1a2b3c schreef:Er staat echt nergens in de Bijbel dat God de bekeerde heidenen als Israëlieten zal beschouwen, en ook niet dat Israël de boom is waar wij (gelovige heidenen) ingeënt worden. Rom.11 geeft duidelijk aan dat Israël evenals de heidenen met de takken vergeleken worden. Er staat nergens dat Abraham de olijfboom is.
alexander91 schreef:Even Rom 11 erbij pakken vanaf vers 13 en kijken hoe ik kan komen ermee
"13 Want tegen u, de heidenen, zeg ik: Voor zover ik de apostel van de heidenen ben, maak ik mijn bediening heerlijk,14 om daardoor zo mogelijk mijn verwanten wat betreft het vlees tot jaloersheid te verwekken en enigen uit hen te behouden.
15 Want als hun verwerping verzoening voor de wereld betekent, wat betekent dan hun aanneming anders dan leven uit de doden?
16 En als de eerstelingen heilig zijn, dan het deeg ook, en als de wortel heilig is, dan de takken ook.
17 Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom,
18 beroem u dan niet tegenover de takken. En als u zich beroemt: U draagt de wortel niet, maar de wortel u.
19 U zult dan zeggen: De takken zijn afgerukt, opdat ik zou worden geënt.
20 Dat is waar. Door ongeloof zijn zij afgerukt en u staat door het geloof. Heb geen hoge dunk van uzelf, maar vrees.
21 Want als God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, dan is het ook mogelijk dat Hij u niet spaart.
22 Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God: strengheid over hen die gevallen zijn, over u echter goedertierenheid, als u in de goedertierenheid blijft. Anders zult ook u afgehouwen worden.
23 En ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, want God is machtig hen opnieuw te enten.
24 Want als u afgehouwen bent uit de olijfboom die van nature wild was, en tegen de natuur in op de tamme olijfboom geënt bent, hoeveel te meer zullen zij die natuurlijke takken zijn, geënt worden op hun eigen olijfboom.
25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.
26 En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
27 En dit is het verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen."
Paulus heeft het tegen de heidenen, (algemeen of de heidenen in Rome die Paulus aanschrijft(=bekeerde heidenen?)?) en heeft het dan over zijn "verwanten naar het vlees", de Joden dus. Zij hebben verworpen (wie? Christus). Wie zijn dan de eerstelingen? Ook de joden volgens mij, en meer precies, de eersten in het nageslacht van Abraham. Zij kregen als eerste de beloften van God. In vers 16 wordt dit genoemd, en meteen daarna wordt het opnieuw gezegd maar dan met een ander beeld: de wortel en de takken. De wortel is dus de eerstelingen. De takken zijn het deeg, of het nageslacht van Abraham, welke voor een groot deel gestruikeld zijn, en Christus hebben verworpen. (lees de eerste verzen van Romeinen 11 daarvoor, (bv vers 11: "Ik zeg dan: Zijn zij soms gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet! Door hun val echter is de zaligheid tot de heidenen gekomen om hen tot jaloersheid te verwekken.")).
De wortel wordt dus duidelijk gerelateerd aan de eerstelingen: de eerste joden, Abraham en diens nageslacht aan wie de belofte gegeven was.
Vers 17 dan, er zijn takken afgerukt (vgl vers 11 weer), losgemaakt van de wortel, en wilde takken geplaatst (u, de heidenen van Rome aan wie de brief gericht is) en " en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom" In vers 20 staat het geloof dan: "Door ongeloof zijn zij afgerukt en u staat door het geloof. " Het geloof bepaalt of we aan de (uitverkoren of heilige) wortel verbonden zijn of niet.
Als ik dit stuk lees, kan ik er niet omheen te concluderen dat wij, de heidenen uit de wilde olijfboom (heidendom) gevallen zijn en zijn ingeent in de tamme olijfboom of wortel die God verkoren had (Abraham en zijn nageslacht). Het huidige Israel en de huidige heidenen worden met (respectievelijk tamme en wilde) takken vergeleken, maar wie zijn die eerstelingen dan? Het kan Christus niet zijn, want hoe zijn de tamme takken dan afgerukt van de wortel (de eersteling), dan hadden ze eerst blijkbaar wel kennis van Christus? De olijfboom is de boom, gegroeid vanuit de wortel van de vaderen (zie Rom 9:5 en 11:28) Abraham, Isaak en Jakob en wij worden verbonden aan deze boom, vanuit de genade van Christus.
alexander91 schreef:Wie zijn dan de eerstelingen? Ook de joden volgens mij, en meer precies, de eersten in het nageslacht van Abraham.
Rijst meteen de vraag waar de gelovigen vanaf Adam tot Abraham dan bijhoorden, zijn die ook bij Israël gevoegd en wanneer?
Israël is verhard, verworpen, afgebroken, tijdelijk terzijde gesteld. En daar worden de gelovige heidenen bijgevoegd?
In Hand.2 zegt Petrus tegen de Joden: laat u behouden uit dit verkeerde geslacht. Door bekering en doop werden ze losgemaakt uit het verkeerde Joodse geslacht en toegevoegd aan de Gemeente Hand.2:47: En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe.
De Gemeente - lichaam van Christus bestaat enkel en alleen uit gelovigen van zowel Joden als heidenen.
Naar mijn mening zijn de eerstelingen de eerste gelovigen zoals de 3000 op de pinksterdag. De wortel zie ik als beeld van Jezus: Hij is de wortel van Isaï, de vettigheid (olie) lijkt me beeldspraak voor de Heilige Geest. De stam is dan het hele stelsel van de verbonden en beloften.
alexander91 schreef:De wortel wordt dus duidelijk gerelateerd aan de eerstelingen: de eerste joden, Abraham en diens nageslacht aan wie de belofte gegeven was.
Dat vind ik nou niet: als de wortel (Jezus) heilig is, dan de takken ook. Omdat de gelovige in Jezus is, daarom is hij heilig. Zie ook Efz.2 één met Christus.
Wanneer gelovigen in Israël geënt zouden zijn, dan zou alles wat voor Israël geldt ook voor ons gelden. En dat is heel duidelijk niet het geval.