Hedendaagse meditaties

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 07 dec 2013 11:07

De koperen slang (Numeri 21:9)

Midden in de doodsnood van de kinde­ren Israëls moet Mozes een koperen slang maken in de woestijn. Deze moet op een stang geplaatst worden. Het kan de banier van het leger geweest zijn, gezien het grondwoord. En zo wordt de koperen slang hoog opgericht! Het koper glinstert en flonkert in het licht van de felle oosterse zon. Voor een ieder goed zichtbaar ! Dan lezen we: “… en het geschiedde als een slang iemand beet, zo zag hij de koperen slang aan, en hij bleef levend”.

De Heere Jezus heeft in Zijn onderwijs aan Nicodemus naar deze koperen slang terugverwezen in Johannes 3:14 : “En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden.” Zoals de slang werd verhoogd in de woestijn, zo wordt Christus van de aarde verhoogd aan het vloekhout des kruises. Dit Goddelijk moeten, wijst op de Goddelijke gerechtigheid. God kan de zonde niet ongestraft laten. Dat zien wij zo duide­lijk in deze geschiedenis van de vurige slangen in de woestijn. God is heilig en rechtvaardig. Dat zien we ook aan het kruis op Golgotha. Eer God de zonde ongestraft liet blijven, zo heeft Hij ze gestraft aan Zijn lieve Zoon. Daarom moest Hij verhoogd worden aan het vloekhout! De zonde heeft Hém Zijn leven ge­kost. Zo duur moest de zonde worden betaald. Christus is tot zonde gemaakt. De slang in de woes­tijn was de oorzaak van de kwaal. Maar ook de slang, door Mozes opgericht, is het middel tot genezing!

In Adam zijn wij allen verleid geworden door de helse slang. Ten diepste dragen wij allen die slangenbeet in ons om. We dragen het gif van de zonde bij ons. “Slangen­venijn is onder onze lippen”, zegt de Schrift (Romeinen 3). Wanneer de Geest van Christus ons vijandig bestaan ontdekt dan worden wij bepaald bij onze doodstaat. Dan zien we niet alleen de verschrikkelijke gevolgen van onze zonden, maar ook de oor­zaak. Waren er geen zonden, dan waren er ook geen wonden.
Maar nu wordt het middel ter genezing ons aangewezen. Alleen het zien op deze verhoogde Christus zal ons het eeuwige leven brengen... opdat een ieder, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Deze verhoogde Christus heeft Zichzelf gegeven voor een volk, dat door de helse slang gebeten is. Daar aan het kruis zijn Hem de verzenen vermorzeld, maar dat heeft satans kop vermorzeld! Zoals die koperen slang als enige redmiddel is aangewezen door de HEERE, zo is er voor ons ook geen ander middel om de welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen. Dat middel wordt ons voorgehouden. Niet om alleen te horen en dan verder niets, maar om ook dit middel te gebruiken! Daarom, zondaar, blijf niet in uw tent... Geen zalf, geen pijnstiller zal ons kunnen redden. Zelfs niet in de overdenking van al de deugden Gods zal u de zaligheid vinden. Alleen in het zien op de verhoogde Zaligmaker ligt het behoud! Ziet het Lam Gods!
De verhoogde Christus moet centraal staan in de prediking. Zijn lijden en sterven. En bij die verhoging van Christus is ook begrepen Zijn opstanding en hemelvaart. De Vader heeft Hem verheerlijkt, toen Hij Zijn Zoon uit het graf opwekte. Elke keer mag in de prediking die koperen slang worden opgehe­ven. Christus wordt daarin aangewezen en aangeboden als de van God geschonken Zaligmaker! Ook voor de van verre staanden die niet durven naderen vanwege hun zonden is Hij het enige middel tot behoud !

ds. J.B. Zippro

Atro

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Atro » 07 dec 2013 17:41

"Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken" (Spreuken 3:6)

Wat zijn de spreuken van Salomo toch vol van ware wijsheid. Ken "Hem" in al uw wegen, en "Hij" zal uw paden recht maken. Salomo zegt eigenlijk: "Ken de Heere erin!" Waarin? in al je wegen.

Dat is ware wijsheid. Niets doen/niets besluiten en niets ondernemen buiten de Heere. Geen stap doen zonder Zijn toestemming. Geen besluit nemen zonder Zijn raad. Tot in de kleinste dingen van je leven zegt Salomo, moet je de Heere kennen. En daar hoef je je niet voor te schamen. Daarin komt juist de kinderlijke afhankelijkheid in de vreze des Heeren openbaar. En daarbij is het de Heere bijzonder aangenaam als wij Hem in alles mogen kennen. Hem er deelgenoot van maken met enig oogmerk: "Heere ik wil niets buiten U om doen". Wat een rijke les.

Ken de Heere in al de wegen van je leven. Als je met vragen loopt of ergens moeite mee hebt. Bovenal als je de Heere begeert te zoeken en te vinden. Vraag Hem dan om het onderwijs van de Heilige Geest door Zijn Woord. Alle dingen mag je voor de Heere neerleggen. De keuze van een baan, de keuze van je levenspartner, de zorgen en het onbekende verdriet waarmee je over de wereld gaat waarvan je niemand deelgenoot kunt maken, bij de opvoeding, in de zorg ten aanzien van verloren zonen en dochters die met God en Zijn dienst hebben gebroken of een godsdienst aanhangen die leidt tot het verderf. In ziekte, in rouw, in eenzaamheid, in tegenspoed, in de nood van je god-vervreemding, in de nood van je zonden die schuld voor God is en ga zo maar door. Vertel het allemaal maar aan de Heere. Laat de Heere uw Leidsman zijn.

Ken Hem ook in je levensvraag: "mijn ziel doorzie toch uw lot, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?" Ken Hem in de vraag of God in je leven is begonnen of dat jezelf bent begonnen. Ken Hem in de worsteling van je ziel: "hoe krijg ik deel aan Christus?" Hoe wordt ik ooit met God verzoend? Hoe raak ik mijn schuld kwijt? Hoe komt God aan Zijn eer? Hoe zal ik ooit Gode welbehagelijke vruchten kunnen voortbrengen in mijn leven?

"Ken Hem in al uw wegen en Hij zal uw paden recht maken" Wat een rijke belofte! Maar laat dan ook aan de Heere over op welke wijze Hij dat zal doen. Wij hebben daar vaak zo onze eigen gedachten over. Het gaat echter in het leven vaak heel anders dan wij gedacht hadden.
HIJ zal uw paden recht maken. Wees dan stil en weet dat Hij God is, wanneer de Heere je paden recht maakt, maar niet overeenkomstig je gedachten. Wanneer dat recht maken tegen je vlees en bloed ingaat. Onderwerp je dan toch aan Zijn souvereine handelingen. Hij maakt alle dingen recht tot Zijn eer en daarin is je zaligheid gelegen.

Thomas Boston schrijft in zijn boekje 'Het kromme in het levenslot': "Het is beter voor de voorzienigheid te zwichten, dan maar te blijven tegenstreven al zouden we winnen". Het is niet alleen onze plicht om te zwichten voor de soevereine beschikking, dit past ons, maar het is ook ons grootste belang. Indien wij kruizen in ons levenslot ervaren, begeer dan liever dat uw geest wordt vernederd en in de vallei van ootmoed wordt gebracht. Dan uw kruis verwijdert te krijgen. De wegneming van het kruis is alleen nodig tot voordeel van onze ziel, om haar te genezen en om haar te reinigen en in een staat van gezondheid te brengen.

Erken Hem in alles wat je ontving in voorzienigheid en genade. Ken Hem en erken Hem, dat hoort namelijk bij elkaar. Want het 1 kan niet zonder de ander. 10 melaatsen kende de Heere in hun ziek zijn, maar slechts 1 erkende Hem: "een samaritaan". Erken Hem als je mag delen in de Genade van God en de Liefde van Christus. In het kennen en erkennen van de Heere hebben wij de Heilige Geest zo nodig. Smeek om die Geest.

Wijlen Ds. J. Veenendaal

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 09 dec 2013 09:14

“Want Hij komt om de aarde te oordelen”
(Psalm 98:9b)

HIJ KOMT!

Psalm 98 zingt al over de komst van Christus.
Met die komst worden zowel Zijn geboorte als Zijn Tweede Komst
bedoeld. En heel Psalm 98 is één krachtige en indringende aansporing
om die komst met vreugde te verwachten. Zelfs de zeeën, rivieren en
bergen moeten meedoen.

Verwachten wij Zijn tweede komst met net zoveel vreugde als we Zijn
Eerste Komst vieren?? Het kerstfeest verbinden we met blijdschap.
Maar als we denken aan Zijn tweede komst krijgen we het veelal benauwd.
Hoe komt dat?
Ik denk dat het vooral komt doordat wij - misschien meer dan we willen
weten - gevoelsmensen zijn. We gaan als het gaat over Christus‟
komst meer op ons gevoel af dan dat we het geloof beoefenen. En bij
Kerst wordt ons gevoel al snel geraakt. En op zich is daar niks op tegen.
Het is ook ontroerend en aangrijpend als we in gedachten Gods grote
Zoon als een baby in een voerbak zien liggen! God met ons. Maar als
we dan denken aan Zijn Tweede Komst en we zien Hem in gedachten
voor ons als de grote Rechter voor Wie we moeten verschijnen, dan
krijgen we een bang gevoel. Is dat niet terecht dan? in zeker zin wel,
maar de balans tussen hoe we aankijken tegen Zijn Eerste en Tweede
Komst is wel zoek.
Hoe kunnen we nu juist met vreugde het Kerstfeest vieren en eveneens
met vreugde uitzien naar Christus‟ wederkomst?
Verwachten wij Zijn Tweede Komst met net zoveel vreugde als we Zijn
Eerste Komst vieren??
Dat kan alleen als we het geloof voorrang geven boven het gevoel. Gelovig
Kerstfeest vieren is geen kil en afstandelijk gebeuren waar ons
gevoel buiten zou moeten staan.

Maar gelovig Kerstfeest vieren is wel veel en veel meer.
Gelovig Kerstfeest vieren betekent in die nederige dienstknecht de grote
Koning zien. De grote Koning Die zoveel voor mij overhad dat Hij
Zich tot op het diepst heeft willen vernederen, uiteindelijk zelfs tot in
de allerdiepste versmaadheid en angst der hel.
Als dat ons hart niet raakt, zijn we wel heel koud.
Maar waar het vooral op aankomt is, dat we met ons hart leren belijden
dat Christus mens moest worden en moest lijden voor onze zonde en
schuld. Door onze zonden zijn we de goede en rechte verhouding met
God verloren. En Christus kwam om die verhouding weer te herstellen.
Hij kwam met andere woorden om Gods gerechtigheid te volbrengen,
zoals Psalm 98 daar van zingt.

