Hedendaagse meditaties

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 18 jul 2015 11:56

Heel helder en duidelijk.... "De Catechismus in begrijpbare hedendaagse taal"

http://www.holyhome.nl/leerversie%20hei ... hismus.pdf
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 18 sep 2015 15:59

GELOVEN IS ONVERDEELDE AANDACHT GEVEN

Salomo’s volgende werkwoord maakt ook een essentieel aspect van echt geloof duidelijk. Hij zegt: om uw oren naar wijsheid te doen opmerken. Te doen opmerken naar duidt het op één ding gericht zijn aan. De hond spitst zijn oren om te horen en mensen tillen vaak hun hoofd op om te luisteren. De oren te doen opmerken, is zorgvuldige en onverdeelde aandacht geven aan maar één ding. Er zijn zoveel dingen in deze tijd die ons onder druk zetten!

Ga met ons!, zegt een goddeloze wereld, kom en voeg je bij ons. En grote mix van stemmen roept om aandacht en daartussen is de stem van God in de Bijbel. Hoe zullen we deze echter ooit duidelijk horen of geloven, terwijl onze aandacht getrokken wordt naar andere dingen? We zullen Zijn boodschap nooit begrijpen, ondanks de duidelijkheid ervan, noch de aandrang daarvan voelen wanneer onze gedachten volledig in bezit genomen zijn door de dingen van deze wereld, zoals de jacht naar egoïstische ambitie of bezit en dergelijke.

We zullen de Heere nooit vinden als we maar één keer per week naar Hem luisteren en de rest van de week onze aandacht aan aantrekkelijkheden en verleidingen van een goddeloze levensstijl geven. Als we zeggen: Ik heb zoveel interesses en ik moet dit en dat eerst nog bereiken, zullen we nooit tot bekering komen! Kies voor de stem van God, zegt Salomo, richt je hoofd erop, wees één en al oor voor elk woord, sluit al het andere buiten en luister aandachtig!

Je moet terechtkomen op het punt waar je zegt: Ik ben een verloren iemand, geestelijk van God afgesneden en dit is Gods waarheid. Dit is een boodschap over leven en eeuwigheid. Het vertelt me over bekering en de betekenis van het leven. Om de zaligheid te ontvangen zal ik alleen naar Gods boodschap luisteren en het de hoogste prioriteit geven.

dr. Peter Masters, Londen
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 26 sep 2015 13:55

„Die overwint, Ik zal hem geven... een witte keursteen, en op den keursteen een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt". Openbaring 2:17

De Heere Jezus heeft een brief geschreven aan Zijn gemeente in Pergamus. Hij weet ze wel te vinden tussen al die indrukwekkende afgodische tempels. Hij heeft ze gewaarschuwd, maar ook bemoedigd. Aan de getrouwe strijders beloofde Hij teerkost voor onderweg: het hemelse manna. Maar heerlijker nog is de belofte die Hij geeft voor als de vermoeide pelgrims komen aan het eind van de reis: de witte keursteen.
Aan het eind van de reis kreeg de pelgrim een teken van de overwinning: een witte marmeren steen. Dat was vroeger een publiek bewijs van de overwinning. Iedereen kon dat zien. En nu staat er: keursteen. Dat wijst op kiezen. Wie moest er kiezen? De rechter! In de oudheid pleegde de rechter iemands schuld of onschuld aan te geven door het uitreiken van een witte of een zwarte steen. Zo deed hij uitspraak. Haalde hij de zwarte steen uit de vaas, dan was de aangeklaagde veroordeeld. Kreeg de verdachte echter de witte steen, dan was hij vrijgesproken.

En zo zal nu eenmaal voor ieders oog de hemelse Rechter, gezeten op Zijn troon, ons allen publiekelijk oordelen. Zijn volk zal dan de witte steen ontvangen en alle ongelovigen en goddelozen de zwarte. Hoe kan dat? Hoe kan nu een in zichzelf zo schuldig volk de witte steen van de vrijspraak ontvangen? Hebben ze dan geen schuld meer?
Inderdaad! Die is vergeven. Hoe kan dat? Omdat Christus de zwarte steen ontving uit de hand van de Vader, toen Hij Borg voor hen stond. Hij heeft hun oordeel vrijwillig op Zich genomen en hun schuld gedragen. Hij ging de dood in om de Zijnen vrij te kopen met Zijn dierbaar bloed. Daarvoor werd Hij aan het vloekhout des kruises genageld. Hij is veroordeeld en schuldig verklaard. Hij werd publiekelijk door Zijn God en Vader verlaten In Zijn helse smarten, om voor een schuldig volk de vrijspraak te verwerven!!

Hebt u zo wel eens heerlijkheid In Hem mogen zien, in Die lijdende en stervende Zaligmaker? Wie immers straks de witte steen uit de handen van God ontvangen zal, heeft door het geloof in dit leven al iets geleerd van de vrijspraak op grond van Christus'' verdiensten. Weet u daar ook van?
Dat u in het uur van uw veroordeling, toen u voor de heilige God niet bestaan kon in al uw schuld en zonden, het zicht mocht ontvangen op die witte keursteen? Toen u erkennen moest de zwarte steen verdiend hebben. Heere, ik ben schuldig! Ik moet voor eeuwig veroordeeld worden! Maar Christus kwam, Die Schuldovernemende Borg. En Hij opende uw oog ervoor dat Hij in de plaats van Zijn schuldige volk de zwarte steen ontving uit de handen van de Vader toen Hij veroordeeld werd en vervloekt.

En als de Heilige Geest ons oog daarvoor opent en de toepassing schenkt van die Goddelijke vrijspraak om Christus'' wil, wordt dat zo''n groot wonder, dat je met Paulus gaat uitroepen: „Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods".? Dan kun je weer voor God bestaan, gereinigd door Zijn bloed en geheiligd door Zijn Geest. De troost van die vrijspraak is echter hier nog maar ten dele. Die troost is afhankelijk van de mate van het geloof. Maar straks zal ze ten volle zijn. Dan zal God Zijn volk ten volle rechtvaardigen voor het oog van heel de wereld!

Op die keursteen staat een nieuwe naam. De oude naam op die zwarte steen die we allen verdiend hebben Is: „zondaar, kind des toorns, schuldige en des doods waardige". De nieuwe naam op die witte steen is: „rechtvaardige, kind van God, vrijgesprokene, erfgenaam van het eeuwige leven". En wat zullen we vol verwondering opblikken naar de doorboorde handen van Hem Die de keursteen verdiende. Wat een genade! Ja, van die keursteen staat ook dat hij gegeven wordt. Nu wordt hij al ontvangen door de hand van het geloof En daar kan heel wat nood en strijd aan voorafgaan. Vooral als we zien op de straf die we verdiend hebben en het oordeel dat we ons hebben waardig gemaakt. Maar wat een genade, als God die keursteen alvast eens even laat zien. Als de ruimte van zalig worden ontsloten wordt in het dierbaar bloed van Christus!

Niemand kent die steen, dan dié hem ontvangt! Het is dus een zeer persoonlijke zaak. De wereld kent die vergeving niet! De naamchristen kent die vrede ook niet ! Zij wringen zich in duizend bochten om ook de wereld nog te vriend te houden. Kent u hem? Hebt u die vergeving leren zoeken en die vrijspraak wel eens mogen horen uit het Evangelie, toegepast door de Heilige Geest in uw hart? Ziet u er wel eens naar uit, naar het eind van de reis?
Is er iemand onder de lezers die bang is dat hij straks de zwarte steen ontvangt? De steen van het eeuwige oordeel, de eeuwige verlorenheid! Kom, de Heere wil die witte steen nog geven! We leven nog in de genadetijd! God wil uw oog er nog voor openen, dat u de zwarte steen verdiende en de witte kunt krijgen - uit louter genade. Het is een strijd om in te gaan! Maar, „wie overwint Ik zal hem geven de witte keursteen! Wie oren heeft die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt!".

Ds. C. G. Vreugdenhil
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 09 okt 2015 09:06

"Er blijft dan een rust over voor het volk Gods." Hebr. 4 vers 9

Het levensdevies van Marnix van St. Aldegonde, de vermeende dichter van het Wilhelmus, was "Repos Ailleurs". Elders de rust. Hij kon het weten. In de bange strijd tegen de Spaanse dwingelandij heeft hij aan den lijve moeten ervaren dat de rust aan deze zijde van het graf niet te vinden is. Bij de inname van Antwerpen door de hertog van Parma in 1585 moest hij als burgemeester met duizenden die stad verlaten en moest hij elders rust zoeken om de Heere te kunnen dienen. Repos Ailleurs.

In deze tijd van het jaar zijn er ook velen die elders de rust zoeken. Er wordt afstand genomen van het werk op school of in het bedrijf In onze geautomatiseerde, jachtige tijd, waarin het gemak de mens moet dienen, blijkt rust toch spaarzamenlijk te vinden te zijn. Met drommen trekt men uit naar bergen, bos en strand. Even naar een andere omgeving om tot rust te komen. Hoewel de vakantiemogelijkheden groter worden en rustoorden en rustkuren steeds meer moeten worden voorgeschreven, wordt de maatschappij er niet rustiger op. Het kan ook niet. Repos Ailleurs. Elders de rust. Op een rouwkaart wordt wel eens gedrukt dat de gestorvene nu uit mag rusten omdat de strijd gestreden is. Op de grafsteen leest men: "Hier rust..." Men denkt dat elders de rust is verkregen. Repos Ailleurs. Of het altijd waar is?

De tekst spreekt ook van rust. Een rust die elders is. Repos Ailleurs. Er blijft dan een rust over voor het volk van God. Wie krijgt echt rust? Gods volk. Zijn dat alle mensen, omdat de Heere toch Eigenaar is van alles wat op aarde beweegt en leeft? Nee. Zijn dat alle gedoopte of belijdende lidmaten van de gemeenten? De ambtsdragers? Zij die voor de waarheid zijn of er voor ijveren? Ook niet. Er zijn er van het verbondsvolk die nooit in het beloofde land zijn gekomen vanwege hun ongeloof Zo is het ook geestelijk. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen. Het Evangelie kan worden toegestemd, er kan mee worden ingestemd. Er kan zelfs vreugde over bedreven worden en alles zonder hartelijke overgave aan Christus. Zonder het volkomen vertrouwen op Zijn gerechtigheid, met verachting van al het onze. Van hen zegt de Heere: „Indien zij in Mijn rust zullen ingaan!" Dat wil zeggen: Zij zullen zeker de eeuwige rust niet ingaan.

