Gebedsgenezing

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

joep
Verkenner
Verkenner
Berichten: 19
Lid geworden op: 01 mei 2008 08:46

Gebedsgenezing

Berichtdoor joep » 02 mei 2008 12:51

De laatste jaren hoor, zie en lees je vaak over accute genezingen na gebed met handoplegging.
Dit gebeurt meestal niet in de traditionele kerken.

Hoe sta jij tegenover deze twee stellingen?

Galateia
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3825
Lid geworden op: 20 apr 2007 11:54

Berichtdoor Galateia » 02 mei 2008 12:57

Ik heb zelf vaak genoeg met eigen ogen gezien hoe mensen genazen, hoe een te kort been aangroeide, etc. Voor mij is het een 'normaal' iets. Ik behoor dan ook niet tot de traditionele kerken. Verder zijn wij als gezin tot geloof gekomen door zo'n genezing van mijn broer.

Het enige gevaar dat erin zit, is niet de kracht van God of de genezing zelf: die zijn fantastisch. Maar mensen maken er zo graag een show van. En dan lijkt de eer te gaan naar die mensen zelf, en niet naar God.

Verder hoor ik ook maar al te vaak, dat als het bidden niet helpt, dat men elkaar 'beschuldigt' van 'een te klein geloof' ofzo. Walgelijk gewoon. Maar goed, dat zal wel aan mensen eigen zijn en staat natuurlijk los van Gods kracht en werk.

Maar jammer dat het in traditionele kerken niet gebeurt. Want God is nog Dezelfde als 2000 jaar geleden.
Zolang de aarde kinderen geeft
die morgen moeten sterven
teveel zijn in hun eigen land
zullen zij hun namen kerven
in het hart van een vreemde

Michael
Sergeant
Sergeant
Berichten: 388
Lid geworden op: 26 feb 2008 10:28

Berichtdoor Michael » 02 mei 2008 13:19

Ik heb het ook gezien en zelfs gevoeld. Een voorbeeldje wat gegeven werdt in een kleine groep. Over hoe we onszelf veel restricties opleggen en hoe dat heel bedrukkend en remmend kan werken op onszelf en op onze contacten met de mensen om ons heen. Hij zou proberen om dat tijdelijk bij een van ons op te heffen. Dat deed hij (met toestemming) bij een erg gesloten jongeman. Ik kan niet beschrijven hoe, maar het voelde alsof de jongeman open ging. Hij stond te knipperen met zijn ogen en in eerste instantie kon hij niet beschrijven wat hij voelde. Terwijl wij natuurlijk allemaal heel nieuwsgierig waren.

Hij heeft de groep erna meerdere keren een lach stuip bezorgd door op het juiste moment het juiste ding te zeggen. De ingreep was niet permanent. Maar die jongen is over de loop van de maanden erna langzaam aan opener geworden. Hij had het gevoel herkend en heeft zichzelf er naar terug gewerkt. Hij is zichzelf als het ware in een ander licht gaan zien. Een van de meisjes is tot haar eigen verbazing zelfs verliefd op hem geworden hoorde ik later. :)

Ook ik behoor niet tot een traditioneel christelijke kerk. En ook ik vind het jammer dat dit soort dingen niet bekender zijn. God heeft ons naar zijn beeltenis geschapen. En dat was niet puur lichamelijk bedoeld denk ik.

leki
Verkenner
Verkenner
Berichten: 10
Lid geworden op: 18 jun 2007 13:21

Berichtdoor leki » 02 mei 2008 13:38

Ik geloof zeker dat God wonderen wil doen op ons gebed! En als je goed kijkt zie je dat ook gebeuren, ook in de traditionele kerken! Alleen haalt dat meestal niet het nieuws....
Dit in tegenstelling tot speciale diensten en/of rituelen. Eerlijk gezegd sta ik daar een beetje sceptisch tegenover. Vooral omdat de aandacht in mijn ogen te sterk gericht is op de mens of een handeling.
Wat betreft "genezingen" tijdens een genezingsdienst hoorde ik pas een interessant intervieuw op de radio (door Andries Knevel):

Godsdienstwetenschapper dr. Joke van Saane stelt dat gebedsgenezing meestal "boerenbedrog" is. Samen met prof. dr. Hijme Stoffels deed zij onderzoek onder EO-leden en bezocht genezingsdiensten. "Wij zijn geen doktoren, we gaan af op wat mensen zeggen. Als mensen zeggen genezen te zijn dan nemen we dat aan."
Op basis van haar bevindingen schreef zij het boek 'Gebedsgenezing: boerenbedrog of serieus alternatief?' Ze neigt naar de typering boerenbedrog. "Er wordt wel genezen, maar de aantallen zijn klein", vertelt Van Saane, "Mensen gaan met een hele medische encyclopedie aan klachten naar een genezingsdienst, en worden maar voor een paar pagina's geholpen." Volgens Van Saane gaat het vooral om psychologisch verklaarbare genezingen. "Het betreft geen gebroken benen."

link om het programma te beluisteren:
http://www.eo.nl/programma/andriesradio ... st=9088550

Joke vertelde dat zij bij dit onderzoek niemand zijn tegengekomen die (blijvend) genezen is van een medisch aangetoonde lichamelijke afwijking.
Het gaat dus vooral om een psychologisch effect.
Tsja, dan vraag ik me af of je daar dan zo'n speciale dienst of ritueel voor nodig hebt.....
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. (Joh 17:3)

joep
Verkenner
Verkenner
Berichten: 19
Lid geworden op: 01 mei 2008 08:46

Berichtdoor joep » 02 mei 2008 14:41

leki schreef:

Tsja, dan vraag ik me af of je daar dan zo'n speciale dienst of ritueel voor nodig hebt.....


Geloof in een wonder wordt vaak tenietgedaan, omdat men vaak meer geloof in tradities heeft. En steeds hoorden zij dat genezing op gebed niet meer voor vandaag is, maar dat staat nergens in de Bijbel. Wat er wel staat is, dat Jezus Christus altijd Dezelfde is.
Door het vasthouden aan overleveringen, en de tradities boven de Bijbel te plaatsen, krijgt men een totaal ander beeld van Jezus Christus en daardoor is het geloof in een wonder verloren gegaan. Het gevolg is dat de mensen een passieve geloofsvorm hebben gekregen, maar het gaat erom dat u een actief geloof bezit. Een actief geloof gaat richting Jezus, richting het wonder!
(e.e.a. uit: 'De genezing van Janneke Vlot' door J. Zijlstra.

Joke vertelde dat zij bij dit onderzoek niemand zijn tegengekomen die (blijvend) genezen is van een medisch aangetoonde lichamelijke afwijking.
Het gaat dus vooral om een psychologisch effect.


BOERENBEDROG?

