Hedendaagse meditaties

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 08 feb 2014 11:13

EEN NIEUW HART

,,En ik zal U een nieuw hart geven”.

Ezechiel 36 26a

Wij leren het de kleine kinderen al, te bidden om een nieuw hart. En toch, hoe weinig verstaan wij van de onuitsprekelijk grote schat, die in die drie woorden besloten ligt: een nieuw hart. Nooit zal een mens, al bereikt hij de leeftijd van de zeer sterken, voor dat kindergebed te oud of te groot worden. Nooit zal hij – al mag hij van dat nieuwe hart geen vreemdeling zijn – kunnen zeggen hoe groot het wonder is, dat hij bezit. Nooit ook is te zeggen, hoe arm de mens is, die deze schat mist. Een nieuw hart. Ach, koning Saul kreeg een ander hart. Hij kreeg een hart met koninklijke moed, met gaven, die hem tot het ambt bekwaamden. Hij kreeg vele gaven, maar hij miste de vruchten. Hoe menigeen heeft aan de gaven genoeg en bemerkt niet zijn grote tekort: het gemis van de vruchten van het nieuwe leven. Met een ander hart kan men wel ver komen, zóver zelfs, dat anderen verwonderd vragen: is Saul dan ook onder de profeten? Maar men mist de eigenschappen van het nieuwe hart. Wat is dan van dat nieuwe hart te zeggen? Het is een verbroken en verslagen hart, waarachtig verslagen van zielesmart over zonde en schuld. Het is een verootmoedigd hart, dat voor de Heere zo hartelijk en diep buigt in het stof. Het nieuwe hart denkt zo klein van zichzelf en zo groot van God. Het nieuwe hart is een hart, waarin de liefde Gods is uitgestort tot God en tot de naaste. Men heeft een ander voor de hel niet meer over en smacht naar zijn behoud. Het nieuwe hart is een verlicht hart, het verstaat dingen, die het voorheen een dwaasheid achtte; het krijgt deel aan die wetenschap der heiligen, die voor wijzen en verstandigen verborgen is en aan de kinderkens geopenbaard. Het nieuwe hart beeft voor God en voor Zijn Woord, en heeft die God en dat Woord tegelijk zo innig en hartroerend lief. Het nieuwe hart is zo bevreesd voor het oude hart, voor de inwonende verdorvenheid, die het af wil trekken van Gods zalige gemeenschap. Het nieuwe hart hongert en dorst zo naar de volkomen en blanke gerechtigheid van Christus en acht alles buiten Hem minder dan schade en drek. Het nieuwe hart zoekt de dingen die boven zijn, het trekt op God aan. Dat kan ook niet anders, want het is een Godsgeschenk, en alles, wat uit God is, keert tot God weder.

Ds. A. Moerkerken

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 10 feb 2014 10:13

De hand des HEERE (....) verwoestte hen ~ 1 Samuël 5 vers 6

Hij verwoestte hen. En 'hen, dat zijn de Filistijnen, die de ark Gods hadden buitgemaakt en als een
belediging en vernedering in hun tempel te Asdod naast hun eigen god Dagon hadden neergezet.
Toen raakten zij verschrikt: tot twee keer toe viel god Dagon s'nachts en verloor in de meest
letterlijk zin des woords zijn gezicht en werd onthand: hoofd en handen lagen afgehouwen op de
drempel.
Zo deed God.
En zo doet God nog! Ook onze afgoden kan Hij vernederen en ons de afgodendienst onmogelijk maken.
En hoe pijnlijk dat ook is, hoe verbijsterend, het is toch genade, want Hij wijst ons daardoor nog op
Zichzelf. 'De Heer wou mij wel hard kastijden, maar stortte mij niet in de dood; verzachtte vaderlijk
mijn lijden, en redde mij uit alle nood'.

Redding door verwoesting!

ds. J.J. Poort

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 11 feb 2014 14:46

Markus 15 vers 16 - 21

Achter Jezus het kruis te dragen, houdt heel wat in.
Ontzaglijk veel wordt er geleden, dag in, dag uit.
En vergeet de nachten niet ~ die zo lang zijn voor hen die in ellende verkeren.
Om dán achter de Heere aan te mogen gaan: niet klagend, maar dragend en biddend om kracht...
Simon van Cyrene wordt gedwongen het kruis van Christus te dragen.
Hij komt van zijn stukje land en meteen is hij betrokken in het lijden van Christus.
Een argeloos voorbijganger, die niets met de tierende optocht te maken heeft, wordt er plotseling middenin gehaald.
Wat zal hij zich verzet hebben! 'Ik heb geen tijd', 'ik moet naar huis' en dergelijke argumenten zullen nauwelijks zijn aangehoord. 'Mee, vooruit, drágen!'
Hij zal wel aangetoond hebben dat hij echt niets met de hele 'zaak' te maken had.

De Bachcantate: 'Ich will den Kreuzstab gerne tragen' zou zeker niet voor Simon hebben gegolden.
Maar voor wie dan wel?
Het is immers de hoogste stand van het genadeleven?
En zo was Simon erbij, toen ze de Heere kruisigden.

Bij zijn thuiskomst zal zijn vrouw gevraagd hebben: 'Hoe kom je zo laat? Wat zie je eruit, wat is er gebeurd?'
Hij had op Golgotha gestaan en gehoord hoe de Middelaar bad voor zijn beulen.
Die avond speelde hij niet met Alexander en Rufus, zijn zoontjes, die nacht zal hij weinig geslapen hebben.

Er is niet iets veranderd in zijn leven, alles is veranderd!
Paulus laat in één van zijn brieven 'Rufus de uitverkorene met zijn moeder' groeten.
Zo is een geheel gezin veranderd, vernieuwd, omdat de vader geprest werd het kruis achter Jezus te dragen.

ds. Jac van Dijk

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 14 feb 2014 16:13

"En ik zag, toen Hij het zesde zegel geopend had, en ziet. . . .. ."
Openbaring 6 : 12a