Gods gerechtigheid: dat is een heilbrengende gerechtigheid. Die gerechtigheid
eiste de komst, ja de dood, van Gods eigen Zoon, omdat wij
niet meer in staat waren om aan die gerechtigheid te beantwoorden.
Hebben we dat oprecht leren belijden voor Gods aangezicht? Ja, ik sta
in gedachten diep beschaamd bij de kribbe in Bethlehem.
En bij Zijn kruis.
En ik kan niet anders dan ootmoedig knielen voor deze Koning.
En wat ben ik deze Koning tegelijk diep dankbaar, omdat Hij bereid
was zó ver en zó diep te gaan! En dat voor zondaren!
Déze Koning leed, stierf en overwon de dood.
En woont en troont nu in de hemel.
En Hij komt om straks Zijn gerechtigheid voorgoed en volmaakt te
vestigen.
Ja, dat wordt een eeuwige ramp als we niet in Hem geloven. Maar het
zal ook het begin zijn van de eeuwige vreugde als we oprecht in Christus
leerden geloven als onze Knecht en Koning.
Laten we zo van harte instemmen en meezingen met Psalm 98: Laat al
de stromen vrolijk zingen … Hij komt, Hij komt …

Ds. M. Visser, predikant te Nunspeet

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 10 dec 2013 17:11

… en gij zult Zijn naam heten JEZUS;
Matthéus 1:21

Hier heeft Jozef te doen met een Goddelijk bevel. De HEERE zegt hem bij monde van de engel: '… en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden'. Het staat vast, onbeweeglijk vast in Gods raad, dat Hij het volk Hem door de Vader gegeven, zal zaligmaken van hun zonden. Dat is niet te keren, het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. Maar nu staat de zaak niet zo, dat u eerst moet weten tot Zijn volk te behoren alvorens u tot Hem moogt komen. Door de prediking van het Kerst-evangelie wordt u geroepen tot Hem te komen, in Hem te geloven om door Hem gezaligd te mogen worden. Hij zegt u: 'en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen' (Johannes 6:37).
Het Kindeke van Bethlehem is de door God beloofde Zaligmaker. Neem tot Hem uw toevlucht, anders begraaft u het talent van uw historiëel geloof, dat Hij u heeft gegeven. Neem tot Hem uw toevlucht, smeek Hem om ontferming, in afhankelijkheid van Zijn Geest, want de komst van de Zone Gods in het vlees is vol ontferming, in Hem is de enige mogelijkheid om zalig te worden. Daar de wet in Zijn hand gesteld is, kunt u alleen door Zijn onderwijs leren dat de wet geestelijk is en dat u vleselijk verkocht ligt onder de zonde. De geestelijke kennis van de boosheid der zonden is alleen op Zijn school te verkrijgen. Zo lang uw hart door het geloof niet met Hem verenigd is, mist u dat onderwijs, weet u niet wat het is zondaar te zijn voor God. Blijf niet leven bij de Geest der dienstbaarheid door de wet tot vreze, maar zoek de Geest van Christus tot vernieuwing en vernedering des harten. De Heere Jezus is gekomen om de kracht der zonden te breken, de schuld der zonden te verzoenen en de smet der zonden te doden. Beladen met de last der zonden is de Heere Jezus verschenen in de volheid des tijds. Hij is het door God verordineerde middel tegen de zonden. Door het geloof in Hem wordt het hart, dat door de zonden geheel ontledigd is van Gods gunst en gemeenschap, vervuld met de uitlatingen van Zijn liefde en het licht van Zijn vriendelijk aangezicht. Zalig maken van de zonden is een werk Gods waartoe wij de Zone Gods van dag tot dag van node hebben, om 't woord:

… en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
met steeds meer klaarheid te mogen verstaan.

wijlen ds. R. Kok

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 12 dec 2013 15:14

"En zult Zijn Naam heten Jezus."

Lukas 1:31b

ADVENT
De engel Gabriël komt tot Maria om de geboorte van de beloofde Messias aan te kondigen. Wat een verwaardiging voor Maria om de moeder des Heeren te mogen zijn. Daar hadden vele vrouwen in Israël naar uitgezien. Nu mag zij uit de mond van de engel horen dat ze genade bij God gevonden heeft en dat de Heere haar naar Zijn soeverein welbehagen heeft verkoren om de Zaligmaker ter wereld te brengen. Ze hoeft niet zelf naar een naam te zoeken voor het kind dat ze zal baren. Die Naam wordt haar reeds voordat ze zwanger is van de hemel meegedeeld. Tot deze eenvoudige, jonge vrouw uit het geslacht van David klinkt het: “en zult Zijn Naam heten Jezus.” De engel zal die Naam ook aan Jozef bekend maken. Ze hoeven over de Naam van het Kind niet te twisten, zoals helaas zo vaak gebeurt. De Naam is Hem van de hemel gegeven. De Vader gaf Hem die Naam en verleende Hem ook de volmacht om die Naam te dragen. Jezus: Zaligmaker. Want Hij zal Zijn volk zalig maken van al hun zonden. Hij draagt die Naam omdat Hij zondaren zalig maakt. Hij kwam op aarde om te zoeken en om zalig te maken dat verloren was. Er is bij niemand anders enige zaligheid te zoeken of te vinden, zo belijdt de Kerk van alle eeuwen met onze Heidelberger in Zondag 11.
Hij draagt die naam vrijwillig. In de stilte van de eeuwigheid gaf Hij Zichzelf om Borg te zijn, om de schuld van Zijn bruidskerk te betalen en een volkomen gerechtigheid aan te brengen. Hij draagt die Naam uit liefde tot de deugden van Zijn Vader, wetende welk een verschrikkelijk lijden aan het dragen van die Naam verbonden is. Hij draagt die Naam uit liefde tot Zijn volk, wetende dat het een volk is, verloren in zonde en schuld en in zichzelf onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Een volk, dat Hij van eeuwigheid uit de handen van Zijn Vader kreeg. Een volk, niet beter dan andere mensen, maar met het gehele geslacht van Adam verdoemelijk voor God. Toch een volk van eeuwigheid verkoren, van eeuwigheid gekend en bemind. Hij draagt die troostvolle Naam, omdat in de Naam Jezus alles besloten ligt, wat een zondaar nodig heeft om welgetroost te leven en eenmaal zalig te sterven. Hij zal Zijn volk zalig maken. Hij zal Zijn onderdanen hebben uit Joden en uit heidenen. Een dierbare Naam!
Voor wie? U zegt: Voor alle mensen, want alle mensen moeten gered worden van het grootste kwaad, de zonde en gebracht tot het hoogste goed: het herstel in de gemeenschap met God. Ja, alle mensen moeten gered worden. Maar als we niet zien dat we in gevaar verkeren, verstaan we ook de noodzaak tot redding niet. Als je niet in het water ligt en op het punt staat te verdrinken, dan roep je niet: Help me, want ik verdrink. We zien het dodelijke gevaar niet waarin we van nature verkeren. Of u wel? Onze ogen zijn er voor gesloten en als ze er niet voor geopend worden, zullen we deze Naam nooit dierbaar leren achten. Die Naam Jezus moet door de Heilige Geest ons dierbaar worden gemaakt. Want niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn, dan door de Heilige Geest. We kunnen wel spreken van Jezus en die Naam kan wel klinken in de profane kerstmuziek die in de winkelcentra ten gehore wordt gebracht, maar die Naam moet voor ons waarde krijgen. Voor die Naam moet plaats gemaakt worden. Hij heeft voor u en voor mij van nature geen gedaante noch heerlijkheid, geen gestalte dat we Hem zouden begeerd hebben. Het is de Heilige Geest, Die het hart van een zondaar bearbeidt om tot de gezegende kennis van die Naam te brengen.
De Heilige Geest overtuigt eerst van zonde en dan van gerechtigheid. In de weg van ontdekking aan onze verlorenheid en doemwaardigheid maakt de Heilige Geest plaats voor Jezus. Het is een wonder van Gods genade als een zondaar een welgevallen krijgt aan de straffen van zijn ongerechtigheid, maar een nog groter wonder als de Heere door Zijn Woord het heilgeheim gaat ontsluiten dat er voor een verloren zondaar doen aan is, omdat er Eén is van God gegeven, Wiens Naam is Jezus. Als de weg tot de zaligheid wordt ontsloten in Hem, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is. En dat die weg nu een weg is, waarin God met behoud van Zijn gerechtigheid zondaren zalig maakt, omdat Hij al de overtredingen van de Zijnen op Hem heeft doen aanlopen. Wat trekken dan de genegenheden zich samen op die dierbare Zaligmaker, om Hem te mogen kennen en vervolgen te kennen. Wat is er dan een uitzien en een smeken naar Hem, Die machtig is te verlossen. Daar strekt zich al mijn lust en liefde heen. De Heilige Geest leert waarom Hij de Naam Jezus moest en wilde dragen. Alles vanwege mijn zonde en ongerechtigheid. Om die te dragen en te verzoenen. Dan wordt ons hart ingewonnen voor vrije genade alleen. Troostvolle ogenblikken als een ziel door het geloof deze Naam leert spellen. Geen schonere Naam onder de hemel gegeven. Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk Een is mijn Liefste. Ook voor u? We vieren Kerst. Maar hoe vieren we Kerst? Is uw hart brandende in u of Hij ook in uw hart geboren wil worden? Bid om een kruimel geloof opdat u Hem zou mogen aanschouwen in de kribbe van Bethlehem. Het moge ons verlangen zijn of worden om met Maria te zingen:

Mijn ziel verheft Gods eer,
Mijn geest mag blij de Heer’,
Mijn Zaligmaker noemen.

Ds. W. Silfhout

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 13 dec 2013 13:14

Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.’
Hebreeën 4 vers 9

Ons tekstgedeelte spreekt over rust. Een woord dat in deze vakantietijd hoogst actueel is. De jongelui hebben vakantie. De vaders hebben vakantie. Ook de moeders mogen het wat rustiger aan doen. De vakantietijd is een tijd waarnaar velen uitzien. Van de vakantietijd geldt echter ook dat zij – voor ons gevoel althans – vaak weer voorbij is voordat ze goed en wel begonnen is. Onmiskenbaar kan van een rustperiode genoten worden. Lichaam en geest mogen tot rust komen. Tegelijkertijd geldt dat alle rust maar tijdelijk van aard is. Bovendien blijkt niet zelden dat de echte rust ook in de vakantietijd niet wordt genoten. Ook tijdens de vakantie blijken de kinderen ruzie te kunnen zoeken of blijken de spanningen binnen gezinnen niet op te lossen. Veelzeggend is dat een onderzoek een aantal jaren geleden uitwees dat de meeste echtscheidingen juist vlak na de vakantieperiode plaatsvinden. Het is niet voor niets dat het wel eens op mooie huizen staat: Repos ailleurs. Dat betekent: de rust is elders. Dit was ook de ondervinding van de kerkvader Augustinus die het moest zeggen: “Onrustig is ons hart totdat het rust vindt in God.”