door: dr. Willem J. Ouweneel in Column Friesch Dagblad, 11 Maart 2008

De VU-godsdienstpsycholoog Joke van Saane schreef onlangs het boek Gebedsgenezing: Boerenbedrog of serieus alternatief? Het verkoopt lekker, en dat is leuk voor haar. Veel mensen hebben niet veel op met de genezingsbediening en vinden daarvoor heerlijk bevestiging in Van Saanes boek. Maar ze moeten dan wel weten dat – om haar eigen woorden te gebruiken – Joke van Saane zelf ‘boerenbedrog’ pleegt. Ze heeft een onderzoek gedaan onder 900 EO-leden, van wie de helft zegt wel eens van de genezingsbediening gebruik gemaakt te hebben. Daarvan zeggen circa tachtig mensen genezen te zijn, maar daar zit volgens Joke geen enkele ‘harde’ genezing bij: al die genezingen zijn psychologisch (weg) te verklaren. Vervolgens concludeert zij daaruit (zeer onwetenschappelijk) dat blijkbaar álle genezingen psychologisch te verklaren zijn, dat ‘harde’ genezingen dus niet voorkomen en dat de gebedsgenezing dus boerenbedrog is.
Nu is het ten eerste zo dat zelfs genezingen die zogenaamd psychologisch te verklaren zijn, wel degelijk wonderen kunnen zijn. Een borderliner lijdt aan een psychische ziekte. Maar een borderliner die vier jaar in inrichtingen heeft doorgebracht is, permanent suïcidaal is en van de artsen te horen krijgt dat ze er maar mee moet leren leven, en dan in de genezingsbediening in één oogwenk totaal genezen wordt (zoals ik bij Janneke Goudzwaard van nabij heb meegemaakt) – dat is een compleet wonder. Een Godswonder mag ik wel zeggen.
Ten tweede had Joke van Saane kunnen weten dat er gemakkelijk honderd gevallen van ‘harde’ genezingen gevonden zouden kunnen worden. Dat heeft ze niet vermeld, laat staan onderzocht, en daarom is haar boek ‘boerenbedrog’ (sorry dat ik haar eigen terminologie tegen haar moet gebruiken). Ze schrijft dat er geen gebroken ledematen genezen (blz. 39) – maar ik heb er bijgestaan dat een gecompliceerde botbreuk, waaraan een operatie te pas had moeten komen, in één oogwenk genas. Is dat psychisch!? Joke schrijft dat er geen kankerpatiënten genezen – maar Henk Pietersma in Leeuwarden (de man die het omslag van de NBV ontwierp) kan getuigen dat een groot, gevaarlijk gezwel op zijn tong in de kortst denkbare tijd verschrompelde. Is dat psychisch!? Carly Alkema in Dokkum leed haar leven lang aan de ziekte van Hirschsprung, waarbij bepaalde zenuwen ontbreken die de darmen moeten prikkelen. Zij ontving niet alleen in één oogwenk genezing, maar hier moeten nieuwe zenuwen zijn geschapen; het was een ‘scheppend wonder’. Is dat psychisch!?
Ik weet van gevallen van aidspatiënten, die bewijsstukken van een erkende kliniek meebrachten dat zij hiv-positief waren, in de genezingsbediening genazen en achteraf de bewijzen meebrachten dat zij nu hiv-negatief waren. De virussen waren uit hun bloed verdwenen. Is dat psychisch!? Ik weet van epilepsiepatiënten die een aantoonbare afwijking in de hersenen hadden, in de genezingsbediening genazen en achteraf hoorden dat de hersenafwijking verdwenen was. Is dat psychisch!? Ik weet van een vrouw die als baby hersenvliesontsteking kreeg en daardoor totaal doof werd. Op haar vijftigste kwam ze in de genezingsbediening en werd totaal genezen. Is dat psychisch!? Mensen genazen in de genezingsbediening van de gevolgen van een beroerte, of van longkanker, of van blindheid, of van extreme reuma, noem maar op. Is dat allemaal psychisch, Joke!? Vandaag zijn er van de meeste ‘harde’ ziekten genezingsvoorbeelden te noemen. Niet zoveel als we zouden willen, maar toch.
Janneke Vlot leed 17 jaar aan posttraumatische dystrofie, zoals de ziekenhuisrapporten getuigen. Niemand van de artsen heeft ooit beweerd dat het psychisch was; wel vertelden ze Janneke dat ze maar met haar ziekte moest leren leven. Janneke genas in één oogwenk totaal. Maar Joke van Saane vertelde rustig voor de tv dat het psychisch was geweest. Zo krijgt ze natuurlijk altijd gelijk: je verklaart elke ziekte die genezen wordt, gewoon ‘psychisch’. Maar ik vraag dan wel: Joke, wie pleegt hier nu boerenbedrog? Je richt grote schade aan, want door jouw boek weerhoud jij zieke mensen ervan de genezingsbediening op te zoeken. Ik zie uit naar een nieuwe publicatie waarin jij dit schadelijke boek van jou corrigeert.

joep
Verkenner
Verkenner
Berichten: 19
Lid geworden op: 01 mei 2008 08:46

Berichtdoor joep » 02 mei 2008 14:42

Joke vertelde dat zij bij dit onderzoek niemand zijn tegengekomen die (blijvend) genezen is van een medisch aangetoonde lichamelijke afwijking.
Het gaat dus vooral om een psychologisch effect.


JOKE, BESTUDEER ONDERSTAANDE SITE'S EENS !

www.godhoudtvanje.nl
www.godheefteenbeterplan.nl

esli
Kapitein
Kapitein
Berichten: 1023
Lid geworden op: 27 nov 2007 21:38
Locatie: Leiden

Berichtdoor esli » 02 mei 2008 14:59

Ik heb pas een debat avond bijgewoond, over gebedsgenezing. Volgens mij is het gewoon zo dat het wetenschappelijk niet aantoonbaar is dat het "werkt". Gemiddeld genomen genezen er niet meer mensen die naar een genezingsdienst gaan dan die dat niet doen. Dus dan zou de term 'boerenbedrog' op zijn plaats kunnen zijn. Vervolgens zijn er natuurlijk persoonlijke verhalen van mensen die dit wel hebben meegemaakt. Dat is geweldig! Maar statistisch gezien zegt het niet zoveel. Belangrijk is denk ik in deze kwestie dat zieke mensen gewoon gebruik maken van de reguliere geneeskunde en dat 'gebedgenezers' niet gaan zeggen dat een ziek iemand na het gebed genezen is, dat kan deze persoon nl. niet beloven.
VErder zegt het mij niet zoveel als artsen tegen een patiënt zeggen dat het NIET psychisch is. Ik hoop volgend jaar af te studeren binnen de gezondheidspsychologie. Als iemand dan met een lichamelijke klacht komt zal ik ook niet zeggen dat het psychisch is, dat wil zo'n patiënt over het algemeen niet horen en als dat tegen hem/haar gezegd wordt is het vertrouwen in de behandelaar weg. Dat wil niet zeggen dat het niet psychisch is, het is heel goed mogelijk dat het dit wel is. Behandeling zal gericht zijn op "het leren leven" met de ziekte. De term "post-traumatisch" geeft denk ik al aan dat er een groot psychisch component in de ziekte aanwezig is.

haring
Kapitein
Kapitein
Berichten: 786
Lid geworden op: 14 mar 2008 01:21

Berichtdoor haring » 02 mei 2008 15:02

Als god mensen geneest via gebed waarom dan niet iedereen??
*onderschrift verwijderd door moderator*

Michael
Sergeant
Sergeant
Berichten: 388
Lid geworden op: 26 feb 2008 10:28

Berichtdoor Michael » 02 mei 2008 15:03

In het kort gesproken. Afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid. Maar goed. Je zult altijd "pseudo skeptische" zielen hebben.

Ik ben het met haar eens dat veel zogenaamde gebeds genezers gewoon fraudeurs zijn. En ik zal altijd hardstikke kritisch zijn. Ik was ook hardstikke kritisch toen ik aan die kerel voorgesteld werd. Maar die kritiek is over tijd gewoon onterecht gebleken. Hij heeft waar gemaakt wat hij zei te gaan doen.

Moet wel gesteld worden dat zijn werk eigenlijk vooral psychisch was. Inzichtgevend maar soms ook heel direct zoals het voorbeeld wat ik gaf. Ik ben zelf opgeleid tot psych dus ik weet een beetje wat mogelijk is qua psychische genezing en wat niet. Sommige van de dingen die hij deed waren mijns inziens niet mogelijk of zouden jaren kosten terwijl hij het in maanden deed.

MrSokkie

Berichtdoor MrSokkie » 02 mei 2008 15:24

Voor het geval het wel werkt, kunnen jullie wat extra bidden voor mijn pols? Ik zou graag maandag weer naar mijn werk kunnen gaan.

Het spijt me, maar ik ben behoorlijk sceptisch als het hierop aankomt. Dat psychische kwalen zo verholpen kunnen worden wil ik nog wel geloven, maar lichamelijke? Nee, dat zou ik met eigen ogen moeten zien.

Wat ik ook nog wil opmerken is dat geloof nuttiger is als manier om je beperking te accepteren dan om valse hoop op genezing te geven.

Michael
Sergeant
Sergeant
Berichten: 388
Lid geworden op: 26 feb 2008 10:28

Berichtdoor Michael » 02 mei 2008 15:34

haring schreef:Als god mensen geneest via gebed waarom dan niet iedereen??

Waarom wel?

Wie geeft God het recht om het leven te veranderen van iemand die daar niet voor kiest?

Zoals het mij uitgelegd was scheppen we een boel van onze problemen zelf, middels verwachtingen, middels gewoontes en verslavingen en middels keuze.