Het zesde zegel van het boek dat het Lam genomen had, wordt nu door het Lam verbroken. De opening van dit zegel spreekt van de komst van Gods grote dag. De dag waarvan de profeten van het Oude Testament geprofeteerd hadden, en waarvan Jezus zelf toen Hij op aarde was, gesproken had. Geweldige tekenen op de aarde en aan de hemel worden gezien. Alles raakt van zijn plaats. Er geschiedt een grote aardbeving. Het verschrikkelijke van de aardbeving is, dat men zich daartegen niet beschermen kan. Men ziet ze niet aankomen. Ze komt als een dief in de nacht. Ook aan de hemel gebeuren onverwachts tekenen. De zon wordt zwart als een haren zak en de maan wordt geheel als bloed. De sterren vallen op de aarde, gelijk een vijgenboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt. De hemel wijkt terug als een boekrol die opgerold wordt. En als de hemel wijkt, moet ook de aarde veranderen van gedaante. Berg en eiland worden bewogen uit hun plaatsen.
Bij het zien van al die tekenen trachten de mensen een schuilplaats te vinden. Ze worden verdeeld in zeven groepen. Zij die leiding hebben in staatkundige, politieke en militaire zaken. Dat zijn er drie. Dan de sterken door hun geld en de machtigen door hun bijzondere gaven - we zouden zeggen de bankiers en de wetenschapsmensen; dat zijn er twee. En tenslotte alle slaven en vrijen. Allen verbergen zich in de spelonken en in de rotsen der bergen. Heel de mensheid is dus bevreesd voor het oordeel dat gekomen is. De grote massa is met angst vervuld. Ze zoeken naar schuilplaatsen. Ze roepen tot de berggevaarten: valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, Die gezeten is op de troon, en voor de toorn des Lams, want de grote dag Zijns toorns is gekomen en wie kan bestaan?
Opmerkelijk is hier dat het mensdom opeens weet waarom het gaat. U hoort niet de vraag stellen: wat gebeurt er, wat is er aan de hand? Of: Wie is het Die op een troon gezeten er aankomt? Of: Wie is het Lam? Men weet het haarfijn. Niemand is in het onzekere. Allen weten wat er nu geschiedt. Allen spreken uit: de grote dag van Zijn toorn is gekomen
De grote massa heeft vandaag God uitgerangeerd. God is dood. God bestaat niet. Laat ons eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij. Dood is dood. Daarom: carpe diem - pluk de dag. Kerkverlating is niet zeldzaam. Soms blijkt spot uit de ogen van mensen, van jonge mensen, alsof ze willen zeggen: toe nou, gelooft u nog in een hel en een hemel? Dat is een middeleeuws sprookje. Gelooft u nog in een God en in een Jezus? Dat is een achterhaalde zaak, goed voor primitieve geesten. Schrap mij maar, want ik heb heel mijn opvoeding en mijn doop als overtollige ballast overboord gezet. Ik voel me nu zo vrij als een vogel.
't Is toch eigenaardig dat op de grote dag niets meer van dat geredeneer overblijft. Er klinkt zelfs geen spot meer op. Grote angst bevangt dan het mensdom voor God en voor het Lam. Maar diezelfde angst bevangt de mens ook al als hij sterft, als zijn ziel opklimt tot des Rechters troon. Wat bij de opening van het zesde zegel ook zo opvalt, is dat vooral het Lam op de voorgrond treedt. De mensen spreken niet van de toorn van God, maar heel uitdrukkelijk van de toorn van het Lam. Ze trachten beschutting te zoeken voor Zijn toorn. De grote dag is de dag van het oordeel, en het oordeel heeft de Vader aan Zijn Zoon gegeven. Christus komt ten gerichte. Dat betekent, dat het op die grote dag niet gaat over onze zonde, maar over onze houding tegenover Christus.
Hij is gepredikt geworden. Naar Zijn bevel moest het Evangelie verkondigd worden aan alle volken, en Hij komt pas weder als aan alle volken de blijde boodschap gebracht is geworden. Op die grote dag gaat het om geloof of ongeloof. Zijn we staande gebleven tegenover de gepredikte Christus
of zijn we door de knieën gegaan. Er is nog een zaak die verbaast. Het mensdom wil liever door de rotsen verpletterd worden dan buigen voor het Lam, dan roepen om genade. Ik bedoel geenszins dat er op de grote dag nog genade gegeven kan worden. Dan is het te laat. Maar u ziet hier wel openbaring van de grote haat tegen het Lam. Ook dan niet en zelfs dan niet wil men buigen voor het Lam. En toch zal men moeten buigen, buigen onder het recht van het vonnis van het Lam. Men zal Gode niets ongerijmds toeschrijven als daar klinkt: gaat weg van Mij, gij vervloekte! De angstschreeuw, de kreet van ontzetting van de mensen op de grote dag doorhuivert ons. Wie kan bestaan voor Zijn toorn, voor de toorn van het Lam?
Kunnen wij bestaan voor die toorn, u en ik? Is dat het heden der genade al eens onze vraag geworden? Let u er wel op, het gaat hier niet over de toorn van God, maar over de toorn van het Lam. Het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt, wordt ons elke zondag verkondigd. Het Lam Dat Zich Gode geofferd heeft. Dat Zijn bloed gestort heeft. Het Lam Dat in de drie-urige duisternis daar op Golgotha aan het vloekhout gehangen heeft. Het Lam Dat geroepen heeft:"Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten"?
Het Lam Gods Dat vanaf de kruispaal heeft afgekondigd de verzoening door voldoening. Het Lam Dat met grote stem geroepen heeft: "Het is volbracht".
In Zijn onuitsprekelijke zondaarsliefde roept Hij u elke zondag toe: al waren uw zonde als scharlaken, al ware uw zonde rood als karmozijn, Ik zal ze maken als witte wol, ‚n als sneeuw die vers op 't aarde nedervalt. Het wordt u toegeroepen door Zijn dienaren: Hij wil genadig vergeven al wat gij hebt misdreven. Hij wil van 't verderf uw leven verschonen en met goedheid en barmhartigheden u kronen. Dienaren des Woords bidden naar Zijn opdracht u: laat u met God verzoenen. Nu hebben we zo onze oplossingen, soms vroom, soms goddeloos, om staande te blijven tegenover zoveel liefde, tegenover die zoekende liefde van het Lam.
Maar 't zal toch wat zijn of op de dag van ons sterven of op de grote dag de toorn van het Lam te ervaren. Om uit te roepen: wee mij, want ik kan niet bestaan voor Zijn toorn. Als we nu eens de handen gingen vouwen, als we nu eens neerzinken op de knieën, en het voor de Heere gaan uitspreken: Heere, ik heb stand gehouden tegenover zoveel liefde, Heere ik heb niet gewild dat Gij over mij Koning zoudt zijn; Heere het lag niet aan U, maar geheel aan mij; ik heb mij steeds maar verhard; Heere, zou het voor zo ‚‚n als ik ben nog kunnen? Gewis, dan komt er uitkomst van boven, dan blijft de hemel niet zwijgen. Och dat gij heden bekendet wat tot uw zaligheid is dienende. Nog heden der genade. De grote dag is nog niet gekomen. Omdat God geen lust heeft in uw dood. De vraag komt nogmaals op ons aandringen: wie kan bestaan voor Zijn toorn?
Weet dit: er is geen tussenweg. 't Is of liefde of toorn; of eeuwige liefde of eeuwige toorn. Zo gij dan Zijn stem heden hoort, verhardt u niet.

Ds. P.van Zonneveld

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 17 feb 2014 17:05

Kennen is weten

"En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen."
(1 Joh. 2 : 3)

Dit is een vraag die veel mensen bezighoudt. Waaraan weet ik nu dat ik echt de Heere ken? Hoe weet ik dat ik Zijn eigendom ben? Want daar hangt het toch vanaf of ik getroost kan leven en straks zalig kan sterven.

De antwoorden hierop kunnen erg verschillen. De één zegt: ik weet het, omdat ik gedoopt ben, belijdenis heb gedaan en trouw naar de kerk ga. Een ander zegt: ik weet het, omdat ik jaren geleden eens een bijzondere geestelijke ervaring heb gehad en in tongen sprak. Een derde zegt: ik weet het niet, maar ik zal het pas weten, als ik eerst een heel bijzondere ervaring meemaak in mijn leven; zoiets als Paulus meemaakte op weg naar Damascus.

Het antwoord dat Johannes geeft, is heel verrassend en eenvoudig: hierdoor weten wij het, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen. Maar is dat niet te eenvoudig?

Zal dan de farizeeër, die zo keurig de geboden onderhoudt, niet met gemak kunnen concluderen dat hij een kind van God is? Is het dan een kwestie van een wettisch leven leiden?

Neen, want Johannes bedoelt hier de geboden van de Heere Jezus. Zijn geboden, d.w.z. de dingen die Hij Zijn discipelen geboden heeft en de woorden die Hij sprak. Even later, in vers 5, heeft Hij het over: 'Zijn Woord' bewaren.

Zijn geboden. Wie denkt niet aan Zijn dubbelgebod om God lief te hebben boven alles en de naaste als onszelf? Of: "Dit is Mijn gebod, dat u elkaar liefhebt." Verder kunnen we denken aan dat Zijn dringende gebod om te geloven: "Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem." Hierdoor weten we het. Dan kom ik niet meer los van Zijn geboden. Ze worden me op het hart gebonden. Ook al kan ik ze niet volmaakt houden, ik probeer het wel. Ook al kan ik niet volmaakt geloven, ik wil het zo graag. Ook al slaag ik er niet in heilig te leven, ik probeer alles om het te doen, omdat ik weet dat Hij de zonde zo haat.

Is dat uw leven? Probeert u de geboden van de Heere te bewaren? Wordt het naar de buitenkant zichtbaar, dat de Heere in uw leven werkt? Ik weet wel, het is gemakkelijker dat bij een ander te ontdekken dan bij onszelf. Maar hierdoor weten we het. Zoals we aan de vruchten weten of een boom leeft, zo weten we aan de vruchten of we de Heere hebben leren kennen.

Ja, of we de Héére hebben leren kennen. Daar gaat het om. En dat benadrukt Johannes.

In die tijd waren er dwaalleraars in de gemeente. Het waren mensen die nogal trots waren dat ze veel 'kennis' over God hadden. Naar het Griekse woord voor kennis, 'gnosis', werden ze 'gnostieken' genoemd. En ze keken neer op gewone gelovigen: jullie hebben geen kennis, jullie missen zoveel, jullie komen niet verder dan alleen maar geloof. En intussen leefden ze goddeloos, haatten de broeders, bleven onver-zoend leven en zondigden zonder veel pijn en moeite.

En nu neemt Johannes hun uitdrukking over: wij weten... maar wij kennen Hém. Wij weten niet alleen een heleboel óver de Heere, maar we kennen Hemzelf. Dat is namelijk een heel verschil. Of ik een heleboel óver de Heere weet, of dat ik Hem persoonlijk mocht ontmoeten in mijn leven. Of ik een heleboel óver de bekering weet, of dat ik dat persoonlijk heb ervaren in mijn leven. Johannes zegt: wij hebben Hém leren kennen. En we weten dat hieraan dat die geboden ons zo lief zijn geworden. We kunnen niet langer in de duisternis leven en onze broeder haten.

Dat mag vandaag nóg het kenmerk van de echte kennis van God zijn. Dat zijn de duidelijke kenmerken, de vruchten, die de Bijbel noemt. En die vruchten zijn er, ook al is het geloof soms zo zwak als een flakkerend kaarsje. Het kennen van God verloochent zich niet. Mag u, mag jij het ook weten dat u Hem kent?

Ds. B. de Graaf

Jvslooten

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Jvslooten » 17 feb 2014 18:42

Bedankt Schelp, mooi. De rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen. En het mooiste komt nog; want nu kennen wij ten dele, maar dan zullen wij kennen zoals wijzelf gekend zijn.

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 20 feb 2014 14:30

.....dat gij waarneemt te doen naar de ganse wet Jozua 1 vers 7a

Is dat niet wonderlijk, dat de Heere het volk verbindt dat ze zich houden zouden aan Gods wet, nadat ze hebben mogen zeggen vanuit persoonlijke inleving: "ik ben door de wet aan de wet gestorven?"
Komt er dan een nieuwe wet, is het enige verschil tussen het werkverbond en het genadeverbond, dat er een andere inhoud gegeven is aan de wet, maar in beide is er de voorwaarde om aan de wet te voldoen?