Gods Woord zegt dat er een rust overblijft voor het volk van God. God heeft een volk op aarde. Uitverkoren van de grondlegging der wereld. En het kenmerk van dat volk is dat ze ingelijfd zijn in Christus door het geloof. Om daar weet van te hebben, maakt de Heere door Zijn Geest de zondaar eerst onrustig, zodat deze met Augustinus moet zeggen: „Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U, o God!" Dan wordt geen rust meer gevonden in de zonden, de wereld, zichzelf, zijn godsdienstplichten. Een brok zonde word ik dan. Het oordeel Gods waard. Wat wordt de ware Rustaanbrenger Silo dan begeerd! Ja, de Heilige Geest doet op Hem rusten en betrouwen. Daar rusten de vermoeiden van kracht."

En wat is de rust die overblijft voor het volk van God? De eeuwige zaligheid. De rust is hier vaak van tijdelijke aard. De Rustaanbrenger verbergt Zich soms. Maar niet in de zaligheid.
Daar mag ook volkomen gerust worden van de slaafse werken der zonden. Er blijft een rust over. De eeuwige rust is een blijvende rust. Nooit trekt Silo meer weg. En van de rustverstoorders zal gelden: „God roeit hen uit die ''s vromen rust verstoren." Er blijft een rust over. Dat wil zeggen dat die rust nog te vinden is voor een arme, afgetobde zondaar. Er is rust over. Daarom de nodiging van de Rustaanbrenger. Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven."

ds. M. van Kooten
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 24 okt 2015 09:20

Laat u met God verzoenen”, 2 Korinthe 5 : 20b

“Zonder bloedstorting geen vergeving”, zo klonk het de eeuwen door. In het Oude Testament moest steeds opnieuw het bloed van stieren of bokken gestort worden om verzoening te verkrijgen. Maar na de komst van de Heere Jezus, heeft Hij als het Lam van God eens en voor altijd Zijn bloed gestort aan het kruis van Golgotha tot verzoening van de zonde. Dat werk van de verzoening is van God uitgegaan, zonder dat iets van ons mensen Hem daartoe had bewogen. Nu is er een weg terug tot God, waarin het mogelijk is dat zondige mensen uit genade, met God verzoend kunnen worden. Wij hoeven dat zelf niet te verdienen, het is verdiend. Vandaar dat hier de roep van de apostel Paulus uitgaat: “Laat u met God verzoenen.”

Daar staat niet: “U bent al met God verzoend.” Dan zou het niet meer zijn dan het uitroepen van een stand van zaken, koud en onbewogen. Nee, nodig is dat we er persoonlijk kennis aan krijgen, door het werk van de Heilige Geest. Dat we ons geheel en al door het geloof verlaten op de verdiensten van de Heere Jezus Christus. Dat nu mag en moet in alle ernst verkondigd worden. Daarom zegt Paulus als gezant van God: “Wij bidden u van Christus wege: laat u met God verzoenen.”

Hoe vaak heeft u deze prediking al gehoord? Heeft u en heb jij daar de grote ernst al eens van ingezien? We moeten met God verzoend worden! Er moet vrede komen tussen God en onze ziel, door de verzoening die Christus heeft aangebracht. Heeft u dan die breuk, die er door onze zonden is ontstaan tussen de Heere en uw ziel, wel eens gevoeld? Dat u onder het oordeel van God ligt en verzoening nodig hebt? Als dat zo is, dan zal ook op de bede van Gods kant -laat u verzoenen- de bede van uw kant volgen: “Hoe krijg ik een genadig God?” Dit is geen achterhaalde vraag alsof we in deze tijd met hele andere vragen te maken hebben. Nee, de dringende oproep die ook vandaag nog voluit klinkt en moet klinken is: “Laat u met God verzoenen”. Misschien bent u er nog steeds mee bezig om zelf die breuk tussen de Heere en uw ziel te helen. De kloof te dempen. Op te klimmen tot God met al uw offertjes als treden van de trap omhoog, evenals Luther daar steeds mee bezig was. Waarom toch? Wel omdat we niet willen leven van vrije genade. We hebben liever niemand nodig. We zijn er veel te hoogmoedig voor om ons te laten helpen. We knappen het zelf wel op.

“Laat u met God verzoenen.” In deze oproep klinkt ook heerlijk door het welmenend aanbod van genade. Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden. Hij heeft er al voor betaald. Het heeft Hem alles gekost! Het heeft Hem Zijn leven en bloed gekost om die verzoening tot stand te brengen tussen God en uw ziel. En nu wil Hij dat ook heel graag uitdelen. Kan Hij dan Zijn verdienste ook aan u en jou kwijt? Of zeggen we nog steeds met heel ons hart: ik heb er geen lust in. Ik heb dat niet nodig. Ik red mijzelf wel! Als dat zo is, dan acht u ten diepste het bloed van Christus nog onrein. Het had voor u allemaal niet gehoeven. Maar dan komt dat ernstige woord uit Johannes 3 : 36 voor ons te staan: “Die in de Zoon gelooft die heeft het eeuwige leven, maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien de toorn van God blijft op hem.” Rust dan Gods toorn nog op u? Of is het door genade anders geworden in uw leven?

Toen u door Gods Woord en Geest de noodzakelijkheid leerde zien van de verzoening, u had helemaal niets om die hemelhoge schuld tegenover God te betalen. En dat Christus het toen voor u opnam en zei vanuit het Woord: “ Mijn zoon, mijn dochter uw zonden zijn u vergeven.” Ik heb voor u betaald. Ik heb mijn bloed gestort, tot een volkomen verzoening van al uw zonden. Heerlijk evangelie, want dan daalt er een wondere vrede in uw hart. De eeuwige dood verdiend en nu het eeuwige leven ontvangen. Geschonken uit loutere genade, de schuld betaald en de zonden verzoend. Dan is het : God met mij en ik met God verzoend door het bloed van het Lam, de Heere Jezus Christus. Eeuwige vrede tussen de Heere en mijn ziel alleen in en door Christus Jezus. ” Laat u met God verzoenen.” Dit appel dient steeds weer, zondag aan zondag, te klinken vanaf de kansel en ook tijdens de huisbezoeken, op de catechisaties en op de verenigingen, aan de ziek- en sterfbedden en op de graven.

“ Laat u met God verzoenen“. Dat heeft bloed gekost. Acht dat bloed toch niet onrein door het te verwerpen. Het zal immers vreselijk zijn te vallen in de handen van een vertoornd God. Vandaar ook dat Paulus in dit hoofdstuk zegt: “Wij dan wetende de schrik des Heeren bewegen de mensen tot het geloof….” en even verderop klinkt het: “Want de liefde van Christus dringt ons…”. Bent u al verzoend met God?

ds. R. Veldman
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 28 nov 2015 12:31

En het geschiedde, als de geest Gods over Saul was, zo nam David de harp, en hij speelde met zijn hand; dat was voor Saul een verademing,
en het werd beter met hem, en de boze geest week van hem.

(I Sam. 16: 23)

De macht van muziek

De Bijbelschrijver plaatst hen aan het slot van I Samuël 16 voor het eerst tegenover elkaar: Saul en David. Twee gezalfden.
Twee mannen, die in hun optreden een voorafschaduwing behoorden te zijn van dé Gezalfde, Die komen zou: Christus.
Aangrijpend is dat juist bij de eerste kennismaking tussen beiden gemeld moet worden, dat er wat dat betreft een levensgrote kloof gaapt
tussen de huidige en de toekomstige koning van Israël.
Van David wordt gezegd dat de Heilige Geest in zijn hart is komen wonen. Saul echter heeft door zijn ongehoorzame en eigengereide gedrag
ervoor gezorgd dat Gods Geest van hem is geweken.

Dat laatste is overigens ook de reden voor de ontmoeting die ze vervolgens krijgen. Een boze geest Gods kwelt en verontrust Sauls gemoed.
Wat erg, als een mens het zover brengt dat de HEERE hem overgeeft aan de macht van de boze! Sauls knechten geven hem de raad om iemand
naar het hof te laten komen die de aanvallen van razernij en wanhoop kan bedwingen. Ze weten wel een geschikte kandidaat: een zekere
David uit Bethlehem.
En ze weten ook hoe hij Saul zou kunnen helpen: door voor hem te spelen op de harp.
Zo gebeurt het.
En het werkt: het resultaat leest u in bovenstaande tekst.

Muziek is een gave van God. Het kan ook instrument in handen van de Geest van God zijn. Als het ware een middel waardoor de invloed van
de Geest zich uitbreidt en laat gelden. Zo lezen we bijvoorbeeld in 2 Koningen 3 dat Elisa voor koning Josafat een profetie uitspreekt. Dat
gebeurt nadat op zijn verzoek iemand op de snaren speelt. Bij het horen van die klanken komt ‘de hand des HEEREN’ op Elisa. In I Samuël 16
wordt duidelijk dat de Heilige Geest niet alleen invloed heeft op David, maar dat door diens snarenspel ook de invloed van de boze geest in
Sauls hart vermindert. Luther zei al: ‘Psalmen zingen jaagt de duivel op de vlucht’. Zo gaat het in dit gedeelte ook. Want David zal wel geen
‘straatdeuntjes’ getokkeld hebben. Iemand die echt door de Geest geleid wordt, is – tot in het spelen op een harp – geestelijk gestemd. En daar
gaat – geldt het ons ook? – een heilzame werking op de omgeving vanuit.

Omgekeerd kan het natuurlijk ook. Ik bedoel: dat die prachtige gave van de muziek misbruikt wordt zodat het een instrument wordt waardoor
de boze zijn invloed op mensen vergroot. Ook in de Bijbel zie je daar voorbeelden van. Denk aan de geschiedenis van de vrienden van
Daniël in Daniël 3. Ieder wordt in het dal van Dura bevolen te buigen voor het beeld dat koning Nebukadnezar gemaakt heeft. Wanneer doen
ze dat ook massaal, met uitzondering van die drie? Op het horen van de muziek die in het dal ten gehore gebracht wordt. Muziek heeft zo’n
macht … je kunt daardoor dingen doen die je misschien anders niet of niet zo gemakkelijk zou doen. Tijdens een popconcert of op een houseparty.
Maar dat geldt ook veel dichter bij huis.
Welke geest schuilt er in de muziek die we draaien, thuis of onderweg?
In welke invloedssfeer kom je als je de oordopjes van je MP3-speler of iPod in je oren drukt? Waarbij het overigens best moeilijk is om te onderscheiden waar de grens loopt. Iemand kan in een lied honderd keer de naam van Jezus noemen en intussen toch een wereldse sfeer oproepen
of een onbijbelse leer uitdragen …

Het is nodig om ook op dit terrein aan zelfonderzoek te doen.
Als je zelf muziek luistert of misschien wel muziek maakt.
Of als je als ouders verantwoordelijk bent voor de opvoeding van kinderen.
Weten we wat ze tot zich nemen? Is er in onze huizen ook nog plaats voor de ‘harpe Davids’?
Dat hoeven niet alleen psalmen te zijn.
Niet alleen Daniël had in Babel een aantal vrienden.
Ook David heeft in de loop der tijd geestelijke vrienden gekregen van wie de muziek als een geschenk uit de hemel kan worden ervaren. Zo
hoorde ik op college in Apeldoorn eens een professor zeggen dat hij ’s avonds bij voorkeur een cantate van Bach beluisterde. ‘Dat spoelt de
geest schoon’, zo luidde zijn verklaring. Soms kan het ook echt goed zijn om naar dat boek van de Psalmen te grijpen.
Als je geestelijk leeg bent.
Of aangevochten, wanhopig, moe van het strijden.
Laat David voor u spelen! In zijn liedbundel zien we Gods kinderen in het hart. Gods kinderen kunnen hun hart er ook wel eens aan ophalen.
Het is bij tijden hun ‘geestelijke apotheek’!