Er zijn heel veel mensen die zichzelf saboteren, om zo actief iets te vermijden waarvan je zou denken dat dat best leuk is. Bijvoorbeeld de hypochonder die middels ziekte ervoor zorgt dat hij compassie en liefde van zijn omgeving krijgt. Als zo iemand in een klap genezen wordt dan heeft hij niets om zich achter te verstoppen en dat kan moeilijk zijn om te verteren.

Het is het zelfde als een miljoen winnen. Als je er niet mee om kan gaan kan het heel frustrerend zijn. En je ziet dat die mensen dan vaak weer terug glijden naar de staat voor de ingreep.

Dat, en aangezien we vrije wil hebben moet je zelf de opening maken voordat er iets gaat gebeuren.

In de bijbel legt Jezus vaak genoeg uit dat hij het niet is die geneest. Maar dat het het vertrouwen van de patient in de geneesheer is die de genezing veroorzaakt.

Het is vrijwel niet mogelijk dat een bijna volledig gesloten introvert plots een moppentapper wordt. Toch gebeurde dat minuten na de ingreep. Je zou kunnen zeggen dat hij medeplichtig was. Maar de mensen in de groep waarin dit gebeurde (en zeker de patient) waren vrijwel allemaal jeugd vrienden. Ik vertrouw zijn woord. Daarbij ik voelde het letterlijk gebeuren.

leki
Verkenner
Verkenner
Berichten: 10
Lid geworden op: 18 jun 2007 13:21

Berichtdoor leki » 02 mei 2008 16:28

MrSokkie schreef:Voor het geval het wel werkt, kunnen jullie wat extra bidden voor mijn pols?

Ja hoor, met alle liefde! Gebed werkt!
Dat wil alleen niet zeggen dat je verlanglijstje acuut wordt verhoord.....
Maar elkaar opdragen aan de troon van Gods Genade is voor mij een belangrijk onderdeel van het gebed. Het geeft ook onderlinge verbondenheid en liefde voor elkaar.
Wat is er precies met je pols?
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. (Joh 17:3)

Denkertje21

Berichtdoor Denkertje21 » 02 mei 2008 23:03

Als wij spreken over "ziekte en genezing" vanuit de Bijbel bezien, willen wij tevoren een paar dingen heel duidelijk stellen: Ik geloof in de almacht van God. Ik geloof, dat als God vandaag zieken door middel van een wonder genezing wil schenken, dat Hij dit zal doen en dat niemands twijfel of ongeloof Hem daarin zal hinderen. Als God een mens van een bepaalde ziekte of zwakheid wil bevrijden, zal Hij dat zeker doen. Niemand zal dit kunnen verhinderen.


Wij luisteren alleen naar Gods Woord

Wij benadrukken, dat de getuigenissen over genezingen voor ons niet het belangrijkste zijn. Wij horen nl. zowel christenen als pure ongelovigen en zelfs satan vereerders vertellen over bijzondere genezingen, die in hun midden plaats vonden. Wij weten, dat ook in de heidense wereld medicijnmannen soms bovennatuurlijke wonderen kunnen verrichten. Hieruit blijkt, dat getuigenissen over genezingen geen bewijzen zijn, dat God ook echt aan het werk geweest is. Wij weten, dat ook in de medische wereld bekend is, dat er soms spontane genezingen plaats vinden, zelfs van kwaadaardige tumoren, waarbij het niet ging om genezingen als gevolg van een bijzonder werk van God en waarbij de patiënten geen gelovigen waren. Al deze genezingen zijn dus geen bewijzen voor ons. Wij willen buigen voor het betrouwbare Woord van God.

Als wij luisteren naar het Woord van God, horen wij de oproep uit de Bijbel tot ons komen: "Vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan." (1 Joh. 4:1) De Here Jezus Zelf heeft ons gewaarschuwd, dat er vele (!) mensen zouden komen, die in Zijn Naam zouden profeteren en in Zijn Naam boze geesten zouden uitwerpen en in Zijn Naam vele andere wonderen zouden doen. De Heer zegt, dat Hij dergelijke mensen nooit gekend heeft en dat Hij hen, als werkers der ongerechtigheid, van Hemzelf zal wegsturen." (Matth. 7:22,23) Dit is heel duidelijke taal. De Heer wijst ons er op, dat onder Zijn volgelingen mensen zouden komen, die grote wonderen zouden doen en dat zij hierbij zelfs zouden zeggen, dat zij deze wonderen deden in de Naam van de Here Jezus. De Heer maakt ons echter duidelijk, dat wij niet blindelings deze uitspraken moeten geloven, omdat het best mogelijk is, dat deze wonderen in werkelijkheid niet van de Here Jezus uitgaan.

Het gaat om echte wonderen.
Artsen vertellen ons, dat 80% van de ziekten die er zijn een psychische achtergrond of oorzaak hebben. Dat betekent, dat het aantal puur lichamelijke zieken ongeveer 20% van alle gevallen bedraagt. Velen van deze 80% zijn zonder medicijnen te genezen. Als er wat gedaan wordt aan hun zielsproblemen, verdwijnen hun lichamelijke klachten ook als vanzelf. Wij hebben in onze gemeente soms ook gezien, dat bijvoorbeeld mensen die depressief waren, genezing vonden toen zij de Here Jezus leerden kennen. Zo zien wij ook vaak, dat als artsen wat meer tijd aan patiënten kunnen besteden, dit de genezing van deze patiënten ook sterk bevordert.

Als wij spreken over ziekte en genezing, doen wij dat niet alleen in verband met niet te controleren gegevens. Je hoort vaak verhalen, dat mensen genezen zijn van een ziekte van hun maag, lever, nieren, darmen, enz. Dit zijn allemaal zaken waarbij wij eerst niet konden zien of die mens echt ziek was en waarbij wij later niet konden zien of die mens echt genezen was. In de Bijbel gaat het echter over genezingen die te controleren zijn. Het gaat over melaatsen, verlamden, blinden, kreupelen, enz. Je hoort nooit over genezing van een zieke maag, een zieke lever of een zieke nier...! Op deze wijze willen wij ook nu over ziekte en genezing nadenken.

Bij ons nadenken over ziekte en genezing gaat het om het wonder. Het gaat niet over zaken, waarbij iemand langzaam aan tot herstel komt, maar het gaat over zieken, die plotseling, door een wonder, genezen worden. Het gaat niet over genezingen, zoals een "geloofsgenezer" mij eens zei: "Handoplegging is een psychologische daad. Het is hetzelfde als wat je moeder vroeger deed, als je ergens pijn had. Dan legde zij haar hand op de pijnlijke plek en zei: "Over". En het was over." Wij geloven zeker, dat op deze wijze velen van de 80% psychisch-lichamelijke ziekten genezen kan worden. Het zijn dan echter geen wonderen.

Wij geloven de hele Bijbel.
In ons spreken over ziekte en genezing gaan wij niet uit van één enkele tekst, zoals zo vaak gedaan wordt. De ene prediker gaat alleen uit van bepaalde gegevens uit Matth. 10. De ander beroept zich op Marcus 16 en de volgende verwijst steeds alleen naar Jacobus 5. Wij geloven niet in de eenzijdigheid van teksten die niet in hun verband gezien worden. Wij geloven in de veelkleurige wijsheid van God, die zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament geopenbaard wordt.

Wij geloven in de waarheid van Ex. 15:26, waar staat, dat de Here uw Heelmeester is. Wij geloven in de wonderen die de Here Jezus deed. Wij geloven ook, dat de Here Jezus nog steeds dezelfde is. Wij geloven ook in de betrouwbaarheid van Jacobus 5. Wij geloven de gehele Schrift. Wij geloven ook, dat je niets aan het Woord van God mag toevoegen. Je mag een bepaalde tekst ook niet een andere betekenis geven, als die andere betekenis jou beter uitkomt. Wij geloven in de waarheid van het gehele Woord van God. Daarom willen wij al deze teksten bezien en er goed op letten wát er werkelijk staat geschreven en wat de werkelijke bedoeling van deze teksten is.

Gebeurt het in onze tijd?
Als wij in de Bijbel de genezingen gaan opzoeken, zullen wij merken, dat de genezingen nooit los staan van andere wonderen. Als er genezingen plaats vonden, vonden er ook andere wonderen plaats.