O neen, het daders der wet zijn van de Jakobusbrief en het sterven aan de wet van Paulus, zijn in heilige harmonie. Er bestaat geen ware rechtvaardigmaking zonder daaraan vastgekoppelde heiligmaking in de betrachting. In Christus is uw ziel, indien ze althans in Christus is, vrij gemaakt om de wet te willen doen uit liefde en dankbaarheid. Daaruit blijkt ook dat het u om God te doen is Kanaän. U verlangt naar Kanaän en naar de hemel om daar God in volmaaktheid te mogen dienen.
Hij is het zo waard, zo eeuwig waard!

Dat drukt de Heere in deze tekst als het ware Zijn volk op het hart. Ze worden van een "wettisch" leven gebracht tot een "wettelijk" leven, zoals ook Psalm 119 laat zien.
Mag dat in uw ziel zijn?
Of meent u Christus als Borg te kennen, terwijl u meent ook Gods wet en recht te kunnen vertreden?
Dan bedriegt u zich!
Het gaat ook niet aan te menen dat u iets toe moet doen in de weg der heiligmaking aan Christus' volkomen werk!
Ware vrucht van een leven in Christus is "hoe lief heb ik Uw wet" en dat in hart en leven, in woord en daad, in gebod en gebed.
Onderzoek dan u zelf of er dit is in uw leven!

ds. Tj. de Jong

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 22 feb 2014 10:46

TWEE GEBEDEN GEWOGEN

"Twee mensen gingen op in de tempel om te bidden, de één was een farizeeër en de ander een tollenaar." (Lukas 18 vers 10)

De Heere Jezus gebruikt deze gelijkenis om onderwijs te geven aan enkele mensen die menen rechtvaardig te zijn en anderen niets achten. Beide mannen gaan op naar de tempel om te bidden. Daarin zit het verschil dus niet.
Waarin dan wel? In de lengte van hun gebed wellicht of vooral in de inhoud van hun gebed?

Over de lengte wordt in deze gelijkenis niet gesproken, hoewel de farizeeër wel meer woorden nodig heeft dan de tollenaar. Toch zegt de Heere Jezus in een ander verband wel iets erover: "Als gij bidt, zo gebruikt geen ijdel verhaal van woorden gelijk de heidenen; want zij menen dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord worden. Word hun dan niet gelijk; want uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij bidt. "(Mattheüs 6 vers 7en 8) Ons gebed moet geen woordenstroom zijn en evenmin een preek.

Het werkelijke verschil zit in de inhoud van hun gebeden. De farizeeër heeft het met zichzelf getroffen. Hij dankt God dat hij niet is als de rovers, de onrechtvaardigen, de overspelers en deze tollenaar. Hij heeft in eigen oog geen gebod overtreden en acht zich een rechtvaardige voor God. En bovendien... hij vast tweemaal per week en geeft tienden van alles wat hij bezit. Wat wil God eigenlijk nog meer van hem?! De tollenaar, niet op de voorgrond maar van verre staande, sloeg met neergeslagen ogen op zijn borst: “O God, wees mij DE zondaar genadig!” Een en al ootmoed en met veel zelfkennis.

De farizeeër verhief zich in zijn gebed en de tollenaar vernederde zich.
Hoogmoed tegenover ootmoed. Hoogmoed komt voor de val en de ootmoedige wordt gered. Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis.

Twee gebeden gewogen, niet door mensen maar door de Heere Jezus. Hij luistert naar wat en hoe we bidden. Hij kijkt niet naar de buitenkant maar ziet het hart aan. Hij ziet of we rechtvaardig zijn in eigen oog of zondaar in eigen oog. Rechtvaardigen, rijken zendt Hij leeg heen, maar arme zondaren vervult Hij met goederen.
Zalig wie als een onrechtvaardige gerechtvaardigd werd door het geloof in de Heere Jezus. Vrijgesproken en begenadigd in de Geliefde op grond van Zijn volbrachte werk en Zijn voorbede. Bij Zijn gebed valt zelfs ons ootmoedige gebed in het niet. Laat ons gebed maar zijn: “Heere, leer ons bidden zoals het betaamt.”

dr. P. Buitelaar.

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 27 feb 2014 14:41

Als een droom na het ontwaken! ~ Psalm 73 : 20a

Wakker na een droom

Er kan wat omgaan in onze dromen. Men kan ’s morgens wakker worden en bij zichzelf denken: “Hoe is het mogelijk, dat ik dát vannacht gedroomd heb”. Je kunt dan soms schrikken van jezelf. Gaat dat van binnen bij mij om? De kerkvader Augustinus bad de Heere eens om vergeving van de zonden, die hij in zijn dromen had bedreven. Wij zondigen ook in onze dromen. Het tiende gebod van de Wet des Heeren, waarin het zondige begeren wordt verboden, maakt ons duidelijk, dat de Wet ook over onze gedachten gaat. Er gaat wat om in die wereld van onze gedachten, van onze dromen. We zondigen in werken, woorden en gedachten, maar soms nog het meest in onze gedachten. We zouden niet graag willen, dat ieder onze gedachten en onze dromen wist. Maar het ligt wel allemaal open voor de Heere. Hij kent van verre onze gedachten en Hij is een Oordeler van onze gedachten. Wat hebben we dan voor alles nodig de verzoening met het bloed van Christus. Wat een wonder, dat Zijn gedachten altijd volmaakt en heilig zijn geweest. Asaf spreekt in Psalm 73 ook over een droom.
“Als een droom na het ontwaken!” Als je angstig hebt gedroomd, wat ben je dan blij als je wakker wordt. Maar als je zoete dromen droomde, wat kan het wakker worden dan een ontnuchtering zijn. En dat laatste bedoelt Asaf hier. Hij doelt hier op de goddelozen, die met God niet rekenen. Asaf was jaloers op die goddelozen. Zij hadden, zo meende hij, het zo goed. Zij hadden alleen maar voorspoed, weelde en overdaad. Zij werden niet door grote zorgen gekweld, zoals Asaf, wiens bestraffing er iedere morgen weer was. En toch, die goddelozen rekenden niet met God. Is het dan tevergeefs om God te dienen en te vrezen? Dat was de strijd van Asaf. Hij kwam er niet uit. Nog erger, hij kwam er niet onder. Hij kon er niet mee onder God komen. Dat was het ergste. Dat kan dus, een kind van God, want dat was Asaf, die niet onder God komen kan, die opstandig zijn weg gaat. Gods kinderen zijn soms zo ver van de plaats, waar ze wezen moeten. Wat een strijd kan dat betekenen. Maar de Heere laat Zijn kinderen gelukkig niet voorttobben. Op Zijn tijd zoekt Hij ze weer op en brengt hen terecht. In Gods heiligdommen, in de tempelgebouwen, kwam de Heere over in zijn leven. Toen kreeg hij inzicht in het handelen van God. Wat een wonder, dat de Heere altijd weer de eerste zijn wil in het leven van Zijn tobbende en ondankbare en tegensprekende kinderen. Hoe verder zij komen op de weg van het geestelijke leven, hoe groter dat wonder wordt. Wat een wonder, dat de Heere zo’n onverbeterlijk mens als ik niet zat wordt, maar toch weer opzoekt en terecht brengt. Dan wordt ik, net als Asaf een groot beest bij God, maar dan wordt het ook zo’n onbegrijpelijk wonder, dat zo’n groot beest samen met Asaf het weer ervaren mag, waarmee deze Psalm eindigt: “Maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen”. Als de Heere maar bij me is, dan is het goed. Toen de Heere overkwam in het heiligdom, kreeg Asaf ook het rechte inzicht in de weg van de goddelozen. Ook al hebben zij voorspoed en welvaart, ook al gaan zij soms schijnbaar zorgeloos hun weg, hoe zal het met hen aflopen? Het loopt uit op een eeuwige verwoesting: “Immers zet Gij hen op gladde plaatsen; Gij doet hen vallen in verwoesting. Hoe worden zij als in een ogenblik tot verwoesting, nemen een einde, worden te niet van verschrikkingen!” En in dat verband spreekt Asaf dan over die droom na het ontwaken. Hun vreugde hier beneden is niet anders dan een droom. Straks, als de dood komt, dan zullen zij wakker worden. Wat een ontnuchtering zal dat dan voor hen zijn. Maar dan zal het voor eeuwig te laat zijn. Dan, als het te laat is, dan pas zullen zij oog krijgen voor de werkelijkheid. Er is een werkelijkheid, die oneindig veel werkelijker is dan alle aardse vreugde en voorspoed. Dat is de werkelijkheid Gods. En als je hier nooit met God gerekend hebt, dan zul je die werkelijkheid straks ontdekken als het te laat is. Dat zal een ontnuchterend ontwaken zijn na de zoete dromen van dit leven. Laat het tot ons mogen doordringen, dat het leven zonder God niet anders is dan een droom, die eens aan flarden zal worden gescheurd. Als we leven zonder God, ook al gaan we trouw naar de kerk, als de Heere nooit echt werkelijkheid in ons leven geworden is, dan behoren we tot die goddelozen, waarover Asaf hier spreekt. Dan kunnen we in dit leven vervulling zoeken in onze zoete dromen, maar het zal een vreselijk ontwaken worden als de dood en de eeuwigheid komen. Gelukkig als we hier wakker worden, zoals Asaf wakker werd in het heiligdom. Als dat gebeurt, worden we een groot beest bij God. Dan zullen we onze zonde gaan kennen en belijden. Maar dan zal de Heere Zich ook ontfermen in Zijn Zoon, Christus Jezus. De Zaligmaker was ver van God, toen Hij op Golgotha hing te bloeden aan het kruis. Maar zo heeft Hij het verworven, dat grote beesten nabij God mogen zijn. Hier in beginsel en straks volkomen. Wat zal het dan straks een zalig ontwaken zijn! Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen en U in gerechtigheid aanschouwen. En dat voor zo’n groot beest! Dan zal de eeuwigheid nodig zijn om dat uit te wonderen. Zo zijn er maar twee wegen. Het is of het één, of het ander. Of een vreselijk ontwaken, of een zalig
ontwaken. Hoe zal het met u zijn. U maakt u toch niet van die vraag af? Nog is het genadetijd. Nog roept Christus in het Evangelie grote beesten tot Zich. Nog roept Christus ook u / jou.