Van diezelfde rust spreekt – geïnspireerd door de Heilige Geest – ook de apostel Paulus in Hebreeën 4: “Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.” De woorden ‘blijft over’ geven aan dat de volmaakte rust op aarde nooit zal komen. Asaf weet ook daarvan: Niets is er waar ik in kan rusten. Die rust is er wel geweest, voor de zondeval. Na de zondeval en door de zondeval is de grote onrust gekomen. In Romeinen 8 vers 22 lezen wij dat het ganse schepsel te samen zucht. Onrust door de zonde, onrust door angsten, onrust door conflicten, onrust door aanslagen, onrust over de gezondheid, onrust over.... U en jij kunt het zelf wel invullen. Toch spreekt onze tekst over rust. Voor wie is de rust? Voor Gods volk. Het is een rust die in de Heere is, die van de Heere is en die door de Heere is. De Heere wil de Zijnen die rust schenken, deelachtig maken. Die rust is er door de grote Rustaanbrenger, de Heere Jezus Christus. In de volheid des tijds heeft de Zoon van God de heerlijkheid van Zijn Vader verlaten om te komen in deze wereld vol onrust. Ook voor de Heere Jezus was op deze aarde de rust niet. Moest de Heiland niet na Zijn geboorte vluchten voor Herodes? Heeft de Zoon des mensen niet gesproken dat Hij niets had om Zijn hoofd neer te leggen? Zelfs aan het kruishout, waar de volle toorn des Vaders tegen Hem ontbrandde vanwege de zonde der wereld, werd Hij nog bespot. Dat alles heeft Hij ondergaan om voor Zijn volk de rust te verwerven.

Nu mag er toch een volk zijn voor wie deze rust mag overblijven. Dat is een volk dat door genade gaat leren zien wat de reden is van alle onrust. Zij zijn van God verlaten, omdat zij zelf de Heere verlaten hebben. Dat is de ontdekking die de Heere de Zijnen leert: dat alleen ikzelf de oorzaak van alle onrust ben omdat ik het zelf ben die het die grote onruststoker, de satan, altijd maar gewonnen geef. Zolang een mens niet van deze waarachtige ontdekking weet, wordt alle onrust op allerlei wijze gecamoufleerd. Dan kan zelfs sprake zijn van valse rust. Deze valse rust kan ook een teken zijn van de verharding van ons hart. Ware rust is te mogen weten dat wij met de Heere verzoend zijn. Ware rust is te mogen weten dat de Heere met u en met jou is. Die rust wil de Heere nog schenken aan een volk dat door ontdekkende genade eerlijk onder ogen moet gaan zien dat de Heere wel tegen hen moet zijn vanwege het overtreden van Zijn geboden die heilig, rechtvaardig en goed zijn. U mag de Heere vragen om die ontdekking. Dan kan alleen rust komen als God Zelf deze ons schenkt in Zijn eigen lieve Zoon. Dan komt verwachting. Dan is er een biddend uitzien dat alleen maar sterker wordt. Als de grote Rustaanbrenger over wil komen, brengt Hij de rust aan. Wat een dag van vreugde is dat. Dan wordt het gezongen: ‘Hier wordt de rust geschonken.’

Is dat dezelfde rust als waarover de apostel spreekt? Zij is een voorsmaak ervan. Na ontvangen genade kan er zo vaak weer de onrust zijn. Zij vindt haar oorzaak in oude en nieuwe zonden, in moeite en verdriet, in de haat van de wereld. Ook Gods volk komt hier beneden de onrust nooit te boven. Maar een andere rust die volmaakt is, wacht al Gods uitverkorenen. Daarom zien zij uit naar die dag waarop de Heere hen eeuwig Thuis haalt. Dat is de dag waarop ze rusten mogen van al hun werken, van al hun zonden, van al hun moeiten en aanvechtingen om dan eeuwig met de Heere te wezen. Er is een volk dat met heimwee die dag verwacht. U en jij ook?

Ds. IJ.R. Bijl.

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 16 dec 2013 11:05

Bewaar mij als het zwart des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen.
Psalm 17: 8

Wat zullen de gevolgen van een mogelijke of zelfs waarschijnlijke oorlog rond Irak zijn? Huivert u niet als u hieraan denkt? Meen niet dat Nederland niets kan gebeuren. Ons land is kwetsbaar. Kunnen hier geen aanslagen gepleegd worden? Kunnen terroristen hier geen besmettelijke ziekten doen uitbreken? Dat de bede van David in Psalm I 7: 8 onze bede mocht zijn.

David kende vijanden die van nature zijn vijanden niet varen. De Heere iiad naar Zijn eeuwig en vrijmachtig welbehagen vijandschap gezet in het leven van David. Daardoor waren de satan, de wereld en de zonde tot doodvijanden geworden. David kon zichzelf niet beschermen. De inleving van eigen zwakheid en het zien op de list, de er­varing en de kracht van de vijanden deed hem smeken: Bewaar mij als het zwart des oogappels. Dit betekent: Bewaar mij als de pupil van het oog. Het oog ligt goed beschermd in de oogkas. Wenkbrauwen en oogleden bieden beschutting tegen zweet en stof. Hierin schittert de wijsheid van de Schepper. David smeekt: Wil mij beschermen zoals het oog wordt beschermd. Naar het Hebreeuwse grondwoord valt ook te denken aan de bescherming van een stad door middel van muren met wachttorens. David smeekt om bescherming zoals een stad wordt beschermd. De Heere beloofde aan Jakob bescherming: En zie. Ik ben met u, en Ik zal u behoeden overal waar gij heentrekken zult... Gen. 28: 15a. David smeekt bewaard te mogen worden zoals Jakob beschermd werd. David mag het verwachten van de Bewaarder Israels (Psalm 121: 4).

In Deut. 32: 10 staat dat de HEERE Israel bewaarde als Zijn oogappel. Zo mogen Gods kinderen bewaring van de HEERE afsmeken. Bewaring temidden van tijdelijke gevaren, oorlogsdreiging en geestelijke gevaren. Die bede houdt ook in eerlijk gewaarschuwd te willen worden. Profeten worden wachters genoemd. Zij dienen eerlijk te waarschuwen tegen dreigende gevaren. Zo moet in onze tijd eerlijk gewaarschuwd te worden tegen allerlei wind van leer alsook tegen wereldgelijkvormigheid. Waarschuwingen dienen te klinken tegen toegeven aan de zonde en tegen een leer waarin aan de doodsstaat van de mens wordt voorbijgegaan, tegen een prediking waarin de verantwoordelijkheid van de mens wordt gemaakt tot een mogelijkheid vanuit de mens. Er dreigen gevaren vanuit de wereld en vanuit de godsdienst waarin tekort wordt gedaan aan wezenlijke zaken van Gods Woord.

Er brak eens brand uit in een boerenschuur Nadat de brand was geblust, trof men een verkoolde kloek aan. Maar onder haar vleugels hoorde men piepen. De kuikentjes waren in leven gebleven, zij hadden verberging gevonden onder de vleugelen van de kloek. Dit is beeld van de verberging die er bij God in Christus is te vinden.Voor de Zaligmaker was er geen verberging tegen de toorn van God. Hij is het vuur van Gods toorn ingegaan. De gramschap Gods is door Hem gedragen in plaats van Zijn Kerk. De hitte van Gods gramschap is geblust in Zijn bloed. David smeekt om verberging onder de schaduw van Gods vleugelen. De gevaren en bedreigingen zijn werkelijkheden voor David. David heeft in het verleden verberging ondervonden tegen een leeuw en een beer, tegen Goliath en tegen Saul. David smeekt om opnieuw in die verberging te mogen delen, want dan is hij werkelijk veilig. Onder de vleugelen des Heeren is er afdoende bescherming. Een bunker of kelder op grote diepte aangelegd kan nog getroffen worden door een moderne raket. Maar wie onder de vleu­gelen des Heeren mag schuilen is wel bewaard. In Christus zijn de vijanden immers overwonnen vijanden. Gods kinderen zullen in Christus meer dan overwinnaar zijn. Dat betekent dat zij zullen triomferen over al hun vijanden omdat Christus het heeft uitgeroepen: Het is volbracht.

Van nature zijn we blind. Het grootste gevaar is niet dat er een wereldbrand kan uitbreken, maar het grootste gevaar is onbekeerd te sterven. In Adam zijn we moed- en vrijwillig weggegaan onder de vleugelen des Heeren vandaan en hebben ons gewend tot de vorst der duisternis. Moge de Almachtige blinde zielsogen openen en vijandschap zetten, zodat satan, wereld en zonde tot doodvijanden worden in de beleving. Het kan nog, we zijn nog in het heden der genade. Waar dit werkelijkheid wordt, wordt de bede van David opgezonden.

Schuilt u onder de vleugelen van een uitwendige godsdienstigheid zonder de vreze Gods? Schuilt u onder de vleugelen van rechtzinnigheid, stiptheid en ijver? Verwacht u het van doop, belijdenis en avondmaal zonder waarachtige bekering? Die vleugelen zullen u niet beschermen.Wie het daarvan verwacht, zal bedrogen uitkomen. De Heere vage al deze vleugelen weg om het in die weg alleen van Hem in Christus te gaan verwachten.

Welk een ontzettende werkelijkheid als zou moeten gelden wat gold van Jeruzalem: Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugelen, en gijlieden hebt niet gewild, Matth. 23: 37b. De Heere opene het oog voor de vele gevaren die ons omringen.