Als wij in onze tijd hiernaar kijken, dan horen wij soms wel over allerlei vormen van genezingen, maar de andere wonderen, die in de Bijbel bij de genezingen hoorden, vinden in onze tijd niet plaats. Hoewel wij dit later zullen verduidelijken, willen wij nu vast opmerken, dat er in onze tijd in de gemeente van Jezus Christus geen mensen zijn die er voor zorgen, dat wij niet ziek worden. Het is natuurlijk mooi om als je ziek bent om genezen te worden, maar het is nog veel mooier als je helemaal niet ziek wordt.

Er zijn in onze dagen geen mensen die in gebieden-zonder-water op een bovennatuurlijke wijze zorgen voor water, zoals Mozes het water uit de rots liet komen. Er zijn geen mensen, die in honger gebieden zorgen voor voedselvoorziening door middel van het wonder, zoals dat bij Mozes gebeurde door middel van het manna, bij Elia met de raven en bij de Here Jezus, die meermalen grote groepen te eten gaf. In onze tijd gebeuren er geen wonderen, zoals wij ze in de Bijbel zien. Mensen spreken soms over bijzondere gebeurtenissen, maar wat we in de Bijbel zien, gebeurt in onze tijd niet. De wonderen die de Here Jezus verrichtte waren zo bijzonder, dat zelfs Zijn tegenstanders moesten erkennen, dat God door Hem werkte.

De Here Jezus had beloofd, dat Zijn volgelingen grotere dingen zouden doen dan Hij gedaan heeft. Ik ken niemand, die grotere dingen gedaan heeft, dan de Here Jezus deed. Ik ken niemand, die zich door giftige slangen laat bijten en niet sterft, zoals de Here Jezus aangekondigd heeft. Ik ken niemand, die vergif drinkt en niet sterft, zoals de Here Jezus gezegd heeft. Er is niemand, die melaatsen geneest, vuur uit de hemel laat regenen, die rivieren splijt, over het water loopt of ijzer laat drijven, zoals allemaal in de Bijbel gebeurt. Wat allerlei genezingspredikers ook beweren, deze dingen gebeuren niet in onze dagen.

Satan en zijn wonderen.
De Bijbel waarschuwt ons, dat wij ons niet moeten blind staren op het feit, dat er wonderen gebeuren. Er gebeuren zowel wonderen van God als van satan en wij moeten zelf door middel van de gave van onderscheid ontdekken, of bepaalde wonderen van God dan wel van satan komen. Wie de Bijbel leest, komt tot de ontdekking, dat, als het gaat om wonderen, het eerste wonder in de Bijbel van satan komt, evenals het laatste wonder in de Bijbel. Het eerste wonder in de Bijbel vertelt ons van een slang die van satan de macht had gekregen om tegen Eva te kunnen spreken. Het laatste wonder in de Bijbel vertelt ons van het eerste van twee toekomstige "beesten", dat een dodelijke wond zal hebben waardoor het zal dreigen te sterven, terwijl het daarna door het tweede beest gered zal worden, zodat het niet sterft. Dat tweede beest zal trouwens meer grote en bijzondere wonderen verrichten. (Openb. 13:12,13 zie ook :15)

Toen Mozes en aäron voor Farao in Egypte verschenen en daar machtige wonderen Gods voor Farao verrichten, bleek, dat de satansvereerders van Farao in staat waren een aantal wonderen ook te verrichten. De Egyptische tovenaars konden ook een staf in een slang veranderen en een slang in een staf. Ze konden zelfs water in bloed veranderen. (Ex. 7:11,12,22)

De Bijbel waarschuwt ons, dat in de eindtijd satan opnieuw op een bijzondere wijze van zich zal doen spreken. De antichrist zal grote wonderen en tekenen doen, zoals 2 Thess. 2:9,10 ons vertelt. De wonderen die de Here Jezus deed worden met drie woorden omschreven: Wonderen, tekenen en krachten. Van satan staat er in dit vers, dat hij ook wonderen, tekenen en krachten zal verrichten. De komende antichrist zal waarschijnlijk ook op een bijzondere wijze hongerigen te eten geven en water aan dorstigen. Hij zal waarschijnlijk ook vele zieken genezen en doden opwekken. Wij moeten ons hierdoor niet laten verleiden en denken, omdat het dezelfde wonderen zijn, die de Here Jezus deed, dat het opnieuw om wonderen Gods gaat. Het zal gaan om een openbaring van satans macht, om bedrog en ongerechtigheid.

God als Heelmeester
In Ex. 15:26 lezen wij voor het eerst iets over genezing in de Bijbel. Hier gaat het niet over genezing van geestelijke ziekten, dus genezing van zonden, maar hier gaat het over genezing van lichamelijke kwalen. In dit vers lezen wij: "Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de HERE, uw God, en doet wat recht is in Zijn ogen, en uw oor neigt tot Zijn geboden en al Zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen, die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; want Ik, de HERE, ben uw Heelmeester."

Bij dit vers moeten wij goed lezen, wat er staat:

a. In dit vers wordt niet gesproken over gewone ziekten. Het gaat hier over de speciale kwalen, waarmee God de Egyptenaren geslagen had. Het gaat hier over de kwalen waar de Egyptenaren onder leden, die wij gewend zijn "plagen" te noemen, zoals het veranderen van water in bloed, hagel en pest en de dood van de eerstgeborene.

b. God zegt, dat Israël ook met deze zelfde plagen geslagen kan worden, nl. als zij niet leven naar de eis van Gods wil. Als Israël ontrouw aan het Woord van God zal zijn, zal God hen met dezelfde kwalen slaan, als waarmee Hij de Egyptenaren geslagen heeft. Dit is ook gebeurd. Tijdens de woestijnreis waren de Israëlieten ongehoorzaam en zijn zij met een aantal verschrikkelijke plagen geslagen.

c. Het feit, dat God hier Israëls Heelmeester genoemd wordt, betekent niet, dat Hij hen genezing van allerlei ziekten zal geven, maar dat Hij als zij aan de voorwaarde voldoen ervoor zal zorgen, dat zij behoed worden voor de kwalen, waaronder de Egyptenaren geleden hebben. Als de Bijbel hier over God als "Heelmeester" spreekt, betekent dit niet, dat God genezing zal schenken van allerlei ziekten en kwalen, maar dat Hij er voor zal zorgen, dat je helemaal niet ziek wordt.

d. Wij mogen de vergezellende teksten niet overslaan. In deze zelfde periode heeft God nog een paar bijzondere uitspraken gedaan: In Ex. 23:25 lezen wij, dat God hen opnieuw beloofde, dat ze niet eens ziek zouden worden. Hier staat: "Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen." In Deut. 7:14 lezen wij, dat God beloofd had, dat er zelfs geen onvruchtbare bij hen zou zijn bij hun mannen en bij hun vrouwen, zelfs bij hun vee. In Deut. 29:5 lezen wij tenslotte een terugblik op de woestijnreis en horen wij God zeggen: "Veertig jaar liet Ik u door de woestijn trekken; de klederen die gij droegt, zijn niet versleten, evenmin als de schoenen aan uw voeten."

Nu blijkt ineens iets bijzonders: De door God aangekondigde wonderen waren niet voor altijd, maar alleen voor de periode van de woestijnreis. Hoewel God na de woestijnreis dezelfde was als tijdens de woestijnreis, gebeurden er toch niet dezelfde wonderen na de woestijnreis. Toen de Israelieten eenmaal in Kanaän waren aangekomen, kwam er geen water meer uit de rots en kwam er ook geen manna meer uit de hemel (Jozua 5:12). Ze moesten waterputten graven en het land bewerken. Toch was God niet veranderd. Nu versleten hun kleding en schoenen wel. Nu moesten ze telkens nieuwe kleding en schoenen maken. Ook kwamen er nu wel ziekten onder hen voor. Ook kwamen er nu wel onvruchtbaren onder de mensen en onder het vee voor. Toch was God niet veranderd. Zelfs de speciale straffen die in de woestijn plaats vonden, zoals de vurige slangen en het regenen van vuur uit de hemel en het opengaan van de aarde naar het dodenrijk kwam daarna niet meer voor. Toch was God niet veranderd.