Ds. J.J. van Eckeveld

naamloos
Generaal
Generaal
Berichten: 4544
Lid geworden op: 02 jan 2014 02:58

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor naamloos » 27 feb 2014 14:49

Deze kwam ik vanmorgen toevallig tegen op internet: http://prekentimkeller.blogspot.nl/2013 ... an-de.html

16 Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. 17 Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. 18 Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet.

22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, 23 zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. 24 Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. 25 Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst.

Samenvatting

Hoe verander je als Christen? In Galaten gaat het over vrucht van de Geest. Eén vrucht die uit een hele rij mooie eigenschappen bestaat (vers 22-23). De condities voor groei kun je beïnvloeden door je (heftige) verlangens naar andere dingen te kruisigen en te verlangen naar de Geest. De groei zelf vindt plaats door de Geest die als een soort van bruidsjonker Jezus en jou aan elkaar koppelt. Wij zijn immers de bruid van Christus. Als je je eigen verlangens niet volgt en je richt op Jezus ontstaat er een groei door Hem - van binnenuit – geleidelijk, maar onontkoombaar.

Enkele kerncitaten:


“Het is dus mogelijk dat je allerlei goede dingen doet en dat je talenten door de Geest worden gebruikt voor anderen terwijl je zelf onaangetast blijft. Dan zeg je misschien wel: “moet je kijken wat er door mij allemaal verandert in het leven van anderen” maar intussen blijft je eigen hart onveranderd.”

“échte vrede van God is er altijd, maar de vrede die je zelf hebt gemaakt gaat vroeg of laat aan stukken.”

“Veel mensen denken dat ze goed zijn in zelfbeheersing. Maar het lukt je nooit om jezelf echt te beheersen. Wat pas echt zelfbeheersing veroorzaakt is vreugde.”


“De Geest weet als geen ander hoe mooi Jezus is en houdt niet op tegen ons te zeggen: de enige reden waarom jij zo jaloers, ongeduldig, losbandig etc. blijft is dat je niet ziet hoe mooi Jezus is!”

Inleiding

Dit is een belangrijk tekstgedeelte over verandering. Het gaat over de radicale, diepe, blijvende verandering die veroorzaakt wordt door het ware geloof in Christus, het evangelie en de heilige Geest. In Efeziërs 4 en 5 staat een paralleltekst die hier ook over gaat. In deze preek gaat het er om dat het nodig is om het wezenlijke karakter van christelijke verandering te begrijpen, het patroon van die verandering en het proces er van.


Wat echte christelijke verandering is en hoe die verandering plaatsvindt, is af te leiden uit de korte en zeer bekende term: vrucht van de Geest. Met die term leert de Bijbel ons hoe groei plaatsvindt. Dit is op te splitsen in vier verschillende aspecten:

1. Groei verloopt geleidelijk

2. Groei is onontkoombaar

3. Groei komt van binnenuit

4. Groei vindt symmetrisch plaats

1. Groei verloopt geleidelijk

Vers 22 heeft het over de ‘Vrucht van de Geest’. Waarom zegt Paulus ‘Vrucht’ en niet ‘Eigenschap’ of ‘Karakteristiek’? Hij kiest expres een woord dat doet denken aan de groei van planten. Dat komt op veel meer plaatsen voor in de Bijbel zoals in Psalm 1 en 1 Petrus 1. Christelijke groei is vergelijkbaar met botanische groei omdat het geleidelijk verloopt zoals bij een bloem of een aardappel. Je ziet botanische groei niet, maar je weet wel dat het gebeurt. Het gaat zo langzaam dat je het niet ziet.

Wat betekent dit in de praktijk als het gaat over groei van liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing? Wees geduldig als je naar die groei kijkt. Je ziet het niet in 1 dag veranderen. Er zijn natuurlijk wel seizoenen net als bij vruchtbomen bijvoorbeeld. In sommige seizoenen gaat de groei snel en is het verschil goed te zien terwijl je bijvoorbeeld in de wintertijd niets ziet, maar de boom door de jaren heen wel sterker wordt en meer vrucht begint te dragen.

De groei in al die genoemde mooie vruchten gaat geleidelijk en verloopt mysterieus. Het is nooit zo snel dat je het ‘live’ ziet veranderen. Dit gegeven is goed om je te realiseren als we bezig zijn met getuigenissen binnen onze gemeente. Wij (Tim en zijn vrouw) zijn er beducht voor dat de getuigenissen de opbouw moeten hebben op de manier van ‘Kijk: ik deed eerst zus en zo en nu is dat voorbij door de genade van God’. We moeten ons daar niet op blindstaren alsof het een norm is. Na het groeiseizoen bij zo’n persoon kan het zijn dat je een tijd geen groei ziet. Groei voel je ook niet, ook al kan je de gevolgen van groei wel voelen (groeipijnen). Je kunt groei wel meten.

Neem bijvoorbeeld een jongen van 16 die dit jaar sneller de 100 meter loopt dan vorig jaar. Als hij op stoel zit en je vraagt hem “Voel je je sneller dan precies een jaar geleden?” zal hij ‘Nee’ zeggen. Maar hij is wel sneller en dat zie je als het getest wordt in de praktijk. En dat is ook zo bij onze geestelijke groei: je kunt nooit zeggen of en hoe je gegroeid bent tot het moment dat er een moeilijkheid op je pad komt en je merkt dat je er heel anders mee om kunt gaan dan een paar jaar geleden.

2. Groei is onontkoombaar

Christelijke groei is niet zomaar groei, maar ontstaat uit ‘onvergankelijk zaad: Gods levende altijd blijvende woord’ (1 Pt. 1,23). Je zult je minder zorgen maken en je zult meer geduld tonen. Het kan niet anders, het moet. In Italië is er een begraafplaats waar een eikenboom dwars door een grafsteen is gegroeid. Stel je voor! Een eikel en een loodzware stenen grafsteen. Toch is de eikel uitgegroeid tot een boom die zo sterk werd dat hij de steen liet splijten. [vert.: op internet zijn foto’s van dergelijke situaties te vinden zoals bijv. deze: deze link. ]. Als botanische groei al zo’n kracht heeft, welke kracht heeft de Heilige Geest dan wel niet in jou! Want het gaat bij ons niet zomaar om vruchten, maar om vruchten van de Geest. En als die Geest in jou leven is, dan zul je veranderen. Echt geloof in God zal onontkoombaar leiden tot groei. Stel jezelf eens deze moeilijke vraag: welke verandering zie jij bij jezelf? Nee, vraag het niet aan jezelf, maar schakel een vriend(in) in en vraag diegene welke veranderingen hij of zij bij jou ziet vergeleken met een tijd geleden. Misschien ben je al heel lang christen en nog steeds kun je geen geheimen bewaren, ben je jaloers , ben je niet betrouwbaar in vriendschappen (en hebt er daardoor weinig). Misschien heb je wel dat donkere stuk van een nare zonde in je waarover je met niemand gepraat hebt. Als je niet verandert kun je niet merken dat je een christen bent. Maar vergeet tegelijkertijd niet: het gaat geleidelijk. Denk aan die eikel die misschien wel een lange tijd onder die grafsteen lag voordat hij zichtbaar werd, maar hij groeide wel!

Pas op dat je niet negatief over jezelf en je groei gaat doen. Vergeet niet dat je over de Geest van God praat! Als die in jou leeft dan zul je vruchten gaan voortbrengen.

3. Groei komt van binnenuit

Groei komt van binnenuit. Wat is nu een vrucht van de Geest? Intelligentie? Dansen? Leiderschap? Charisma? Om dat te snappen kijken we eerst naar hoe groei plaatsvindt.


Er is een verschil tussen mechanische groei en organische groei. Externe mechanische groei en interne organische groei zijn heel verschillend. Denk eens aan een stapel stenen waar je stenen bij gooit. De stapel groeit daardoor, maar dat is geen organische groei. De stapel groeit wel, maar alleen maar qua grootte. Het wordt niet complexer of beter. Dit is niet de manier waarop een kind groeit of een vrucht. Zo’n groei is mechanisch van aard en heeft niets met leven te maken.

Voor zowel Maarten Luther als John Wesley geldt: beiden waren voor een wedergeboorte al jarenlang heel actief religieus. In die eerste periode van hun leven onderwezen ze de Bijbel aan anderen, schreven Bijbelcommentaren, hielpen de armen, deden goede dingen etc. Ze waren bezig met groei van anderen, maar ze groeiden zelf niet. In het bekende 1 Kor. 13 gaat het ook over mechanische groei tegenover organische groei. Er staat “al zou ik …” en dan komt er een lijst goede daden. Dat kun je allemaal doen, maar zonder liefde zou het niets zijn. De liefde is geduldig, niet jaloers, niet gericht op het eigen ego, niet boos, niet vergeldend etc. Het is dus mogelijk dat je allerlei goede dingen doet en dat je talenten door de Geest worden gebruikt voor anderen terwijl je zelf onaangetast blijft. Dan zeg je misschien wel: “moet je kijken wat er door mij allemaal verandert in het leven van anderen” maar intussen blijft je eigen hart onveranderd.

Ook in Matth. 7 gaat het hierover als Jezus zegt: je heb al die goede dingen wel gedaan en je zegt dat je het in mijn naam deed, maar je deed het niet voor mij. Wees dus gewaarschuwd: als andere mensen door jouw leven veranderen maar jouw leven verandert niet: vlucht dan naar Hem. Velen bewonderen jou misschien wel om wat jij in hun levens doet, maar dat staat hier niet als vrucht van de Geest in jou. Als anderen door jou veranderen is dat niet jouw vrucht, maar hun eigen vrucht door het werk van de Geest. Als anderen veranderen maar jij zelf niet, weet je niet eens of je christen bent. Echte christelijke verandering zit van binnen: in jou!

4. Groei vindt symmetrisch plaats

Dit vierde punt lijkt misschien wat lastig, maar is wel heel belangrijk om te begrijpen. Om te beginnen kijken we naar het stukje tekst ‘de vrucht van de Geest is….’ en dan volgt er een hele lijst. Dat lijkt raar. ‘Vrucht’ en ‘is’ zijn enkelvoud en vervolgens komt er een hele waslijst. Wat Paulus hiermee aangeeft is dat het niet maar losstaande vruchten zijn, maar het gaat over één vrucht, namelijk dat al die eigenschappen gelijktijdig en in symmetrie opgroeien.

Jonathan Edwards (1703-1758) schreef jaren geleden hierover: “er is een onlosmakelijke aaneenschakeling van de Christelijke genadegaven”. In nieuwe uitgaven van het boek heeft men dat simpeler vertaald als ‘er is een relatie tussen de genadegaven’ omdat men dacht dat Edwards een ouderwets woord gebruikte. Maar dat klopt niet met de rest van het boek. Hij schrijft namelijk hoe je kunt weten of een karakterverandering echt is. Hoe je kunt zien of er sprake is van échte “liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid of zelfbeheersing” of dat het gaat om iets kunstmatigs, om namaak, om iets tijdelijks of om iets wat gewoon in je aanleg zit. Als het echte Geestelijke groei is zullen deze dingen altijd en absoluut aaneengeschakeld zijn – met elkaar vervlochten.

Wat heeft dat dan voor betekenis? Drie punten:

1. Al deze genadegaven horen bij elkaar. Neem bijvoorbeeld ‘vrede’ en ‘nederigheid’. Stel dat jij een trots mens bent en je lijkt vredig te zijn. Wat is vredig: als je geen zorgen en angsten hebt. Als jij trots bent, maar tegelijk ook vredig, dan is die vredigheid namaak! Want echte vrede gaat altijd met nederigheid gepaard. Hoe zit dat precies? De vrede die komt van de Geest is een vrede die voortkomt uit nederigheid. Want je zorgen maken is een soort van hooghartigheid: je weigert je nederige positie ten opzichte van God te erkennen. In Jacobus 4,13.14 staat: “Dan iets voor u die zegt: ‘Vandaag of morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven we een jaar, we zullen er handeldrijven en geld verdienen.’ 14 U weet niet eens hoe uw leven er morgen uitziet”. En dat is de arrogantie: dat je denkt het te weten. En dat geldt ook voor angst: als je angstig bent denk je zeker te weten hoe je leven moet lopen (en vooral ook niet zou moeten lopen). De vrede van God komt voort uit nederigheid waarin je zegt ‘God, U weet wat ik werkelijk nodig hebt en weet wat er moet gebeuren. Ik weet het niet. Ik ben uw kind en leg mijn leven in uw handen en daarom maak ik me geen zorgen’.
Dus: echte vrede en echte nederigheid horen altijd samen op te gaan. Vrede zonder nederigheid is namaak: daarin zeg je niet ‘wat God doet is goed’, maar ‘ik heb zelf de goede keuzes gemaakt, ik ben een goed mens, ik heb de juiste baan, ik zit op de juiste school’. In andere woorden: échte vrede van God is er altijd, maar de vrede die je zelf hebt gemaakt gaat vroeg of laat aan stukken. In 1 Joh 4.20 staat “Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar.” Er staat niet dat je dan niet ‘in balans’ bent als je God zegt lief te hebben maar je broeder of zuster haat, maar er staat echt dat je dan ‘een leugenaar’ bent.
Dit wil zeggen: als je niet alle genadegaven hebt heb je er geen een en is het namaak.

2. Een ander voorbeeld: sommigen van jullie zijn heel zachtmoedig, maar niet moedig. Trouw zijn betekent dat je loyaal bent en moedig. Moedig? Sommigen van jullie zijn echte lieverds en zo kennen de mensen jullie ook, maar je hebt geen moed. Je bent zo zachtmoedig dat je niemand zult willen pijn doen. En als het er dan echt op aankomt in een moeilijke situatie heb je geen moed en blijkt je trouw ook weg te zijn. Dat is een gebrek aan liefde en het is heel zelfzuchtig. Echte zachtmoedigheid hoort samen te gaan met trouw maar ook met moed.

3. De genadegaven zijn aan elkaar verbonden, maar het gaat zelfs nog wat dieper: ze komen niet alleen tegelijk, ze zijn ook onderling afhankelijk van elkaar. Een voorbeeld: veel mensen denken dat ze goed zijn in zelfbeheersing. Maar het lukt je nooit om jezelf echt te beheersen. Wat pas echt zelfbeheersing veroorzaakt is vreugde. De reden waarom je verslaafd raakt aan iets is omdat je geen vreugde voelt. Of vanuit een andere genadegave bezien: vaak is zelfbeheersing niet het gevolg van vreugde maar van trots (het tegenovergestelde van nederigheid). Neem bijvoorbeeld het feit dat sommige mannen hun verdriet niet laten zien; niet huilen. Dat kan voorkomen uit trots: ‘échte mannen huilen niet, je bent toch geen meid!’. Hoe werkt het dan? Je voelt je dan superieur aan vrouwen.
Zo kun je alle genadegaven stuk voor stuk bij langs gaan en hangen ze allemaal samen. Vrede en vreugde gaan bijv. samen met oprechtheid. Iemand die altijd dezelfde is en zich niet in het ene gezelschap heel anders voordoet dan bij anderen is oprecht. Waar komt dat vandaan? Die persoon kent een vreugde die er altijd is waardoor hij niet afhankelijk is van menselijke goedkeuring.
Kijk eens naar jezelf: ben jij iemand die niet snel oordeelt en klaar staat voor anderen? Komt je vriendelijkheid voort uit vreugde of weet je van jezelf dat je om je eigen geweten te sussen de ander helpt? Of een ander voorbeeld: ben jij iemand die heel tevreden is met zijn leven? Als je echter wel ongeduldig en onvriendelijk bent, waar komt die tevredenheid dan vandaan? Zodra er tegenslagen komen verdwijnen je eigen opgebouwde ‘genadegaven’.
Een laatste voorbeeld: sommige mensen zijn heel cynisch of naïef. Ze zeggen bij tegenslagen: ‘waarom moet zo iets gebeuren’ of ‘waarom moet MIJ dat nu weer overkomen’. Dat is een gebrek aan nederigheid.

Tot slot: Hoe bereik je die groei, hoe verander je nu echt?

Hoe bereik je dit nu eigenlijk? Als jij avondmaal viert en je vraagt je af: zie ik deze groei van al die genadegaven in mijn leven plaatsvinden? Als je groei ziet: vier dat feit dat je de groei door de Geest ziet plaatsvinden. Als het niet zo is, vraag je dan eens af: ik zou zo graag willen groeien maar het lukt me niet. Wat moet ik doen?

Twee dingen als je wilt groeien in genadegaven: Kruisigen en Verlangen.

a) Kruisigen wat voor jou zo belangrijk is: In vers 24 en 25 staat: “Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. 25 Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst. ” en in vers 17: “Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf.”
Je ziet dat in Romeinen 8, in Kolossenzen 3, in Hebreeën 12 en hier ook weer: echte groei komt altijd in tweeën: Kruisigen en Verlangen. Wat moet je kruisigen? Allerlei zonden? Nee, het echte probleem in je leven is dat je sommige dingen veel te graag wilt! Dat je allerlei ‘hartstochten en begeerten’ hebt – dingen die je ontzettend graag wilt. Zoek die dingen in je leven die té belangrijk voor je zijn. Zelfs belangrijker dan Jezus zelf! Zo belangrijk dat ze de ‘werken van het vlees’ in je voortbrengen (zie de lange lijst in vers 19 en 20: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen)

b) Verlangen naar Jezus. Er staat: ‘laat je leiden door de Geest’. Wat betekent dat? In vers 17 staat “Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt.” Het woord dat er staat als ‘verlangen’ is een sterke vorm van verlangen, ook wel ‘najagen’, ‘begeerte’, ‘wellust’. Dus ons sterke verlangen staat tegenover een ander sterk verlangen namelijk dat van de Geest. En wat verlangt de Geest? De Geest heeft Jezus lief. Hij heeft als het ware ‘zijn hele kamer volgeplakt met posters van Jezus’. De Geest is dicht bij Jezus. De Bijbel gebruikt daar woorden voor die ons helpen te zien zoals het is: Wij zijn de bruid! Jezus is de bruidegom. En de Geest? Die is de bruidsjonker/het bruidsmeisje. De Geest is degene die ons samenbracht (dus Jezus en jou) en die zegt: ‘Kijk eens hoe mooi hij/zij is!’. De Geest weet als geen ander hoe mooi Jezus is en houdt niet op tegen ons te zeggen: de enige reden waarom jij zo jaloers, ongeduldig, losbandig etc. blijft is dat je niet ziet hoe mooi Jezus is!
Daarom staat er in Galaten 5 niet: “de vrucht van de Geest is … en het onkruid van het vlees is…”. Het lijkt alsof Paulus de metafoor door elkaar haalt, maar hij doet dat bewust. Waarom? Omdat de ‘werken van het vlees’ gaat over dingen die jij doet. Maar de ‘vrucht van de Geest’ is iets waar jij je voor open kunt stellen. Zoals een tuinman. Hij kan de groei van planten niet zelf uitvoeren, maar hij kan wel de juiste condities voor groei realiseren. De condities waardoor de kracht van het zaad tot bloei komt. Jij kunt jezelf niet liefdevol, vredevol, vrolijk en geduldig maken door te zeggen ‘ik ga nu zus en ik ga nu zo doen’. Wat jij kunt doen is het kruisigen van de dingen die je veel te graag wilt en je moet leren te verlangen naar Jezus. Dat is het geheim van geloven.

De Geest en ons vlees begeren allebei. Luister naar de Geest en je komt uit bij Jezus.

Het avondmaal dat je mag vieren is bedoeld om Jezus zichtbaar te maken in brood en wijn. Kom tot Hem en bid “Heer wilt u alles zijn in mijn leven”. Je hebt niet nieuwe omstandigheden en ook niet nieuwe kennis nodig. Het enige dat je nodig hebt is dat Jezus zo aanwezig is geworden in je leven dat al die andere verlangens in je leven minder groot worden. En dan beginnen alle genadegaven – alle vruchten – in je leven te groeien.
Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen. (Kuitert)

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 12 mar 2014 10:38

BIDDEN

"…ging Hij wederom heen, en bad ten derde male…"
Mattheus 26:44m

Het zou passend zijn in deze meditatie iets te schrijven met betrekking tot biddag. Maar tevens is het een kerkbode die verschijnt in de lijdenstijd zodat we eigenlijk behoren stil te staan bij het lijden van de Heere Jezus. Wanneer we wat mogen mediteren over bovenstaande woorden zouden we beide kunnen verbinden.
Waarom zou een mens eigenlijk bidden? We hebben immers enorm veel goeds en wat kan de mens allemaal niet voor elkaar krijgen vandaag? Ligt bidden dan wel voor de hand? En verder: de dingen gaan toch hun eigen weg.

Misschien hebben de discipelen dat laatste ook wel gedacht. Ze hebben zich althans daarnaar gedragen. Het is de nacht waarin de Heere Jezus verraden zal worden. Grote gebeurtenissen zijn aanstaande; de spanningen van de laatste dagen en de laatste uren moeten ze duidelijk gevoeld hebben. En wat doen ze? Zijn ze werkzaam en proberen ze hun invloed aan te wenden om de gebeurtenissen zo goed mogelijk te doen verlopen? Bidden ze ijverig en vurig tot de Heere nu er zoveel onzekerheid en spanning, geestelijke strijd is waar te nemen? Nee, ze slapen.
Is daarmee niet het beeld van ons mensen getekend? Er kan veel aan de hand zijn, maar we kiezen van nature voor de (valse) rust, zelfs Gods kinderen: Petrus, Johannes en Jakobus werden dieper gebracht in de hof van het lijden vanwege de zondeschuld; zij werden bevoorrecht boven de andere discipelen. En juist van hen lezen we dat ze sliepen. Kinderen Gods wat moeten we ons diep schamen als het gaat over de worstelingen aangaande de beker van Gods toorn. Hij heeft de strijd geheel alleen gestreden en er was niemand van Zijn volk met Hem. Moeten we het hoofd niet diep buigen en past ons niet diepe, stille beschaamdheid der ziel?

De discipelen hadden wel gediscussieerd over wie de meeste was en hadden ook voor elkaar en tegenover hun Meester geweigerd de minste te zijn in de voetwassing. Zelfbedoeling en zelfhandhaving was er wel. Maar werkzaamheden onder de toorn Gods, worstelingen vanwege de zondeschuld, smekingen om het behoud der ziel, erkenning van Gods eisend recht, we lezen er niets van: zij sliepen. De Heilige Geest bearbeide ons zodat we ons niet boven hen durven en kunnen verheffen. Hij lere ons zodat we in onze zonden en doodstaat onszelf verfoeien en mishagen zullen voor Gods aangezicht en tegenover de lijdende Borg.

Hij ging wederom heen en bad. Steeds weer lezen we van Hem dat Hij bad. Vaak zocht Hij de eenzaamheid om gemeenzaam met Zijn Vader te verkeren. Kennelijk had Hij veel behoefte aan de gemeenschap met Zijn Vader. Voor Hij Zijn werk deed, bad Hij. Eer Hij de broden vermenigvuldigde, voordat Hij Lazarus van de doden opwekte, riep Hij Zijn Vader aan. Wat wist Hij Zich afhankelijk van 's Heeren zegen en kracht. 'Ik kan van Mijzelf niets doen', zegt Hij (Joh. 5:30).

Wat een beschamend woord voor ons allen. Wij menen zoveel te kunnen zonder de Heere. Althans, gedragen we ons niet vaak zo? De Heere Jezus wordt ons ten voorbeeld gesteld in afhankelijkheid en gebedsleven. Is er voor ons niet alle reden om biddag te houden? Voor ons werk, voor jullie studie, aangaande ons persoonlijk leven, inzake gezondheid en bewaring, bij ziekte en zorgen, voor onszelf en de onzen, voor ons volk en onze overheid, voor de kerk en de ambtsdragers. Wij zijn vaak zo biddeloos en zorgeloos. Wij kennen onze totale afhankelijkheid zo weinig. En toch moedigt de Heere er toe aan om te bidden. Hij zegt Zelf dat Hij gebeden wil zijn. 'Laat uw begeerten in alles door bidden en smeken met dankzegging bekend worden bij God'.

Dat woord heeft nog niets aan actualiteit verloren. De Heere Jezus bad veel. In onze tekst vinden we Hem biddende in de hof van Gethsemané. In die lijdensnacht worstelde Hij onder de toorn Gods. Zijn tere, zondeloze ziel kroop onder de lediging van de beker van Gods gramschap. En Hij bleef Zijn Vader aankleven. ‘Mijn Vader', zegt Hij voor de derde maal. Hij wist heel goed dat het zwaard van Zijn Vader, de rechtvaardige Rechter van hemel en aarde, tegen Hem ontwaakt was. De ontzaglijke belediging van Gods majesteit en deugden door de uitverkorenen werd nu aan Hem gewroken. Hij doorgrondde en gevoelde het geheel en had het er ontzaglijk zwaar onder. Zijn zweet werd tot grote droppelen bloeds. Toch verenigde Hij Zich geheel met 's Vaders wil. Hij had lief tot het einde, tot in de bitterste zielennood en de helse angst toe. Opdat Hij de Zijnen 'van de eeuwige verdoemenis verloste en ons Gods genade, gerechtigheid en het eeuwige leven verwierf'. Welk een diep buigen onder Gods recht; wat een volhardend gebedsleven.