Klein en groot in de genade hebben oog gekregen voor de hen omringende gevaren. Zij beleven eigen zwakheid. Schuilplaatsen van eigen makelij werden en worden steeds weggevaagd door de Heere. Zo stijgt de bede op: Bewaar mij als het zwart des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen. Op het gebed bewaart de Heere Zijn kinderen en doet hen op Zijn tijd ingaan in eeuwige heerlijkheid.

ds. A. van Heteren

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 21 dec 2013 10:44

Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is; en wat eist de Heere van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God?
Micha 6:8

God houdt mensen graag klein. Wij voeden onze kinderen op om op eigen benen te kunnen staan, maar God niet. De Heere wil niet dat Zijn kinderen groot en onafhankelijk worden. Integendeel. Hij wil Zijn kinderen als blinden aan de hand houden. Hoewel Gods kinderen als het goed is dieper wortelen in de liefde en Christus meer in hun harten woont, ook al worden ze minder afhankelijk van hun gevoel en sterker in het geloof, toch moeten we dat niet verkeerd begrijpen. Als Gods kinderen sterker in het geloof staan, betekent dat dat Christus een grotere plaats heeft en zij in eigen ogen alleen maar kleiner zijn geworden en afhankelijker van Christus. Ik denk even aan Johannes de Doper. Hem werd gevraagd om Jezus te dopen en hij straalde daarbij niet van genoegen. Hij was er niet trots op dat hij uitgekozen was, maar protesteerde! Hij had er echt moeite mee om Jezus te dopen. Hij voelde zich te onwaardig om de schoenen van de Meester vast te maken, laat staan om Hem te dopen. Wat een reactie! Dat soort ootmoed wordt in Gods Woord aangeprezen. Tegenwoordig zou men zeggen dat je niet zo klein van jezelf moet denken en best een beetje trots mag zijn, maar in Gods Woord lezen we het anders.

Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des Heeren betrouwen (Zefanja 3:12).

Vreugde
Zalig zijn de armen van geest. Dat God de Zijnen klein houdt is helemaal niet erg en denk vooral niet dat de gelovigen zich daardoor gekrenkt voelen. Niets is minder waar. Doordat God klein houdt, wordt niet alleen de behoefte aan God levend gehouden, maar spreekt het Evangelie ook meer aan en kan er meer vreugde en vrede zijn. Waren Gods kinderen maar altijd zo klein en behoeftig, dan zouden er meer inkomsten zijn! Zalig zijn de armen van geest, zalig de hongerigen, zalig die treuren! Zalig in de zin van eeuwig gelukkig, met hemelse blijdschap. Die vreugde komt niet pas na de dood, maar begint hier. Het is een ootmoedige vreugde, juichen met beving. Wat een verschil met de godsdienst van de Farizeeërs. Zij waren trots en zagen zichzelf als rijk, wijs en zeker niet blind!

Voornaamste zondaar
Paulus noemde zich de voornaamste zondaar. Tegenwoordig zouden we zeggen: de grootste zondaar, van de ergste soort. De apostel is er nooit overheen gekomen dat hij de gemeente Gods vervolgd had en hij heeft die bladzijde nooit voorgoed willen omslaan. Dat hoefde ook niet. Het was goed voor Paulus om aan zijn verleden herinnerd te worden, want God houdt niet van hoog bekeerde mensen. Ook vandaag doen Gods kinderen er goed aan zich te herinneren waar God ze vandaan gehaald heeft. Het besef van zonde hoeft niet weggeduwd te worden. De herinnering aan verleden zonden mag best levend gehouden worden. Sterker, we mogen ootmoed en zondekennis aanwakkeren. Niet om met je ootmoed wat te worden, maar hoe meer ballast het schip heeft, des te meer zeil kan het hebben.

Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef (Ezechiël 16:6).

Voor- en tegenspoed
Een van de redenen waarom Gods kinderen soms een ‘doorn in hun vlees’ krijgen, is om ze arm te houden en laag bij de grond te houden. God houdt niet van hoogvliegers en wijze mensen die het alleen kunnen redden. Paulus had ook een of andere doorn in zijn vlees en had gevraagd om ervan verlost te worden. Het antwoord was dat Gods genade hem genoeg moest zijn en dat hij die doorn nodig had opdat hij zich niet zou verheffen. Overigens houdt niet alleen het lijden Gods kinderen klein, ook Gods goedheid! Gods genade en Zijn zegeningen zijn vaak zo overweldigend dat je er alleen maar klein van kan worden. God laat je niet buiten je schoenen lopen van verwaandheid, maar geeft dat Zijn kinderen hun geluk niet op kunnen en wegzinken in verwondering! ‘Ik ben geringer dan al deze weldadigheden en dan al deze trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt’, zei Abraham (Genesis 32:10). David bad: ‘Wie ben ik en wat is mijn huis dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt’, juist toen God hem had beloofd dat Zijn koninkrijk een eeuwig koninkrijk zou zijn. Petrus zei: ‘Ga uit van mij want ik ben een zondig mens. ’ Op dat moment zat het net vol vis! Gods zegeningen zijn niet bedoeld om ons sterker en groter te maken, maar juist om ons dieper te laten buigen!

En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, namelijk een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen (2 Korinthe 12:7).

Toen ging de koning David in, en bleef voor het aangezicht des Heeren; en hij zeide: Wie ben ik, Heere Heere, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt? (2 Samuël 7:18).

De mindere van elkaar
Ten slotte een zijlijn. We moeten niet alleen Gods mindere zijn en ootmoedig leren leven tegenover God, maar ook tegenover mensen. Het een is het gevolg van het ander. Wie ootmoedig met God wandelt (Micha 6) kan onmogelijk hoogmoedig doen tegenover zijn medemens. Paulus roept op om elkaar onderdanig te zijn in de vreze Gods. Christen zijn heeft alles met ootmoed te maken, klein zijn voor God. Zelfs Christus wilde lijden en Zichzelf vernederen. Als het goed is gaan we steeds meer op deze Christus lijken. ‘Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen’ (Mattheüs 11:29). We moeten ons maar niet te gauw aangetast voelen in onze eer, ons niet te snel op onze tenen getrapt voelen en zeker niet vergelden. Onze reputatie is niet het belangrijkste. Als God maar aan Zijn eer komt!

Doch gij niet alzo; maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste; en die voorganger is, als een die dient. Want wie is meerder: die aanzit of die dient? Is het niet, die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u, als een die dient (Lukas 22:26, 29).


Uit Diep ontzag van ds. P. van Ruitenburg

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 23 dec 2013 11:07

IK BEN ER!!!

Ik ben in Mijn hof gekomen, o Mijn zuster, o bruid!
Hooglied 5:1a.
Om Wie gaat het nu?
Hoofdstuk 4 is geëindigd met de bede van de bruid dat de Bruide­gom tot Zijn hof kwame.
Ligt hier niet het verschil met een godsdienstig mens en Christus’ bruid?
Een godsdienstig mens heeft genoeg aan de weldaden en ver­geet de Weldoener.
Een godsdienstig mens kan het daarom in deze wereld best uithouden met alle zegeningen zonder Christus.
Bij de bruid is er pas de vreugde als zij met de Brui­degom is.
En nu zegt de Bruidegom: Ik ben tot Mijn hof gekomen.
Op haar bede deed Hij grote wonderen.


Hier ben Ik!
En waarom zegt Hij dit zo nadrukkelijk tot de bruid?
Wel, omdat Hij weet, dat Hij in de nabijheid van Zijn volk kan zijn zonder dat dit volk het bemerkt.
Hielden Zijn discipelen Hem ook niet voor een spook?
En dacht Maria Magdalena niet, dat Hij de tuinman was?
O, het kan nog zo donker zijn in het leven van Gods volk.
Maar als Hij Zich openbaart, dan wordt het weer als nieuw.
Dan kan de bruid weer verder.
Want het is de Bruidegom, Die haar krachten geeft en van Wie het volk Zijn sterkte heeft.

Ik ben gekomen.
Let op Wie hier spreekt. Niet een engel is gekomen, maar “Ik ben”.
In het Oude Testament hoor ik die Naam klinken bij het brandende braambos.
Als Mozes vraagt: wanneer het volk Israël aan mij vraagt “hoe is Zijn Naam, Die u gezonden heeft?” wat moet ik dan zeggen?
En daar spreekt de HEERE: HEERE is Mijn Naam, ofwel, Ik zal zijn, Ik ben er, Ik ben de Eeuwige.
En zo is niet een engel gekomen tot de hof waar de bruid verkeert, maar de “Ik ben”.
De tweede Persoon, nl. Christus is gekomen, de Bruidegom.
Wij zeiden al, geen engel.
Want daar kan de bruid niet mee verder.
Evenmin als Mozes verder kon bij de Sinaï, toen de HEERE tot hem sprak: Ik zal een engel met u mede zenden.
Ach, dan kan de bruid niet verder trekken.
Het is haar beter bij de Sinaï in de woestijn met de HEERE, dan in het land van de belofte zonder de HEERE.

Is dat ook uw hart?
Kunt u het ook niet doen met wat godsdienst, al zou er een engel meegaan, zoals vele hemelzoekers in onze dagen?
Nee, dan is het: het is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bij mijn God.
Wat klinkt er dan een troost door als Christus zegt: IK ben gekomen.
Dan komt Hij zelf tot de bruid.
Hij zoekt haar op.
Hij vertroost haar.
Hij verkwikt haar.
Daar wordt Zijn onmisbare nabijheid ervaren en beleefd.

Kent u daar wat van?
Want buiten Hem is het dor en duister.
Buiten Hem is het de dood.
Maar in Hem het leven.

Maar waar is Christus dan gekomen?
In Zijn hof.
Hij komt niet even langs.
Maar Hij is daarin aangekomen.
In de hof heeft Hij Zijn plaats ingenomen.
Is het dan zo’n goed oord om daar te zijn?
Door de val niet meer.
Sinds die tijd brengt de hof doornen en diste­len voort.
En ook de hof is als in barensnood vanwege onze zonde.
Dat alleen zou ons al tot een aanklacht moeten zijn.

Alles door Hem.
Maar waar Hij komt, daar brengt Hij alles mee, daar druipt het al van vet.
Dat mag dan ook gezien en geproefd worden.
Dan spreekt de hof van Zijn specerij, Zijn mirre, Zijn honing.
Daar moet door Hem de dood wijken en worden de vruchten van Hem zichtbaar zelfs in de “natuur”.

En waarom is Hij gekomen?
Wel, omdat het Zijn hof is.
Ondanks wat wij er van gemaakt hebben, is het Zijn wettig eigendom, dat Hij niet prijsgegeven heeft.
Wat een liefde tegenover zoveel haat en vijandschap.
Dan kan er alleen verwondering zijn als we mogen bemerken dat Hij tot Zijn hof gekomen is.

Hij is gekomen en komt weder.
Nee, Hij is gekomen, is niet het laatste woord.
Want het lijkt nu of Hij er niet meer is.
Hij, Die ten hemel gevaren is.
En toch is Hij gekomen en gebleven.
Gebleven door Zijn Woord en Geest.
Gebleven in de zichtbare tekenen van brood en wijn.
Maar eenmaal komt Hij Zelf in eigen Persoon Zijn bruid halen.
Komt Hij weder en kunnen wij Hem dan ontmoeten?
Zien wij naar die dag uit met groot verlangen?
Laat die dag geen dag zijn van verschrikking, maar een dag van vreugde.
Dan bidden we als de bruid uit Hooglied: Kom Heere Jezus, ja, kom haastiglijk!

Ds. N.P.J. Kleiberg

Jvslooten

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Jvslooten » 23 dec 2013 12:25

De Gemeente
N.a.v. Lukas 18 : 1-8

In deze prediking wil ik graag eens in het middelpunt stellen, wat mij in toenemende mate ter harte gaat: de Gemeente. Zij is niet af te bakenen, niet te omlijnen, niet te organiseren, niet af te scheiden. Zij is een verborgen grootheid, maar een werkelijkheid! Bilderdijk sprak van: de smalle Gemeente. Naar aanleiding van het verborgen karakter van de Gemeente, wil ik nu twee dringende vragen aan u voorleggen: Kent u eigenlijk die Gemeente wel? En: hoort u zelf bij die Gemeente?

Het Evangelie van de tekst uit Lucas helpt ons hierover tot klaarheid te komen. Als wij ons afvragen, hoe die verborgen Gemeente er uitziet, dan antwoordt Christus daarop met het beeld: ‘En er was een zekere weduwe in de stad.’ Volgens dit woord van de Heer heeft dus de Gemeente in de wereld weduwe-gestalte. Misschien doet dat beeld ons vreemd aan. Wij kennen immers allen uit de Bijbel de aanduiding van de Gemeente als de Bruid. En tóch heeft nu de Gemeente, die de Verloofde, de Bruid van Christus is, in de wereld weduwegestalte! Hoe mist de Gemeente in de stad haar Bruidegom! Hoe treurt zij om Hem, hoe ziet zij naar Hem uit!

Door dat gemis is zij zichzelf niet, is zij maar een half mens; neen, minder dan dat! Zij voelt zich berooid, ontluisterd, armzalig. En daarom is het dat zij onwillekeurig in de wereld gaat vasten (Mk. 2 : 19). Zij mijdt de weelde, de uitbundigheid, het vele, en beperkt zich tot het noodzakelijke. Zij is immers weduwe en mist haar hemelse Bruidegom. Dat gemis kan niets en niemand haar vergoeden. ‘Ik zocht Hem des nachts, ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet’ (Hooglied 3 : 1). En zo zweeft zij tussen hemel en aarde.

Maar waarom laat de Bruidegom Zijn Gemeente dan zo deplorabel achter in de stad, in de wereld? Waarom anders dan om haar weduwe te doen zijn, en als weduwe een getuige en teken van Hem en Zijn toekomst! Als weduwe is zij immers anders; anders dan alle anderen. Zij is anders door de droefheid van haar liefde, die haar iets doet missen, wat zij in de stad niet vindt. In haar droefheid, in haar armzaligheid, in haar ontluistering, in haar vasten, in haar onwereldse schoonheid, in haar steeds jonger worden door de verwachting, in dat alles is zij getuige van Hem, haar Bruidegom! In haar weduwschap spreekt zij zonder woorden, doch met heel haar bestaan uit, wie Hij voor haar is. Dat zij in de stad treurt en vast, en alle dingen ‘schade en drek’ acht, doet alle anderen om haar heen zich verwonderd en geërgerd afvragen: ‘Wat is het toch, dat zij mist in deze stad, in deze wereld? ’ Haar enige antwoord is: ‘Ik mis Christus, mijn Bruidegom!’ Om dat antwoord, dat het machtigste getuigenis is van de liefde van Christus, is zij door de Bruidegom in de wereld achtergelaten. En daarom is de enige bestaansgrond van de Gemeente in de wereld: trouw te blijven in haar verdriet aan Hem, die zij mist!

Er is nog meer in deze tekst wat ons helpt om de verborgen, de smalle Gemeente te herkennen. Wij lezen in de gelijkenis dat de weduwe roept tot degene die haar recht kan doen, over onrecht dat wederpartijders haar aandoen. Wat dat onrecht is, wordt niet genoemd en wordt dus als vanzelfsprekend in samenhang met haar weduwschap gezien. Haar wederpartijders miskennen en misgunnen haar het recht van: weduwe te zijn! Zij doen haar geweld aan in datgene, wat haar wezenlijke leven, haar bestaansgrond is: haar gemis en haar rouw! Kortom, men gunt haar haar Bruidegom niet! En juist die behandeling van haar tegenpartijders ervaart de Gemeente als een onrecht, als een niet begrijpen van haar eigenlijke leven tussen hemel en aarde. Zij voelt er zich door gekrenkt in haar liefde en trouw. Wat men van haar eist, ziet zij als overspel.

En nu kom ik terug op die twee vragen. Kent u eigenlijk die Gemeente wel? Verstaat u iets van haar verborgen bestaan? Of hoort u in slapheid en meegaandheid tot de partij van haar schenners en vijanden; tot degenen die haar bestaan verwereldlijken willen? Ik kan u dan alleen maar met grote nadruk zeggen: het gaat om de Bruid van Christus! Wie haar onrecht aandoet, bezondigt zich aan Christus! Wie haar schendt, God zal hem schenden!

En dan, hoort u zelf tot die Gemeente? Of leeft u alleen maar in valse zekerheid in de kerkordelijke gemeente? Leeft u alleen maar in de roes van al haar wereldse activiteiten? Bedenkt, dat als u zo kerkelijk leeft, u met al uw ambtelijke arbeid, al uw functies, al uw werkdrift, nog staat buiten de Gemeente van Christus, buiten de liefde van de Bruidegom, buiten Zijn toekomst. Want ‘binnen’ is alleen, wie ‘buiten’ de wereld is geraakt. ‘Binnen’ is alleen, wie zich persoonlijk heeft laten arresteren door het Evangelie. ‘Binnen’ is alleen, wie door de stem van Christus bij name geroepen en uitgeleid is. ‘Binnen’ bent u alleen, als uw hart zwevende is geworden tussen hemel en aarde.

Ds. W. Aalders

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 24 dec 2013 11:09

Hoe het kerst wordt, ook voor mij!

“Ziet de zoon des konings zal koning zijn, gelijk als de Heere van de zonen David gesproken heeft”
2 Kron.23:3

Het was donker in Juda. Athalia had al het koninklijke zaad omgebracht. Zij zelf zat op de troon en de afgoden werden gediend. Gods volk had onder Asa en Josafat goede tijden gekend. Nu was het duister rondom. “Hoe moest het nu verder”. Zouden Gods beloftenissen nuhaar vervulling missen? We beleven opnieuw de adventsdagen. Straks mogen we Christus komst op aarde weer gedenken. Hij kwam in de weg van het wonder. God is een verrassend God, Die Zijn Woord ondanks alles getrouw vervult. Ook in enaan het hart dat in het duister verkeert en voor wie alles zo onmogelijk is geworden en dat zich afvraagt hoe het ooit goed moet komen. Misschien goede tijden gehad en nu alles zo donker. God heeft in de dagen van Athalia kennelijk gesproken. "De Heere wilde het huis van David niet verderven om des verbonds wil, dat Hij met David gemaakt had; gelijk Hij gezegd had hem en zijn zonen te allen dage een lamp te zullen geven "! (2 Kron. 21:7).


Athalia zat dan wel breeduit op Davids troon, maar daar was ook nog dat -Goddelijk besluit, dat voornemen van eeuwigheid Davids lamp nooit uit te blussen! Die lamp was in Athalia's dagen een klein, flikkerend lichtje geworden, maar niet uitgeblust. Ergens werd een kleine jongen, een zoon van David verborgen gehouden, die op Gods tijd tevoorschijn zou komen! O wonder van genade. Hebben we ons het doven van het licht van Gods genade niet dubbel en dwars waardig gemaakt? Het is vrije gunst alleen als het kerst mag worden voor de ziel en het licht in mijn hart mag opgaan!


In de donkere kerstnacht heeft God de hemelen gescheurd en heeft Hij Zijn Zoon neergelegd in een Gode vijandige, verdoemelijke wereld. Om Zich als ware Davidszoon te openbaren in het terneer werpen van alles wat zich tegen God verheft, in het brengen van vrede met God door Zijn volmaakt Middelaarswerk. Hoe wordt het kerst, ook voor mij? In de weg van advent: Heere, nu kan het niet om mij, maar wil nog aan Uw verbond gedenken. Wie Hemverwachten zullen niet beschaamd worden. Maar het wonder moet een wonder worden. Maar voor wie gans onwaardig mag worden zal het kerstfeest worden! Niet om iets van mij maar omdat Hij het beloofd heeft. In zijn licht zien wij het ware licht, dat de duisternissen verdrijft.

Ds.K.Hoefnagel

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 25 dec 2013 12:26

“…en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze.” Lucas 2: 9b

De heerlijkheid van de Heere

Aan het begin van het nieuwe jaar wensen we elkaar vooral Gods nabijheid toe. Dat is, zo vlak na het Kerstfeest, een veelzeggende wens. Kerstfeest zegt immers dat God met ons is. Dat komen we vooral tegen in het evangelie van Mattheüs, waar heel direct de naam “Immanuël” klinkt (Mattheüs 1:23). En Johannes zegt dat het Woord vlees is geworden en onder ons gewoond heeft (Joh. 1: 14). Als we nog even terugkijken naar het gebeuren in de kerstnacht komen we het ook nog op een andere manier tegen.

De woorden waarmee Lucas het kerstgebeuren vertelt zijn zo bekend, dat je kunt vragen of we nog wel door hebben wat er eigenlijk gebeurt, als de herders omschenen worden door de heerlijkheid des Heeren. Soms wordt het bijna zo gezien alsof God (met eerbied gesproken) even wat lampjes aan doet, zodat de herders goed wakker zullen zijn en ze de boodschap van de engel niet zullen missen. Om die boodschap gaat het immers? Dat Jezus geboren is.