U ziet, dat de wonderen van God niet voor altijd bedoeld waren, maar dat ze bestemd waren voor een bepaalde periode. Ook al was God daarna niet veranderd, de omstandigheden waren wel veranderd en daarom kwamen deze bijzondere wonderen daarna niet meer voor. Het is dus niet Bijbels om te zeggen, dat God niet verandert en dat dezelfde wonderen, die vroeger gebeurd zijn, ook nu moeten gebeuren. Zo is het ook niet correct om de tekst, die zegt, dat de Here Jezus gisteren en heden dezelfde is: Hebr. 13:8, uit zijn verband te rukken en te zeggen, dat daarom dezelfde wonderen die vroeger gebeurden, ook nu moeten gebeuren. Dit lijkt heel vroom en geestelijk om zo te spreken, maar het is niet Bijbels.

Wij zullen nog vaker zien, dat bepaalde wonderen alleen in bepaalde tijden geschiedden en dat mensen er niet op moesten rekenen, dat ze steeds herhaald zouden worden. Dat zullen wij nl. ook zien van de wonderen die de Here Jezus deed en die de apostelen verrichten. Nu wij daar nog niet aan toe zijn, zal dit u vreemd lijken. Het is echter net zo normaal als wat de wonderen tijdens de woestijnreis gold. Zij waren voor een bepaalde periode en voor een bepaald doel gegeven. De Bijbel maakt ons duidelijk, dat ook de wonderen die de Here Jezus verrichtte, voor een bepaalde periode en voor een bepaald doel waren. Daarom kan er vandaag niemand water in wijn veranderen, loopt geen enkele prediker op het water, geeft geen enkele begenadigde of zoals zij zichzelf graag noemen: "Gezalfde" prediker brood aan hongerige mensen en water aan hen die van dorst versmachten. Zij kunnen dit niet, ook al schreeuwen zij nog zo hard, dat de Here Jezus niet veranderd is en dat zij dezelfde wonderen doen. Zij spreken onwaarheden. Dat betekent niet, dat de Here Jezus veranderd is, maar dat de tijd veranderd is.

Hoewel Exodus 15:26 vaak geciteerd wordt om te bewijzen, dat God aanbiedt, om ons van alle ziekten en kwalen te genezen, staat dat niet in dit vers. Het gaat hier over plagen, die "ziekten" of "kwalen" genoemd worden, hoewel er geen enkele arts bestaat, die ook maar één van deze kwalen kan genezen.

In Spreuken 3:7,8 is een vergelijkbare tekst, waar het ook gaat om het voorkomen van ziekten. Deze verzen luiden: "Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de HERE en wijk van het kwaad; het zal medicijn wezen voor uw vlees en lafenis voor uw gebeente."

De wonderen in het Oude Testament.
Als wij in de Bijbel kijken naar genezingen, zo hebben wij hiervoor gezien, dan is er nooit sprake alleen van genezingen, maar vinden er ook andere wonderen plaats. Deze wonderen vonden niet alleen plaats toen de Here Jezus op aarde was en daarna bij de apostelen, maar ook reeds in de tijd van het Oude Testament. Wij mogen dus nooit vergeten, dat de wonderen niet pas kwamen bij de Here Jezus, maar dat de wonderen er ook al in de tijd van het Oude Testament waren. De wonderen (en genezingen) gingen dus niet exclusief van de Here Jezus uit, maar ook van God de Vader.

Als wij eerst eens naar de wonderen uit de tijd van het Oude Testament kijken, zullen ons bepaalde zaken opvallen, die wij later ook weer bij de Here Jezus terug zien. In het Oude Testament waren ze heel kenmerkend voor deze wonderen, maar in het Nieuwe Testament blijken ze dat ook te zijn. Toch hebben veel christenen geen oog voor deze zaken.

De wonderen die in het Oude Testament plaats vonden, hadden altijd en uitsluitend te maken met het volk Israël. De wonderen vonden óf in Israël plaats óf (zoals bij de Farao) ten behoeve van Israël. Nooit gebeurden er wonderen en genezingen ten behoeve van de heidenen. Dit is met twee uitzonderingen; één keer in het Oude Testament (Naäman) en één keer in het Nieuwe Testament (de Kananese vrouw). Het wonder bij Naäman geschiedde echter weer ten behoeve van een Joods meisje in het huis van Naäman, terwijl het wonder bij de Kananese vrouw eigenlijk niet had mogen geschieden, zoals wij nog zullen zien.

Het eerste wonder Gods in het Oude Testament zien wij al meteen bij de vader van het volk Israël: Abraham. De Bijbel vertelt ons, dat Abraham en zijn vrouw te oud waren om nog kinderen te krijgen. Die tijd lag ver achter hen. Door een wonder Gods keerde die tijd echter terug. Je zou kunnen zeggen, dat Sarah verjongde. Zo lezen wij, dat zij op hoge leeftijd zwanger werd en daarna een zoon baarde. Hier lag het begin van het volk Israël. Hier ook begonnen de wonderen Gods. Vanaf dit moment zien wij wonderen van Godswege, die echter altijd verbonden waren met het volk Israël. De wonderen in het Oude Testament en later ook bij de Here Jezus en de apostelen waren steeds het handelen van God met het volk Israël.

De wonderen Gods die in het Oude Testament plaats vonden, geschiedden altijd en uitsluitend door de hand van mannen Gods uit het volk Israël. Er is werkelijk niet één keer sprake van een niet-Jood, die een wonder van Godswege verrichtte, ongeacht of het om een genezing dan wel om een ander wonder ging. Nooit hebben niet-Joden in Gods Naam en in Gods kracht een wonder verricht. Het verrichten van wonderen en genezingen had God in die tijd alleen en uitsluitend aan Zijn gezanten uit het volk Israël geschonken.

De wonderen Gods die in het Oude Testament plaats vonden, waren er niet gedurende de gehele periode van het Oude Testament, doch slechts in bepaalde perioden. Er zijn vele grote Godsmannen geweest, van wie niet één wonder of genezing vermeld is. Van mannen als Jesaja, Jeremia en Ezechiël weten wij wel, dat zij veel geleden hebben onder de leiding van God in hun leven, maar wij lezen niet één keer, dat zij ooit een wonder verricht hebben, hoe klein dit wonder ook geweest zou zijn. Toch was God in die tijd niet veranderd. De tijden waren echter wel anders.

De wonderen Gods die wij in het Oude Testament zien, hebben groepsgewijs plaats gevonden. Wij lezen verschillende keren over een serie wonderen. Naast deze wonderen die groepsgewijs plaats vonden, lezen wij bijna niets over wonderen. De eerste serie wonderen zien wij bij het begin van Israëls geschiedenis als volk van God. Het zijn de wonderen, die geschiedden door Mozes, de man Gods. Zij vonden plaats in Egypte en in de woestijn. De tweede serie wonderen zien wij vele eeuwen later bij Elia en Elisa, die het volk opriepen om tot God terug te keren. De derde serie wonderen zien wij tijdens de Babylonische Ballingschap, toen Daniël en zijn vrienden bij het volk optraden als mannen Gods.

Eerder zagen wij, dat, hoewel God na de woestijnreis niet veranderd was (zie Mal. 3:6), de wonderen die tijdens de woestijnreis geschiedden, daarna niet meer voorkwamen. Zij waren bestemd voor een bepaalde periode en geschiedden alleen in die bepaalde tijd. Nu zien wij, dat er in Israëls geschiedenis niet doorlopend sprake is van wonderen van God. De wonderen kwamen slechts in bepaalde perioden voor en daarbuiten niet. Wij zien zelfs, dat in de grootste tijd uit Israëls geschiedenis er geen sprake is van wonderen. De wonderen kwamen maar in enkele beperkte perioden voor.