Als ons de zonde benauwt of het naderend gericht Gods verschrikt, dat we dan leerden bidden en buigen. Dat te leren door Christus' Geest is ook ons allen zo nodig. Want God ziet de zonde niet door de vingers en Zijn gericht is aanstaande. Ook voor ons. Rekenen we ermee? De Heere opene onze ogen voor deze aangrijpende werkelijkheid, opdat we ons zullen haasten en spoeden.
In het begin van het geestelijke leven is de Borg nog zo geheel verborgen. De Heilige
Geest lere ons bij nadere onderwijzing de noodzakelijkheid van de voldoening verstaan, opdat Jezus ons als Borg onmisbaar worde. Wanneer de rechtvaardige toorn Gods ons benauwt, geve Hij ons door het geloof op de buigende en biddende Middelaar te mogen zien. Hij leide ons in de heilgeheimen van zalig worden. Laten we alle verwachting van onszelf maar grondig verliezen. Dat gaat wel radicaal tegen ons bestaan in. Maar zo maakt de Heilige Geest de lijdende en biddende Borg begeerlijk en onmisbaar.

Wij hebben een Voorbidder nodig. Voor het gewone leven. Zullen we er met biddag om vragen door de Heilige Geest Hem te mogen leren kennen? We hebben deze Voorspraak vooral ook nodig voor onze ziel. De Heilige Geest wekke geloof in Hem. Gelukkig wie het Johannes nazeggen, misschien nastamelen, mag: 'Wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige'.
Wat zullen wij anders voor een Voorbidder zoeken? Hij weet wat benauwdheid en strijd is. Hij weet ook wat aanhoudend bidden is. Gaat tot Hem; zoek Hem te kennen, zowel voor natuurlijke als in geestelijke zaken.

Ds. P. Mulder

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 13 mar 2014 10:22

Laat ons vrijmoediglijk optrekken en dat erfelijk bezitten; want wij zullen dat voorzeker overweldigen. Maar de mannen, die met hem opgetrokken waren, zeiden: “Wij zullen tot dat volk niet kunnen optrekken, want het is sterker dan wij. Numeri 13: 30 en 31


Horen of zien. U kent wel het gezegde: “Wie ver reist, kan veel verhalen”. Zo'n reisverhaal is vaak interessant, maar altijd heel persoonlijk. We zien het land of de plaats door de bril van de reiziger. De dingen die de belangstelling hebben, worden breed uitgemeten.

Andere dingen zullen niet worden genoemd of slechts kort worden aangestipt. Vandaar ook, dat wanneer twee mensen hetzelfde land bezoeken, er twee verschillende reisverhalen komen. Soms kunnen die helemaal tegengesteld zijn. De één is lyrisch, terwijl de ander veel minder enthousiast is.

Twee tegengestelde reisverhalen: zo zou je bovenstaand gedeelte kunnen noemen. We horen de verhalen uit de mond van een twaalftal mensen die het land Kanaän hebben verkend. Het volk Israël stond aan de grens en voordat men het land zou gaan binnentrekken, leek het verstandig om eerst een paar verkenners daar naartoe te sturen. Die moeten polshoogte nemen en kijken waar de vruchtbare en onvruchtbare streken zijn. En zeker zou men ook moeten proberen in te schatten welke tegenstand verwacht moest worden als het volk straks daadwerkelijk daar zou gaan wonen. Twee verslagen. Veertig dagen lang zijn de verkenners door het land getrokken. En nu zijn ze terug.

Ze hebben vruchten geplukt, die ze het volk laten zien. Het is inderdaad een prachtig land, waar het goed wonen zal zijn. Daar zijn alle verkenners het over eens. Maar daarmee houdt de overeenstemming ook meteen op. Want er blijkt verschil van mening te zijn tussen tien verkenners aan de ene kant en twee aan de andere kant. Tien verkenners zeggen: het volk dat in Kanaän woont, is sterk. En hun steden zijn ommuurd en groot. Ook hebben we heel wat reuzen gezien. Wij waren als sprinkhanen in hun ogen. Deze tien verkenners zien het daarom niet zitten om het land binnen te trekken. Dat zal op een groot fiasco uitlopen, zo is hun mening. En ze steken hun angstgevoelens niet onder stoelen of banken, maar tonen die aan jong en oud binnen het kamp van de Israëlieten. Begrijpelijk dat hun reisverslag grote beroering gaf onder de mensen.

Velen werden bang en huilden de hele nacht. Hoe moest het toch verder? Die lange, zware woestijnreis kon hier toch niet eindigen? Sommigen klaagden: Och waren we maar in Egypte gestorven. Of in de woestijn. Anderen zeiden: laten we iemand aanstellen die ons terugbrengt naar Egypte. Een heel ander geluid lieten twee van de twaalf verkenners horen. Jozua en Kaleb heetten ze. Zij zeiden: we kunnen gerust het land binnen trekken. We zullen de tegenstanders zeker kunnen overmeesteren. We hoeven echt niet terug. Hadden Jozua en Kaleb dan niet die versterkte steden gezien? Zeker wel. Of was het hun misschien ontgaan dat de bewoners groot en sterk waren? Nee, helemaal niet. Alleen: dat was voor hen niet het één en al.

Bepalend was wat God had beloofd! Als Hij beloofde dat zij in dat goede land zouden mogen gaan wonen en dat had Hij gedaan! dan konden ze daarop vast vertrouwen. Ondanks alles wat misschien het tegendeel leek te bewijzen. Twee principes. Voor die tien verkenners hadden Gods beloften op dat moment geen enkele betekenis. Voor hen was bepalend wat voor ogen was. In hun verslag valt op dat ze steeds weer zeggen: ‘wij hebben gezien’. Meer dan de zichtbare werkelijkheid was er voor hen eigenlijk niet. De twee, Jozua en Kaleb, leefden uit een ander principe. Nee, niet uit het principe: ‘we moeten het er maar op wagen, het zal best wel goed komen’. Het principe waaruit Jozua en Kaleb leefden was: ‘Wij hebben gehoord’. We hebben het één en ander uit Gods mond gehoord. En van daaruit bekijken we de dingen.

Ons zicht op het leven en alles wat zich daarin voordoet, wordt bepaald door wat God tegen ons heeft gezegd. Geloofshouding. Die houding van Jozua en Kaleb is de houding van het geloof. Het geloof leeft uit wat het gehoord heeft. Nee, daarmee is niet gezegd dat er dan geen oog is voor de werkelijkheid. Die werkelijkheid kan heel donker zijn. Er kan sprake zijn van ziekte, moeite en verdriet. Maar het geloof weet meer, omdat het gehoord heeft dat God Zijn eigen Zoon heeft uitgezonden naar deze wereld. En dat in Hem, Jezus Christus, vergeving, kracht, troost en eeuwig leven te vinden is. Waar het geloof in een mensenleven de boventoon voert, daar vallen lichtstralen door de duisternis heen. Daar wordt houvast en uitzicht ervaren in welke hopeloze situatie we ons ook bevinden. Wie leeft bij wat hij ziet, zal weinig rust en vertrouwen ervaren.

Immers: wat kan veel van wat je ziet gebeuren, je benauwen. Je denkt: hoe moet dit verder? Waar zal dit allemaal op uitlopen? Je houdt je hart vast. Maar wie leeft bij wat hij uit Gods mond hoort, zal juist veel rust en vertrouwen ervaren. Je weet: Hij staat overal boven. De dingen lopen Hem niet uit de hand. Integendeel, Hij leidt alles naar het doel dat Hij voor ogen heeft. En bij Hem mag ik schuilen. Hij is een veilige Schuilplaats. Om Christus' wil. We kunnen maar beter leven bij wat we horen dan bij wat we zien!


Ds. D. van der Zwaag.

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 14 mar 2014 10:09

DE LEUGEN VAN ANANIAS ~ Handelingen 5 vers 33


"Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij de Heilige Geest liegen zoudt, en onttrekken van de prijs van het land?" Een indringend woord uit de mond van Petrus. Bepaald niet zachtzinnig.

Petrus heeft op de Pinksterdag en daarna rijk en vertroostend gesproken over de genade van de Heere Jezus. Maar hier vinden wij wat anders. De Heilige Geest gelogen. Niet buiten de gemeente, maar binnen de gemeente. De gemeente van Jeruzalem. Helaas! Zo kort nog maar na de uitstorting van de Heilige Geest. Niet zo maar een liegen, maar een liegen tegen de Heilige Geest. Dat hadden we niet verwacht. Want wat een gezegende gemeente was het daar op de Pinksterdag! Een modelgemeente.

Welk een rijke vruchten van de liefde zien we daar in Jeruzalem. Zij waren eendrachtig bijeen. Zij hadden rust en vrede. Zij hadden genade bij het ganse volk. De Heere deed dagelijks tot de gemeente! Daarbij kwam dat zij leefden in gemeenschap van goederen. Zij hadden geen eigen bezittingen. Niemand had enig gebrek. Het kwam allen ten goede. We lezen in Hand. 4:34: "Want er was ook niemand onder hen, die gebrek had; want zovelen als er bezitters waren van landen en huizen, die verkochten zij, en brachten de prijs der verkochte goederen, en legden die aan de voeten der apostelen".

Een vorm van sociale gerechtigheid. Maar dat bleef helaas niet zo. Ananias en Saffira! Zij komen openbaar. Eerst Ananias en dan zijn vrouw. Zij zijn leden van de gemeente. Maar uit de vrucht blijkt, dat het geen levende leden zijn. Dan blijkt al snel dat er ook kaf onder het koren zit. De vijand komt er op af. Verzet van binnenuit. Ananias heeft wel zijn have verkocht, maar een deel van de opbrengst houdt hij voor zichzelf. En dat met medeweten van zijn vrouw.
In plaats van de volle prijs aan de apostelen te geven houdt hij wat achter. De geldzucht beheerst hem. De geest van de hebzucht.

Niet de Heilige Geest, maar de satan heeft het hart vervuld! We zien twee dingen. Ten eerste, Ananias handelt heel bewust en met opzet tegen de Heere. Hij geeft niet het gehele bedrag over aan Petrus. En ten tweede, hij doet net alsof hij het volle pond gegeven heeft. Met een vroom gezicht bedekt hij zijn goddeloze praktijk.

De Heere heeft het gezien. Niets is bedekt voor Zijn alwetendheid. Zijn ogen doorlopen de ganse aarde. Wij kunnen ons voor mensen anders voordoen. Wij kunnen ons voor de mensen verbergen. Maar niet voor de Heere. We lezen van het einde van Ananias.

We lezen vers 5: "En Ananias, deze woorden horende, viel neder en gaf den geest". De straf wordt direct uitgevoerd. Het oordeel wordt zonder genade voltrokken. God laat Zich niet bespotten. God is een heilig en rechtvaardig God, Die de zonde niet door de vingers ziet! Prediking van Gods rechtvaardigheid. Wie zou niet vrezen? Wie zou niet beven? En hoe kunnen wij bestaan? Zo gij in 't recht wilt treden en gadeslaan onze ongerechtigheden, wie zal dan bestaan?

Wie gaat vrijuit wanneer hij op zijn of op haar leven ziet? Prediking van Gods lankmoedigheid over ons. De Heere is nog lankmoedig over ons. Nog geen lust in onze dood, maar daarin dat wij ons zouden bekeren en leven. Dat de goedertierenheid van God ons tot bekering zou leiden.

Prediking van Gods genade. Genade in Christus. Die nooit Zijn Vader gelogen heeft. In Wiens mond geen bedrog geweest is. Die recht en waarheid had gesproken in het oordeel. En dat voor leugenaars. Voor opstandelingen. Dat is het wonder voor de kerk. Zo is er dan geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn.

ds. J.B. Zippro

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 19 mar 2014 12:40

En het zal geschieden, dat al wie gebeten is, als hij haar aanziet, zo zal hij leven
Numeri 21 vers 8b

De Heere moest Zelf getuigen dat Hij veel verdriet had ondervonden van het volk Israël.
Ondankbaar, ontevreden, dwars en opstandig was het volk in de woestijn.
Steeds kwam het verlangen naar de vleespotten van Egypte terug. Ook in dit gedeelte.
Dagelijks begenadigd met manna. Het volk walgt ervan.
Kwetsend en krenkend voor Hem Die Zijn hand opende.
De straf volgt.
Vurige slangen plagen het volk. Velen sterven.
De Heere is geen ledig toeschouwer. De mens zondigt niet goedkoop.
Zijn recht eist voldoening.
Welk een wonder dan dat Mozes een koperen slang mag maken.
Nog is er voor een strafwaardig volk uitkomst.
Hoe kan dat? Ligt dat in die schuldbelijdenis? Neen!
Deze slang wees naar die verhoogde Christus op het kruis.
Hij heeft de kop van de helse slang vermorzeld.
En nu roept Hij vanaf het kruis de gebetenen, de vermoeiden.
O, stervend volk in uzelf, Hij roept u.
Hoor Hem getuigen: Ik leef en gij zult leven.

ds. H. Zweistra

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 21 mar 2014 16:58

Als nu die heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven" Handelingen 13:48

Paulus heeft de eerste zendingspreek gehouden. Na een lange reis van 700 km is hij in Antiochië in het zuiden van Galatië aangekomen. Op verzoek van de synagogenoverste heeft hij het Woord tot een verzamelde gemeente gericht. Vanuit de wetboeken van Mozes en vanuit de evangelische belofte van de profeten heeft hij hun zonde en genade voorgesteld. Hij heeft hen de dood in Adam gepredikt en het leven in Christus.

Horen van heidenen

"zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Deze u vergeving van zonde verkondigd wordt; en dat van alles waarvan gij niet zou kunnen gerechtvaardigd worden, door de wet van Mozes, door deze een ieder, die gelooft, gerechtvaardigd wordt." (vers 38 en 39)

In de synagoge waren niet alleen Joodse mannenbroeders aanwezig, maar daar zaten ook heidenen onder het gehoor. Hoe waren die heiden in de kerk gekomen? De joden waren in tijden van geloofsvervolgingen over de hele wereld verspreid. In de tijd van opkomend antisemitisme heeft men getracht om begrip te kweken voor het geloof in het Woord van God. De zegen des Heeren bleef niet uit. Mensen uit de wereld sloten zich aan bij de joodse gemeente. Sommige als bekeerlingen, die na doop, het brengen van een offer en de besnijdenis lid werden van de gemeente. Andere waren slechts belangstellenden. Deze worden ook godvrezenden genoemd.

Deze heiden hoorden er nog echt bij. In de wereld konden zij nog geen vrede vinden. zij wilden wel meer horen van het geloof in God. Maar ze hoorden niet bij het volk van God. Ze wisten het allemaal nog niet goed. Tot op het moment dat er tot hen wordt gepreekt. Dan horen ze hun naam noemen in de prediking. Zij hebben geen geloof, geen vergeving, geen rechtvaardigheid die voor God kan bestaan. Zij kunnen niet zeggen dat zij Gods geboden onderhouden hebben van hun jeugd af aan. Zij missen een God voor hun ziel en een Borg voor hun hart. Zij hebben de vloek en de verdoemenis verdiend.

Prijzen van het Woord.

Paulus had niet alleen tot vermaning tegen de heidenen gepreekt, maar ook ter waarschuwing tegen de Joden die het Woord kenden. In de toepassing van depreek had hij gewezen op wat de HEERE zegt door Habakuk: Ziet onder de heidenen…. Ik werk een werk in de dagen die komen, dat gij niet zult geloven als het u verteld zal worden.

God zal komen met het oordeel over het ongelovige volk, en Hij zal daarom naar de heidenen gaan. Zij zullen horen naar het Woord van God. God roept zondaren tot het geloof in Christus. Roemen in God en prijst Zijn onfeilbaar Woord!

Een zondaar kan worstelen met de vraag: is die grote genade wel voor mij? Want als ik naar mijn leven kijk wat zie ik daar dan van? Ken ik mijn zonde echt? Aan het waren geloof in de bedekking van de schuld, gaat de ontdekking van de zonde vooraf. Berouw over de zonde gaat voor de kennis van de vergeving. En de verkondiging van de gekruisigde Christus brengt tot de kennis van de wetsovertreding. Die zondekennis is naar het Woord en gewerkt door de Heilige Geest, wanneer wij niet meer zonder de Heere kunnen leven.

Dat blijkt na de kerkdienst. Sommige trouwe kerkgangers verzetten zich tegen het gehoorde Woord. Zij zijn het er niet mee eens. Maar deze heidenen verlangen meer van dat Woord te mogen horen. Zij hebben er over nagesproken. Zij hebben honger naar het Woord gekregen. Zij willen er meer over horen.

Verkoren in Christus.

Wanneer we een arme zondaar zijn, dan zien we toch uit naar woorden van blijde troost en vrede? Dan kan je misschien nog niet zeggen dat je verkoren bent en de gerechtigheid van Christus je eigendom is. Maar dan weet je wel dat het Woord des Heeren een kracht Gods is voor een ieder die gelooft. Dat geloof in Hem wil Christus aan alle uitverkorenen leren. Vandaar dat ze op de naaste sabbat weer bijeenkomen. Mogelijk is dat een sabbat geweest die gevierd werd tussen de andere feestdagen. Gedacht wordt zelfs aan de sabbat tussen nieuwjaar en de grote verzoendag. Maar in ieder geval hebben zij als evangelie gehoord om te blijven bij de genade Gods. De kanttekenaren wijzen daarbij op het geloof in de Heere Jezus. We zijn niet rechtvaardig door ons doen. Uit genade alleen zijt gij zalig, niet uit de werken der wet. Maar door Christus alleen. En op de volgende sabbat kwam bijna de gehele stad samen. Al zijn er nieuwsgierigen en tegenstanders onder ons geweest, er waren er toch ook die om het Woord kwamen. Onze Dordtse leerregels noemen we als onfeilbare vruchten van de verkiezing: het waar geloof in Christus, kinderlijke vreze Gods, droefheid die naar God is over de zonde, honger en dorst naar gerechtigheid. Door het geloof vinden zij in dat Woord een geestelijke blijdschap en heilige vermaking.

Verhardt u niet, neemt Zijn gena ootmoedig aan: als heid’nen gaan, als schapen die Zijn hand wil weiden.

ds. M. van der Sluys


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 6 gasten