Ten slotte: laat er niet alleen behoefte zijn aan ‘verademing’, zoals bij Saul. Verademing is nog geen verlossing. De Geest Zélf in je hart te
ontvangen: daar gaat het om. Zo krijg je een band aan dé Gezalfde des HEEREN. Zo krijg je ook lust om de HEERE te vrezen. Ook bij het
kopen van een CD of bij het afstemmen op een radiozender. De Geest leert in elke situatie vragen: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’

Ds. A. van der Zwan, Sliedrecht
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 05 dec 2015 10:25

Ik zal Hem zien, maar nu niet; ik zal Hem aanschouwen, maar niet nabij. Er
zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen
(Numeri 24: 17a).


Tot driemaal toe heeft Bileam al getracht het volk Israël te vloeken, maar zijn mond kon niet anders dan zegen uitspreken over het volk des verbonds. En zonder dat hij het zelf besefte, sprak hij het rijkste Godsgetuigenis uit dat in die donkere tijd heeft geklonken.
Balak, koning der Moabieten, had Bileam genodigd om het volk Israël te vloeken. Maar Balak moet ondervinden dat Israël een God heeft Die Zich
niet van Zijn plaats laat dringen. Ongewild spreekt Bileam een rijke adventsprediking uit. „Ik zal hem zien, maar nu niet; ik zal hem
aanschouwen, maar niet nabij."

De tekst geeft de indruk dat dit zien en aanschouwen nog in de toekomst ligt, maar het is voor hem al zichtbare werkelijkheid. We zouden daarom ook kunnen vertalen: „Ik zie hem, maar nu niet; ik aanschouw hem, maar niet nabij." Verrukt staart Bileam in de verte der tijden, ver over de komende eeuwen heen. Daar in de verte ziet hij iets. Verbaasd roept hij uit: „Zie, daar gaat een Ster op; daar komt een Scepter op; daar staat een Heerser op." Ik zie Hem reeds, ik aanschouw Hem al.

Een ster werd in de oudheid gezien als symbool van vorstengrootheid en koningsluister. Deze gedachte zien we ook in de Heilige Schrift naar voren
komen. Ter benaming van machtige koningen spreekt de Schrift van sterren, die blinken als hemellichten. Staande op de hoogte van Peor, ziet Bileam een ster oprijzen. En mocht het koning Balak nog niet duidelijk zijn, dan voegt hij er nog een tweede beeld aan toe. Bileam ziet vervolgens een scepter oprijzen te midden van de tenten van Israël.
Als Bileam daar op de hoogte van Peor staat, schijnt die ster nog niet. Het zal nog eeuwen duren voordat die Ster zal opgaan en die Scepter zal opkomen.
Wat een rijk gezicht heeft Bileam ontvangen op de komende Verlosser. Hij, wien de ogen geopend zijn, mag een rijk getuigenis geven aangaande de
komende Zaligmaker, de Heere Jezus Christus.
Maar wat een ontzaggelijke gedachte: hij die zo’n rijk zicht gehad heeft op het heilsplan van God met deze wereld, zal er zelf geen deel aan hebben. In Gods algemene genade heeft hij rijke weldaden naar voren mogen brengen, maar toch heeft hij er zelf niet in gedeeld. Hij verlangde wel de dood des oprechten te sterven, maar te leven naar Gods wil en wet begeerde hij niet.
Wat kan het toch ver gaan. We kunnen grote dingen besproken hebben; een rijk en diep inzicht gehad hebben in de dingen van Gods koninkrijk en er zelf nog buiten staan. We kunnen tot vlak aan de hemelpoort genaderd zijn, vanwaar toch nog een weg loopt naar de hel. Wat is het toch zaak om onszelf nauw, ja zeer nauw te onderzoeken.

Hoevelen vrezen niet een Bileam te zijn. Zij vrezen nog eens als een huichelaar openbaar te komen. Juist degenen die eraan ontdekt worden dat ze met het hunne voor God niet kunnen bestaan, vrezen zo menigmaal dat het bij hen niet echt is. Is het maar geen verstandswerk? Is het niet Gods algemene genade?
Wat mag dan de profetie van Bileam tot troost worden meegedeeld, voor een ieder die in het duister dwaalt. Want dan heeft Bileam een woord gesproken, dat tot troost mag zijn voor Gods kerk van alle tijden. Want in de donkere nacht van deze wereld ziet hij een Ster opgaan. Christus schijnt voor Zijn volk als een lichtende Ster in de donkere nacht.

Als u wilt weten wat een fonkelende ster bij nacht betekent, dan moet u dat eens vragen aan een zeeman. Wanneer in een donkere stormnacht het schip zwerft over de woelige wateren en geen streepje licht wordt gezien, dan tast het oog van de kapitein de donkere hemel af. En als hij daar aan die donkere hemel de poolster ziet fonkelen, dan is dat het enige vaste punt. Die ster is het houvast om de koers te bepalen en de veilige haven te bereiken.

Die Ster is nu opgegaan in de wereldnacht. Als nu de nacht donker is en uw geweten u beschuldigt en de boze op u aanlegt, dan staat die Ster aan
het hemels firmament. Liefelijker Ster dan deze is aan de hemel nooit verschenen.
Christus is voor Zijn volk een Ster. Hij is het enige houvast. Zijn licht straalt over onze levensweg door de bange nacht van zonde en dood. Maar Hij draagt ook de scepter. Hij verlicht niet alleen het donkere pad, maar Hij is ook Koning. Hij zwaait Zijn scepter over de Zijnen en Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Hij houdt zijn kerk vast in Zijn sterke Middelaarshanden en Hij leidt haar door dit leven heen.

Is dat Licht al ontstoken in uw zondaarshart? Hebt u deze Heere Jezus al mogen erkennen als uw Koning en Heere? Dat Licht is verschenen. Voor dat
Licht moet al het duister van uw leven zwichten. En wie zich mag scharen onder de scepter van deze Koning zal veilig en welgeborgen zijn. Dan gaat het hier vaak nog door diepe dalen, maar geen nood: het Licht gaat u voor. Dan zijn hier de vijanden nog vele en de gevaren groot, maar Hij is Koning. Want voor elk die in het duister dwaalt, verstrekt deez’ Zon een helder licht.

Ds. B. de Romph
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 12 dec 2015 10:28

Èn zalig is zij die geloofd heeft; want de dingen, die haar van de Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.
Lukas 1:45



Elisabeth, de vrouw van de priester Zacharias, geeft hier niet haar persoonlijke mening over Maria. Zij is hier profeet. Er staat van haar dat zij toen zij deze woorden sprak ‘vervuld werd met de Heilige Geest’. Elisabeth mag hier behoren tot één van de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde, die het Woord van God gesproken hebben. Dat Woord heeft Elisabeth in de eerste plaats tot Maria gesproken, maar het is ook voor ons tot onderwijs. Want wat zegt ze van Maria? ‘Zalig is zij die geloofd heeft’. God Zelf geeft hier getuigenis aan de waarheid dat Maria geloofd heeft. Maria heeft het woord van de engel aangenomen door het geloof. Voor haar was het niet een woord van mensen, maar een woord van de Almachtige God, Die niet liegen kan.

Ondanks de onmogelijkheid heeft ze toch geloofd dat de dingen die haar van de engel voorzegd zijn, geschieden zullen. Ze hoeft er geen vraagtekens bij te plaatsen, want ze gelooft dat het woord tot haar gesproken waarachtig is. Daarom mag ze ook zeggen: ‘Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord’. Wij, die achter het gebeuren staan, kunnen gemakkelijk zeggen: Ja, maar Maria moest wel geloven, want het moest toch gebeuren. Het was toch alles in Gods Raad bepaald, dat de Messias geboren zou worden. Er was toch geprofeteerd dat een maagd zwanger zou worden en een Zoon zou baren en dat zij Zijn Naam zou noemen Immanuël, God met ons?’ Maar we moeten daarbij wel bedenken dat hetgeen Maria geloofde voor de mens een onmogelijke zaak was. Het ging boven haar verstand uit. Het was iets buitengewoons en wonderlijks. Een zoon baren als je nog maagd bent? Bovendien een zoon baren, die Gods Zoon genaamd zal worden. Eén, waarvan niet geldt: Wie zal een reine geven uit een onreine. Hoe kan Elisabeth dan toch van Maria spreken en zeggen: Zalig is zij. Alleen maar omdat Maria geloofd heeft.

Geloven is niet een aannemen van wat de mens met zijn verstand aannemelijk en mogelijk toeschijnt, maar vertrouwen op het wonder. En een wonder is iets dat naar onze menselijke rede niet mogelijk is. Het aannemen van het onmogelijke en het vertrouwen op het wonder dat in Gods Woord geopenbaard wordt, dat is geloven. De Heere had het hart van Maria daartoe bereid. Een stil en gerust vertrouwen is er in haar hart dat de Heere doen zal wat Hij gesproken heeft. Ze mag zich volkomen overgeven in de handen des Heeren, naar ziel en lichaam. Door dit geloof is Maria ook niet bang voor de mensen, die haar toch niet geloofd zouden hebben als ze zou vertellen dat een engel haar heeft bezocht met een hemelse boodschap. Ze zouden haar bespot en veracht hebben. Als ze daarbij ook nog zou hebben gezegd dat ze een Zoon zou baren, die over het huis Israëls Koning zou zijn in der eeuwigheid en Zijns Koninkrijks geen einde zal zijn, dan zouden ze eerder hebben gedacht dat Maria niet goed bij haar hoofd was. Maar de Heere heeft volbracht wat Hij beloofd had. Maria is in haar geloof niet beschaamd uitgekomen. De dingen die haar gezegd zijn van de engel zijn geschied. Wat een grote kracht is toch het geloof. Hoe is het mogelijk dat Maria deze dingen zo zonder tegenspreken geloofde? Wel, omdat het geloof een gave van God is. Een geschenk van de Allerhoogste, dat zich richt op de dingen van Gods Koninkrijk en dat in zijn werkzaamheid zich vastklemt aan de beloften Gods, die in Christus Jezus ja en amen zijn. Het is niet zomaar een voor waar houden van alles wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft.

