Hedendaagse meditaties

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 06 jan 2016 15:07

.
Laatst gewijzigd door MoesTuin op 08 jun 2019 20:01, 1 keer totaal gewijzigd.
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 14 jan 2016 10:14

Met Christus gezeten in de hemel


‘En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus, Ef. 2:6.’

De tekst boven deze overdenking beschrijft een onbevattelijk diepe boodschap voor hen die in Christus Jezus zijn. Wie zijn dat dan? Paulus omschrijft het met de volgende woorden: ‘In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid, Ef. 1:13-14.’ Zij die het woord der waarheid, namelijk het Evangelie van onze Heere Jezus Christus, niet alleen gehoord hebben maar ook daarin rusten door het geloof, ja zij en zij alleen, zijn in Christus Jezus, verlost van schuld, heilig en rechtvaardig voor God (1 Kor. 1:30). Lieve vrienden, wat een zaligheid in onze God. Zondaren worden rein verklaard op grond van het zoenbloed van de Heere Jezus Christus, Die Zijn leven vrijwillig heeft afgelegd. Hij stierf op Golgotha opdat zondaren het leven in Hem zouden vinden en weer in gemeenschap met God de Vader zouden wandelen. Hij is de Weg tot Vader en buiten Hem is er geen zaligheid. Gelooft u dat? Bent u ervan overtuigd dat er buiten de Heere Jezus Christus geen zaligheid is? Geen goede werken, geen opgeknapt leven, niet het bidden, het zoeken of een hoofd vol kennis zal ons dichter brengen bij het Vaderhart van God. Ieder mens, lief of slecht, godsdienstig of goddeloos, ernstig of luchtig leeft in vijandschap tegen God en vindt alleen verzoening in het offer van de Heere Jezus Christus. Wedergeboorte maakt de mens van dood levend waarbij tegelijk de vijandschap sterft en de liefde geboren wordt. De liefde van God vervult het hart en maakt dat de verzoende zondaar wil leven in een liefdesrelatie met God de Vader in het verlangen zo Zijn Naam op deze aarde te verheerlijken. Velen worstelen met de vraag of de wedergeboorte ook voor hen beschikbaar is. Als genade alleen bij God vandaan komt en de mens niets kan bewerken aan de zaligheid, hoe kan een mens dan ooit zalig worden? Theologie heeft hierop geen antwoord maar de Bijbel, het Evangelie uwer zaligheid is duidelijk en vol trekkende liefde: “Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden (Hand. 16:30,31)” Daarbuiten is geen weg. “Maar” zegt iemand, “is dat niet te gemakkelijk?” Ach vrienden, zolang we dat nog zeggen, hebben we geen heerlijkheid gezien in Deze Jezus. Dan hebben wij of geen belang bij de zaligheid of wij zoeken het behoud nog in iets buiten Hem. ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn, Joh. 1:12,13.’ Zij die alles uit handen mochten geven in de hand van God de Vader, pleitend op het zoenbloed van de Zoon, mogen roemen in genade, kracht putten uit Gods verkiezende liefde en weten dat er buiten Jezus geen zaligheid te verwachten is. Hun leven zal meer en meer gericht worden op het Woord van God en uit hun wandel zal blijken dat zij geen zin meer hebben in de zonden maar in het leven naar Gods geboden, genietend van de vrijheid die daar is in Christus Jezus hun Heere en Heiland.

Nu, tot deze gelovigen zijn de woorden boven onze overdenking gericht, opdat wij daaruit kracht, troost en hoop zouden putten. Paulus heeft dankend gebeden voor de gemeente in het verlangen dat zij meer en meer zicht zouden krijgen in de rijkdom van de zaligheid in Christus Jezus. ‘Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis; Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; En welke de uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht, Die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn rechter hand in den hemel; Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult, Ef. 1:17-23.’

De uitnemende grootheid Zijner kracht aan ons, die geloven… De kracht waarmee Christus uit de dood is opgewekt en is gezet aan Gods rechterhand in de hemel, is de kracht die ook ons van dood heeft levend gemaakt, ja medeopgewekt en mede gezet heeft in de hemel, in Christus Jezus.
Lieve broeders en zusters wat een rijkdom in onze Heiland, wat een kracht in onze God. Hoe is het mogelijk dat wij zo vaak kleine gedachten hebben van God, twijfelen aan Zijn almacht, struikelen in zonden en gekweld worden door het ongeloof? Is het niet omdat het ons aan kennis ontbreekt en dat de gemeenschap met God de Vader verwaarloosd wordt doordat wij onze eerste liefde hebben verlaten? Gemeenschap, stil zitten aan de voeten van onze Heiland, eten van het Brood des Levens, drinken uit de Heilsfontein en ons steeds opnieuw laten wassen door het Woord van God, maakt ons los van de wereld, de zonden en het vlees en geeft ons meer en meer zicht op het leven dat wij mogen genieten in Christus. Zo mogen wij uitzien naar het herstel van alle dingen en de volzalige gemeenschap, daar waar geen zonde, rouw en pijn, verdriet en verdeeldheid meer zal zijn.

Broeders en zusters, u bent mede opgewekt en mede gezet in de hemel in Christus Jezus. Is het geen wonder? Is het geen vreugdevolle, onuitsprekelijk heerlijke wetenschap dat wij nu al met Hem in de hemel zijn? Als ik dan mijn ogen sluit en mijn gebed, mijn lofzang of mijn nood breng bij mijn Vader, dan weet ik dat Hij niet ver weg is en dat mijn gebed zo zeker van God gehoord wordt omdat ik in Christus ben en Christus mijn biddende Hogepriester is.

Nu ik weet dat ik in Christus ben en dat Gods onuitsprekelijke kracht in mij werkt, heb ik niet te vrezen voor de machten van de duisternis, want in Christus ben ik meer dan overwinnaar (Rom. 8:37). Hij heeft de duivel openlijk bespot en te kijk gezet in Zijn triomf aan het kruis (Kol. 2;15). En in Diezelfde kracht mag ik gaan. ‘Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus, 2 Kor. 10:4,5.’ Zijn kracht wordt in mijn zwakheid volbracht (2 Kor. 12:9), ja Hij is Overwinnaar en geeft ons de overwinning. ‘Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden, Jak. 4:7.’ Juist in een gehoorzaam onderwerpen aan de Heere ervaren wij Zijn zegen, de vrijheid in Christus en de overwinning over iedere angst, twijfel en aanval van de boze. ‘Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? De prikkel nu des doods is de zonde; en de kracht der zonde is de wet. Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus, 1 Kor. 15:55-57.’ 1 Johannes 5 leert ons dat God liefhebben, Zijn geboden bewaren en in het geloof de wereld overwinnen, bij elkaar horen. Nu wij mogen weten dat wij in Christus Jezus al in de hemel te zijn, is het goed om in die kracht te overwinnen. Want, die overwint zal eten van de boom des levens (Openb. 2:7), zal van de tweede dood niet beschadigd worden (Openb. 2:11), zal eten van het manna dat verborgen is en een witte keursteen ontvangen met een nieuwe naam, die niemand kent dan die hem ontvangt (Openb. 2:17). Kom vrienden, broeders en zusters het Woord moedigt ons aan om te staan in de overwinning, ja zij die overwinnen zullen macht krijgen over de heidenen (Openb. 2:26), bekleed worden met witte klederen en hun naam zal niet uitgedaan worden uit het boek des levens. Christus zal onze naam belijden voor Zijn vader en voor Zijn engelen (Openb. 3:5), ons maken tot een pilaar in de tempel Zijns Gods en Hijzelf zal op ons schrijven de naam Zijn Gods en de naam van de stad Gods, het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel daalt en ook Zijn nieuwe Naam (Openb. 3:12). Kom sta dan in de overwinning, laat de wereld voor wat het is en roem in God, ja prijs Zijn onfeilbaar Woord, want die overwint zal met Hem zitten in Zijn troon, gelijk Hij overwonnen heeft en is gezeten met Zijn vader in Zijn troon (Openb. 3:21). O hallelujah, is Hij het niet waard om geliefd, gediend en geprezen te worden? Nog een kleine tijd en wij zullen Hem zien, ja Hij komt en zal deze wereld in chaos verlossen van de boze en regeren in gerechtigheid. ‘Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God, Kol. 3:1-3.’ Job, riep het uit: “Ik weet mijn Verlosser leeft!” Als ook wij dit met hem zeggen dan roepen wij met Paulus onze broeders en zusters in de Heere Jezus Christus toe: ‘Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere, 1 Kor. 15:58.’ In Hem, Die ons liefheeft zijn wij meer dan overwinnaars en zullen wij overwinnen. Amen Hallelujah.


Psalm 146

Vers 1
Prijs den HEER met blijde galmen;
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
Vrolijk wijden aan Zijn lof;
'k Zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.

Vers 2
Vest op prinsen geen betrouwen,
Waar men nimmer heil bij vindt;
Zoudt g' uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt,
Keren zij tot d' aarde weer,
Storten met hun aanslag neer.

Vers 3
Zalig hij, die in dit leven
Jacobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, in 't hachlijkst lot,
Vestigt op den HEER, zijn God.

Vers 4
't Is de HEER, wiens alvermogen
't Groot heelal heeft voortgebracht;
Die genadig uit den hogen
Ziet, wie op Zijn bijstand wacht,
En aan elk, die Hem verbeidt,
Trouwe houdt in eeuwigheid.

Vers 5
't Is de HEER, die 't recht der armen,
Der verdrukten gelden doet;
Die, uit liefderijk erbarmen,
Hongerigen mild'lijk voedt;
Die gevang'nen vrijheid schenkt,
En aan hun ellende denkt.

Vers 6
't Is de HEER, wiens mededogen
Blinden schenkt het lieflijk licht;
Wie in 't stof lag neergebogen,
Wordt door Hem weer opgericht;
God, die lust in waarheid heeft,
Mint hem, die rechtvaardig leeft.

Vers 7
't Is de HEER, die vreemdelingen
Met een wakend oog beschouwt;
Weêuw en wees in twistgedingen
En in kommer staande houdt;
Maar Zijn arm, der vromen hoop,
Stuit de bozen in hun loop.

Vers 8
't Is de HEER van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
Die voor eeuwig zal regeren
Van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer!
Prijs Zijn grootheid; loof den HEER.


W Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 15 jan 2016 15:49

GELOVEN IS JE TROTS OPGEVEN

Salomo’s volgende oproep laat zien dat een waar geloof een nederige houding heeft die groot respect voor God toont. Hoe kunnen we echt geloven als we geen besef hebben van Zijn Majesteit en glorie? Hoe kunnen we Zijn woorden aannemen als we geen besef hebben van onze nietigheid en zondigheid in Zijn ogen? Hoe kunnen we een boodschap die waarschuwt voor oordeel en hel geloven zonder de drang van onze verloren staat te voelen? Salomo zegt het zo: Ja, zo gij tot het verstand roept.

Koning Salomo schreef veel korte gelijkenissen in het Boek Spreuken. Het beeld hier is dat een kind dat een ouder om iets roept. Dit geeft een ondergeschikt persoon weer die iets verzoekt van iemand die over hem gesteld is; een jongere die iets vraagt van een oudere. De hulpeloze ondergeschikte roept om dat wat hij dringend nodig heeft. Een kind verlangt iets dat hij niet voor zichzelf kan krijgen, daarom moet hij pleiten met degene die hem ervan kan voorzien. Dit is de manier waarop de Almachtige God benaderd moet worden door zondige mensen die vergeving en bekering zoeken.

Welke dingen missen we en waar kunnen we onszelf niet van voorzien? We kunnen de vergeving van onze zonden niet zeker stellen door iets wat wij kunnen doen. Ook kunnen we geen geestelijk leven voor onszelf produceren, zodat we in relatie met God kunnen staan. Zonder de hulp van God kunnen we zelfs de boodschap van zaligheid niet begrijpen. We zijn arme, verloren zondaren die de Zaligmaker nodig hebben, en geloven is deze noden voelen en zien dat alleen Christus erin kan voorzien! Daarom roepen we uit tot God, onze zondigheid en hulpeloosheid erkennend. Daarom vertrouwen we alleen in de wonderlijke daad van Christus, de tweede Persoon van de Godheid, Die op aarde kwam als onze Zondedrager om verzoening te doen voor zondaren!

Trotse, zelfgenoegzame en zelfverzekerde mensen kunnen niet tot God roepen! Ze kunnen het proberen, maar hun gebeden hebben een holle klank, omdat ze zeggen, bijna met tegenzin en zonder besef van schuld en gevaar: God, als U er bent, laat Uzelf dan aan me zien! Dit is geen echt gebed en God zal het niet beantwoorden. De persoon die gelooft in de boodschap van Gods Woord roept tot God als iemand die in grote nood verkeert. Hij roept om vergeving en een nieuw leven als iemand die zich echt verlaat op wat de Zaligmaker heeft gedaan.

dr. Peter Masters
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 18 jan 2016 13:54

.
Laatst gewijzigd door MoesTuin op 08 jun 2019 20:04, 1 keer totaal gewijzigd.
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Speedy
Majoor
Majoor
Berichten: 2279
Lid geworden op: 30 jan 2003 16:20

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Speedy » 18 jan 2016 17:00

"Zingt de Heere een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan."
Psalm 98: 1a.

Meer dan enige andere psalm is Psalm 98 voor ons de kerstpsalm bij uitstek. Voor ons gevoel hoort het er eenvoudig bij, dat de gemeente in de eerste kerstdienst die machtige jubelende woorden zingt, die nooit sterker klinken dan juist op die dag: "Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere" en "Hij heeft gedacht aan Zijn genade". Het is ook niet nodig dat we vanuit deze psalm nog eens apart verwezen worden naar het kerstevangelie. In de vertrouwde klanken van dit Oudtestamentische kerstlied horen we de evenzeer vertrouwde woorden van het Nieuwtestamentische kerstevangelie. We staan met deze psalm in Bethlehems stal waar "onze God Zijn heil ons schenkt". We staan met deze psalm in Efratha's velden, waar God "dit heil nu doet verkonden". Ja, in een volle kerk op de morgen van de Eerste Kerstdag zingen we Psalm 98 graag. Maar probeer deze psalm eens te zingen los van de feestelijke sfeer, die een eerste kerstdienst kan kenmerken. Probeer deze psalm nu eens te zingen zonder begeleiding van een jubelend orgel en het meeslepende van een uit-volle-borst-meezingende gemeente.

Probeer deze psalm eens te zingen, terwijl uw gedachten zich vermenigvuldigen. terwijl uw hart rouwt en u schrijnend ervaart de lege plaats, die in de kring van uw gezin is gevallen in het bijna-voorbije jaar. Probeer deze psalm eens te zingen. terwijl de zorgen zich tegen het jaareinde opstapelen en uw hart gekweld wordt. door duizend zorgen die op u afkomen bij de gedachte aan wat het jaar 2009 niet allemaal brengen kan. Probeer deze psalm eens te zingen, terwijl u niet kunt zoals u graag zou willen en de eenzaamheid aan je leven knaagt.
Is het dan allemaal niet veel te hoog, veel te uitbundig, veel te ver uitzwevend boven de rauwe werkelijkheid van het gewone leven? Is dit niet typisch een psalm. die je zingen kunt in een bepaalde sfeer, als de entourage je even boven alles uittilt en je alles voor een moment doet vergeten? En als dat niet het geval is, wat is dan het geheim van de jubelende vreugde van deze psalmdichter, die zo uitbundig kan zingen in een wereld als de onze, getekend door de zonde en zijn gevolgen? Deze mens zal toch ook wel weten van het andere woord uit deze ze1fde bundel: "het uitnemendste van die is moeite en verdriet"?
Het antwoord is duidelijk. Deze dichter zingt van de Heere en voor de Heere. Hij is zijn Lied, zijn Psalmgezang. Het is het wonder van het heil dat hier bezongen wordt, het wonder van Gods komen om te richten over al Zijn vijanden en tot verlossing van Zijn volk. En laat de psalmist dan in de eerste plaats gedacht hebben aan het komen van de Heere tot verlossing van Zijn volk uit Egypte, toen de Rode Zee bruisend het overwinningslied van Israel begeleidde, wij horen en wij mogen er in horen het lied op Gods komen in Christus, in Bethlehem en op de wolken. Dat is ten diepste het heil dat hier onder de leiding van de Geest Die Christus verheerlijkt, bezongen wordt. In het Hebreeuws ziet u dat ook onmiddellijk. Daar staat voor 'heil', vers 2, een woord, waarvan de Naam 'Jezus' is afgeleid: de Naam van de Heiland, Die ruimte maakt, de Zaligmaker van zondaren.
Dat heil werkt God. Het is uit Hem. dat een zondaar kan zalig worden. Daartoe geeft Hij Zijn Zoon. om de verlossing te verwerven in de weg van kribbe en kruis. Daartoe is Gods Zoon mens geworden om ons mensen en om onze zaligheid.
Dat heil maakt God bekend. Hij legt niet alleen Zijn Zoon in de kribbe, maar zendt ook Zijn boodschapper met het hemels geboortebericht naar mensen. Het is immers Zijn Goddelijke bedoeling, Zijn lust om zondaren te doen delen in het heil. En Hij weet beter dan wij mensen zelf: dat niemand uit zichzelf tot de kribbe zal komen en dat niemand uit zichzelf in dat geboren Kind de reddende mensenliefde van God zal ontdekken.
Het heil vindt zijn grond in God. Daar rust alles op: Hij heeft gedacht aan Zijn genade. God denkt aan Zijn goedertierenheid, aan Zijn verbondstrouw. Daar gedenkt de Heere aan: aan Zichzelf: aan Zijn beloften, aan Zijn grondeloze barmhartigheid. En de vrucht daarvan is, dat God aan de zonden niet meer gedenkt. Zacharias zingt het precies zo in zijn lied, waarin het hele Oude Testament wordt samengevat. Het heil is uit God, door God en tot God.
Dat is het drievoudige wonder waarvan hier sprake is.
De verwondering over dat heil zoekt en vindt een uitweg in een lied, een nieuw lied. Dat lied is nieuw. niet vanwege de woorden die het zingt. Dat nieuwe lied kan best een oude psalm zijn. Dan bent u in het vertrouwde gezelschap van Zacharias en Maria. Maar het lied is nieuw vanwege het hart waarmee gezongen wordt en waardoor oude woorden nieuwe inhoud krijgen.
Gaat u het begrijpen? Het hangt niet van de omstandigheden af: of ik met kerst echt mee kan zingen. Ik leer dit lied meezingen in het grote koor, dat mag preluderen op de eeuwigheid, waar de Heilige Geest mij brengt tot geloofsverwondering over zo'n God, Die Zich zo diep neerbuigt tot een zondaar zoals ik ben, en Die zegt: Hier ben Ik; Ik ben uw Heil alleen!
Waar de verkondiging van het heil me brengt tot het deelachtig worden van het heil, daar leer ik dat nieuwe lied, dat - vaak gebroken en onderbroken - de begin tonen vormt van het nieuwe lied van de schare rondom de troon van God en van het Lam: "De zaligheid is van onze God en van het Lam".
Kunt u zo meezingen met dit oude lied, dat voor u nieuwe inhoud kreeg?
Zing dan mee in de diepe verwondering van een zondaar, die zich gezocht weet: "Hij heeft gedacht aan Zijn genade" .
Komt verwondert u hier mensen. ziet hoe dat u God bemint!

Ds. J. Westerink
Mijn lijst van booswichten wordt elke dag, dat ik ouder word, kleiner en mijn register van dwazen steeds langer.

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 21 jan 2016 10:06

De zonde tegen de Heilige Geest.


Heb ik de zonde tegen de Heilige Geest begaan? Deze vraag is al door duizenden mensen gesteld. Deze ernstige vraag heeft veel mensen in de greep. Al heel wat mensen hebben zichzelf van het leven berooft in de overtuiging dat er voor hen geen redding meer mogelijk was omdat zij gezondigd zouden hebben tegen de Heilige Geest.

Ik kan me nog heel goed de tijd herinneren dat ik in de overtuiging leefde dat ik van God hield maar God niet van mij. Ik zocht Hem maar ik vond Hem niet. Mijn hart riep de hele dag naar God en juist toen waren er momenten dat de vloeken door mij gedachten kwamen. Vloeken waarvan ik huiverde als ik ze andere mensen hoorden gebruiken. Hoe kon dit? Hoe was dit mogelijk? Deed ik de zonde tegen de Heilige Geest, zoals mijn gedachten mij wijsmaakten? Ik weet dat er mensen zijn die gevangen zitten in deze zelfde strik, ik wens en bid dat Gods Woord en Gods Geest u en jou zullen overtuigen dat satan alles in het werk stelt om u en jou te laten wanhopen aan Gods liefdevolle genade. Satan weet dat er voor hem geen vergeving meer mogelijk is en hij stelt alles in het werk om u en jou te laten geloven dat er geen vergeving meer mogelijk is. ‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. Zijt nuchter en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden, 1 Petr. 5:7,8.’

In de tijd dat de Heere Jezus op deze aarde wandelde heeft Hij gepredikt de vergeving der zonden. Hij riep de mensen op om zich af te keren van de zonden, van de wereld en zich te bekeren tot de levende God. Waar Hij was, openbaarde Hij Zichzelf als Gods Zoon. ‘De blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, de melaatsen worden gereinigd en de doven horen, de doden worden opgewekt en den armen wordt het Evangelie verkondigd, Matth. 11:5.’ Of de mensen nu wilden of niet, er was iets bijzonders aan deze Jezus. Zij werden verslagen, verbaas en verwonderd. ‘Want Hij leerde hen als macht hebbende, en niet als de schriftgeleerden, Matth. 7:29.’

Als Jezus op een dag weer in Kapernaüm komt wordt er een lamme man op een bed tot Hem gebracht. Als Jezus hun geloof ziet, zegt Hij tot de lamme man: ‘Zoon wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven, Matth. 9:2.’ Sommigen schriftgeleerden bedachten in hun hart, ‘Deze lastert God.’ Ondanks de wonderen die zij gezien hadden, beschuldigden zij de Heere Jezus van godslasteringen. Jezus, Die hun gedachten wel wist sprak hen aan en vroeg hen waarom zij kwaad dachten. En dan zegt Hij: ‘Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde de zonden te vergeven’ sprak Hij tot de lamme man: ‘Sta op, neem uw bed op en ga heen naar uw huis.’ De man staat op en gaat naar huis, de mensen verwonderden zich en verheerlijkte God. Of zij nu wilden of niet, de schriftgeleerden moesten wel erkennen dat deze kracht alleen van God kon zijn. Verder lezen we in de geschiedenis dat Jezus nog vele wonderen deed, ook onderwees hij de mensen, de farizeeën en schriftgeleerden opdat zij zouden geloven. Maar de farizeeërs en schriftgeleerden bewezen met al hun kennis en schijnvroomheid dat zij geen behoefte hadden aan een Verlosser. Zij konden met al hun wetten zichzelf nog aardig redden. Jezus, de Volmaakte, zonder zonde heeft de wet vervuld en liet met Zijn daden zien dat niet de wet van Mozes, maar Hijzelf alleen het leven gaf. Op de sabbat ging Hij met Zijn discipelen door het veld, zij plukten aren en aten daarvan. De farizeeërs beschuldigden hen maar Jezus nam het voor hen op. Als Jezus dan in de synagoge komt, proberen de farizeeërs Hem te vangen door Hem de wet te laten overtreden. Er was een man met een dorre hand. De farizeeërs vragen Jezus. ‘Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen?’ Ze vroegen dit in de hoop Hem te kunnen vangen. Eenvoudig vraagt Jezus: Een schaap zou je toch redden als het op de sabbat in de gracht valt? ‘Hoeveel gaat nu een mens een schaap te boven? Zo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd wel te doen.’ ‘Toen zeide Hij tot dien mens; strek uw hand uit. En hij strekte ze uit, en zij werd hersteld, gezond gelijk de andere.’ Wat een wonder! Geloofden zij nu wel in hem? We lezen: ‘En de farizeeën uitgegaan zijnde, hielden tezamen raad tegen Hem, hoe zij Hem doden mochten, Matth. 12:14.’

Hoe was Gods Geest hier kennelijk aan het werk. Jezus sprak als machthebbende, Hij gaf opdracht om een dorre hand uit te strekken, iets wat geheel onmogelijk was. De man gehoorzaamde in het geloof en zie daar was leven. Jezus is het Leven. ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven, Joh. 5:25’

‘Toen werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten, die blind en stom was, en Hij genas hem, alzo dat de blinde en stomme beide sprak en zag, Matth. 12:22.’ De mensen ontzetten zich en zeggen: ‘Is niet deze de Zone Davids?’ De mensen werden er van overtuigd dat Jezus de Zone Davids de lang verwachte Messias was. Hij die komen zou om hen te verlossen. Geloofden de farizeeërs nu ook? Hoor hun getuigenis: ‘Deze werpt de duivelen niet uit dan door Beëlzebul, den overste der duivelen.’ Hoe hard en verhard, hoe willens en wetens wordt hier het werk van Gods Geest toegeschreven aan de duivel. Hier wordt Jezus, God Zelf, uitgemaakt voor een dienstknecht van de duivel. Ook deze beschuldiging weerlegt Jezus op eenvoudige wijze. ‘Een koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeelt is, wordt verwoest; en een ieder stad of huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. En indien de satan den satan uitwerpt, zo is hij tegen zichzelven verdeeld; hoe zal dan zijn rijk bestaan? Maar indien Ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen.’

We zien hier hoe de farizeeën ondanks dat wat ze hoorden en zagen, ondanks de overtuigingen, Jezus en Zijn werk uitmaakten voor satans werk. Dan horen we het oordeel van Jezus. ‘Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden. En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende, Matth. 12:30-32.’

Nu zijn we gekomen bij het punt over de lastering tegen de Geest. We moeten dit goed onderscheiden van de zonde tegen de Heilige Geest. Ieder zonde is een zonde tegen God de Vader, Gods de Zoon en God de Heilige Geest. Maar juist daarvoor is Jezus de Verlosser gekomen. Mijne kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt; en indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; En Hij is een Verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld, 1 Joh. 2:1,2.’ Er is vergeving, voor de grootste zondaren. Wie u ook bent wat u ook gedaan hebt, als u komt tot Jezus dan zult u vergeving ontvangen. Lastering daarentegen, is tegen beter weten in, tegen alle overtuigingen in, het werk van Jezus toeschrijven aan de duivel. Als u getuige bent van het werk van de Heilige Geest, doordat u wonderen ziet gebeuren en u schrijft dit willens en wetens toe aan de duivel dan lastert u de Heilige Geest. En dan geldt voor u het oordeel dat er geen vergeving meer mogelijk is.

Maar lieve vrienden, als je bang bent deze zonde te hebben gedaan, als je verlangt naar de verlossing, wees er dan van overtuigd dat je deze zonden niet begaan hebt. Zij die deze zonden hebben begaan, verlangen niet naar vergeving. Zij zitten er niet over in of zij deze zonden doen en gedaan hebben. Jezus is de Verlosser, Hij kwam om zondaren te verlossen van zonden en schuld, te verlossen van de satan, dood en hel. Hij is voor ons de dood ingegaan en heeft het eeuwige leven verworven. Kom dan en rust in Zijn volbrachte werk.

De vraag wordt wel eens gesteld of kinderen van God deze zonde ook kunnen begaan. Het antwoord is eenvoudig, nee. Hun leven is een levende wandel met God. Zij rusten in het werk van Christus en hun hart is vervuld met Zijn liefde. Verschrikkelijk genoeg zondigen ook zij, maar hun zonden zijn hun vergeven. Nooit zullen zij in wie de Geest van God woont deze Geest kunnen lasteren. Wel kunnen zij grove zonden doen, denk aan Petrus die Zijn meester verloochende. Maar denk ook aan zijn bittere tranen toen Jezus Hem aankeek. Hoe lief had Petrus Hem, die hem liefhad al voordat Petrus Hem kende.
Persoonlijk ken ik een man die boeken schreef over de Bijbelse waarheden. Hij verdedigde theologische standpunten en beschreef zijn eigen bekering, zoals dat paste in het hyper calvinistische stappenplan. Ik kreeg een briefwisseling met hem en kwam tot de ontdekking dat hij helemaal was afgeweken van de Bijbelse leer. Met schrijven was hij niet gestopt, alleen het roer wat omgegooid. Hij beweerde nu in zijn geschriften dat Jezus nooit bestaan heeft. Allemaal hersenschimmen en bedenksels van mensen. Niet het leven van en door genade maar het leven door eigen werken, dat is zijn visie geworden. Op verschrikkelijke wijze maakt hij de Heere Jezus belachelijk en verwerpt elke Bijbelse waarheid rondom Zijn Persoon. Nu heb ik geworsteld hoe ik hier mee om moest gaan en op een nacht legde ik al deze zaken aan de Heere God voor. Hierna nam ik het Woord en begon zomaar te lezen en tot mijn verbazing las ik juist dit gedeelte uit Matthéüs 12. Ik was hevig onthutst en verdrietig, zou ik deze man dan nooit meer kunnen bereiken? Zou hij dan verloren zijn? Ik schreef hem een brief waarin ik mijn zorgen verwoorde. Zijn antwoord was onverschillig en verdedigend. Nu sprak ik een broeder die precies dezelfde ervaring met hem had. Deze had in een één op één gesprek zijn zorgen geuit en hem gewezen op Matth. 12 en in plaats van verootmoediging begon hij te lachen.

Waarom schrijf ik dit? Niet om deze man slecht te maken, maar om te laten zien wat de vrucht is van deze zonde. Er is geen verlangen naar vergeving. Er is geen verlangen naar Jezus. Nee, Jezus is niet de verlosser en Zaligmaker volgens hen die deze zonden begaan. Hoe zullen zij dan ooit zalig worden? ‘Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden. Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen; Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zone Gods vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan? Hebr. 10:26-29.’

We hebben gezien dat er geen vergeving is voor hen die de Heilige Geest lasteren. Als wij het werk van de Heere Jezus belachelijk maken, wie zal ons dan verlossen? We hebben ook gezien dat er voor elke zonde buiten deze zonde om vergeving is. En toch, lieve mensen, als wij sterven zonder Jezus Christus als onze Zaligmaker, zullen we voor eeuwig verloren gaan. Voor de zonde van het blijvende ongeloof is geen vergeving!

Lieve vrienden, verlang je naar de verzoening in Christus Jezus? Weet dan dat Hij je volkomen zalig maakt als je tot Hem komt. ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol, Jes. 1:18.’ Verwacht het niet van jezelf maar kom zoals je bent en ervaar de verzoening, de verlossing, de vrede en de alles vervullende liefde van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht, Matth. 11L28-30.’

Psalm 96 vers 1
Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE;
Zing, aarde, zing dien God ter ere;
Looft 's HEEREN Naam met hart en mond;
Vermeldt Zijn heil op 't wereldrond;
Dat dag aan dag Zijn roem vermere.



W Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 21 jan 2016 15:09

"Gijlieden moet wederom geboren worden." (Johannes 3:7)

De tekstwoorden verplaatsen ons in de tijd van de naar deze lage aarde gekomen Zaligmaker. Hoe Hij de menselijke natuur heeft aangenomen. Om te komen onder de wet en de straf te dragen voor Zijn uitverkorenen. Om zo aan Gods gerechtigheid genoeg te doen. Zodat er in Hem weer verzoening te verkrijgen is met God, wat persoonlijk zo noodzakelijk is.

‘Gijlieden moet.’ Ja, het is een heilig moeten, maar waarom is het nu zo noodzakelijk? Luister, dan gaan we even naar het begin van Gods Woord, waar God de mens geschapen heeft. Waar het pronkjuweel geschapen is om altijd God te loven te prijzen en Hem eeuwig te bedoelen.
Daar was een harmonie tussen Schepper en schepsel. Daar waren we in een hemels Koninkrijk, en je weet de uitkomst. Je weet wat daar gebeurde. En wat is nu de uitkomst? Dat we nameloos diep gevallen zijn. We wilden als God zijn en de uitkomst is dat we slijk zijn. We zijn jammerlijk gevallen, we hebben allemaal in onze eerste vader Adam God de rug en de nek toegekeerd.

‘Ja maar, dat hebben wij toch niet gedaan? Dat heeft Adam toch gedaan?’
Ik hoop niet dat dit uitspraken van jou zijn. Adam is toch onze eerste vader. Daar kan en mag je niet omheen. Want de grote Koning heeft in Zijn wijs beleid ons niet allemaal tegelijk geschapen. Nee, de een is uit de ander voortgekomen, en zo is Adams schuld ook onze schuld geworden. Weet je, zo is onze hele natuur verdorven geworden en daardoor de geestelijke, tijdelijke en eeuwige dood onderworpen. Een vogel, die kan nog fluiten tot de eer van zijn Schepper. Maar wij hebben alles verloren en bezitten geen vermogen meer om God te bedoelen.

Hij heeft tot hiertoe nog geen lust in je dood gehad. Nee, Hij zoekt niet je verderf. Hij roept nog: ‘Wendt u naar Mij toe en wordt behouden.’ Want nog is het de genadetijd, nog spreekt de grote Koning. O, hoe nodig, hoe nodig is het dan om wederom geboren te worden. Je moet, zoals de kanttekenaren het zeggen, opnieuw, of van boven, dat is: door de werking van de Heilige Geest geboren worden. Je moet een Goddelijke natuur deelachtig worden, een natuur die in beginsel God weer gaat bedoelen. Je moet vanuit je doodstaat levend gemaakt worden, je moet van blind ziende gemaakt worden, je moet van doof horend gemaakt worden. Nog eenvoudiger: je moet een nieuw hart hebben, want je oude stenen hart, dat is zo boos. Je moet een nieuw vlezen hart krijgen.

‘Gijlieden moet wederom geboren worden.’ Is het geen wonder dat de Heere je nog naloopt en laat verkondigen: Je kan nog wederom geboren worden? Niemand te oud, niemand te slecht, niemand te lang gezondigd, niemand te jong. Want onze God is een ontfermende God en Hij vergeeft menigvuldiglijk. Bij onze God zijn uitkomsten tegen de dood. Ja, er is blijdschap in dat hemelse Koninkrijk over een zondaar die zich tot God bekeert. Met eerbied gesproken, de Koning is gebonden op de galerijen van Zijn koninklijke hof of er nog iemand is die naar God gaat vragen, naar God gaat zoeken, ja, of er nog iemand is die Christus nodig heeft. Ja, ‘gijlieden moet wederom geboren worden’.

Ds. C. v. Krimpen
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 29 jan 2016 11:18

k ben met Christus gekruist

'Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij liefgehad heeft en Zichzelven voor mij overgegeven heeft, Gal. 2:20.'

'Ik ben met Christus gekruist', wat een belijdenis, wat een diepe waarheid en wat een vreugde als we dat kunnen en durven zeggen. 'Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij', Nu ik gekruist ben, is al het oude voorbijgegaan en leef ik in een nieuw leven met Christus, ja Christus leeft in mij. Nu leef ik door het geloof in Christus Jezus. Hij heeft mij liefgehad met een eeuwige liefde en gaf Zichzelf voor mij over in de dood, opdat ik eeuwig met Hem leven zou.

Christus alleen is de bron van leven, alleen in Hem vinden wij een herstelde relatie met God onze hemelse Vader. Daarbuiten is geen leven maar een eeuwige verlorenheid. Het geloof is de hand die de ons geschonken genade aanneemt, waardoor wij eeuwig leven ontvangen. Het is dat geloof waardoor wij de zaligheid ontvangen en het is datzelfde geloof waardoor wij in een zalige rust kunnen leven. Wat is het een wonder als Gods genade ons opzoekt, als het werk van de Heilige Geest een zondaar overtuigt van zijn verlorenheid buiten Christus. Dan ineens ziet men dat de weg waarop men wandelt een doodlopende weg is. Dan spreekt Gods Geest door het Woord van God tot het hart en gaan we zien dat we inderdaad gezondigd hebben met onze daden, gedachten en ongeloof. De Bijbel zegt ons dat de mens die zondigt, de dood moet sterven. Ieder mens, ligt onder de vloek, dat is de veroordeling van God, door de zonde. Nu is er niets dat een mens kan doen om ooit onder die vloek uit te komen. God Zelf heeft ons de Weg gewezen. Hij heeft in Zijn liefde Zijn Zoon geschonken opdat wij in Zijn dood en opstanding, het leven zouden vinden. Goddeloze, in zonde gevangen vijanden van God worden opgezocht en gewezen op de weg van behoud in Jezus Christus de gekruiste Borg en Middelaar. 'Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te zijner tijd voor de goddelozen gestorven, Rom. 5:6.'

Alle mensen hebben gezondigd en liggen daardoor, buiten Christus, onder het oordeel van God. God schenkt in Zijn genade Zijn Zoon en ieder die in Hem gelooft heeft eeuwig leven. Wat een dankbaarheid vervult het leven van een zondaar als hij of zij voor het eerst mag zien op de volle zaligheid die er in Christus geopenbaard is. Gods liefde wordt zichtbaar in Zijn Zoon, tot welk een bijzonder hoogtepunt zien we dat komen in de kruisdood op Golgotha. Daar hing de Zoon des mensen, de Zoon van de levende God, de Messias, genageld aan een kruis. “Weg met deze, kruist Hem!”, zo klonk de stem van de mensen. Ondanks en doordat, zegt God: 'Zie op Mijn Zoon en leef!' Ja, daar op het kruis is de volle prijs betaald. Nu geen slachtoffers, geen bloed van dieren voor onze zonden, Christus Jezus, stortte Zijn bloed en betaalde daarmee de prijs die wij nooit konden betalen. Wat een liefde.

Lieve vrienden hebt u deze liefde van God al ontdekt? Hij biedt liefde tegenover haat, Hij schenkt vrede tegenover strijd, Hij geeft u een hart van vlees en neemt uw stenen hart weg, Hij geeft u het eeuwige leven in plaats van de hel, Hij opent blinde ogen, en dove oren door het werk van Zijn Geest. Kom, belijdt uw zonden en uw ontrouw en zie op Zijn genade, ruil uw zonden voor de rechtvaardigheid van Christus. Ja, ruilen dat is geloof en dat is zalig leven.

Het Woord van God is zo eenvoudig, zondaren zijn welkom en zij die komen worden door Gods genade gered. Hij verkoos zondaren ondanks dat zij niet, vóór, maar tegen Hem kozen.

'Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde, Ef. 1:4.' Voordat er iets bestond, verkoos hij mensen die eeuwig met Hem zouden leven. Hij verkoos opdat wij heilig voor Hem zouden zijn in de liefde. 'Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen, Rom. 8:29.' Gevallen uit het beeld van God, waarin wij geschapen waren, worden wij vernieuwd naar het beeld van de Heere Jezus. Wie zal dit wonder kunnen vatten? Wie kan begrijpen dat God uit zo'n stelletje opstandige mensen een volk verkiest dat Hem zal dienen? 'Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve, Joh. 15:16.'

Zo zien we, dat het alles bij God begint, het is Zijn opzoekende liefde en allen die gehoor geven aan Zijn oproep, mogen weten uitverkoren te zijn van voor de grondlegging der wereld. Wij moeten niet luisteren naar de list van de duivel. Die wil alles omdraaien en ons laten denken dat wij stokken en blokken zijn en moeten wachten op een bijzondere openbaring, een diep inzicht van onze zonden of een blik in de diepte van de hel. Nee, geen discussies over een vrije wil of een knechtelijke wil, die zullen straks gesmoord worden in het vuur van de hel. God zoekt zondaren en de zondaren die niet meer kunnen leven buiten Hem, ontvangen eeuwig leven op grond van dat wat Jezus deed.

Lieve vrienden, als u mag geloven dat Jezus uw Heiland, uw Verlosser is, dan is het belangrijk dat u Bijbels leert denken, om uw roeping en verkiezing vast te maken (2 petr. 1:10). Velen hebben de Heere Jezus lief gekregen en zijn door Gods genade gered. Toch kunnen zij niet in vrede leven omdat het ontbreekt aan kennis. De eeuwige zaligheid ontvangen maar de zaligheid in het hart ontbreekt.

'Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen, 2 Petr. 3:18.' Groeien in de kennis van onze Heere Jezus Christus, dat is de opdracht. Wie zijn wij geworden op het moment dat wij geloofden en wedergeboren werden? Daar zijn wij van dood levend geworden, al het oude ging voorbij en nu is alles nieuw. Het is bijzonder dat de Bijbel de gelovigen niet meer aanspreekt als zondaar maar als heilige. God ziet de heiligen aan in Zijn geliefde Zoon. De zondaar stierf met Christus aan het kruis, ging mee in het graf en stond op met Christus verborgen in God (Kol. 3:3).

Op het moment van deze nieuwe geboorte, is de Heilige Geest in het hart komen wonen. Ons lichaam is nu niet meer van onszelf maar een tempel van God geworden. 'Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en de Geest Gods in ulieden woont? 1 Kor. 3:16.' De duisternis waarin wij gebonden waren is verbroken, nu mogen wij als nieuw geboren kinderen wandelen in het Licht. 'Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts, Ef. 5:8.'

Wandelend in het licht, met het uitzicht op de heerlijkheid die God bereidt heeft voor allen die Hem vrezen, laten wij ons leiden door de Heilige Geest. 'En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing, Ef. 4:30.' De Heilige Geest is als het ware het onderpand, waardoor wij zeker weten dat wij straks de heerlijkheid mogen ingaan. Wat een genade. 'Doch wij hebben niet ontvangen den geest der wereld, maar den Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons van God geschonken zijn, 1 Kor. 2:12.'

Opdat wij zouden weten de dingen die ons van God geschonken zijn. God werkt door Zijn Woord en door Zijn Geest. Het is daarom belangrijk dat wij zicht krijgen op wie wij zijn geworden in Christus Jezus. 'Gelijk gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem, Kol. 2:6.' Aan de ene kant de oproep om te wandelen in Hem; 'Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen, Joh. 15:4,5.' omdat wij zonder Hem niets kunnen. De sapstroom wordt voortgestuwd door de wijnstok en zo kan de rank vrucht voortbrengen. Zo kunnen wij alleen vruchtbaar zijn in en door Christus. De Bijbel leert ons niet alleen dat wij moeten zijn in Hem, maar ook wie wij zijn in Hem.

Voordat de Heere Jezus stierf sprak Hij tot Zijn discipelen: 'In dien dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u, Joh. 14:20.' Na Zijn hemelvaart zouden zij het gaan begrijpen. Wij, levend na de hemelvaart, mogen in Zijn Woord zien hoe God hen ziet die geborgen zijn in Zijn Zoon.

Bent u geborgen in Christus? Is Hij uw leven? Dan bent u het zout der aarde (Matth. 5:13), het licht der wereld (Matth. 5:14), een kind van God (Joh. 1:12), een rank van de ware wijnstok (Joh. 5:1), een vriend van Christus (Joh. 15:15), een dienaar van de gerechtigheid (Rom. 6:18), een mede-erfgenaam van Christus (Rom. 8:17), een lid van het Lichaam van Christus (1 Kor. 12:27), verzoend met God Die u de bediening der verzoening gegeven heeft (2 Kor. 5:18,19). U bent een heilige (Ef. 1:1, 1 Kor. 1:2, Fil. 1:1, Kol. 1:2), een maaksel van God, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen (Ef. 2:10), een huisgenoot van God (Ef. 2:19). U bent door God uitverkoren, heilig en bemind (Kol. 3:12), u hebt deel aan een hemelse roeping (Heb. 3:1). U bent een vijand van de duivel (1 Petr. 5:8), omdat u uit God geboren bent heeft het kwaad, de duivel, geen vat op u. (1 Joh. 5:18). In Christus bent u rechtvaardig voor God (Rom. 5:1). Door dat u met Christus gestorven bent, heerst de zonde niet meer over uw leven (Rom. 6:1-6), wordt u niet meer veroordeeld (Rom. 8:1), heeft u de gezindheid van Christus (1 Kor. 2:16), bent u gekocht, betaald en niet meer van uzelf maar van God ( 1 Kor. 6:19,20). In Christus bent u rechtvaardig gemaakt (2 Kor. 5:21), gezegend met geestelijke zegeningen (Ef. 1:3), levend gemaakt met Christus, opgewekt en gezeten in de hemel (Ef. 2:5,6). Nu kunt u in Christus met vrijmoedigheid en vertrouwen tot God naderen (Ef. 3:12). Er is geen schuld, al uw zonden zijn vergeven (Kol. 1:14), u bent geestelijk besneden (Kol. 2:11) en hebt de volheid in Christus verkregen (Kol. 2:10). Christus Zelf schaamt Zich niet u een broeder (zuster) te noemen (Hebr. 4:16).

Wie kan dit wonder bevatten? Geen mens zou mij kunnen overtuigen van deze grote verborgenheid die nu geopenbaard is in Christus Jezus onze Heere. God Zelf openbaart ons dit in Zijn Woord en wil met Zijn Geest in ons wonen en werken. Geloof alleen kan ons de diepe inhoud van deze Goddelijke Waarheid toe-eigenen. Door te wandelen in het geloof, afziend van onszelf en ziende op dat wat Christus voor ons gedaan heeft, zullen wij wandelen in Zijn kracht, de geborgenheid in Zijn liefde ervaren en ontdekken dat wij meer dan overwinnaars zijn door Hem Die ons liefheeft. Hij schenkt ons deze grote genade en als wij daar niet meer buiten kunnen, dan willen wij leven zoals Hij dat wil. God roept op om te breken met de zonde, de wereld en de afgoderij, zo wil Hij onze Vader zijn. 'Dewijl wij dan deze beloften hebben, geliefden, laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods, 2 Kor. 7:1.' Dat is de praktijk van het gekruiste leven. 'Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij.' Amen.


Lof, prijs, aanbidding zij allom
U toegebracht in 't heiligdom,
gezegend God en Vader.
U gaf ons van uw hemeltroon
uw eigen, veelgeliefde Zoon,
eerbiedig treen we U nader.
O, God bekleed met majesteit,
hoe groot is uw barmhartigheid;
U schonk ons eeuwig leven.
U ziet ons thans in Christus aan,
hebt ons met goedheid overlaan.
U willen we ere geven.




W Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 04 feb 2016 15:49

Zo dan, mijn geliefde broeders, zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere. 1 Kor. 15:58.

De apostel Paulus eindigt ons teksthoofdstuk met een vermaning waarin hij de taak en de roeping in dit leven aangeeft. Daar wij allen nog in dit leven mogen zijn, geldt deze vermaning ook voor ons. Ja, maar Paulus schrijft toch aan broeders? Inderdaad, in deze brief aan de gemeente te Korinthe spreekt hij hen aan als zijn geliefde broeders. Hij gevoelt de band des geloofs, der liefde en der gemeenschap. Dat deze band ook in onze dagen meer gevoeld mocht worden. Want de liefde bedekt alle dingen, gelooft alle dingen, hoopt alle dingen. De liefde denkt geen kwaad en zoekt zichzelf niet. Wat zijn wij daar ver vandaan. Nu was de gemeente van Korinthe alles behalve een volmaakte gemeente. Hoevele bestraffingen heeft Paulus niet aan hun adres gericht. En toch zegt hij: Mijn geliefde broeders. Het waren zijn geestelijke broeders, zijn geliefde broeders.

Zo dan, mijn geliefde broeders, weest dankbaar voor hetgeen God in Christus voor ons en aan ons gegeven heeft. Laat ons God danken dat Hij ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus. Maar Gode zij dank, zo spreekt het geloof. Doch een geloof zonder de werken is dood. Daarom volgt vs. 58 op vs. 57. Geloof moet blijken. Een boom wordt toch aan de vruchten gekend. In de werken des geloofs wordt het geloof zichtbaar. Nu is het geloof van de gelovige zwak en klein. Daarom is deze vermaning niet overbodig.

Zijt standvastig, onbewegelijk. Hebt u uzelf al als onstandvastig en bewegelijk leren kennen? Wat laat een mens zich gemakkelijk beïnvloeden door andere mensen, ook door andersdenkenden. Hoeveel mensen hebben zelf geen vaste mening omdat zij niet gegrond zijn in het Woord en standvastig zijn in het geloof en in de leer die ons is overgeleverd? Hoeveel mensen zijn een vriend van wie zij het laatste gesproken hebben? Waren zij nu maar een vriend Gods, zoals Abraham, en hadden zij nu het laatste gesprek maar met God gevoerd dan was het wel goed, maar daar ontbreekt het aan. Wat laat een mens zich gemakkelijk beïnvloeden door wat men leest, hoort en ziet via de moderne communicatie-middelen. Dat men vanuit een bepaalde richting beïnvloed wordt heeft men niet eens in de gaten. En hoeveel invloed heeft de wereld waarin wij leven op ons? Wie is geen kind van zijn tijd? Welk gezin wordt niet beïnvloed door de geest van de tijd? Wie doet niet mee aan de gewoonten en mode van de tijd? Wie niet aan de vervlakking en afval van de tijd? En achter al deze genoemde factoren werkt de satan en tracht hij hierdoor alle mensen te verleiden. Daarom, gij ouderen en jongeren, die dit leest, zijt standvastig, onbewegelijk in het Woord van God, waarin u wellicht van kindsaf bent opgevoed en onderwezen. Zijt standvastig, onbewegelijk in de leer die ons is overgeleverd. Denkt aan de Drie formulieren van Enigheid. Zijt standvastig, onbewegelijk in de beginselen die op het Woord van God en de leer der zaligheid gegrond zijn. Laat u niet meevoeren door schoon klinkende leuzen en mooie beloften. Toetst al wat u leest en hoort aan het Woord van God en het geloof dat uit God is. Twijfelt niet aan God en Zijn Woord, zowel in bedreiging als belofte, want die twijfelt is een baar der zee gelijk.

Zijt standvastig onbewegelijk. Deze vermaning geldt voor ons allen! In het bijzonder wel voor onze jonge mensen. Wat komt er veel op hen af om hen tot andere gedachten, inzichten en meningen te brengen. En wat hebben allen, die in kerk of school, staat of maatschappij een verantwoordelijke plaats in mogen nemen deze vermaning in onze tijd nodig. Daar zijn wat uitwendige verzoekingen en inwendige slingeringen en wie zijn wij zelf? Verwacht het daarom alleen van Hem Wiens kracht in zwakheid volbracht wordt. Altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren. Dus met ijver en vlijt altijd voortgaan en toenemen in het werk des Heeren en in de werkzaamheid voor de Heere. Wij zijn zo gauw geneigd op onszelf en op de omstandigheden te zien en dan neemt de ijver zo gemakkelijk af. Laten we daarom niet op onszelf, noch op de mensen en de omstandigheden en vruchten zien, maar op de Heere die ons die arbeid opgelegd heeft. Het werk des Heeren. Dat kan slaan op het persoonlijke werk van God door Zijn Woord en Geest in onze harten, bijv. Godskennis, zondekennis, gebed, geloof, genade, kennis van de Middelaar Jezus, van lijdzaamheid en heiligmaking. Dat we de kennis en genade, die God ons gaf ten nutte van anderen mochten aanwenden. Het werk des Heeren. Dat kan slaan op het werk waartoe God ons geroepen heeft. We moeten ons beroep of roeping naarstig waarnemen. De hand des vlijtigen zal gezegend worden. We moeten ons werk doen in afhankelijkheid van God, die ons de nodige wijsheid, bekwaamheid en krachten geven kan. We moeten ons werk doen uit het geloof, naar Gods wet en tot Gods eer. Als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere.

Ziende op onszelf kunnen we geen vrucht en zegen op ons werk verwachten. Maar volgens de beloften van God zal die arbeid niet zonder vrucht en zegen zijn, niet om onzentwil maar in den Heere, dus om Christus’ wil. Moge dit u tot troost zijn om door te gaan in die arbeid, gehoorzaam aan de roeping en blind voor de uitkomst. Laten we doen wat onze hand vindt om te doen en de uitkomst aan God overlaten.

ds. J.P. Verkade (1921-2008)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 05 feb 2016 21:11

Een levende hoop

'En nu, wat verwacht ik, o HEERE! Mijn hoop, die is op U, Ps. 39:8.'

Hoop doet leven, zo horen we veel mensen zeggen. Zij leven op hoop van zegen en zo dobberen zij tussen hoop en vrees, totdat alle hoop de bodem wordt in geslagen. De hoop bleek niet sterker te zijn dan een spinnenweb. 'Van denwelke zijn hoop walgen zal; en zijn vertrouwen zal zijn een huis der spinnekop, Job. 8:14.'

Wat is onze hoop, waar is zij op gericht? Afgelopen week ontmoette ik een jongen en een meisje, ze liepen hand in hand en waren zichtbaar verliefd. Terwijl ik met hen sprak over onze schuld tegenover God en het moment van sterven, vroeg ik hen of zij konden sterven. Zij antwoorden: “Wij hopen het”. Deze jongen en dit meisje gaan al jaren naar de kerk, lezen de Bijbel en bidden om een nieuw hart in de hoop dat zij ooit bekeert worden. Zij menen dat zij verloren liggen in zonden en schuld en dat als God niet ingrijpt in hun leven, zij verloren gaan. Zij erkennen openlijk dat zij verloren gaan om eigen schuld maar tegelijk is het God die op Zich laat wachten. Zij kunnen er niets aan doen dat zij wel of niet uitverkoren zijn. En zo leven zij in een hopeloze toestand in de hoop dat God hen genadig zal zijn. Deze jonge mensen zijn geen uitzondering, zo zijn er vandaag de dag duizenden in ons Nederland. Ook ik heb zo geleefd. Als kleine jongen had ik diepe indrukken van God en besefte ik dat ik tegen Hem gezondigd had. Terwijl ik nog weinig begreep van de Bijbelse boodschap, liet de Heere mij zien dat ik alleen door genade zalig kon worden. Nooit zal ik vergeten hoe ik in de kerk zat in het besef van mijn zonden en in mijn kinderlijk eenvoud tot de Heere riep of ook ik zalig kon worden. In mijn gedachten zag ik hoe er een luikje in het dak van de kerk openging en hoe een touw naar beneden kwam. Toen ik dat zag was ik verwonderd en tegelijk zag ik de hopeloosheid van mijn toestand. Hoe zou ik ooit dat lange touw kunnen opklimmen? Maar zie, door een onzichtbare hand werd er een dikke knoop onder in het touw gelegd, en daarop mocht ik rusten.

Hoe eenvoudig liet de Heere mij hier zien dat er van mij niets bij kan maar ook niet hoeft. Toch is er naarmate ik ouder werd een grote verwarring gekomen in mijn denken. De God die als het ware in Zijn liefde een touw gaf om mij te redden, werd voor mij een God van toorn. De mensen om mij heen vertelden mij niet dat ik eenvoudig mocht rusten in het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus. Zij leerden mij om veel te bidden om een nieuw hart. In mijn jonge jaren ervoer ik de zondigheid van mijn hart en ik wist dat God een verterend vuur was en een gloed bij wie niemand wonen kan. Mijn jeugd was geen onbezorgde jeugd en zo ben ik langzamerhand steeds verder bij God vandaan gegaan. Ik heb gezondigd en ik heb God verlaten, zij die om mij heen waren hebben mij niets anders geleerd dan dat wat zij zelf wisten en geloofden. Ook zij zaten net als ik, verstrikt in de leugen.

Moeten wij nu boos worden en gaan wijzen naar mensen die de oorzaak zijn van deze ellende? Ik denk niet dat wij hoeven te wijzen. Een ieder van ons wordt geroepen om de Bijbel serieus te nemen en het Woord van God te stellen boven alle woorden van de mensen. Als u in een kerk zit waar de Heere Jezus niet gepredikt wordt voor de grootste der zondaren, als u niet hoort dat Hij zijn bloed stortte opdat zondaren zoals u en ik het leven zouden ontvangen. Dan moet u vandaag nog opstappen. Ja u moet weg als er obstakels worden gepredikt die u verhinderen te gaan naar Jezus. In Hem alleen is het leven. Buiten Hem is er geen hoop en geen verwachting! Paulus vervloekt iedere leraar die komt om een ander Evangelie te prediken. Het is Jezus en Jezus alleen.
Als u al jaren in de kerk zit en nog nooit als een schuldverslagen zondaar gekomen bent tot de Heere Jezus, wat doet u dan nog onder het Woord? Hoopt u dat er ooit een woordje voor u bij zit? O pas toch op, u komt bedrogen uit met deze hoop! Zeg eens eerlijk, gaat uw hart uit naar Jezus of gaat uw hart uit naar de wereld? Kiest dan heden wie gij dienen zult. Kies de wereld en leef zoals u het zelf wilt, dan bent u eerlijk en niet schijnheilig. Maar als uw hart uitgaat naar de Heere Jezus en het leven met Hem, leg u dan eenvoudig neer aan Zijn voeten. Hoor Zijn stem en volg Hem. Ja dat is leven, eeuwig leven. Met Hem zult u nooit beschaamd uitkomen.

'Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des HEEREN, Klaagl. 3:26.' Het is goed om te zien wat er met de Bijbelse hoop bedoelt wordt. In ons taalgebruik wordt het woordje hoop vaak gebruikt in onzekere situaties. Hierin zien we eigenlijk al een list van de boze. De Bijbelse hoop is namelijk een zekere hoop. 'Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God! Ps. 38:16.' De Bijbelse hoop heeft namelijk een voorwerp en dat voorwerp is God zelf.

Het is van levensbelang dat wij gaan beseffen dat God van ons geen verwachting heeft. Hij wil dat wij het van Hem verwachten en zo in het geloof op genade leren rusten. Het gaat niet om de grootheid van ons geloof, nee het geloof is niets anders dan het instrument waardoor wij Gods heil ontvangen. Ons geloof kan zwak zijn als het maar gericht is op God de Almachtige. Ik heb vaak een zwak geloof maar ik weet dat Mijn God sterk is. Het zwakke geloof zal niets afdoen van Gods kracht en Hij blijft getrouw aan Zijn verbond. Wat heerlijk, lieve vrienden als wij het ook niet meer van ons geloof hoeven te verwachten. Zie op de Heere Jezus, Hij is gekomen als de Heiland, de Redder van deze wereld, allen die bij Hem schuilen zullen zalig worden. Als wij voor het eerst schuilen bij Hem dan worden wij wedergeboren tot een levende hoop. 'Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, 1 Petr. 1:3.'

Wat is dan dat schuilen, zo vraagt een radeloze ziel. Beste vriend of vriendin, stel je voor dat het luchtalarm gaat, de vijand komt om in zijn toorn alles te vernietigen. Waar moet je dan zijn? Vluchten, op zoek naar een schuilplaats! Nu, wij weten dat God een Heilig God is en geen gemeenschap kan hebben met de zonden. Hij moet in Zijn toorn de zonde straffen. Als het ware laat God nu het luchtalarm klinken door de prediking van Zijn Woord. Nu is er nog de tijd om te vluchten voordat Zijn toorn uitgestort wordt over allen die Hem niet vrezen. Kom vlucht naar de Heere Jezus. Kniel eerbiedig neer, belijd je zonden en geloof dat Hij gekomen is om zalig te maken die tot Hem komen. Hij bad: 'Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.' Hij stierf de vervloekte dood opdat vervloekte zondaren vrijgesproken zouden worden. Hij is de Schuilplaats en; 'Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen, Ps. 91:1.' Waarom zou u het nog langer uitstellen? De vrede die u meent te zien buiten Jezus is een schijnvrede. We horen roepen: Vrede, vrede en geen gevaar. Maar juist dan zal een haastig verderf komen en dan zal er geen vluchten meer mogelijk zijn (1 Thess. 5:3). Bent u nog zonder Christus in de wereld? Dan bent u een goddeloze en wordt ook u vandaag geroepen, en gewaarschuwd. 'Doch als gij den goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd, Ezech. 3:19.' Wat uw hoop ook zij, uw hoop buiten Christus zal vergaan. 'Als de goddeloze mens sterft, vergaat zijn verwachting; zelfs is de allersterkste hoop vergaan, Spr. 11:7.' Gods liefde komt vandaag tot u: 'Zou Ik enigzins lust hebben aan den dood des goddelozen, spreekt de Heere HEERE; is het niet, als hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij leve? Ezech. 18:23.' Bekering is omkeren van de wereld met al haar luchtbellen om gelovig te hopen op de levende God.
Wat een troost en wat een heerlijke wetenschap om geborgen te zijn in de Heere Jezus Christus. Niet mijn daden, niet mijn gebeden, niet mijn tranen of mijn geloven maar Zijn bloed reinigt van al mijn zonden. Ik lag verloren zonder hoop en zonder God in de wereld. 'Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld, Ef. 2:12.' Het is God Zelf Die onze ogen opent om te zien hoe reddeloos verloren wij liggen door onze zonden. Hij is het die door Zijn Woord en Geest laat zien dat er een middel is om die verdiende straf te ontgaan en weer in gemeenschap met God te komen. God openbaart ons door Zijn Woord en Geest, de Middelaar tussen God en ons mensen. Het is Jezus Christus en dien gekruisigd. 'Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods, Rom. 5:2.' In Hem zien wij onze zaligheid en vanaf dan hopen en verwachten wij alleen nog maar op Zijn genade. 'En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; En de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven, Rom. 5:3-5.' Zijn liefde vervult ons hart en de Heilige Geest komt in ons wonen. O wat een wonder is de wedergeboorte, ja alle dingen zijn nieuw geworden. Het is juist die wederbarende kracht van God die ons leven verandert. Het is niet meer onze inzet, maar het rusten in Hem en Zijn volmaakt volbrachte werk. Zo vanuit die rust worden wij geroepen om ons door Woord en Geest te laten leiden en juist in die weg komen wij tot de volle verzekerdheid van de hoop. 'Maar wij begeren, dat een iegelijk van u dezelfde naarstigheid bewijze, tot de volle verzekerdheid der hoop, tot het einde toe, Hebr. 6:11.' Het is het zien op Jezus dat ons verandert naar Zijn Beeld. Het is Zijn heiligheid dat ons roept tot heiligheid (1 Petr. 1:16). Juist onze hoop op Hem roept ons tot een afgezonderd rein leven. 'En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is, 1 Joh. 3:3.' Dat geeft ons een wandel in gemeenschap met onze hemelse Vader, geen veroordeling in het geweten en ook een zekere hoop op het eeuwige leven. Dan roepen wij het uit met de psalmdichter: 'O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden, Ps. 11:166.' Dan ervaren wij dat Zijn geboden niet zwaar zijn maar dat juist het afwijken van die geboden een grote breuk maakt tussen God, onze Vader en onze ziel.

Het Woord van God maakt werkelijk vrij! Onderzoek Zijn Woord, ontdek Zijn wil en onderwerp u gehoorzaam, zo zult u veel vrucht dragen. Bent u door genade een kind van God? Verheugt u dan ten alle tijd in de Heere, maak Zijn Naam en daden groot. 'Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed, Rom. 12:12.' Vreest de Heere en houd Zijn geboden, zo zullen anderen in uw wandel zien hoe Gods genade uw leven verandert naar het beeld van de Heere Jezus. Laten wij roemen in onze Heere Jezus Christus, de Heiland van deze wereld. Nu kunnen wij nog getuigen op de plaats waar de Heere ons gezet heeft. 'Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze, 1 Petr. 3:15.' Er is hoop, want Jezus leeft. Allen die tot Hem gaan zullen behouden worden.

Twijfelende zondaar... 'En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid, 1 Tim. 3:16.' Twijfel niet langer, God is de Amen, de Getrouwe en Zijn Woord zal niet falen. Er is leven, leven in de Levensvorst. 'De God nu der hoop vervulle ulieden met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes, Rom. 15:13.' Amen.

Psalm 146 vers 1,3,4

Prijs de Heer met blijde galmen,
gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k zal, zolang ik leef, mijn psalmen
vrolijk wijden aan zijn lof;
'k zal, zolang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied!

Zalig hij, die in dit leven
Jakobs God ter hulpe heeft;
hij, die door de nood gedreven,
zich tot Hem om troost begeeft;
die zijn hoop in 't hach'lijkst lot
vestigt op de Heer, zijn God.

't Is de Heer, wiens alvermogen
't groot heelal heeft voortgebracht;
die genadig uit de hoge
ziet, wie op zijn bijstand wacht,
en aan elk, die Hem verbeidt,
trouwe houdt in eeuwigheid.


W Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 14 feb 2016 10:42

Een brief aan de gemeente van Efeze

‘Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten, Op. 2:4.’

In ons eerste deel van de serie overdenkingen rond de zeven brieven aan de gemeenten, hebben we stilgestaan bij de opdracht die Johannes, de Apostel van de Heere Jezus Christus heeft gekregen. ‘Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen, Openb. 1:19.’ In deze serie willen we stilstaan bij de inhoud van de zeven afzonderlijke brieven die gericht waren aan de gemeenten van Efeze, Smyrna, Pergamum, Thyatira, Sardis, Filadelfia en Laodicea, allen in volgorde gelegen langs de handelsroute. Het getal zeven is het getal van de volmaaktheid en de inhoud van deze brieven is niets anders dan een recept van de hemelse Heelmeester voor de gemeenten van toen en vandaag. We zullen ontdekken dat iedere naam van de gemeente een betekenis heeft en de brieven over het algemeen een eerbewijs, verwijt, advies en een belofte bevatten. De boodschap die zo’n 2000 jaar geleden tot de gemeente kwam is tot op vandaag meer dan het overdenken waard. Een belangrijk detail mag ons niet ontgaan. Als er geschreven wordt aan een gemeente dan moeten wij beseffen dat dit een samenkomst was van wedergeboren gelovigen met daartussen hypocrieten die zich uitgaven voor gelovigen maar het niet waren. Alleen deze gedachte geeft ons al veel te denken. Bestaan de gemeenten van vandaag ook uit wedergeboren gelovigen met daartussen hypocrieten of bestaan er vandaag gemeenten waarbij men niet hypocriet hoeft te wezen maar gewoon deel kan uit maken van de gemeente zonder wedergeboorte? Moeten er vandaag in de gemeenten hypocrieten ontmaskerd worden of moeten wij constateren dat wij gemeenten bouwen op een ander fundament dan Jezus Christus en Dien gekruisigd? Groeien de gemeenten vandaag door natuurlijke geboorte of door wedergeboorte? Laten wij bij het onderzoeken van de boodschappen onszelf verootmoedigen voor de Heere en luisteren naar dat wat Hij tot ons te zeggen heeft. Dankbaar zullen wij Zijn lofprijzingen ontvangen en op Zijn verwijt zullen wij onszelf onderzoeken en terugkeren tot de Bron van het leven. Zolang de boodschap tot bekering klinkt is er hoop op herstel, want Hij die roept is getrouw, Hij ontvangt zondaren die zich tot Hem bekeren. Maar pas op; wee hen die zich niet bekeren. Straks zal de tijd van genade gesloten worden en zullen zij die zich niet hebben willen bekeren, Zijn rechtvaardig oordeel ontvangen.

Laten we stilstaan bij de inhoud van de eerste brief: ‘Schrijf aan den engel der Gemeente van Eféze: Dit zegt Hij, Die de zeven sterren in Zijn rechter hand houdt, Die in het midden der zeven gouden kandelaren wandelt: Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden; En gij hebt verdragen, en hebt geduld; en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid, en zijt niet moede geworden. Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert. Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaïeten haat, welke Ik ook haat. Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is, Openb. 2:1-7.’

De eerste brief is gericht aan de engel van de Gemeente van Efeze, één van de sterren die wij zagen in de rechterhand van Hem Die stond tussen de gouden kandelaren. De engel of de oudste, ontvangt een brief uit de hemel, gericht aan zijn gemeente die als een kandelaar mag branden. De naam Efeze betekent wenselijk of begerenswaardig. Een gemeente in een welvarende stad waarin Diana de godin van de jacht en de maan vereerd werd. De Tempel van Diana der Efeziërs is bekend als één van de zeven wereldwonderen. Groot was de godsdienst en de eerbied rond deze godin Diana of Artemis. Terwijl Efeze werd gezien als de bewaarplaats van deze heilige tempel en de plaats waar het beeld uit de hemel was komen vallen, keerde Paulus zich openlijk tegen deze godsdienst door te zeggen dat het geen goden zijn die met de hand gemaakt zijn. Luid heeft de roep uit de grote mensenmassa geklonken: “Groot is de Diana de Efezeren! Hand. 19:28,34” Paulus was zijn leven niet zeker vanwege de woede die ontstond onder deze godsdienstige vijanden van de levende God.
Te midden van deze afgoderij is er ook een gemeente van de levende God. Daar zijn er die samenkomen rondom het Woord, door samen te zingen, te bidden, het brood te breken en zich te verblijden in de zaligheid die zij door genade hadden ontvangen. Deze gemeente was ontstaan doordat gelovigen elkaar opzochten om samen de dood en opstanding van hun Zaligmaker te gedenken, zij hebben uitgezien naar de komst van hun Heere en Heiland, Die straks voor eens en voor altijd een einde zou maken aan elke macht die zich verhief tegen hun God en Vader.

De gemeente wordt geprezen om haar werken, haar standvastigheid en het feit dat zij het niet konden verdragen dat er in hun gemeente binnenslopen die zich uitgaven voor broeders en of zusters terwijl zij het niet waren. De toets van Gods Woord wees uit dat zij leugenaars waren, er waren er die zich uitgaven voor apostelen maar de gemeente van Efeze moest niets van hun kwade bedoelingen hebben. Ondanks deze beproevingen en verdrietige omstandigheden is de gemeente staande gebleven, zij wordt geroemd vanwege het geduldig volhardden om de Naam van de Heere Jezus. De Heere Jezus roemt een gemeente die standvastig is en het Woord van onze God hoger acht dan de zogenaamde lieve vrede waarbij water bij de wijn wordt gedaan en langzaam maar zeker de dood gaat overheersen over het leven.

De gemeente van Efeze liet zich niet vangen door mooie woorden maar was standvastig in de leer. Maar ach, helaas, hoe scherp klinkt hier het verwijt van de Heere Jezus: ‘Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten’. De ervaring in Efeze had de mensen scherp gemaakt, ze waren standvastig in de leer, hadden een scherp onderscheidingsvermogen en lieten zich niet overheersen door de valse Nikolaïeten. Nee, zij haten de werken van deze Nikolaïeten en worden hierom geroemd door de Heere Jezus, Die zegt dat ook Hij deze werken haat. De Nikolaïeten waren een secte die een zogenaamde vrijheid van de wet leerde, waarbij ontucht en het eten van afgodenoffer gerechtvaardigd werd. ‘Nikao’ betekent overwinnen en ‘laos’ betekent leken. De Nikolaïeten wilde in de gemeente heersen over het eenvoudige volk. We zien vandaag hoe dit uitgegroeid is tot een systeem van overheersing waarbij de leek onkundig blijft en de overheersers domineren en de waarheid in pacht hebben. Als gevolg hiervan is het gezonde gemeenteleven haast overal vervallen tot een systeem van dode orthodoxie. Juist deze werken worden door de Heere Jezus gehaat. Let wel, hier wordt niet gezegd dat Hij de mensen haat, nee, Hij haat hun werken. God wil gediend worden door ware aanbidders in geest en in waarheid (Joh. 4:24) en niet in religie of door een dode letter.
Maar ach Efeze, ondanks jullie scherpe onderscheidingsvermogen en jullie standvastigheid in de leer, is het alles zo dor en mat geworden. Waar is jullie eerste liefde? Waar is die aanbidding in gebrokenheid en dat sterke verlangen om in alles jullie Heiland te volgen? Waar is dat hart vol liefde tot jullie naaste en het verlangen dat zij allen de zaligheid in de Heere Jezus kennen? Denk eens aan dat begin toen jullie net tot geloof kwamen, hoe teer was het hart, hoe vreugdevol was het om samen één te zijn rondom jullie Heere, Heiland en Verlosser. Zie eens wat ervan geworden is, ondanks al jullie standvastigheid is het alles maar een droge boel. De leer is zuiver maar het leven is haast verdwenen.

De gemeente van Efeze is aan het sterven, het leven vloeit weg en dan klinkt daar die boodschap uit de hemel: ‘Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en zo niet, Ik zal u haastelijk bijkomen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert’ Bekeert u gemeente, bekeert u opdat het licht niet zal doven. Kom, broeders en zusters sta op, keer terug tot uw eerste liefde, verheerlijk Zijn Naam en laten wij opnieuw die werken doen waarmee wij begonnen. Het onderscheidingsvermogen is van levensbelang, de zuiverheid in het naleven van Gods Woord niet minder, maar wat is het alles als het zonder liefde, leven en afhankelijkheid is? ‘Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.’ Broeders en zusters, de boodschap aan de gemeente van Efeze komt vandaag tot ons. Zullen wij overwinnen of zal het licht doven vanwege de verstrikkingen in leerstellingen, meningen en twisten? Kom, de oproep klinkt met een belofte. Laten wij onze knieën buigen, onze zonden belijden, het verbond vernieuwen door ons opnieuw geheel over te geven aan Zijn liefde, volgend in gehoorzaamheid. Dan, ja dan zullen wij straks overwinnend ingaan en eten van de boom des levens die staat in het midden van het paradijs van onze God. Amen.


Geen macht der hel kan ons van Jezus Christus scheiden.
Geen wereld, leven, dood, geen strijd, geen moeite of lijden.
Hij heeft ons lief, die Heer, die dood en hel verwon;
Hij, die aan Satan zelf de doodsteek geven kon.

Nu is ons hart verheugd; Hij bracht ons altegader,
gereinigd door zijn bloed, in de armen van de Vader.
Al onze schuld heeft Hij voor eeuwig weggedaan,
ons uit de dood verlost, ten leven op doen staan.

O, broeders, laat ons Hem, de overwinnaar, loven.
Verheffen wij vol vreugd' ons hart tot Hem naar boven,
waar Hij gezeten is aan 's Vaders rechterhand,
waar Hij ons allen wacht in 't hemels vaderland.

Nog slechts een korte tijd, en Jezus zal verschijnen;
dan zien wij Hem vol glans in 't midden van de zijnen,
Hem, die geheel zijn hart aan ons heeft toegewijd,
ons overwinnaars maakt in onze aardse strijd.


W Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 20 feb 2016 10:17

"Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf den geest."
Johannes 19 vers 30

Goede Vrijdag herinnert ons aan het verloren paradijs. Toen viel de nacht over deze wereld.
Openlijk verbrak Adam de gemeenschap met God. Nu kan geen mens meer leven tot eer van zijn Schepper. En tot dat hoge doel had Hij ons toch geschapen! Zo zijn we in de diepe zin van het woord zondaren geworden, mensen die het doel van God missen. Want dat is de letterlijke betekenis van een belangrijk kernwoord voor zonde in de Bijbel. En omdat wij Gods eer niet bedoelen, ligt Zijn oordeel over deze wereld en over heel ons leven. Waar is hier op aarde nog licht, heil en vrede te vinden?

Laten we in gedachten naar Golgotha gaan. Een duisternis die drie uur duurde, is over deze wereld gevallen. Daarin is de Heere Jezus een van de diepste afgronden van Zijn lijden binnengegaan. Zo ergens, dan heeft Hij hier de onuitsprekelijke benauwdheid en de helse kwellingen moeten ondergaan, omdat Hij van Zijn God was verlaten (Heidelbergse Catechismus, zondag 16, vraag 44). Maar na Zijn klacht over de verlatenheid is de zon weer doorgebroken. Nu wist de Heere Jezus dat het einde van Zijn lijden gekomen is. Met luide stem riep Hij: "Het is volbracht!"

Wat heeft Hij volbracht? Al het werk dat de Vader Hem had opgedragen. Tot de bodem heeft Hij de beker van het lijden leeggedronken. De toorn van God is volkomen gestild. De schuld van de Zijnen is tot de laatste penning betaald. De macht van de boze is voor altijd gebroken...
Zo horen we hier de overwinningsroep van de Zaligmaker vlak voor Zijn sterven. Laat de hel nu beven en laten de hemelen druisen van vreugde. Maar laten vooral zondige mensen die niet aan Gods doel kunnen beantwoorden en daaronder gebukt gaan, moed vatten. Christus zegt hier namelijk heel letterlijk vertaald: "Het doel is door Mij bereikt!" Dat betekent dat er voor doodschuldige zondaren bij Hem redding en behoud te vinden is. Wij moeten belijden: "Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, niet het offer dat ik breng, niet de tranen die ik pleng, schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden... Gij alleen!" (Augustus Toplady).

Met die laatste uitdrukking: "Gij alleen kunt redden!", neemt het geloof de toevlucht in de schuilplaats van het volbrachte werk van Jezus Christus. Wat de gelovige daar vindt? In één woord gezegd: vrede! Dat wordt bijzonder duidelijk als we de woorden "Het is volbracht" terugvertalen in de taal van het Oude Testament. Letterlijk betekent deze overwinningsroep volgens de Griekse grondtekst: "Het doel is bereikt!" De moedertaal van de Heere Jezus was echter geen Grieks, maar Hebreeuws, of liever Aramees. Als we deze woorden in die taal omzetten, krijgen we: "Nisjlam!" De wortel van dit woord is: "sjalom", "vrede." Zo betekenen Christus'' woorden dan ook: "De vrede is door Mij aangebracht", of "de vrede is door Mij hersteld." Dat wil zeggen: God schenkt in Christus'' volbrachte werk vrede aan vijanden, namelijk: vrede met een toornig God boven ons, met de naasten en de wereld rondom ons en met ons hart dat ons aanklaagt in ons.

Zoekt u die vrede? Die is te vinden bij Hem, Die in Zijn sterven volkomen beantwoordde aan het doel van Zijn Vader en de vrede met God hersteld heeft door Zijn bloed. Al het heil dat u nodig hebt, ligt in het werk dat Hij volbracht heeft.
Zo breekt op de Goede Vrijdag het licht van het herwonnen paradijs door in een verloren wereld.

Prof. Dr. A. Baars
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Johan100 » 21 feb 2016 23:11

(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 03 mar 2016 18:20

Slaaf van de wet of kind in de vrijheid.

Romeinen 6:11.


‘Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor, dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levend zijt in Christus Jezus, onzen Heere, Rom. 6:11.’

Zolang wij mensen nog leven zonder de vrede van God in ons hart, kunnen wij veel zaken uit Gods Woord niet begrijpen. ‘Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden. Doch de geestelijke mens onderscheidt wel alle dingen, maar hij zelf wordt van niemand onderscheiden, 1 Kor. 2:14,15.’ Zo is het ook als het gaat over de vrijheid van de wet, voor Gods kinderen. Het natuurlijke voorbeeld leert ons dat iemand die onder de wet is niet kan zonder die wet. Kinderen die thuis strak gebonden zijn aan allerlei wetten, gehoorzamen vaak uit angst en op straat leven ze als niet te hanteren kinderen. Zij kunnen niet meer zonder strakke hand. Maar al te vaak zien we dat deze kinderen op de één of andere manier later uit de band springen. Een huis waar de alleen de wet heerst, is een tuchthuis. Een huis waar liefde woont, is een veilig thuis.

Een mens die denkt God te kunnen bevredigen door de wetten te onderhouden, is een slaaf van de wet en zal vroeg of laat verloren gaan, onder het oordeel van die wet. Nu is het juist deze mens die zal zeggen, ‘Zullen wij in de zonden blijven, opdat de genade meerder worde? Rom. 6:1.’ Omdat dit de natuur is van deze mens. Wanneer het zondigt, is het in zijn element en de wet probeert deze begeerte te onderdrukken. Het gehoorzamen aan deze wet is dan ook geen liefde maar een slaafse vrees.

Wij mensen willen alles zelf onder controle houden. Zelf de touwtjes in handen hebben en zelf beslissen wat goed of fout is. Een ander moet ons niet zeggen wat wij wel of niet doen moeten. Als nu Gods Geest een mens ontdekt aan wie hij is, dan gaan we pas voor het eerst zien dat we zondaren zijn. Zondaren, die met gedachten woorden en werken Gods geboden overtreden. Toch zal de wet die duidelijk omschrijft wat Gods Heilige wil is, ons nooit met God kunnen verzoenen. Hoe wij ook proberen deze wet te houden, we zullen ervaren dat we steeds struikelen en in diepere zonden verwikkelt raken. ‘Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde, Rom. 3:20.’

Een kind die van vader allerlei regels en wetten krijgt voorgeschreven zal ervaren dat het moeilijk is om deze regels te gehoorzamen. Als vader dan boos wordt en steeds hamert op zijn wetten zal dit kind ervaren dat het nog moeilijker wordt om te gehoorzamen. Het komt niet uit het cirkeltje van waarschuwingen en straf. Liefde ervaart het kind niet en ten slotte wil het vluchten om een eigen leven, los van alle wetten te gaan leven.

Een kind dat ervaart dat vader een hart vol liefde heeft zal uit liefde tot vader, proberen te luisteren en hem te gehoorzamen. De band van liefde wordt sterker en vader en kind groeien steeds meer naar elkaar toe.

In het geestelijke is het niet anders. Zolang God voor ons nog de Wetgever is, zullen wij gebukt gaan onder Zijn bedreigingen. ‘Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen, Gal. 3:10.’ De vloek hangt boven ons en de wetenschap dat we straks voor God als Rechter zullen verschijnen, maakt ons angstig, want we zijn overtreders van al Zijn geboden.

‘Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem, 1 Joh. 4:9.’ Onuitsprekelijke liefde. ‘De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien of iemand verstandig ware, die God zocht. Zij zijn allen afgeweken, tezamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand die goed doet, ook niet één, Ps. 14:2,3.’ Wat een beeld van mensen in het oog van een rechtvaardig God. En nu juist om deze mensen te redden heeft God Zijn eigen Zoon gezonden, opdat wij zouden leven door Hem. God uit God, kwam naar deze door de zonde vervloekte wereld en werd geboren als een hulpeloos kindje in een beestenstal. Hij de zondeloze, moest vluchten als een opgejaagd dier. Hoe is Hij gelasterd, bespot en geslagen. Hij de machthebbende liet zich vrijwillig gevangen nemen. Liet zich bekronen met een doornenkroon en nam het kruis vrijwillig op Zich. Zie hoe Hij daar loopt door Jeruzalem. De menigte schreeuwt dat Hij moet sterven, o, wat een vernedering voor Hem die de wereld heeft geschapen en macht had om de wereld te vernietigen. Het was enkel liefde, onuitsprekelijke liefde dat Hij Zich liet nagelen aan het vervloekte kruishout. Daar hing Jezus Christus, Gods Zoon, geworden tot een vloek, om ons te verlossen van die vloek. Wie kan vatten hoeveel liefde Zijn Vader heeft tot ons mensen, dat Hij Zijn Zoon liet kruisigen? Dit alles moest geschieden, een mens had gezondigd en een Mens moest sterven. Alleen Jezus, God en Mens in één persoon kon dit als de zondeloze volbrengen. Hij is gekomen om de wet en de Profeten te vervullen, Hij heeft de wet volmaakt gehouden. Hier op Golgotha is het handschrift der wet dat tegen ons was, uitgewist. ‘Uitgewist hebbende het handschrift dat tegen ons was, in inzettingen bestaande , hetwelk , zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende, Kol. 2:14.’ Opdat wij in de vrijheid van de kinderen Gods zouden wandelen.

Als we zien hoe Jezus word geslagen en bespot en de rietslagen die neerkomen op de doornenkroon zijn hoofd doorwonden. Hoe Zijn rug wordt open gegeseld en het ruw houten kruis op Zijn open gescheurde rug wordt gelegd. Als wij zien hoe de dikke spijkers Zijn handen en voeten doorwonden. Hoe Hij met Zijn gewicht hangt aan de spijkers, die Zijn handen en voeten doet scheuren. En uitroept; ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen., Luk. 23:34.’ Welk hart verbreekt niet onder zoveel liefde? Het was om onze zonden dat Hij Zich liet doorwonden. O, die rietslagen op Zijn doornenkroon waren om mijn zonden. Vrienden, wie kan dan nog langer zondigen? Wie heeft nu nog behoefte om tegen zoveel liefde in te zondigen? Wat een pijn doen mijn zonden in het licht van zoveel liefde!

Als het sterven van deze Jezus, ons leven is geworden door het rusten in Zijn volbrachte werk, dan zijn wij de zonde gestorven, opdat wij in nieuwigheid des levens zouden wandelen. Al het oude is voorbijgegaan, alles is nieuw. ‘Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor, dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levend zijt in Christus Jezus, onzen Heere, Rom. 6:10,11.’ Als gelovigen moeten wij ons oude leven, houden als gestorven en begraven. ‘Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade, Rom. 6:14.’ De tijd dat wij onszelf probeerde te verbeteren is voorbij, we hebben immers gezien dat er van ons, dat is van ons vlees geen goeds te verwachten is. (Rom. 7:18) Nu we niet meer onder de wet zijn maar onder de genade, verwachten wij het alleen van de genade. We leven niet meer door het vlees maar door de Geest. ‘Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des Geestes, en niet in de oudheid der letter, Rom. 7:6.’

Als wij als geredde zondaren bezig zijn met het overwinnen van onze zonden, dan begeven wij ons weer onder de wet. Als wij geloven dat wij met Christus zijn gestorven en begraven, dan verwachten wij geen goeds van het vlees, want dat is gestorven. Wij leven nu als kinderen van de Vader in liefdevolle verwondering en gehoorzaamheid, in het uitzien en verlangen naar het moment om altijd bij Hem te zijn. De dood jaagt ons geen schrik meer aan, want alles, alles is voldaan. ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen maar naar de Geest. Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods, Rom. 8:1,2.’

‘Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader. Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen Gods en mede-erfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden, Rom. 8:14,17.’


W Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 05 mar 2016 15:35

De laatste klop op Judas’ hart

en hij kuste Hem. Maar Jezus zeide tot hem: Vriend, waartoe zijt gij hier? (Mattheüs 26:49b-50a)

Vorige keer hebben we ook al stilgestaan bij de voorlaatste ontmoeting tussen Jezus en Judas. Toen letten we vooral op wat Judas heeft gedaan: ‘en hij kuste Hem’. Deze keer letten we op wat de Heere Jezus doet.
Ja, wat doet de Heere Jezus eigenlijk, als Judas Hem kust? Als Judas Zijn hand in zijn verradershanden neemt, veinzend het hoofd buigt en die hand kust? Bidt de Heere Jezus dan om vuur van de hemel, zodat de verrader in een ogenblik verteerd wordt?
Nee, dat doet Christus niet. Integendeel, gewillig ondergaat Hij deze verraderlijke begroeting. Hij laat Zich kussen. Waarom?
Omdat ook de kus van Judas een bestanddeel is van de drinkbeker van Christus’ lijden. Omdat ook de kus van Judas een deel is van de prijs die
Christus moet betalen om Zijn Kerk vrij te kopen. En Christus is zeer gewillig om die prijs volkomen te betalen. Daartoe heeft Hij Zich van
eeuwigheid bereid verklaard. Daartoe is Hij ook hier – in de olijvenhof van Gethsémané – volkomen bereid. Over enkele ogenblikken zal Hij het zeggen tegen Petrus: ‘De drinkbeker die Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik die niet drinken?’ Ja, Christus’ liefde tot de eer van Zijn Vader en de zaligheid van Zijn Kerk is zo groot, dat Hij het Judas toestaat om Zijn hand te kussen.

Maar dan opent de Heere Jezus ook Zijn mond. Hij spreekt Judas aan: ‘Vriend, waartoe zijt gij hier?’
‘Vriend’ – met dat ene woord wijst Christus Judas op al zijn voorrechten.
Met dat ene woord wekt de Heere Jezus de herinnering aan al die keren dat Judas in het gezelschap van de Heere Jezus verkeerde. ‘Vriend’ – denk eens terug aan dat moment dat Ik u riep als discipel. ‘Vriend’ – denk eens terug aan al die woorden die u uit Mijn mond hoorde. ‘Vriend’ – denk eens terug aan al die wonderen die Ik voor uw ogen deed. ‘Vriend’ – denk eens terug aan al die waarschuwingen die Ik u gegeven heb.
En dan: ‘Waartoe zijt gij hier?’ O nee, dat is geen vraag waar Jezus het antwoord niet op weet. Want Christus weet alle dingen. Hij weet ook met
welke bedoeling Judas in Gethsémané is. Eén van de andere evangelisten vermeldt dat Christus Judas gevraagd heeft: ‘Verraadt gij de Zoon des
mensen met een kus?’

Maar als Christus toch vraagt: ‘Waartoe zijt gij hier?’, is dat om Judas te confronteren met de waarheid. Judas, zeg nu eens eerlijk: wat komt u hier doen? U bent hier om Mij te verraden. En vergelijk dat nu eens met al die drie jaar dat u in Mijn nabijheid bent geweest. Judas, stel uw eigen zonde en boosheid eens tegenover Mijn goedheid! Judas, onderzoek uzelf eens. Leg uw naam (‘vriend’) eens naast de praktijk van uw leven (‘waartoe zijt gij hier?’)

Nee, dat is niet het eerste woord dat Judas uit Christus’ mond heeft gehoord. De Heere had al zo vaak op zijn hart geklopt. Jezus had hem geroepen tot discipel. En toen Judas Hem was gevolgd, had hij de preken van de Heere Jezus gehoord. De Heere Jezus had Judas bovendien heel persoonlijk gewaarschuwd: ‘Eén uit u is een duivel’. ‘Voorwaar Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden’.
En nu houdt Jezus nog niet op. Nog een keer waarschuwt Hij. Wat is Hij lankmoedig. Groot van geduld. Wat gaat Hij tot het uiterste om Judas te
waarschuwen!

Hoe vaak hebt u de roepstem van de Heere al horen klinken? Jongeren, misschien hoorde je Gods roepstem in een preek. Maar je legde het weer
naast je neer. Misschien gebeurde er iets ergs. Je was een ogenblik onder indruk. Maar je leefde weer verder. Laten we toch bedenken, dat er een keer komt, dat Christus voor de laatste keer op de deur van ons hart klopt.
En dan is het meest aangrijpende, dat Mattheüs 26 ons wel de laatste kus van Judas’ mond en de laatste klop op Judas’ hart beschrijft. Maar niet de laatste ontmoeting tussen Judas en Jezus. Want als Judas enkele uren later sterft, ontmoet hij God als Zijn Rechter. En op de jongste dag zal Christus Judas oordelen. Dan komt alles terug. Ook de laatste kus van Judas’ mond. Ook de laatste klop op Judas’ hart. En dan zal de toorn van de Zoon ontbranden.

Tegen die achtergrond wordt u, jou en mij in alle ernst toegeroepen: Kus de Zoon! (Psalm 2:12) Val Hem te voet. Zo schuldig en ellendig als u bent.
Smeek Hem om genade. Nee, niet huichelend zoals Judas. Maar oprecht. Uw armoede, gebrek, schuld erkennend.
Voor wie zo tot Hem komen, valt het eeuwig mee. Want nóg laat Hij Zijn doorboorde handen door zondaarshanden vastgrijpen en kussen.

Ds. A.J.T. Ruis
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 19 gasten