Schrik en ontzetting…
Maar als dat alles is, waarom schrikken de herders dan zo geweldig? Zij vrezen met grote vreze, omdat ze maar één ding kunnen bedenken. Het is namelijk onbestaanbaar, dat je zomaar ineens middenin de heerlijkheid van de Heere staat. Dat kan maar één ding betekenen: hun laatste uur heeft geslagen. Ze kunnen het niet anders zien…
Ga eens na: wat is de heerlijkheid des Heeren? Het Oude Testament reikt een aantal duidelijke gegevens aan. De heerlijkheid des Heeren kom je tegen als Israël uit Egypte trekt. Dan gaat de Heere mee, in de wolk- en vuurkolom. En in die wolk is de Heere zelf aanwezig. In die wolk, omdat de heerlijkheid van de Heere in de meest letterlijke zin oogverblindend is. En sterker nog: dodelijk! Dat weten we ook. Als Mozes aan God vraagt om Zijn heerlijkheid te mogen zien, zegt de Heere: dat kan niet, want geen mens zal Mij zien en leven (Exodus 33: 20). Als de Heere op de top van de berg Sinaï verschijnt, is het als verterend vuur (Exodus 19: 18). Daarom hult de Heere zich altijd in een wolk als Hij tot Zijn volk komt. Hij omsluiert Zich met een wolk, om zo Zijn volk te beschermen tegen de aanwezigheid.
Dat moeten we weten als het kerstevangelie spreekt over de heerlijkheid des Heeren. Daarom hebben de herders dadelijk door wat er gebeurt als ze omschenen worden door die heerlijkheid. Ze weten het meteen: hier is God aanwezig. Hier is God in Zijn heerlijkheid. Maar nu: zonder bedekking. Zonder de wolk. Niet verhuld, niet langer omsluierd. En dat kan maar één ding betekenen…

Niet verterend maar bevrijdend…
Meteen is daar ook het wonderlijke van de kerstgeschiedenis. Want inderdaad: hier komt God naar Zijn volk toe. Maar Hij komt niet als een verterend vuur. Hij komt niet dodend. Nee, Hij komt bevrijdend. Hier is God Zelf. Maar dan: God, die naar Zijn volk toe komt. God, die Zijn verloren volk opzoekt. Om het te redden. Dat is namelijk waar óók gezegd mag worden als het gaat om de heerlijkheid van de Heere. Er wordt in het Oude Testament over de heerlijkheid van God gesproken, als het gaat om Gods heilshandelen. Ga ook dat maar na: als God Zijn volk uit Egypte bevrijdt, is Hij er in Zijn heerlijkheid. Als God Zijn volk aan Zich verbindt op de Sinaï, is Hij er in Zijn heerlijkheid. Als God Zich in Zijn genade laat zien aan Mozes, trekt Hij in Zijn bedekte herlijkheid aan Mozes voorbij. Daarom mag je zeggen: de heerlijkheid des Heeren hoort bij de heilsdaden van God. God openbaart Zich tot redding van Zijn volk. En dat doet Hij helemaal in de kerstnacht. Niet langer omsluierd. Niet langer verhuld. Maar open en stralend. Zijn heerlijkheid omgeeft die herders compleet. Ze staan er ineens middenin, in die heerlijkheid van God. Dat is: in de reddende aanwezigheid van die grote en machtige God.

Schrik wordt vreugde…
Ja, ze schrikken aanvankelijk geweldig. Want nog nooit is God – onverhuld – naar mensen toe gekomen. Daarom kunnen zij aanvankelijk niet anders denken dan: dit is het einde. Maar het wordt hun verkondigd: vrees niet. De engel mag het zeggen, als de grote vreugdebode die de redding aankondigt. Want Jezus is geboren. En in Hem, in Christus, kan een mens in Gods heerlijkheid staan… en leven. In Christus kan een mens vertoeven in de aanwezigheid van God, zonder voor eeuwig om te komen. In Christus kan een mens voor God staan, en bestaan. Zonder vrees. Zonder bang te hoeven zijn.
Dat maakt kerst zo rijk. Omdat je – gelovend in Christus – leven mag in de stralende heerlijkheid van God. Dat God er is, om jou heen, reddend en bevrijdend. Zo is God met ons. Geweldig om in dat geloof te mogen leven. Want dan leef je – ook in het nieuwe jaar – in de nabijheid van de Heere.

Ds. J. van ‘t Spijker

marin
Luitenant
Luitenant
Berichten: 590
Lid geworden op: 02 jan 2007 23:06

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor marin » 25 dec 2013 19:34

Gehoorzaamheid uit dankbaarheid.

Ik weet, en dat bedroeft mij, dat er in sommige kerkelijke kringen op min of meer laatdunkende wijze wordt gedacht en gesproken over de Christen-Sabbatvierders. Ze worden wettisch en soms zelfs als dwalend beschouwd. En men is het er wel over eens, dat ze met hun Sabbatviering op de zevende dag der week - op zaterdag dus - het erg mis hebben.

Het verheugt mij, dat ik als predikant der Advent-Kerk, dat is het Kerkgenootschap der Zevende-Dags Adventisten, dit persoonlijk ge­tuigenis tot al mijn vrienden van onderscheidene Kerken mag richten en ik hoop, dat deze weinige woorden ons dichter tot elkander zullen brengen, dat ze althans dit mogen bereiken, dat we elkander meer leren respecteren, zo mogelijk zelfs waarderen en, naar het vermaan van Jezus, voor elkander zullen bidden. Ik sprak zoëven over een persoonlijk getuigenis, en dat is precies wat ik bedoel met hetgeen ik nu ga zeggen.

Wanneer ik in deze ogenblikken uitdrukking geef aan de belijdenis die in mijn hart leeft, dan kan ik u zeggen, dat ik ten aanzien van de wet der Tien Geboden geloof, dat alle tien geboden letterlijk en gees­telijk bindend zijn voor de Christenen en dat deze geboden de maat­staf vormen voor het leven van de wedergeboren mens. Maar ook, dat de naleving van de grondbeginselen der Tien Geboden niet be­hoort voort te spruiten uit de gedachte daardoor de zaligheid te ver­dienen, want het eeuwig leven is en blijft een genadegift Gods door Jezus Christus, onze Here. Niemand, noch onder het Oude noch onder het Nieuwe Verbond, kan door het onderhouden van Gods geboden zalig worden. In het Oude Verbond zagende gelovigen uit naar het plaatsvervangend lijden en sterven van de Messias en in het Nieuwe Verbond zien de gelovigen terug op het volbrachte werk van Christus. Voor allen echter, dus zowel voor de gelovigen onder het Oude als onder het Nieuwe Verbond heeft God een maatstaf ge­geven om een leven te leiden overeenkomstig Gods wil en deze maat­staf is de Wet des Heren. De catechismus spreekt in de 33ste Zondag over de waarachtige bekering van de mens en zegt, dat de werken van een wedergeboren mens in overeenstemming dienen te zijn met Gods wet. Dat is precies wat wij Adventisten geloven. Geen wettische navolging van Gods geboden, en onder wettisch versta ik dan wets­vervulling als zaligheidskoopprijs, - zo'n wetsvervulling is in strijd met de Schrift in haar geheel, maar wel een gehoorzamen aan Gods geboden als vrucht van de verkregen verlossing door Christus Jezus. En ik ben ervan overtuigd, dat mijn andersdenkende collega's het in dit opzicht toch wel met mij eens zullen zijn en dat zij met het wekelijks voorlezen van de Wet des Heren beogen, dat ieder lid van hun gemeente door de genade van Christus, zijn leven naar de be­ginselen van die Wet des Heren zal inrichten. Wij Christen-Sabbatvierders geloven, dat indien de Tien Geboden werkelijk de maatstaf vormen voor de wedergeboren mens, men zich dan ook consequent dient te houden aan de voorschriften van al die geboden. Nu zegt het vierde gebod, dat de zevende dag de Sabbat des Heren is, een dag die onder de Protestanten enkel door de Christen­-Sabbatvierders wordt geheiligd. En wij doen dat niet uit een wettisch oogmerk, m.a.w. als zaligheidskoopprijs, maar enkel en alleen omdat God het in Zijn Woord heeft bevolen. Wij geloven niet alleen in de letterlijke en geestelijke navolging van negen geboden, maar in het gehoorzamen van alle tien geboden, als een vrucht van onze bekering en als een bewijs van ons discipelschap van Jezus. Dat is toch vol­komen juist en consequent. Ik kan niet begrijpen, waarom anders­denkende gelovigen de Christen-Sabbatvierders qualificeren als wet­tisch, enkel en alleen omdat de Christen-Sabbatvierder óók gelooft in de voorschriften van het vierde gebod. De zevende dag der week is de enige rustdag waarover de Bijbel spreekt. En het kan toch nimmer een dwaling zijn om dat te doen wat nadrukkelijk in Gods Woord wordt geleerd. Wanneer het God behaagde om bij de schepping, dus vóór de zondeval, de zevende dag als rustdag te zegenen en te heiligen en deze rustdag in de Tien Geboden nog eens als Zijn Sabbat aan te wijzen, kan het toch niet als een buitensporigheid worden beschouwd wanneer gelovigen overeenkomstig dat Woord handelen. Ik ben zo dankbaar, dat te midden van de vele zienswijzen op gods­dienstig gebied, God een alleszins betrouwbare reisgids aan de mens geschonken heeft in het Boek der boeken, de Heilige Schrift. Dat Woord is een lamp voor onze voet en een licht voor ons pad. Wel diegenen die deze belijdenis op die zuivere basis, op dat onwankelbare Woord van God berust.

Geliefde vrienden, moge het zo zijn, dat deze weinige woorden u een beter begrip hebben gegeven van die mede-gelovigen die uit liefde voor hun Heiland en uit dankbaarheid voor hun verkregen verlossing, God willen eren door hun leven in te richten naar de voorschriften van Gods geboden. Moge door de genade van God de omheiningen die soms zo hoog rondom de verschillende kerken en kerkjes zijn opgetrokken, worden verbroken. En mogen de gelovigen der onder­scheidene Kerkgemeenschappen in ware broederschap allen die Jezus als hun persoonlijke Verlosser en Zaligmaker liefhebben, als broeders en zusters in Christus leren respecteren en waarderen. Dat is nl. de ware vrucht van het discipelschap van Jezus. En moge een ieder zich ­zelf eens afvragen: Is mijn leven werkelijk in overeenstemming met de grondbeginselen van de Wet des Heren? Moge Gods genade een ieder leiden om de goede keuze ten leven te doen.

GEBED

Genadig en barmhartig God en liefdevolle Vader in de hemel. In het bewustzijn van onze afhankelijkheid van U, naderen wij in deze stille ogenblikken voor de troon Uwer genade om van U een zegen te ont­vangen. Wij hebben in deze korte wijdingsdienst gesproken over Uw heilige wet, die Gij als richtsnoer gegeven hebt voor allen die door Uw zaligmakende genade nieuwe schepselen zijn geworden. Maakt Gij allen die Uw Woord willen betrachten, bereid om overeenkomstig Uw heilige wil te leven. Laat Uw Naam verheerlijkt worden door en in ons en laat Uw Evangelie der genade in deze wereld en in ons aller leven triomferen. Wij bidden U dit in de heilige Naam van Jezus. Amen.