De eerste serie wonderen die bij het volk Israël plaats vonden, zien wij in de tijd van Mozes, waarbij de wonderen zowel in Egypte als in de woestijn plaats vonden. Deze wonderen worden ingeleid door de woorden Gods, die Hij sprak bij de brandende braamstruik. Wij lezen daar, dat Mozes de opdracht kreeg om naar Egypte te gaan en Gods volk in de vrijheid te brengen. Mozes heeft dan het probleem, dat het mogelijk is, dat men in Egypte hem niet zal geloven en niet naar hem zal luisteren. God zegt dan, dat Mozes verschillende wonderen zal kunnen doen voor hun ogen, opdat zij zullen geloven. God Zelf noemt deze wonderen "tekenen" (Ex. 4:8,9, 17). Het maakt duidelijk, dat de wonderen bedoeld zijn om geloof op te roepen. Ze zijn niet voor hen die geloven, maar juist voor hen die niet geloven, opdat zij zullen gaan geloven. Ditzelfde zien wij later ook bij de Here Jezus, zie Joh. 20:30,31 (vgl. Joh. 2:11; 4:54; 6:30). De wonderen hebben dus een duidelijk en bijzonder doel. Ze zijn bestemd om de ongelovigen te brengen tot geloof. Ze zijn tekenen, dat hij die de wonderen verricht, echt van God gezonden is.

De tweede serie wonderen die bij het volk Israël plaats vonden, zien wij in de tijd van Elia en Elisa. Ook in deze tijd geschiedden de wonderen als "tekenen" om de ongelovigen op te roepen tot geloof en hen duidelijk te maken, dat Elia en Elisa door God tot het volk gezonden waren. Er vonden grote en bijzondere tekenen plaats. Doden werden weer levend. Er kwam een pad door de Jordaan.

De derde serie wonderen die bij het volk Israël plaats vonden, zien wij in de tijd van Daniël, dat is dus tijdens de Babylonische Ballingschap. Hoewel het volk Israël in deze tijd niet in het eigen land is, maar in Babel vertoeft, vonden de wonderen toch plaats bij en in verband met het Joodse volk. Daniël was in een leeuwenkuil, maar de leeuwen deden hem geen kwaad. Daniëls vrienden waren in een brandende oven en bleven toch in leven. Er vonden veel grotere wonderen plaats dan alleen maar het genezen van een aantal zieken. Er vonden tekenen van Godswege plaats.

Al deze wonderen hadden niet tot doel om de mensen te zegenen, of opdat zij het goed zouden hebben. Ze waren tekenen van Godswege en hadden als doel de mensen op te roepen tot geloof.

Al deze wonderen hadden alleen plaats in of in verband met het volk Israël. Zij waren niet tot zegen van de Israëlieten, ook al werden dezen er soms door gezegend. Ze waren in geen geval bestemd voor niet-Joden. Het waren tekenen, die plaats vonden temidden van het Joodse volk. Dat is kenmerkend voor de wonderen van het Oude Testament. Als wij naar het Nieuwe Testament kijken, zullen wij zien, dat dit zelfde ook geldt voor de wonderen van het Nieuwe Testament: Ze waren uitsluitend bestemd voor het volk Israël. Dus niet voor de Gemeente uit de heidenen, maar voor het volk Israël!

Is genezing van het lichaam in de verzoening inbegrepen?
Vaak wordt beweerd, dat de genezing in de verzoening is inbegrepen en dat wij dus, op grond van het verzoenend lijden en sterven van de Here Jezus, mogen verwachten, dat God ons ook zal genezen van al onze ziekten. Men verwijst hierbij naar Jesaja 53:4,5. Wat zeggen deze verzen echter?

Jes. 53:4 spreekt over letterlijke ziekten en zegt over de Here Jezus: "Onze ziekten heeft Hij op Zich genomen en onze smarten heeft Hij gedragen." De vraag is: Wanneer nam de Here Jezus deze ziekten op Zich? Droeg Hij die ook aan het kruis? Als Hij die ook aan het kruis gedragen heeft, waarom nam Hij dan wel onze ziekten mee naar het kruis, maar niet onze echtscheidingen, ons geldgebrek, natuurrampen, verkeersongelukken, enz.? Terwijl er zoveel ellende is, waarom nam Hij dan alleen de ziekten mee naar het kruis en liet Hij ons met de rest achter. En... als de genezing van het lichaam in de verzoening begrepen is, waarom zijn er dan ook onder de christenen zoveel zieken? Waarom zijn dan alle christenen niet gezond?

Het Nieuwe Testament leert niet, dat Jes. 53:4 aan het kruis vervuld werd, maar dat dit vers vervuld werd, toen de Here Jezus Zichzelf als Messias aan Israël aanbood en de tekenen van het koninkrijk der hemelen in hun midden verrichtte. Dit was nog vóór het kruis en gebeurde bij mensen, die later het kruis niet zouden aanvaarden...! Deze tekenen geschiedden niet bij de gemeente en Jes. 53:4 ging niet bij de gemeente in vervulling, maar bij Israël, dat later de Here Jezus zou verwerpen. Het bewijs hiervoor vindt u in Matth. 8:16,17. Mattheüs zegt, dat toen de woorden van Jesaja 53:4 in vervulling gegaan zijn. Ze zijn in vervulling gegaan tijdens de rondwandeling van de Here Jezus op aarde en niet toen Hij stierf aan het kruis. Ze waren dus al in vervulling gegaan, toen het kruis nog moest komen. Omdat ze al tijdens Jezus' omwandeling op aarde in vervulling gegaan waren en de profetie daarom tot zijn volheid gekomen was, konden ze niet ook nog eens bij het kruis tot vervulling komen.

Als het gaat om onze ziekten en kwalen van ons lichaam, maakt de Bijbel ons duidelijk, dat wij nu nog in dit aardse leven te doen hebben met een vernederd lichaam. Pas bij de wederkomst van de Here Jezus als wij in de hemel worden opgenomen, wordt ons lichaam verheerlijkt en hebben wij ook niet meer te maken met ziekten en kwalen. Zie Phil. 3:20,21.

In Jesaja 53:5 wordt nogmaals over genezing gesproken. Hoewel er in dat vers wel over genezing gesproken wordt, wordt er niet over ziekten gesproken. Het gaat hier niet over genezing van ziekten, maar over genezing van de gevolgen van de zonden. Dit laat 1 Petrus 2:24 ook duidelijk zien, zoals wij eerder zagen bij "Hoe de redding geschiedt."

Wonderen en genezingen in het Nieuwe Testament
Wij zagen een paar opmerkelijke feiten:
1. De genezingen stonden in het Oude Testament nooit apart van andere wonderen, maar kwamen steeds met andere wonderen tezamen voor.
2. Deze wonderen en genezingen hadden altijd alleen te maken met het volk Israël. Heidenen stonden buiten de wonderen en de genezingen.
3. De wonderen en genezingen hadden niet als doel om de verschillende mensen te zegenen. Zij waren tekenen, die de ongelovigen tot geloof in bepaalde feiten moesten brengen. Deze drie bijzondere feiten zien wij in het Nieuwe Testament weer terug.

De wonderen door de hele Bijbel worden ons voorgesteld als bijzondere tekenen van Godswege. In het Oude Testament zien wij dat al bijvoorbeeld in de volgende teksten: Ex. 3:12; 4:8,9,17,28; 7:3; 10:1,2; Num. 14:11,22; Deut. 4:34; 7:19; 34:10-12. Deze laatste teksten maken ons nog eens duidelijk, dat het niet in Gods bedoeling lag om in alle tijden dezelfde grote wonderen te verrichten. God veranderde niet, toch kon men na Mozes niet meer dezelfde wonderen en tekenen verwachten. Deze gave had God alleen aan Zijn knecht Mozes gegeven.

De tekenen die de Here Jezus verrichtte
De Bijbel maakt ons duidelijk, dat de wonderen die de Here Jezus verrichtte ook "tekenen" waren. Opvallend hierbij is, dat er duidelijk gezegd wordt, dat Johannes de Doper geen tekenen verrichtte (Joh. 10:41). Johannes was een grote man Gods en God was niet veranderd, toch had God hem niet de opdracht gegeven om wonderen en tekenen te doen. De Here Jezus deed echter wel vele tekenen. Vooral het evangelie van Johannes maakt ons duidelijk, dat alle wonderen die de Here Jezus verrichtte onder de "tekenen" gerangschikt moesten worden. Zie Joh. 2:11,18,23; 3:2; 4:48,54; 6:2,14,26,30; 7:31; 9:16; 11:47: 12:28,37; Hand. 2:22.

Deze tekenen hadden een bijzonder doel, nl. om de mensen tot geloof te brengen. Zie Joh. 20:30,31. De Bijbel tekent hierbij aan, dat de Joden alleen in de weg van tekenen tot geloof gebracht kunnen worden, Joh. 4:48; 1 Cor. 1:22. Deze laatste tekst zegt ons nog eens heel duidelijk, dat de tekenen er niet zijn voor de heidenen, ook niet voor de Gemeente, maar alleen voor de Joden! Er werd zelfs om tekenen gevraagd! Zie Matth. 12:38 en 16:1.

Wat was de betekenis van de tekenen, die de Here Jezus verrichtte? Hand. 2:22 maakt duidelijk, dat Hij hierdoor van Godswege aangewezen werd als de Messias, d.w.z. als de komende Koning van het komende Messiaanse vrederijk. Zie ook Matth. 12:28. Het heeft dus niet te maken met de Gemeente, die uit Joden en heidenen zou bestaan, maar het heeft te maken met het koninkrijk, dat in de Bijbel "het koninkrijk der hemelen" genoemd wordt. Dat is niet het koninkrijk in de hemelen, maar der, dat is "van de" hemelen. Het komt van de hemel naar de aarde, waar het opgericht zal worden. Omdat de Here Jezus Koning van dat rijk zal worden en Hij uit de hemel komt, heet het ook, dat dit koninkrijk van de hemel op aarde wordt opgericht. De tekenen die de Here Jezus deed waren de "bewijzen" voor de Joden, dat Hij "uit de hemel" gekomen was om het koninkrijk van vrede op te richten en dat Hij dus de Messias, de komende Koning was. Ook de wonderen die de Here Jezus verrichtte, hadden alleen te maken met het volk Israël. Toen Petrus in Hand. 2:22 vertelde, dat de tekenen bewezen wie de Here Jezus was, richtte hij zich in zijn toespraak tot de "Mannen van Israël", zoals er duidelijk staat. Ook zegt Petrus, dat de wonderen "in hun midden" geschied waren, dat is dus alleen bij het Joodse volk. Wij zouden kunnen zeggen, dat, nadat de Here Jezus vele zieken in Israël genezen had, Hij naar Egypte, Rome en Griekenland had moeten gaan om ook daar de zieken te genezen en Zichzelf bekend te maken als de "Heiland der wereld". Dat deed Hij echter niet!

Wie was de Here Jezus? Toen Hij geboren werd, kwam er een engel bij Jozef, die zei, dat de Here Jezus "Zijn volk" zou redden van hun zonden (Matth. 1:21). Hier werd Hij niet aangekondigd als de Heiland der wereld, maar als de redder van Israël. Als Hij even later ook "Immanuël" genoemd wordt (Matth. 1:23), betekent dat op dat moment niet, dat God met de hele wereld is, maar dat Hij met Zijn eigen volk is. Na Jezus' geboorte kwamen engelen bij de herders en zeiden, dat de blijdschap die zij verkondigden "heel het volk" zou ten deel vallen. Welk volk? Het volk Israël natuurlijk. Later kwamen wijzen uit het Oosten. Zij zochten niet de Heiland der wereld, maar de koning der Joden (Matth. 2). Tijdens Zijn leven noemden mensen Hem "de Zoon van David", dat wil zeggen, dat zij Hem aanspraken als de koning van Israël. Hoewel de mensen in Samaria eens de Here Jezus "de Heiland der wereld" noemden (Joh. 4:42), was dat op dat moment toch niet een geopenbaarde waarheid bij het volk Israël. Zelfs toen de Here Jezus Zichzelf "het licht der wereld" noemde (Joh. 8:12) was dat om duidelijk te maken, dat Hij de Messias van Israël was, die in Zijn komende koninkrijk de zegen vanuit Jeruzalem naar de heidenlanden zou laten gaan. Zelfs het opschrift boven het kruis luidde niet: "Hier hangt der Redder der wereld", maar: Dit is Jezus, de Koning der Joden. De Here Jezus heeft Zich in Zijn rondwandeling op aarde niet gericht tot heidenen, maar uitsluitend tot het Joodse volk.

De prediking van de Here Jezus was ook niet gericht op de toekomstige Gemeente, waarin Joden en heidenen samen God zouden dienen. De prediking van de Here Jezus was gericht op het komende aardse koninkrijk. "Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen." (Matth. 4:17) "En Hij trok rond in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal onder het volk." (Matth. 4:23). Let op: Het gaat hier niet over het evangelie van de Gemeente, maar over het evangelie, dat is het goede nieuws van het aardse koninkrijk! Duidelijk zien wij, dat de prediking gepaard ging met tekenen van genezing. Matth. 9:35 voegt hier aan toe, dat de Here Jezus alle steden en dorpen langs ging en in hun synagogen leerde en het evangelie van het koninkrijk verkondigde en alle ziekte en alle kwaal genas.

Een heel bijzondere geschiedenis vinden wij in Matth. 15:21-28. In deze geschiedenis gaat het om een heidense vrouw, die genezing vraagt voor haar dochter. Wat is het niet mis te verstane antwoord van de Here Jezus: "Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls." (:24) Hier hebben wij de woorden van de Here Jezus Zelf. Hij zegt, dat Hij alleen gekomen is voor het volk Israël en dus niet voor de heidenen. Later zal de apostel Paulus uitleggen, dat wij het aan het Joodse volk te danken hebben, dat de boodschap van de Here Jezus ook bij ons, heidenen, gekomen was. Dat was echter nog niet het geval toen de Here Jezus op aarde was. Als de vrouw de Here Jezus smeekt om haar toch te helpen, geeft de Here Jezus een gelijkluidend antwoord: "Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het de honden voor te werpen." (:26) De Heiland noemt de Joden hier "de kinderen" en Hij noemt de heidenen "honden". Duidelijk zegt Hij nogmaals, dat de tekenen niet voor de heidenen zijn. Als de vrouw de Here Jezus een prachtig antwoord geeft, nl. dat de honden onder de tafel van de kruimels eten, "zwicht" de Here Jezus en doet één keer een wonder voor een heiden. Deze geschiedenis maakt ons duidelijk, dat het hier duidelijk om een uitzonderingssituatie gaat. De Here Jezus is gekomen voor Israël en niet voor de heidenen en Zijn genezingen zijn alleen voor de Joden.

Er zijn mensen die zeggen, dat als het gaat om genezing van Godswege in onze tijd en dus in de Gemeente, dat de Here Jezus niet veranderd is en dat wij op grond daarvan dezelfde genezingen mogen verwachten als die welke de Here Jezus indertijd deed. Als wij deze tekst (Hebr. 13:8) letterlijk nemen en deze toepassen op onze situatie in de Gemeente van Jezus Christus en daarbij zeggen, dat de Here Jezus niet veranderd is, zullen wij op grond daarvan moeten weten, dat wij juist geen genezingen mogen verwachten en dat de genezingen ook nu voor Israël bestemd zijn en niet voor ons, gelovigen uit de heidenen. Ze zullen weer plaats vinden als de Here Jezus wederkomst en Zijn koninkrijk voor Israël zal oprichten. Dan zullen er weer grote wonderen en tekenen geschieden in dat Messiaanse vrederijk, waarbij zelfs de plantenen het dierenrijk grote wonderen zullen openbaren. De distel zal er dan niet meer zijn en de dieren zullen in vrede met elkaar leven. Wat een bijzondere toekomst is dat!

De tekenen die de apostelen verrichtten
Wij zagen, dat zowel in het Oude Testament als bij de Here Jezus de genezingen niet een aparte plaats innamen, maar tezamen met andere wonderen geschiedden. Bij de Here Jezus zien wij bijvoorbeeld, dat Hij water in wijn veranderde, dat Hij brood vermenigvuldigde, dat Hij de wind en de zee dwong om Hem gehoorzaam te zijn, dat Hij op het water liep, enz.

Wij zagen, dat zowel in het Oude Testament als bij de Here Jezus de wonderen alleen te maken hadden met Israël en dat ze "tekenen" genoemd werden. Datzelfde vinden wij nu ook bij de apostelen terug.

De wonderen die de apostelen verrichtten, worden in de Bijbel ook "tekenen" genoemd. Na de uitstorting van de Heilige Geest lezen wij in Hand. 2:43 "En er kwam vrees over alle ziel en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen." "En door de handen van de apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk." (Hand. 5:12) (vgl. Hand. 4:22) "En Stephanus, vol van genade en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk." Hand. 6:8. Ook van Philippus staat er, dat hij tekenen deed." (Hand. 8:6,13)

Deze tekenen waren in zekere zin een voortzetting van de tekenen, die de Here Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde verricht had. Het waren geen nieuwe tekenen met een nieuwe betekenis. Het waren dezelfde tekenen met dezelfde betekenis, nl. om duidelijk te maken, dat de Here Jezus de Messias was. Door deze tekenen wezen de apostelen niet op zichzelf, niet op eigen kracht, niet op eigen kunnen, niet op eigen macht. Zij wezen op de Here Jezus. De tekenen geschiedden immers ook in Zijn Naam! "En nu, Here... geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken, doordat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door de Naam van uw heilige knecht Jezus." (Hand. 4:30)

In Hand. 14:3 wordt daar nogmaals op gewezen: "De Here gaf getuigenis aan het woord Zijner genade en (HIJ!) deed tekenen en wonderen door hun handen geschieden." Het was het woord van Zijn genade en Hij deed tekenen en wonderen en deed deze door middel van de apostelen. Het waren echter niet de apostelen die in eigen kracht deze tekenen deden, noch wezen deze tekenen op iets bijzonders bij de apostelen. De tekenen kwamen van de Here Jezus en wezen uitsluitend op Hem.

In Hand. 2:36 wordt ons duidelijk gemaakt, dat al meteen op de eerste Pinksterdag de luisteraars duidelijk gemaakt werd, dat het teken van deze Pinksterdag er was om hen te overtuigen, dat de Here Jezus, de gekruisigde, toch echt de Messias (in onze vertaling: Christus) was.

De tekenen waren ook meer dan alleen maar genezingen. Zo lezen wij tot tweemaal toe, dat de apostel Petrus op een bijzondere manier uit de gevangenis bevrijd werd. Wij lezen hoe Paulus niet bezweek aan een slangenbeet. Wij lezen over een bijzondere aardbeving als Paulus en Silas in Philippi gevangen zitten.

Toch krijgen deze tekenen een bijzonder accent. Ze zijn nl. bedoeld om te bewijzen, dat de man, die de tekenen verrichtte, niet zo maar een mens, niet zo maar een gelovige was, maar om duidelijk te maken, dat hij een apostel is. Het waren steeds de apostelen, die de tekenen verrichtten, waarbij er echter twee keer klaarblijkelijk om de uitzonderingspositie aan te geven er sprake is van een niet-apostel, die ook tekenen verrichtte: Stephanus, Hand. 6:8 en Philippus (Hand. 8:6,13). Maar zij waren, wat ook later blijkt, niet zo maar gelovigen, maar heel bijzondere mannen Gods. De apostel Paulus maakt in 2 Cor. 12:12 duidelijk, dat de tekenen, die hij verrichtte, duidelijk bewezen, dat hij een apostel van de Here Jezus was. De tekenen bewezen niet, dat hij de Heilige Geest bezat of een christen was, maar dat hij een apostel was. "De tekenen van een apostel zijn bij u verricht met alle volharding, door tekenen, wonderen en krachten." Ook hier is niet alleen sprake van genezingen, maar van allerlei wonderen en krachten. De tekenen "bewezen" nog steeds iets. Later, als het evangelie niet meer uitsluitend aan de Joden gepredikt wordt, maar nu ook aan de heidenen gebracht wordt, geschieden daar, dat is dus op het zendingsveld in een volkomen heidense omgeving, waar de mensen niet op de hoogte zijn van de God van Israël, dan geschieden daar ook tekenen en wonderen (Hand. 14:12). Deze tekenen hadden nu natuurlijk niet als doel om de mensen te bewijzen, dat de Here Jezus de Koning van Israël was, maar om te bewijzen, dat Hij de Redder der wereld was, die gekomen was om verloren mensen weer bij God te brengen, die gekomen was om zonden te vergeven. De dingen die in hun midden geschiedden, worden niet "genezingen" genoemd, maar "tekenen en wonderen". Zij geschieden ook bij de heidenen, niet om deze mensen op een bijzondere wijze te zegenen, maar om hen de macht van de Heiland te tonen, waardoor zij zullen weten, dat Hij ook zonden kan vergeven. Zo was het ook toen de Here Jezus op aarde was. Toen Hij eens een verlamde man genezen had, waren alle getuigen ontzet en verheerlijkten God en zeiden, dat zij zoiets nog nooit gezien hadden (Marcus 2:12). Lucas zegt zelfs, dat zij zeiden, dat zij "ongelooflijke" dingen gezien hadden (Lucas 5:26). Door dit "teken" had de Here Jezus nl. bewezen, dat Hij zonden kon vergeven (zie Marcus 2:9-12)

De tekenen bewezen, dat de apostelen getrouw waren aan hun opdracht. Wat was hun opdracht? Zie Matth. 10:1-8.

a. In dit gedeelte wordt een bijzondere opdracht gegeven: Er moeten zieken genezen worden, doden moeten opgewekt worden, melaatsen moeten gereinigd worden en boze geesten moeten uitgedreven worden (:8). Vers 1 zegt zelfs, dat de Heer macht gegeven had om alle ziekte en alle kwaal te genezen. Iedere zieke moesten zij kunnen genezen. Teleurstellingen waren uitgesloten.

Aan het eind van het Marcus evangelie staat een gedeelte, waarvan niet zeker te zeggen is of het echt bij de oorspronkelijke Heilige Schrift behoort. Daarom staat het ook tussen haken in onze Bijbel, terwijl sommige andere vertalingen het gewoon weglaten. In dit gedeelte lezen wij een zelfde opdracht, maar wordt er nog aan toegevoegd, dat de mensen die dit geldt zelfs slangen zouden opnemen en dat zij geen schade zouden ondervinden als zij vergif zouden drinken. Welke genezingsprediker in onze tijd kan dit?

b. Deze opdracht wordt niet aan alle gelovigen in het algemeen gegeven, niet aan de voorgangers of de oudsten in de christelijke gemeente, maar uitsluitend aan een twaalftal apostelen, van wie de namen speciaal genoemd worden, om duidelijk te maken, dat deze opdracht alleen aan hen gegeven wordt (:1-5a).

c. Het arbeidsterrein waarbinnen deze wonderen moesten geschieden was beperkt. De apostelen mochten met hun boodschap en hun tekenen niet gaan naar de heidenen, zelfs niet naar de Samaritanen, maar mochten deze boodschap alleen prediken aan het huis Israëls. Alleen bij Israël mochten zij de tekenen verrichten (:5,6). Zoals de Here Jezus Zich alleen richtte tot Israël, zo moesten de apostelen zich ook alleen richten tot Israël.

d. De motivatie en het doel waarom het ging, worden duidelijk onder woorden gebracht. Het gaat om het aardse koninkrijk, waarvan de Here Jezus de Messias-Koning wil zijn. Het gaat om het koninkrijk der hemelen, dat is de andere naam voor het Messiaanse vrederijk (:7).

Als wij het boek Handelingen bestuderen, zien wij, dat het de apostelen waren, die de wonderen en de tekenen verrichtten. Wij zien, dat er bijzondere wonderen, tekenen en genezingen plaats vonden. Er staat zelfs, dat men de zieken op straat droeg en op bedden en matrassen legde, opdat, wanneer Petrus voorbij kwam, ook maar zijn schaduw op iemand van hen zou vallen. En allen werden genezen! (Hand. 5:15,16)

Er geschiedden niet alleen wonderen ten zegen van de mensen, maar ook als een strafmaatregel, net zoals wij dit ook tijdens de woestijnreis van de Israëlieten zagen. Denk hierbij maar aan de plotselinge dood van Ananias en Sapphira (Hand. 5:1-11). Ook werden er doden opgewekt, zoals Dorcas (Hand. 9:36-42) en Eutichus (Hand. 20:7-12). Wij zagen al, dat er zelfs een engel kwam om Petrus uit de gevangenis te bevrijden.

In het boek Handelingen zien wij, dat de boodschap en de tekenen weer uitsluitend op Israël gericht waren. Veel christenen en zelfs veel predikanten denken, dat bij de uitstorting van de Heilige Geest er vele heidenen aanwezig waren. