, dat na hem zal zijn.
Dit alles heb ik gezien in de dagen mijner ijdelheid; er is een rechtvaardige, die in zijn gerechtigheid omkomt; daarentegen is er een goddeloze, die in zijn boosheid zijn dagen verlengt.
(...)
Dit alles heb ik met wijsheid verzocht; ik zeide: Ik zal wijsheid bekomen, maar zij was nog verre van mij.
(...)
Alleenlijk ziet, dit heb ik gevonden, dat God den mens recht gemaakt heeft, maar zij hebben veel vonden gezocht.
(...)
Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.
(...)
Maar indien de mens veel jaren heeft, en verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; en al wat gekomen is, is ijdelheid.
(...)
IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; het is al ijdelheid!
(...)
De prediker zocht aangename woorden uit te vinden, en het geschrevene is recht, woorden der waarheid.
De woorden der wijzen zijn gelijk prikkelen, en gelijk nagelen, diep ingeslagen van de meesters der verzamelingen, die gegeven zijn van den enigen Herder.
(...)
Van alles, wat gehoord is, is het einde (doel) van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.
Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.