Ds. F.J. Voorthuis
Jes 8: 20: Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. King James: Dit komt, omdat er in hen geen licht is.

schelpje3
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 11426
Lid geworden op: 23 apr 2010 13:57

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor schelpje3 » 26 dec 2013 12:58

En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef en het Kindeken liggende in de kribbe.
Lukas 2:16

De zaak des Konings heeft haast, lezer(es)! Dat zien wij in het leven van de herders, maar ook in dat van al Zijn onderdanen. Een jaar van de kostelijke genadetijd is weer voorbij. Hoe is het voorbijgegaan?

Hebt u het als alle andere jaren in uw leven doorgebracht in de zonde? Zal het straks tegen u getuigen dat de Heere in die enige Herder getuigenis heeft gegeven dat Hij de dood en de ondergang van de goddeloze niet zoekt, maar ons behoud?

Hier wordt ons de haast ontdekt die de Heere in het leven van deze herders bracht De eer en verheerlijking van de Naam des Heeren kunnen geen uitstel lijden als God in de weg van de ontdekking van het rechtvaardige oordeel Gods de nood opbindt.

Die zoekers worden vinders. zij vinden eerst Jozef en Maria. Dat is en betekent de Kerk waarin zij door en in Hem gemeenschap zoeken en vinden met elkaar. Van de Heere aangewezen door de dienst van de engelen. Maar meer: zij vinden het Kindeken Jezus. Zo worden die ellendigen vertroost met Hem die de enige troost is, beide in leven en sterven. Hem gevonden, Die mijn ziel liefheeft van de stilte der eeuwigheid. Die met Zijn dierbaar hartenbloed Borg wilde worden voor al mijn zonden. Die voor zo’n overtreder gezegd heeft:

‘Zie, Ik kom, (..)Uw Wet is in het midden Mijns ingewands.’


O, dochter, hoor, en zie, en neig uw oren;
Verlaat, vergeet, wat ooit u kon bekoren,
Uws Vaders huis, uw volk, en wat voorheen
U dierbaar en beminnenswaardig scheen.

Veracht deze lieflijke nodiging niet!

Ds. J.W. Verweij

Jvslooten

Re: Hedendaagse meditaties

Berichtdoor Jvslooten » 28 dec 2013 11:51

Bekering

Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u; (Lukas 15:18)

Waar ben je? Dat is de vraag die God aan Adam stelde nadat hij van de boom in het paradijs had gegeten. Adam verstopte zich voor God. Hij wist het beter dan God, hij wilde zijn als God, kennende het goed en het kwaad. Adam had God niet langer meer nodig. Met eerbied gesproken zei hij God gedag en hij liep weg. Beste lezer, waar ben je? Waar zit je. Waar ben je naartoe gegaan om weg te kunnen zijn bij God? Dit zijn niet zomaar een paar vragen, dit zijn wezenlijke vragen om je te laten beseffen dat je bij God vandaan bent weggegaan.

Je bent net als die jonge zoon, die de erfenis alvast bij zijn vader kwam ophalen. Hij had er genoeg van om bij zijn vader te zijn en hij wilde weg. Hij zou zelf wel gaan zien hoe hij ging leven. Al die trouwe zorg van de vader wilde hij niet meer. Hij kon zo langzamerhand wel op eigen benen staan. Weg bij de vader! Maareh, jij? Waar ben jij? Ben je nog bij de Vader. Ik bedoel, ben jij nog bij God. Of had je genoeg van Hem en heb je Hem je rug toegekeerd en ben je de wereld ingetrokken? Waar ben je? Je geniet van het leven. Je leeft overdadig. En je bepaald zelf wel wat goed of kwaad is en je voelt je goed.

Is dat jou beeld? Je bent weg bij je Vader vandaan. En je hebt geloofd dat je beter een andere vader kon zoeken, waar je het beter had. Je bent de duivel met al zijn listen achterna gegaan. Want in de wereld, weg bij die strakke godsdienst vandaan daar is de vrijheid. En dat kan ook zo zijn op een heel vrome manier. Maar als ik maar zelf kan bepalen wat ik vind en wat ik doe. Nee, alsjeblieft niet leven met hoe de Heere spreekt over goed en kwaad. Dat bepaal ik wel. Want ik, ik ben oud en wijs genoeg om op eigen benen te staan. En nee, je zult het niet openlijk toegeven dat het zo bij je is. Je zult echt je vrome gezicht niet willen verliezen. Ach, God op zondag wat, en ik de rest van de week.

Maar als God dan nu aan je vraagt waar je bent? Wat is dan je antwoord? Als ik zou vragen aan je wat nu het belangrijkste is in je leven, wat is dan je antwoord. Wat is het richtingbepalende in je leven. Leef je nu dicht bij God en laat je Hem als een getrouwe vader je leven leiden? Of is dat te knellend? Laten we maar eerlijk zijn: We zijn weggelopen bij God vandaan. En als we dan deze keer nadenken over bekering dan is de geschiedenis van de verloren zoon een helder beeld om uit te leggen wat nu bekering is. Maar om de noodzaak van die bekering in te zien moet we eerst beseffen dat er een reden moet zijn om je te bekeren. Anders heeft deze hele meditatie geen enkele zin. Vorige week zijn we uitgebreid ingegaan op het feit dat we met God gebroken hebben en dat deze breuk dodelijk was. Dat hoeven we in die mate deze keer niet over te doen. We hebben gezien hoe ver wij zijn weggelopen bij God vandaan.

En als we ons dan afvragen wat bekering is dan zouden we dat kunnen uitleggen als omkeren, teruggaan. Maar is dat nu wel de echte bijbelse betekenis. In het Grieks staat voor het woord bekering het woord: metanoya. Dat heeft niet alleen te maken met teruggaan. Maar het woord moeten we veel meer vertalen als een verandering van het hele wezen. Het is niet alleen een ommekeer in je leven. Maar heel je wezen verandert. We zeggen wel eens dat bekering 180 graden omdraaien is. Toch vind ik dat niet ver genoeg gaan. Want om je 180 graden te laten omkeren moet je een reden hebben. Er moet dan in de eerste plaats een reden zijn om om te keren. Je moet dus op de verkeerde weg zijn. Maar je moet ook een reden hebben waardoor je daadwerkelijk omkeert. Op het moment dat die verloren zoon honger heeft, gaat hij nog niet terug naar zijn vader. Daar is meer voor nodig. We kunnen namelijk heel aardig tot de conclusie komen dat we op de verkeerde weg zitten en dat we toch niet de weg teruggaan, maar op een heel andere manier proberen om ons einddoel te bereiken.

Dat heeft die verloren zoon ook gedaan. De keuze om terug naar zijn vader te gaan was er niet direct. Want hij was heel ver afgedwaald. Toen hij zijn geld had doorgebracht in de zonde, kwam hij tot de conclusie dat het zo niet meer verder kon, maar het gevolg was niet dat hij toen terugging naar zijn vader. Laten we dat goed beseffen. De kerken zitten vol met mensen die weten dat ze op de verkeerde weg zitten en toch niet teruggaan. En als ik aan jou nu vraag hoe het met je is dan zeg je misschien ook wel dat je een zondaar bent en dat je zo niet voor God kan verschijnen. En dan geloof ik ook dat je dit zo nog ervaart ook. Maar is dat dan genoeg. Had die jongste zoon toen hij zijn geld had doorgebracht in de wereld en toen hij tot de conclusie kwam dat hij zo niet verder kon, kunnen overleven. Had die conclusie van die jongen hem een overlevingskans gegeven? Nee, want dan had hij van de honger omgekomen. Maar gaf die conclusie hem dan genoeg reden om terug te gaan naar zijn vader? Nee! Want hij keek om zich heen en dacht zelf de problemen wel op te kunnen lossen. Hij stond toch op eigen benen, hij had zijn vader toch niet nodig.

Terug naar zijn vader? Onzin. Ja, zijn maag begon pijn te doen van de honger. Hij begon gebrek te lijden. En ik hoop dat je dat ook voelt. Maar wat werkt dat dan uit bij die jongen? Hij gaat gewoon een stapje verder de wereld in. Hij gaat als joodse jongen naar een varkensboer om daar te werken. Naar een varkensboer!! Als Joodse jongen!! Die beesten waren onrein, daar mochten ze helemaal niet bij komen. En daar krijgt hij vanwege de hongersnood in het lang nog meer honger en hij wil het zwijnenvoer, de draf wel eten. En zelfs dat krijgt hij niet.

En dit is ons beeld. Dit zijn wij van nature. Dit is ons leven. En dan weet ik niet waar jij je precies bevind. Maar je bent een weggelopen zoon. En ik durf tegen je te zeggen, wie je ook bent, dat de Vader op de uitkijk staat om je terug te krijgen. Hij verlangt dat je naar Hem terug gaat. Kijk nu eens in je leven. Kijk eens heel eerlijk terug. Wat heeft het leven zonder God je nu gebracht? Je weet dat je niet voor God kunt bestaan. Door je zonden ben je van God afgedwaald. Je hoogmoedige hart, dacht zelf wel te kunnen bepalen hoe je moest leven.

De Heere Jezus spreek in deze gelijkenis tegen de Joden. Dat moeten we niet vergeten. Hij spreekt tegen hen die niet vreemd waren met de Bijbel. Ik weet niet hoe dat met jou is. Maar als jij nu zou moeten sterven, waar zou God je dan vinden. Zou je dan sterven in Zijn armen, of zou je sterven ver bij God vandaan? Waar ben je nu. Wat heb je met de wetenschap gedaan dat je op het punt staat om verloren te gaan. Ben je aan het werk gegaan. Misschien ben je nog een stapje godsdienstiger geworden. Misschien ben je nog wat beter je best gaan doen om te overleven. Hier er nog een wetje bij, daar nog wat extra vroomheid.

En wat doet het met je? Je honger naar vrede en overvloed wordt alleen maar groter. Misschien zoek je het in de wereld. Ach, in zo'n vaart zal het niet lopen. Ik probeer nog wat te genieten in de wereld. En toch, het verzadigt je niet. Je verlangt om je lege hart te vervullen met de zwijnendraf van deze wereld. Weet je wat deze wereld je biedt? Helemaal niets. Je wilt je voeden met de drab van de wereld en zelfs dat verzadigd niet. Misschien doe je het op een heel vrome manier. Maar het zal je niet verzadigen. Niets is er wat jou verzadigen kan. Alles is leeg, niets geeft vrede. Honger, honger, honger. Geen vrede met God.

Daar was die jongen ook uit gekomen. Honger. En blijkbaar is dat nodig om werkelijk achterom te kijken naar vroeger. Op het einde van zijn mogelijkheden trekt hij de conclusie: bij mijn vader was het wel goed. Wat heb je nu geprobeerd om in het reine te komen met God vanwege je zonden. Hoeveel ladders heb je omhoog gezet om uit de narigheid te komen. Hoeveel ladders zijn er al geweest die niet lang genoeg waren om in de hemel te komen. Hoeveel ladders zijn er al omgevallen. Er is geen leven zonder mijn vader. Dat was de conclusie voor die jongen.

Nu jij en ik. Er is geen leven zonder God. Het is niet mogelijk om te overleven in de wereld van ongeloof en zonde. Daar zal de eeuwige hongerdood je straks bespringen om je voor eeuwig weg te sleuren het verderf in. Ieder stap die hij bedenkt om van je zonden af te komen is een stap verder bij de Vader vandaan. Ieder stap die jij zet naar jou goeddunken brengt je steeds verder in de onmogelijkheid. Stop!! Keer je om!! En ga terug!!

Laten we nog eens naar die jongen kijken. Wat bracht hem er toe om terug te gaan? Ten diepste was er maar één ding wat hem er toe bracht om terug te gaan. Was dat zijn onmogelijkheid? Nee, niet in de eerste plaats. Hij voelde wel dat het niet verder kon, maar dit deed hem niet omkeren. Was het zijn honger? Dat deed wel mee, maar honger kan je ook verder bij God vandaan brengen. Honger kan je ook nog verder laten zoeken in de wereld van eigen kunnen en eigen doen. Nee, weet je wat die jongen tot inkeer bracht? Het was de liefde van zijn vader. De huurlingen van zijn vader hadden het beter. Hij zag nu pas in de narigheid hoe vol liefde dat zijn vader was om hem te willen beschermen. Daar was zijn honger voor nodig, maar het was de liefde van de vader die hem werkelijk deed omkeren.

En nu kun je helemaal verloren liggen in de wereld. Je ellende wordt ieder moment van de dag groter. Maar kijk nu eens naar de liefde van de Vader. Weet je wat jou straks zal veroordelen als je voor Gods rechterstoel staat? Niet je honger. Niet je zonden in de eerste plaats. Weet je wat? Dat je de liefde van de Vader veracht hebt. Een mens gaat verloren omdat hij God niet als zijn Vader wil erkennen. Je gaat verloren omdat je niet een kind wil zijn van God de Vader. En wat is dan de reden dat je niet terug wil naar de Vader. Heb je de liefde van God de Vader gezien? Als je ziet welk een liefde er is in God, dan moet je tot de conclusie komen dat alleen daar redding is.

Je bent als kind weggelopen bij de Vader. En nu blijkt dat er geen leven is zonder de Vader. Het leven zonder de Vader blijkt de dood te zijn. Eeuwige dood. En zie eens de liefde van de Vader. Probeer eens te begrijpen dat God ten opzichte van ons nog steeds Zijn liefde wil betonen. Hij zei niet dat Hij niets meer met ons te maken wilde hebben. Hij wil je terug. Hij wil je voor eeuwig gelukkig maken. Waarom keer je niet terug. Alles is in gereedheid gebracht zodat je terug kan keren naar je Vader. Weet je wat God er voor over had om je terug te krijgen? Hij gaf Zijn Zoon over om de straf te dragen voor jou. Christus hing aan het kruis voor jou. Hij liet Zich vastspijkeren aan het hout voor jou, zodat jij terug zou kunnen komen bij God. Kijk eens naar Zijn handen. Een gat in elk van Zijn handen met een spijker erdoor. Kijk eens naar Zijn voeten. Een gat in iedere voet met een spijker erdoor. Kijk eens naar Zijn zijde. Doorstoken met een speer om Zijn dood te bevestigen. En waarom? Waarom zo'n lijden? Om jou te redden van Gods eeuwige toorn. Hoe groot is nu Gods liefde voor jou? Hoe groot? Zondaar, begrijp je Gods liefde? Ik niet, ik kan het niet bevatten. Ik ben weggelopen, ik heb bewust gekozen voor een leven in de zonde, ik heb straf verdiend en ik krijg genade uit liefde. Onbegrijpelijk, niet te bevatten.

Kun je bij het besef van deze liefde nog blijven leven in de wereld van de zonde. Je zult daar verloren gaan. En misschien besef je dat het eigenlijk zo niet langer kan. Maar waarom blijf je dan waar je bent. God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Laat je dan met God verzoenen. Stop met al die ja-maars. Laat je met God verzoenen. Ga terug, belijd je zonden. Sta op en ga tot de Vader. Kijk eens naar die verloren zoon. Zijn Vader stond op de uitkijk. Hij verlangde zijn zoon terug. Zo staat ook God op jou te wachten om je te ontvangen. Kan dat dan zomaar? God is toch boos op mij. Ja, dat zou Hij moeten zijn, maar in Christus is God een genadige God voor iedereen die terugkomt en niet langer het meer kan uithouden in de wereld.

De verloren zoon kwam tot besef dat het hopeloos was voor hem en dat de huurlingen van zijn vader het beter hadden. Toen voelde hij de liefde van zijn vader. Hoe ver ben je nu afgedwaald in de wereld van de zonde. Hoe lang denk je nu al op eigen benen te kunnen staan en verga je van honger? Hoe lang denk je nog dat het varkensvoer van de wereld je nog kan verzadigen. Hoe lang begeer je nog om te leven in de verlangens van de wereld. Het is allemaal rommel. En er is geen leven mogelijk in die wereld. Wat kleef je nog aan een wereld die niet verzadigen kan. Hoogmoedige zondaar om te denken dat je het zelf wel kunt rooien in de wereld. God heeft Zijn handen uitgebreid om een wederstrevig volk te ontvangen in Zijn armen.

Bij God is het leven, bij Hem is veiligheid. En de liefde van de Vader is oneindig groot. Durf je misschien niet meer terug vanwege je zonden. Zou God zo'n zondaar wel in genade willen aannemen. Alles er door gebracht, jezelf gevoed met zonde, zonde en nog eens zonde. Ja, het is hopeloos. God moet je straffen. Je bent strafwaardig. Je hebt de erfenis van de Vader erdoor gebracht. Je hebt Zijn Vaderhart vertrapt door te kiezen voor de wereld. Hij zou je voor eeuwig moeten straffen. En dan blijkt wel dat de liefde van God vele malen groter is als dat jij en ik kunnen beseffen. Zijn liefde is zo groot dat Hij de straf legde op Christus. En daarom kun je terug komen. Het heeft God Zijn Zoon gekost en het heeft Christus Zijn leven gekost om jou in genade aan te kunnen nemen. God wilde je niet voor eeuwig straffen en daarom strafte Hij jouw zonden aan Christus. Is dat geen Evangelie. Christus voor jou, omdat jij de eeuwige dood anders had moeten sterven.

Geloof je dat? Geloof je dat God je wilt vergeven? Als je dat geloof en als je erkent dat je verloren bent en dat er van jou kant vandaan geen redden meer aan is, dan wil God je in genade aannemen. Als je die weg tot zaligheid gaat beamen en moet zeggen dat Christus alleen de weg tot God is, dan ben je gered. En dan kun je ook niet langer meer op de rand van de varkenstrog blijven zitten. Dan gaat de liefde van een Drie-enig God schitteren. Genade Gods oneindig groot.

Maar zolang je bezig blijft om op eigen kracht zalig te worden dan erken je daarmee dat je God niet als je Vader wilt hebben. Je zult niet verloren gaan omdat je geen kind van de Vader bent, maar je zult verloren gaan omdat je Zijn Vaderschap over je leven geweigerd hebt. Hij wil je Vader zijn, maar door dat te verachten en te volharden in ongeloof, daarmee teken je je eigen doodvonnis.

Nog een enkel woord voor jou die door de liefde van de Vader mocht terugkomen. Heb je ooit spijt gehad dat je niet meer op eigen benen kon staan? Heb je daarmee je vrijheid ingeleverd? Nee, je werd juist vrij toen je je Vader weer in Zijn armen mocht vallen. De wereld en de zonde leken de vrijheid, maar het was gebondenheid omdat je er niet uit los kon komen. En nu, liggend in de armen van je Vader ben je werkelijk vrij. Nu heeft de zonde geen macht meer over je. De duivel moet afstand nemen. O, en vaak lijkt het anders en toch heerst de zonde niet meer over je. Je kunt weer ver onder komen te liggen, maar de Vader houdt Zijn oog op je en zal je met eerbied gesproken weer bij je nek grijpen zodra je weer gaat proberen om op eigen benen te staan.

Het is goed bij de Vader. Er is geen betere plaats te vinden dan bij je Vader. Thuis bij Vader. En dan is het nu slechts een begin van wat je straks mag ontvangen. Dan mag er nu vrede met God zijn, maar straks mag je werkelijk thuis komen. De Vader zal er voor zorgen dat er een plaats voor je is in Zijn eeuwige hemelwoning. Wat een heerlijke en geweldige ruil zal dat zijn als je dan straks je aardse huis mag verlaten om eeuwig bij je Vader te mogen leven. Nu kan de duivel je nog verleiden, maar straks zal hij liggen in die poel die brand van vuur en van sulfer samen met allen die God niet als hun Vader wilden erkennen. Het doet mij pijn te moeten bedenken dat er zullen zijn die ons in dit leven dierbaar zijn dat zij straks voor eeuwig verloren zullen gaan. Ik besef daarmee dat ik er alles aan moet doen om hen voor te houden hoe groot de liefde van God is. Maar straks als de scheiding valt op de jongste dag, dan zal er slechts vreugde zijn in de hemel. Geen moment hoef je dan de pijn meer te voelen over hen die verloren gaan. De nodiging om terug te gaan was welmenend. De nodiging was dringend. Wee hen die deze nodiging naast zich neer hebben gelegd.

God wil je Vader zijn. Stop met dat leven in de varkensdrab van de wereld, hoe godsdienstig die ook kan zijn, en ga terug. Redding wordt je aangeboden, liefde word je getoond en eeuwige vrede word je verkondigd. Verhard je dan niet langer, maar laat je leiden.

voor vragen kun je mailen naar info@eindeloosgelukkig.nl


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 59 gasten