Het is ook een hartelijk vertrouwen dat niet alleen aan anderen, maar ook aan mij, vergeving van zonden en eeuwige zaligheid, uit louter genade, geschonken is. Ook aan mij, ieder voor zich, persoonlijk. Kent u iets van die Maria-gestalte? Van die volkomen overgave aan de Heere en aan Zijn wil? Alleen in het ‘Mij geschiede naar Uw Woord’ is er zaligheid en heil te verwachten. Ziet u uit naar de komst van Christus in uw hart? Is het uw verlangen om de Zaligmaker van zondaren te ontmoeten als uw Zaligmaker? Zijn al uw pogingen om uzelf te verlossen u bij de handen afgebroken? Is uw ziel als van één, die naar de vrede haakt? Dan is het nodig dat onze wil verslonden is in de wil des Heeren, dan moeten we God op Zijn Woord geloven om te ervaren: Zalig is zij die geloofd heeft. Om onszelf zo te mogen overgeven in de handen des Heeren in het geloofsvertrouwen dat de dingen die ons van de Heere gezegd zijn, volbracht zullen worden. Hij zal immers niet laten varen de werken Zijner handen! Groot als we zo in een ootmoedige en onwaardige gestalte het feest van de geboren Koning der Joden mogen vieren en de boodschap van de engel aan de herders mogen verstaan voor eigen hart en leven: Zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids. Dat is voor het eerst en bij vernieuwing nodig om te mogen verstaan dat Christus gekomen is in de wereld om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. De Heere geve ons allen in waarheid met Maria te mogen instemmen:

Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij de Heer’
Mijn Zaligmaker noemen;
Die, in haar lage staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt,
Maar van Zijn gunst doet roemen.


ds. W. Silfhout
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 18 dec 2015 16:17

„Maar de engel zei tot hem: Vrees niet, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elisabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes. Lukas 1:13

Zacharias, de oude priester, was juist bezig de priesterlijke dienst in de tempel te verrichten toen de engel Gabriël plotseling tot hem kwam. Geen wonder dat hij vreesde! Maar Gabriël zei: „Vrees niet, Zacharias.”
Vrees niet, deze woorden komen we dikwijls tegen in de Bijbel. Meer dan 365 keer. Dat is voor elke dag van het jaar voldoende voor mensen die dikwijls vrezen. Een troostrijke gedachte. De engel komt met een blijde boodschap: Vrees niet!

Het gebed van Zacharias om een zoon te mogen ontvangen, is verhoord. Menselijkerwijs gesproken was die geboorte onmogelijk, want zijn vrouw Elisabet was te oud. Maar zoals de geboorte van de Heere Jezus uit de maagd Maria een wonder is, zo ook de geboorte van Johannes. Bij de Heere, de almachtige God, zijn alle dingen mogelijk! Hij zorgt niet alleen voor de Zaligmaker, maar ook voor een wegbereider.

Johannes was de laatste priester van de oudtestamentische bedeling. Hij zou geen priesterkleed dragen, maar een mantel van kamelenhaar. Hij zou ook geen priesterlijke dienst in de tempel verrichten, zoals zijn vader dat deed. Nee, hij riep het volk naar de oever van de Jordaan en daar preekte hij de doop tot bekering en vergeving van zonden. Daar hanteerde hij het zwaard van de Heilige Geest: het Woord van God. Scherp waren de slagen van dat zwaard. Het sloeg de eigengerechtigheid van de godsdienstige mens aan stukken en verscheurde het kleed van de eigenwillige godsdienst. Johannes wees zijn hoorders erop dat hun geboorte uit het zaad van Abraham niet voldoende was om behouden te worden. Evenals de gedachte dat zij door de werken van de wet gerechtvaardigd zouden kunnen worden.

De woorden van Johannes troffen doel. Mensen die het nog best met zichzelf getroffen hadden, kwamen tot de ontdekking dat zij voor God niet konden bestaan. Zo wil de Heere ook nu de weg bereiden door de prediking van Zijn Woord, zodat er plaats gemaakt wordt voor de Zaligmaker in het hart van hoogmoedige, godsdienstige mensen.
Johannes was niet alleen prediker van de wet, maar ook verkondiger van het Evangelie. Nee, hij heeft geen lam geslacht en geen bloed gesprengd op het altaar. Hij heeft een daad verricht die veel heerlijker was. Hij mocht van zichzelf afwijzen en het Lam Gods aanwijzen. „Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!” zo klonk het uit zijn mond (Johannes 1:29).
Daarmee mocht hij de laatste daad van het oudtestamentische priesterschap verrichten: namelijk zijn werk overdragen aan de enige ware Priester, de Heere Jezus Christus. Die de Eerste en de Laatste is. Toen Hij, de ware Hogepriester, gekomen was, moesten offerdienst en priesterdienst verdwijnen. Die vonden nu hun vervulling in Hem, Die Priester en Offer tegelijk was en nog altijd is.

Staande op de drempel van het Nieuwe Testament mocht Johannes dat Lam aanwijzen en ook heerlijk aanprijzen. Dat gebeurt nog steeds door de prediking van Gods Woord, waardoor we allen worden opgeroepen om in het geloof de toevlucht te nemen tot het Lam Gods, de Heere Jezus Christus. Wie dat mag doen, zal het ook uit genade horen: „U is heden geboren de Zaligmaker.” Dan is het echt Kerstfeest geworden en wordt er met een hart vol verwondering bij de kribbe gestameld: „De Heere is groot, genadig en rechtvaardig en onze God ontfermt Zich op ’t gebed.”

ds. R. Veldman
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 18 dec 2015 20:54

Geen kerkmuur zal ons scheiden.

'Want ik ben verzekerd dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, Noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere. Rom, 8:38,39.'

Wat een zalige troost, niets zal ons kunnen scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus, onze Heere. Zijn vrede vult het hart van allen die Hem vrezen. Allen die Hem in het geloof hebben aangenomen, zijn kinderen van God geworden. 'Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven, Joh. 1:12.' Wat een zalige troost, getrokken te zijn uit de duisternis tot Zijn heerlijk wonderbaar Licht. Het is Gods werk en in Hem alleen kunnen wij roemen. Wij allen, wie wij ook zijn, hebben het verdient om voor eeuwig verloren te gaan vanwege onze zonden. God is een heilig God en kan niet leven met de zonden en geen gemeenschap hebben met de zondaar. Toch is het God Die er alles aan gedaan heeft om de door ons verbroken gemeenschap weer te herstellen. Hij gaf Zijn Zoon, opdat zondaren gered zouden worden. Christus is gekomen, als de Gezalfde van de HEERE, om de schuld en de straf die op ons mensen rust, weg te nemen. Hij stierf aan het kruis van Golgotha in de plaats van zondaren.

Iedere zondaar, wie hij of zij ook is, hoe diep ook weggezonken in de modder van de zonden, vindt volkomen vergeving in het offer van de Heere Jezus. Allen die gelovig tot Hem komen, hun zonden belijden en zich helemaal onderwerpen aan Hem als Heere over hun leven, zijn gered. Het is zo eenvoudig en juist daardoor, voor zoveel mensen zo onmogelijk. Het zit in ons mensen om te werken, wij willen iets doen aan onze zaligheid. God vraagt van ons zondaars, geen werken, zelfs onze beste werken zijn voor Hem een wegwerpelijk kleed. Ze kunnen Hem niet behagen. 'Doch wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; en wij allen vallen af als een blad, en onze misdaden voeren ons henen weg als een wind, Jes. 64:6.' God Zelf heeft voor het Middel gezorgd, Hij gaf Zijn Zoon. Allen die in het geloof hun hand op dat offer leggen, zijn voor eeuwig behouden. Niet onze daden maar de daad van God. Niet ons geloof zal ons behouden maar door te geloven dat Christus voor ons is gestorven, begraven en weer is opgestaan, wordt Zijn gerechtigheid ons toegerekend. God de Vader, ziet ons dan aan in het offer van Zijn Zoon. 'Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing, 1 Kor. 1:30.'

Deze daad van het geloof wordt in de Bijbel ook beschreven als een gedoopt worden in Christus. 'Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes, Tit. 3:5.' In het Oude Testament werden dingen gereinigd door onderdompeling. Zo wordt dit beeld geestelijk overgezet naar het bad der wedergeboorte. De daad van het geloof, die onlosmakelijk verbonden is aan de wedergeboorte, wordt hier beschreven als een bad waarin de zondaar, door het werk van de Heilige Geest, gereinigd wordt van alle zonden. 'Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus. Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. Daarin is noch Jood noch Griek, daarin is noch dienstbare noch vrije, daarin is geen man en vrouw. Want gij allen zijt één in Christus Jezus, Gal. 3:26-28.' Wat een onbegrijpelijk wonder. Wie van ons zal ooit kunnen roemen in iets van onszelf? Het is God en Gods genade alleen! Allen die in Hem gedoopt zijn zijn in Hem verenigd met een band die niets of niemand zal kunnen verbreken. Het is een verbintenis in het bloed van Jezus Christus, onze Zaligmaker.
'Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van dit éne lichaam vele zijnde, maar één lichaam zijn, alzo ook Christus, 1 Kor. 12:12.' Christus is het Hoofd van de gemeente. De gemeente is het Lichaam van Christus, bestaande uit allerlei mensen met allerlei gaven, allen getrokken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht. 'Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt, 1 Kor. 12:13.' Door dit wonder van genade, valt het onderscheid tussen Joden en Grieken, Nederlanders en Duitsers, Amerikanen en Indianen, weg. Zijn bloed verenigd mensen vanuit de hele wereld tot één lichaam. De Joden hebben lange tijd afgescheiden geleefd van de wereld. Zij waren het volk met de ceremoniële tabernakel en tempel dienst, met haar vele offers. Toen de Heere Jezus stierf, riep Hij het uit, “Het is Volbracht.” Het voorhangsel in de tempel scheurde van boven naar beneden. God Zelf heeft de ceremoniële dienst opgeheven, nu geen afschaduwingen en heenwijzingen meer. Vandaag is er een vrije toegang tot God de Vader voor allen die tot Hem gaan, door het geloof in de Heere Jezus Christus. Zijn offer heeft onze schuld betaald. 'Want Hij is onze Vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, Ef. 2:14.' Hij is onze vrede, een vrede die de wereld niet kent, een vrede die wij niet kunnen omschrijven. 'En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus, Filipp. 4:7.'

Lieve broeders en zusters, u die mag geloven dat Jezus ook voor u stierf, u bent een lid van het Lichaam van Christus. Geen afkomst, geen huidskleur, geen rijkdom, armoede, gezondheid of menselijke redenaties, zal ons van elkaar kunnen scheiden. Wij zijn één in Hem, Die ons heeft liefgehad van voor de grondlegging der wereld. Hij gaf Zijn bloed en in dat bloed zijn wij verenigd tot roem en eer van Zijn genade. Wij mogen geloven dat op grond van het offer van de Heere Jezus, onze zonden voor altijd zijn weggedaan. 'Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen, Mich1 7:19.' Die zee is zo diep, daar is geen zonde meer terug te vinden, God Zelf zegt het: 'Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet, Jes. 43:25.' Hij denkt niet meer aan onze zonden. O wat een vrede, wat een blijdschap om een kind van God te zijn. Deze wetenschap vult ons hart met vrede en vanuit die vrede willen wij de blijde lofzang laten klinken dat Jezus leeft, Hij is opgestaan en zit aan de rechterhand van God om voor ons te bidden. Nog even en Hij zal komen om allen die Hem vrezen voor altijd tot Zich te nemen.

Wie u ook bent, als u gelooft dat Hij stierf voor u, dan mag u uitzien naar die heerlijke dag dat Jezus komt. 'En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan, Openb. 21:4.' Daar zal werkelijk iedere pijn, elk verdriet, alle zorg, twist en tweedracht voor eeuwig voorbij zijn. Lieve broeders en zusters, zagen wij toch meer op die heerlijke verbintenis in dat allesreinigende bloed van onze lieve Zaligmaker. Laten wij niet zien op dat wat ons verdeeld, maar zien op Jezus Die ons verenigd. Laten wij niet strijden voor ons kerkje maar getuigen van Hem, Die zondaren zoekt en Zalig maakt. Getuig binnen uw kerkelijke gemeente en daarbuiten van Hem en zoek gemeenschap met allen die Hem vanuit een rein hart aanroepen (2 Tim. 2:22).
Soms moeten onze wegen scheiden, denk aan Paulus en Bárnabas in Hand. 15, hoe pijnlijk en onbegrijpelijk ook, God wil het ten goede gebruiken. De prediking van de blijde Boodschap werd nu door Paulus en Bárnabas breder verspreid. Laten we niet zoeken naar onze eer maar Hem eren, loven en prijzen, in de wetenschap dat het nog een kleine tijd is voordat Hij komt, o wat een vreugde. Ook voor U?


Heer zie de wereldnood, o blijf ons dicht nabij;
al 't schepsel zucht. ziet uit naar Uwe heerschappij.
Heer, Uw Gemeente wacht, Uw volheid; maak haar vrij.
Schenk haar nieuw leven en... o Heer, begin bij mij!

Zie Heer Uw kerk verscheurd, ach dat zij eenheid leer'!
En van haar lauwheid zich tot U, o God, bekeer'.
Dat z' als Uw Bruid de volheid van Uw Geest begeer'.
En met verlangen wacht... op Uwe toekomst Heer!

Heer, zie Uw oogstveld aan, de tijd is kort van duur,
veel schoven wachten nog op 't brengen in de schuur;
o, stoot toch maaiers uit vol kracht, geloof en vuur,
Heer, geef een wereldoogst nog in dit laatste uur!

Heer, schenk mij licht in Uwe volheid van gena,
volle verzeek'ring dat 'k met U door 't leven ga,
voll' onderwerping aan Uw Geest, waar 'k ga of sta
volle verlossing door het bloed van Golgotha!


Wilco Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 23 dec 2015 15:39

“En van stonden aan was daar met de engel een menigte van hemelse heirlegers, zeggende: Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde in de mensen een welbehagen.” Lukas 2 vers 13 en 14

Talloos vele malen zal in de afgelopen dagen het “Ere zij God” ten gehore zijn gebracht. Wellicht hebt u zelf meegezongen. Echter, wat steekt dit zingen van ons zeer schamel af bij wat de herders in Efratha’s velden in die unieke nacht hoorden uit de monden van de duizenden engelen. Wat moet dat geklonken hebben! Een hemels gezang. De herders hebben hen niet zien aankomen. Ineens , plotseling waren de hemelse legers er. Zij voegden zich bij de engel die de boodschap van de geboorte van de Zaligmaker aan de herders had verkondigd. Van stonde aan was daar met de engel, zo staat er. Met de engel. Zij stemden niet alleen in met diens boodschap, maar als het ware bevestigden zij deze met hun amen. Een hemels eenheid. Dit geschiedde tot versterking van het geloof, zowel van de herders als van ons.

Wanneer hier de hemel zelf getuigenis aflegt van het heil in de geboren Zaligmaker, hoe ontzaglijk is het dan als we in ongeloof aan dit evangelie voorbij gaan en er geen geloof aan hechten. Ongeloof is zoveel als Het Woord van God niet achten. De zekerheid van het geloof rust in de vastheid en betrouwbaarheid van Het Woord van God. Omdat God Zelf volkomen betrouwbaar is. Het is in die dagen om zo te zeggen een komen en gaan van engelen. Dit tekent het bijzondere van deze dagen. De engel Gabriël wordt gezonden naar Jeruzalem tot de priester Zacharias en later naar Nazareth tot de maagd Maria. Wanneer Christus in Bethlehem is geboren wordt een engel gezonden naar de herders. Immers moet Israël op de hoogte gesteld worden van de komst van haar Messias. Vervolgens is er sprake van een menigte van hemelse heirlegers.

De engelen brengen als afgezanten van de hemel die nacht het “ere zij God” ten gehore. In een taal die de herders zelf ook spreken en verstaan. “Ere zij God in de hoogste hemelen. “ Bij de hoogste hemelen denken we aan de woonplaats van de Heere. Wij zien de boven ons welvende wolkenhemel en sterrenhemel. God de Heere woont en troont in de hoogste hemelen. Zijn troonzaal vol van Zijn overweldigende Majesteit. Omringd met de vele engelen. Zij maken onafgebroken God groot in een hemelse liturgie. Voor de Majesteit van God moeten zij zich wel met hun vleugelen bedekken. Zo groot is God. Zij roepen het uit: “Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen, de ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol.” De engelen zijn ook heilsherauten. Ze zijn boodschappers van het heil. De engelen hebben een majestueuze taak in de velden van Efratha. “Ere zij God in de hoogste hemelen. ” Heerlijkheid aan God, zo zeggen ze.

Deze menigte van engelen komt uit de hemel. Zij waren er getuigen van dat aan de Heere door de hemelingen heerlijkheid wordt toegebracht. Dat wil zeggen dat Zijn heerlijkheid geprezen en groot gemaakt wordt. God de HEERE is de Enige Die er werkelijk toe doet. Hij is van het allergrootste gewicht. Hij is heerlijk. Zijn heerlijkheid komt openbaar in de schepping van hemel en aarde. Vervolgens in de onderhouding van de schepping. Zijn heerlijkheid blinkt uit in Zijn Koninklijke Majesteit Die heel het wereldgebeuren leidt en bestuurt. Deze grootheid van de Heere wordt bezongen in het Psalmenboek. Doch bijzonder blinkt Zijn heerlijkheid uit in het heilswerk tot verlossing van een wereld verloren in schuld. Die heerlijkheid is bezongen in de hemel en dat berichten deze engelen op de aarde om heel de wereld op te roepen tot de lof des HEEREN.

In de nacht waarin Jezus geboren wordt, zijn er herders die de nachtwacht houden over hun kudde. Aan hen wordt de boodschap van de geboorte van Christus gebracht. Daarbij worden zij omschenen door de lichtglans van de heerlijkheid des Heeren. Zij staan in het volle licht. Zij vrezen. En als de engel hen de boodschap heeft gebracht, gaat het verder: “En van stonden aan was er met de engel een menigte van hemelse heirlegers.” Legers van hemelse soldaten. Nee, deze legers verschijnen niet in het machtige Rome om de heerlijkheid van de keizer en zijn rijksgroten meer glans te geven. Deze wereld van rijkdom en macht gaat voorbij. Heeft geen toekomst. Deze hemelse legers staan aan de zijde van dit Kind. Dat heeft de toekomst in Zijn koninkrijk tot in eeuwigheid. Christus komt weliswaar in de vernedering en Hij gaat strijd in. Maar de engelen zijn zeker van Zijn overwinning. Zij zingen als het ware een overwinningslied. De nederige geboorte van Jezus in armoede in een stal is zo voornaam dat er engelen aan te pas komen om dit wereldkundig te maken en te berichten aan herders. Zij houden zich op in het veld onder de blote hemel en waken om beurten in de nacht op de kudde. Terwijl iedereen slaapt, waken zij en zijn dus wakker. Deze eenvoudige herders mogen het eerst de heilsboodschap horen. “Want gij ziet uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen, maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou .” (1 Korinthe 1 vers 26 en 27). En zie, een engel des Heeren stond bij hen. Hij was er ineens. Heette ook hij Gabriël? Nu moet u er goed op letten wat er staat. Lees en herlees het. “En de heerlijkheid des Heeren omscheen hen.” De herders zijn omstraald met de heerlijkheid des Heeren. De hemel op aarde. Dat is een groot genadewonder te noemen. Wat wordt bedoeld met de heerlijkheid des Heeren? Wel,de heerlijkheid des Heeren is de zichtbare en machtige manifestatie van God. De heerlijkheid des Heeren is een openbaring van Gods Majesteit en aanwezigheid .

In het Oude Testament is de heerlijkheid des Heeren de aanwezigheid van God onder het volk Israel. Echter, in het Oude Testament woont om zo te zeggen de heerlijkheid des Heeren inde wolk en achter het voorhangsel en te midden van de dienst der verzoening. Want wie kan voor God bestaan? Wanneer Mozes vraagt om de heerlijkheid des HEEREN te mogen zien antwoordt de Heere: “Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen zien, want Mij kan geen mens zien en leven.” Mozes gaat staan in een kloof van een steenrots en hij mag de achterste delen des Heeren zien, maar niet Gods aangezicht.
Hier echter omstraalt de heerlijkheid des Heeren de herders direct. Hier is de Heere in Zijn majesteit aanwezig . We vragen ons af hoe dat mogelijk is. Voor ons als zondige mensenkinderen is dat immers onmogelijk. Zo totaal zondig zijn we. Wij kunnen voor de heiligheid des HEEREN van nature niet bestaan. De herders vrezen dan ook met grote vrees. Dat is de enig mogelijke reactie. Wie immers kan voor God bestaan? Niemand. In het licht van Gods heerlijkheid verbleekt al mijn zogenaamde gerechtigheid en blijf ik over als een totale zondaar. Voor Gods aangezicht ontvalt mij alle grond. Grote vrees vervult mijn hart. Tegen U, U alleen heb ik gezondigd.

Maar hoor het woord van de engel.” Vreest niet.” Een heerlijk evangelisch woord. Hij neemt de vrees van deze zondige herders tegenover Gods heerlijkheid weg. Ik verkondig, evangeliseer u grote blijdschap. U is heden geboren de Zaligmaker. De engel verwijst de herders naar de geboren Herder, Die als Lam geslacht zal worden en door Zijn arbeid volkomen kan zalig maken. Dat is verlossen van het grootste kwaad en brengen tot het hoogste goed. Het grootste kwaad is dat we door de zonde buiten en zonder God leven. Het grootste goed is in Gods gemeenschap te zijn opgenomen. Door Deze Zaligmaker in de kribbe te Bethlehem kunnen verloren zondaren weer delen in Gods gunst en gemeenschap! En kan God wonen bij zondaren!

ds. M. Pronk
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 24 dec 2015 11:30

Geloof of ervaring?

Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden, Ik ben gevonden van degenen die Mij niet zochten; tot het volk dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik, Jes. 65:1.'

Hoe kan ik ooit zalig worden? Sommige mensen gaan zondag aan zondag naar de kerk en horen daar een prediking die gericht is op de mens en op kenmerken. Jongeren en ouderen horen over de noodzaak van wedergeboorte. Als zij zo sterven zoals zij geboren zijn, gaan zij voor eeuwig verloren. O wat een verschrikkelijke werkelijkheid. Dan horen zij in de prediking de kenmerken van een kind van God. De brug naar de wereld is opgehaald, een verdriet over de zonden, een haten van de zonden en de wereld en een liefde tot God in het hart. Veel predikanten breiden dit uit in allerlei standen en stappen. Men wordt niet zomaar zalig, standaard uitdrukkingen als, zelfkennis, Gods kennis en Christus kennis gaan een eigen leven leiden. De Heerlijke troost die Zacharias Ursinus in de “Heidelberger Catachismus” heeft beschreven en uitgewerkt in 52 behandelingen wordt gebruikt als meetlat en stappenplan. Maar hoor ik iemand vragen: “is het dan niet zo dat de weg van bekering gepaard gaat met ellende, verlossing en dankbaarheid?” Ja, door de kennis van onze ellende gaan we roepen naar God en onze toevlucht zoeken bij het kruis van Golgotha om daar de verlossing van onze zonden en schuld te vinden in het offer van de Heere Jezus Christus om dan in dankbaarheid de verdere weg in het nieuwe leven te mogen gaan. God de Vader trekt zondaren tot de Heere Jezus, die in het geloof leren rusten in het volbrachte werk van hun Heiland.

In onze prediking moeten we dus niet de kenmerken en de vruchten van het nieuwe leven vooropstellen maar de Heere Jezus verhogen, Hem eren, loven en prijzen zodat zondaren getrokken kunnen worden uit de duisternis van hun bestaan tot het heerlijk wonderbaar Licht. Als een zondaar aan de hand van kenmerken tot de ontdekking moet komen of hij wel of niet een kind van God is, zal hij of onverschillig worden of de wanhoop zal om het hart slaan. Een zondaar zal in zichzelf namelijk nooit een kenmerk van het nieuwe leven vinden omdat hij dood is in zonden en misdaden. Elk mens is van nature een vijand van God en gericht op zichzelf. Misschien bent u wel zo iemand die niet meer weet hoe het moet, u hoort zondags preken over de kinderen van God en in uw eigen leven ziet u niet anders dan zonden. Hoeveel van onze jonge mensen zitten er niet in vast, de één in de zonde van drugs verslaving, de ander is seksverslaafd weer een ander is aan de drank geraakt of brengt een groot gedeelte van de dag door met gamen of internet surfen. Deze jonge mensen zullen door de preek alleen maar afgestompt worden. Onder deze jongeren zijn er die roepen naar God om bevrijding van hun verslaving, tegelijk zijn zij bang voor God en voor Zijn toorn. Hoe zal zo'n zondaar leren schuilen in de schuilplaats des Allerhoogste?

Lieve vrienden, de Heere heeft vanuit de hemel gezien dat er niemand goed is, 'Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt; Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe, Rom. 3:11,12.' U niet, uw buurman of buurvrouw niet. Dus als het van u, uw buurman of buurvrouw af moet hangen, dan zal de hemel leeg blijven. Dit is iets wat u echt moet beseffen. Er is van ons mensen niets goeds te verwachten. Ons hart is vol zonden en het is een wonder van genade dat niet al die zonden er uit komen. Natuurlijk is er veel schijnheiligheid en gemaakte vroomheid. Dit heeft al zoveel mensen in verwarring gebracht. Wij mensen zijn zondig en vol gebrek, dit zal blijven tot onze dood. Ook een kind van God kan in diepe zonden vallen, denk aan David, Salomo, Petrus en nog veel meer van wie we in de Bijbel kunnen lezen. Stel je voor dat jij in je jonge leven zou opzien op David, je denkt, zo moet ik ook leven want dan ben ik een kind van God. Wat een enorme teleurstelling, wat een verschrikkelijke klap zal jouw treffen als je hoort dat David in overspel is gevallen en ook nog eens een moordenaar is geworden. Je hele wereld stort in. Daarom zegt de Heere God dat wij niet op mensen zelfs niet op prinsen moeten vertrouwen. Het kan er allemaal zo mooi en echt uitzien maar wie van ons kent het hart dan God alleen?

Wie u ook bent, u hoeft niet naar een ander te kijken, u hoeft uw leven niet te meten aan dat van een ander, hoe godzalig hij of zij ook wandelt. U hebt genoeg aan uzelf, u bent zwart van de zonden en u hebt een Verlosser nodig. O, luister dan naar dat heerlijke Woord van God. Er is hoop voor de grootste zondaren.
David was gevallen, hij bleef niet in zijn zonden liggen en vluchtte niet bij God vandaan al wist Hij dat God een hater is van de zonde, een Heilig en rechtvaardig God en een verterend vuur. Nee, hij zocht de Heere op: 'Zijt mij genadig, o God, naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken en rein zijt in Uw richten. Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend. Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw, Ps. 51:3-9.'

Kent u ook uw zonden? Hebt u al eerlijk in de spiegel van Gods Heilige wet gekeken en gezien dat u zwart bent van de zonden. Weet dan dat u om eigen schuld de eeuwige dood en hel verdiend hebt. God is een hater van de zonde en moet deze zonde wreken. De hel is de plaats die bereidt is voor de duivel en allen die hem volgen. Ziet u dat u met al uw ellende kennis voor eeuwig verloren kunt gaan? Saul en Judas hadden ook een grote ellende kennis maar het is daar bij gebleven. Het is niet belangrijk hoe diep uw kennis van uw ellende is, het is veel belangrijker dat u in uw ellendigheid vlucht tot de Heere Jezus. Hij roept u toe: Kom tot Mij en Ik zal u rust geven. Zie toch op Jezus en Jezus alleen. Hij is gekomen vanuit de hemel om zondaren te verlossen uit de verschrikkelijkste zonden. Hij stierf aan het kruis in de plaats van hen die naar Hem niet hadden gezocht. O die liefde van onze Heiland. Hij roept u toe vanaf het kruis: 'Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.' Laat niets of niemand u tegenhouden om te gaan naar Hem die ook u roept. Denk eens aan Levi (Mattheüs) in zijn tolhuis. Jezus kwam langs en riep: “Volg mij” Hij verliet alles en volgde Jezus. Denk aan de Moordenaar aan het kruis, hij zag in dat hij gezondigd had en riep nog net voordat hij stierf: 'Gedenk mijner als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn, Luk. 23:42b' Hoe diep was zijn ellende kennis? Wij weten het niet, maar hij riep vanuit het besef van zijn zonden uit gedenk mijner 'en Jezus zeide tot hem: Voorwaar zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn, Luk. 23:43.'

Laten wij ervoor waken dat we ons niet mooier voordoen dan we zijn en tegelijk, laten we ons niet bedriegen op weg en reis naar de eeuwigheid. De duivel heeft er al duizenden gewonnen door mensen te misleiden en hen te zeggen dat ze te veel gezondigd hebben om te gaan tot Jezus. Anderen hebben een leven lang gewacht op het moment dat ze een bepaald gevoel over hun zonden zouden krijgen, helaas het is te laat. Weer anderen hebben een diep besef van hun zonden en ellende leren kennen en zijn daarop gaan rusten, helaas ook zij zijn verloren gegaan omdat zij niet de kracht van het verlossende bloed hebben leren kennen. Jezus alleen is ons leven, de Vader heeft Hem geschonken opdat zondaren die bij Hem hun leven zouden zoeken het ook zouden vinden. Duizenden mensen hebben dag in dag uit gebeden om een nieuw hart en gevraagd of de Heere hen wilde bekeren en toch zijn zij verloren gegaan. Hoe komt dat? Wil God hen dan niet zalig maken? Nee dat is het niet. 'Welke wil dat alle mensen zalig worden en tot de kennis der zaligheid komen, 1 Tim. 2:4.' God wil niet dat u in uw zonden sterft. 'Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE; daarom, bekeert u en leeft, Ezech. 18:32.' De Heere Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was en Zijn prediking klonk niet: “bid om een nieuw hart en vraag maar veel om bekering” Zijn bevel was: 'Bekeert u en gelooft het Evangelie, Mark. 1:15.' Met andere woorden, zie toch in dat u gezondigd hebt, zie toch in dat u uzelf niet kunt opknappen, u hebt een Verlosser nodig, kom tot Mij en gelooft dat ik gekomen ben om u te redden.

Lieve vrienden, er is een Zaligmaker ook voor u ja ook voor jou. Zoek het niet langer bij uzelf maar ga tot Hem en Hij zal u redden. “Heere Jezus hier ben ik, ik heb gezondigd en gedaan dat kwaad is in Uw oog, o wees mij toch genadig, neem mijn leven laat het Heere toegewijd zijn aan Uw eer.” Wil je de Heere Jezus leren kennen als jouw persoonlijke Zaligmaker en tegelijk je hele leven aan Hem geven? Laat satan je dan niet tegenhouden en ga in al je eenvoud met al je zonden en je zult het leven vinden. De zonde waarin je verstrikt zit, zal zijn macht verliezen als je mag geloven dat Jezus met Zijn bloed betaalt heeft ook voor die zonde. In Hem alleen ligt onze hoop, onze redding en ons eeuwig leven. Zijn Naam zij geprezen. Amen.


Vaste Rots van mijn behoud,
Als de zonde mij benauwt,
Laat mij steunen op uw trouw,
Laat mij rusten in uw schauw,
Waar het bloed, door u gestort,
Mij de bron des levens wordt.

Jezus, niet mijn eigen kracht,
Niet het werk, door mij volbracht,
Niet het offer, dat ik breng,
Niet de tranen, die ik pleng,
Schoon ik gansche nachten ween,
Kunnen redden, Gij alleen.

Zie, ik breng voor mijn behoud,
U geen wierook, myrrhe of goud,
Ledig kom ik, arm en naakt,
Tot den God, die zalig maakt,
Die de zielen kleedt en voedt,
Die ze troost en leven doet.

Eenmaal als de stonde slaat,
Dat mijn lichaam sterven gaat,
Als mij ziel uit de aardsche woon,
Opstijgt tot des Rechters troon,
Rots der eeuwen, in uw schoot,
Berg mijn ziele voor den dood.


Wilco Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 26 dec 2015 11:17

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven … Jesaja 9:5a

‘Met blijdschap geven wij u kennis van de geboorte van onze …’ Dat zijn soms de eerste woorden van een geboortebericht. Onze tekst is ook een geboortebericht. Alleen, er is iets merkwaardigs mee. Jesaja heeft dit geboortebericht al verstuurd 750 jaar voordat het Kind geboren zou worden. Verlicht door de Geest van Christus staat Jesaja in het geloof bij de kribbe van Bethlehem en aanbidt met de wijzen uit het Oosten het heilig Kind Jezus en spreekt: ‘Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.’

Waar Jesaja naar uitzag, daar mogen wij in deze Adventsweken van het jaar 2015 op terugzien. Wij mogen gedenken dat heerlijke heilsfeit van de geboren Zaligmaker. Hebben wij dit geboortebericht weleens met verwondering en blijdschap gelezen? Dit geboren Kind en deze gegeven Zoon is niemand anders dan de Heere Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon. Hij is waarachtig God en waarachtig en rechtvaardig mens. God en mens in een Persoon. Zo is Hij Immanuël, God met ons! Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. Wie zijn die ‘ons’? Niet de gevallen engelen, die kunnen nooit meer zalig worden. Met die ‘ons’ worden mensen bedoeld, gevallen Adamskinderen. Dat is wel het grootste wonder. God gaf Zijn Zoon aan ons, ten behoeve van ons, zondaren. In deze gift openbaart de Vader Zijn soeverein welbehagen tot zaligheid van verloren Adamskinderen. Hier scheuren de hemelen. Hier daalt God neder met Zijn eeuwige liefde. Hij geeft Zijn Zoon om de zaligheid te verdienen en toe te passen tot verheerlijking van al Zijn deugden. De Zoon komt om Gods volle toorn te dragen en te doordragen, opdat God verzoend en verheerlijkt zou worden door het volmaakte offer van de Zoon. En op grond van dat offer kan de Vader de zaligheid geven aan Adamskinderen.

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. Ook mij, vraagt iemand? Dat is toch onmogelijk? Ik ben enkel zonde! Het is alles verdraaidheid en verkeerdheid bij mij. Ik heb het al zo lang tegen de HEERE uitgehouden. Voor mij kan het nooit meer! Inderdaad, vanuit uzelf kan het nooit meer. Maar wat voor u nu onmogelijk is en wordt, dat is en wordt mogelijk bij God! Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn! Weet u door welke weg u met dit geboren Kind en met deze gegeven Zoon verbonden kunt worden? Dat is de weg van de wedergeboorte. Want door de geboorte van het Kindeke Jezus is de wedergeboorte mogelijk. De wedergeboorte is Zijn geboorte in het zondaarshart.

En waar dit wonder heeft plaatsgevonden, daar ga ik door het ontdekkende licht van de Heilige Geest leren: ‘’t Is niet alleen dit kwaad, dat roept om straf; neen, ’k ben in ongerechtigheid geboren; mijn zonde maakt mij ’t voorwerp van Uw toren, reeds van het uur van mijn ontvang’nis af’ (Ps. 51:3). Wat wordt het dan een wonder als de Heilige Geest mijn blinde zielsogen opent voor die plaatsbekledende en schuldovernemende Borg, Die met Zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt (antw. 36, HC). Daar belijd ik vanuit het niet klein te krijgen wonder: ‘Het heeft Gode behaagd, Zijn Zoon in mij te openbaren.’ Want een Kind is mij geboren, een Zoon is mij gegeven. Bent u zo weleens hartelijk verblijd geweest over dit geboortebericht?!

Of maakt het voor u niet veel uit, dat Hij geboren is? Foei toch! Smeek dit geboren Kind en deze gegeven Zoon om ontdekkende genade, dat u ziende mag worden. Opdat u in het heden der genade leert roepen: ‘Geef mij dit geboren Kind, deze gegeven Zoon, of ik sterf, want buiten Hem is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.’ Doen hoor! Blijven roepen!
Het kan nog! Het mag nog! Hij is toch zo’n alles bereidwillige en algenoegzame Zaligmaker!
Niemand is voor Hem te slecht, te schuldig, te jong en te oud! Waar dan heen?! Naar Jezus heen! Opdat u het vanuit Zijn omhelzing mag geloven: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.’ Gode zij dank, voor Zijn onuitsprekelijke Gave!

ds. C.M. Buijs
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor MoesTuin » 27 dec 2015 10:27

De wind blaast waarheen hij wil, Johannes 3:8.



Aan het eind van dit jaar gekomen, mogen we met dankbaarheid vervuld, terugzien op de tijd die de Heere ons gaf. Weer heeft Hij ons willen sparen en bewaren, ieder uur is een uur van genade. Wat een wonder dat wij te midden van de wereldse chaos Zijn Woord mogen hebben. Het Woord van God dat ons onderwijst. ‘Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust, 2 Tim. 3:16,17.’ Het Woord dat ons leert Wie God is. Het Woord dat ons de Weg ten leven wijst. Jezus Christus Gods Zoon die het Zelf gezegd heeft. ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij, Joh. 14:7.’ Dan willen we aan het einde van dit jaar nog één keer stilstaan bij het wondervolle onbegrijpelijke handelen van de Heilige Geest in het wonder van de zo noodzakelijke wedergeboorte.

Wat is wedergeboorte? Wat is de werking van de Heilige Geest? Is de mens passief in de wedergeboorte of wordt er iets van de mens verwacht? Kan een mens iets doen om behouden te worden? Gaat een mens om eigen schuld verloren, of is dat omdat God hem of haar niet heeft uitverkoren? Dit zijn zo wat levensbelangrijke vragen waarmee veel mensen worstelen. Het antwoord op deze vragen is van zo groot belang dat ik u ernstig wil vragen om het antwoord te zoeken in Gods Woord. Het is God Zelf Die u wil leren hoe groot, rechtvaardig, genadig, vol van goedertierenheid en waarheid Hij is. ‘Welgelukzalig is de mens die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten, waarnemende de posten Mijner deuren. Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den HEERE, Spr. 8:34,35.’

Nicodémus, een overste der Joden uit de sekte van de Farizeeërs, leefde in de tijd dat de Heere Jezus wandelde op deze aarde. De woorden van Jezus maakte indruk op hem en wel zo dat hij in de nacht, de Heere Jezus opzocht. Het feit dat hij in de nacht ging maakt duidelijk dat hij bang was om gezien te worden. De Joden hadden een afspraak gemaakt dat al wie beleed dat Jezus de Christus was, niet meer in de synagoge mocht komen (Joh. 9:22). Om die reden durfde mensen niet met vrijmoedigheid over hem te spreken (Joh. 7:13). Toch zien we dat deze Nicodémus de moed neemt om Jezus te bezoeken. Hij wilde een antwoord hebben op zijn vragen en tot wie kunnen wij beter gaan dan tot Jezus?

Nicodémus begint het gesprek met: ‘Rabbi, wij weten dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen die Gij doet, zo God met hem niet is, Joh. 3:2.’ Hier spreekt hij duidelijke taal, God moet wel met Jezus zijn, hoe zou Hij anders al deze tekenen kunnen doen. Nicodémus was getuige geweest van de wonderen die Jezus deed en de woorden die Hij sprak als macht hebbende en niet als de schriftgeleerden (Matth. 7:29). Hij begreep niet dat hij oog in oog zat met de Zaligmaker der wereld. Jezus de Zoon van God, God uit God en mens uit mens.

‘Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien, Joh. 3:3.’ Wat een onderwijs. Wat een vreemde woorden voor Nicodémus, die geloofde dat hij door eigen doen en laten de zaligheid verdienen kon. Hij was onderwezen in de wetten van Mozes en gaf zelf onderwijs aan de mensen hoe zij moesten leven. Het was een man met veel verstand, prachtige woorden en een voorbeeldig leven maar van genade had hij nog niets begrepen. Wedergeboorte was iets onbekends. ‘Nicodémus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, nu oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijner moeders buik ingaan en geboren worden? Joh. 3:4.’ Nicodémus begreep niet dat Jezus hier sprak over een geestelijk geboren worden. Een geboren worden uit water en Geest, zoals we ook lezen in Titus 3:5: ‘Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes.’


In de doop zien we symbolisch het bad der wedergeboorte, een sterven, begraven en een opstaan uit de dood. De oude mens wordt begraven in het waterbad en daaruit op komt de wederomgeboren mens, niet meer levend in het vlees maar door de Geest. De doop is het symbool en tegelijk een belijdenis waarin de mens die tot het geloof gekomen is, belijd zijn oude leven achter te laten en in een nieuw Godzalig leven te willen wandelen. Een getuigenis tegenover de hemel, de gemeente maar ook tegenover de overheden en de machten in de lucht. Een wederomgeboren mens leeft door water en geest. De wassingen van het water dat is het Woord. ‘Gijlieden zijt nu rein om het woord dat Ik tot u gesproken heb, Joh. 15:3.’ Zoals de priester onder het oude verbond moest gaan naar het koperen wasvat om zichzelf te reinigen zo gaan wij tot het Woord en worden gereinigd.

Voor Nicodémus, die leefde in het vlees, was het alles zo onbegrijpelijk. Jezus sprak: ‘Verwonder u niet dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden, Joh. 3:7.’ Jezus wist, dat Nicodémus er niets van begreep en gaat verder met Zijn hemels onderwijs. ‘De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk die uit den Geest geboren is, Joh. 3:8.’ Zoals wij de wind wel horen maar niet weten waar het vandaan komt en waar het heengaat zo is het ook in het geestelijke. Wie kan verklaren wat wedergeboorte ten diepste is en hoe het er aan toe gaat? Wie kan de route uitstippelen en de maat meten? Het is al uit God, door God en tot God. Het is de Heilige Geest die harde harten verbreekt. ‘En Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwen geest in het binnenste van u geven, en Ik zal het stenen hart uit hun vlees wegnemen, en zal hun een vlezen hart geven, Ezech. 11:19.’

Wij mensen kunnen de verborgenheden niet bevatten. Wij kunnen de werking van Gods Geest niet verklaren. ‘Gelijk gij niet weet welke de weg des winds zij, of hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere vrouw , alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt, Pred.11:5.’ Laat de Heere Jezus ons in Zijn onderwijs dan achter met duizend vragen waarop wij nooit een antwoord krijgen? Is zijn onderwijs dan bedoeld om ons wanhopig te maken? Nee, dit is niet het doel waartoe God de Vader Zijn Zoon geschonken heeft. ‘Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem, 1 Joh. 4:9.’

Jezus gaat door met een heel eenvoudig voorbeeld te nemen. Een voorbeeld waar wij allemaal een duidelijk beeld bij kunnen hebben. Lang voor het gesprek van Nicodémus met de Heere Jezus wandelde het volk Israël door de woestijn. Verlost van het juk van de Egyptenaren waren ze op weg naar het beloofde land. God zelf ging hen voor, Hij zorgde iedere dag voor voldoende eten en drinken toch, ieder keer weer was het volk opstandig en mopperde het tegen God. Als ze trekken om het land van de Edomieten, zijn ze verdrietig en beginnen te mopperen tegen God en Mozes. ‘Waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, opdat wij sterven zouden in deze woestijn? Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel walgt over dit zeer lichte brood, Num. 21:5.’ Als straf op deze ontevredenheid zond de Heere God vurige slangen die het volk beten. Veel Israëlieten stierven door de giftige beten. Toen klonk het uit hun mond. ‘Wij hebben gezondigd, omdat wij tegen de HEERE en tegen u gesproken hebben; bid den HEERE, dat Hij deze slangen van ons weg neme, Num. 21:7.’ Mozes kreeg een opdracht. ’Maak u een vurige slang en stel ze op een stang; en het zal geschieden dat al wie gebeten is, als hij haar aanziet, zo zal hij leven, Num. 21:8.’ En dan lezen we in het 9e vers: ‘en het geschiedde als een slang iemand beet, zo zag hij de koperen slang aan en hij bleef levend.’

De mens had gezondigd in opstand tegen God, God zond de straf, het volk beleed schuld en God schonk hen de verlossing. Werden dan alle Israëlieten weer beter? Nee, alleen zij die de boodschap van verlossing geloofden en zagen op de koperen slang.

Dit beeld nu, neemt de Heere Jezus in het onderwijs aan Nicodémus. ‘En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, Opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe, Joh. 3:14 en 15.’
De Israëlieten die vertrouwden op eigen inzichten en het weigerden om te zien op de verhoogde slang moesten onherroepelijk de dood sterven. Zij die zelf niets hadden om zich te redden en keken naar de slang werden behouden. En alzo is de Zoon des mensen verhoogd, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve maar eeuwig leve hebbe. God vraagt geen ingewikkelde dingen. Hij weet dat wij mensen onszelf niet kunnen redden. Daartoe zond Hij Zijn eigen Zoon. Wij hebben gezondigd in opstand tegen God. God overtuigd door Woord en Geest dat wij gezondigd hebben. Gelooft u dat? Belijdt uw zonden en zie op Jezus, Die verhoogd is aan het kruis op Golgotha en uw zonden zijn u vergeven. ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe, Joh. 3:16.’ Het is geen hogere wiskunde, u wordt niet gevraagd uzelf op te knappen. U hoeft de Bijbel niet uit uw hoofd te leren. U mag komen zoals u bent. Er is genade overvloeiende voor alle zondaren. ‘Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden, Joh. 3:17.’ Zie dan die Goddelijke liefde, hoort dan de blijde boodschap, verlaat alles wat geen stand houdt en richt uw hart en oog op de verhoogde Christus. Daar hing Hij de lang verwachte Messias tot een vloek geworden tussen hemel en aarde. De aarde wilde Hem niet hebben en de hemel was gesloten. O, wat een Heiland is onze Jezus. Daar hing Hij vrijwillig, nam al onze schuld en zonde op Zich met dat éne doel. Zondaren te zaligen van hun zonden en weer te herstellen in de gemeenschap met God de Vader. Zie daar, daar is de Weg geopend tot God de Vader. Nu is er geen verdoemenis voor diegenen die in Christus Jezus Zijn (Rom. 8:1). Allen die gelovig op hem zien, zullen eeuwig leven. Want: ‘Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam van den eniggeboren Zone Gods, Joh. 3:18.’

O Lieve vrienden, die gelooft wordt niet veroordeeld. Maar die niet gelooft is al veroordeeld en waarom? Omdat hij of zij niet gelooft in Jezus Christus de Zoon van God. ‘En dit is het oordeel, dat het Licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos, Joh. 3:19.’ Hoe is het nu met u? Hebt u de zalige rust gevonden in de doorboorde handen van Jezus? Heeft het water dat uit Zijn zijde stroomde u gereinigd en het bloed u verzoent? Dan mag u weten en geloven dat zijn dood uw leven werd. Daar op het kruis, is uw oude mens gekruisigd en nu mag u leven in de kracht van Zijn opstanding. ‘Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor, dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levend zijt in Christus Jezus, onzen Heere, Rom. 6:11.’

Zo zien we dat alles uit God voortvloeit. ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft, 1 Joh. 4:19.’ God zond Zijn Zoon ter verlossing, wij mogen gelovig zien en voor altijd met Hem leven. Zo is het geloven in Jezus Christus het antwoord op het Woord van God en tegelijk het zichtbare effect van een onzichtbaar handelen van God. Het is de trekkende liefde van de Vader (Joh. 6:44). Terwijl de mens zich aan Christus geeft, geeft de Vader hen aan Hem. Terwijl de mens kiest voor God is het God die hen kiest. Het is niet van elkaar los te koppelen, wij zijn geen stokken en blokken die wachten op God. Het hele heilsgebeuren in Christus Jezus is een eenheid, het is niet een daad van mensen en een handelen van God, het is één geheel, het gaat van God uit, wordt door Hem geleid en zal ook door Hem voleindigd worden. Het is voor ons mensenverstand een mysterie een verborgenheid. Ons wordt niet gevraagd om daarin te wroeten en het te willen verklaren, laten wij het wonder bewonderen en Gods genadige liefde aanbidden tot eer en glorie van Zijn Naam. ‘De wind blaast waarheen hij wil’ Wat een troost, God gaat door met het verzamelen van Zijn kinderen, uit alle volkeren, geen zondaar heeft te lang, teveel of te diep gezondigd, in het bloed van Jezus Christus is vergeving van alle zonden. Hallelujah, lof zij het Lam.

Psalm 116 vers 7
Wat zal ik, met Gods gunsten overlaân,
Dien trouwen HEER' voor Zijn genâ vergelden?
'k Zal, bij den kelk des heils, Zijn Naam vermelden,
En roepen Hem met blijd' erkent'nis aan.



Wilco Vos
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Chaya » 06 jan 2016 13:05

We zijn onderweg! Waarheen?

„...want de mens gaat naar zijn eeuwig huis..." Prediker 12 vers 5

Iemand kreeg van zijn arts een slechtnieuwsbericht. Zijn ziekbed zou zijn sterfbed worden. Tegen een vriend die hem in die dagen bezocht, zei hij: „Nu gaat het eropaan komen. Uiteraard begreep ik wat hij bedoelde. Het zou sterven worden en sterven betekent God ontmoeten. Toch was ik het niet met hem eens. Vanaf onze geboorte zijn wij mensen immers onderweg naar de eeuwigheid. En de meesten van ons krijgen geen sterfbed waarop zij zich op die eeuwigheid kunnen voorbereiden. Niet voor niets zegt de Prediker: „Gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen.

In dat kader staat het woord waarnaar we willen luisteren in deze eerste dagen van het jaar 2009, het jaar dat u en ik samen begonnen zijn, terwijl niemand van ons weet of hij of zij het einde van dit jaar zal beleven: „De mens gaat naar zijn eeuwig huis. Het directe verband waarin deze woorden door de Prediker zijn neergeschreven, lijkt te wijzen op een boodschap voor oude mensen. Dat ligt ook voor de hand. Oude mensen moeten immers sterven. Maar wie verder leest, ontdekt dat de Prediker in de eerste plaats jongeren op het oog heeft. Jonge mensen kunnen immers ook sterven. Het zilveren koord kan zomaar breken; de kruik kan per ongeluk in stukken vallen. Van alle mensen, jong en oud, rijk en arm, geldt: wij zijn onderweg naar ons eeuwig huis. U hebt toch wel gezien dat de woorden van de tekst in de tegenwoordige tijd staan. Dit is werkelijkheid op dit moment, nu u dit leest in alle rust misschien. En niemand kan denken: dit is niet van toepassing op mij. Hier wordt gesproken van de mens, heel algemeen. Daar zijn geen uitzonderingen op. Het geldt van ons als kinderen van Adam, omdat wij kinderen van Adam zijn: stervelingen, wier dagen zijn als het gras dat heden bloeit en morgen in de oven geworpen wordt. Bij alle verschil geldt deze zin van alle mensen zonder uitzondering: „De mens gaat naar zijn eeuwig huis. Wij zijn onderweg naar de eeuwigheid. U en jij bent het met mij eens dat het de moeite waard is daarbij stil te staan aan het begin van dit nieuwe jaar? Elke dag en elk uur brengt mij nader bij de grens van leven en dood. Waar is de reis naartoe?
Kan ik dat weten? Let nog eens even op de woorden van de Prediker: „De mens gaat naar zíjn eeuwig huis. Aan het einde van ons leven komen wij thuis. Dat wil zeggen: daar waar wij horen, daar waar wij nu al graag willen zijn, waar we ons thuis voelen.

Wanneer we ons thuis voelen in de wereld, dan zijn we in de eeuwigheid waar de wereld is. Dan ben je niet bij God, want wie een vriend van de wereld is, is een vijand van God. U voelt wel aan dat het een heel verschil is of je een vriend van de wereld bent of dat je mag belijden: „Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw naam ootmoedig vrezen. Dan heeft je leven een heel andere richting. Lees Psalm 1 er
maar eens op na en u ziet de twee wegen zo helder als glas getekend. Zing Psalm 84 eens mee:
„k Waar liever in mijns Bondsgods woning
een dorpelwachter dan gewend
aan de ijdele vreugd in s bozen tent.

Nee, van nature zijn we het daar niet mee eens, al zijn we keurige, degelijke kerkmensen. Sinds Adam verkeerd koos, kiezen wij allemaal verkeerd. Dan kiezen we, net als de mensen in de dagen van Noach, voor een leven buiten de Ark. Is dat bij u al anders geworden?
Waar is de reis naar toe?
Weet u wat beslissend is? Jezus zegt: „In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; Ik ga heen om u plaats te bereiden. Doet Hij dat ook voor u? Het is de moeite waard om op die vraag biddend het antwoord te zoeken aan het begin van 2016.

ds. J. Westerink
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 20 gasten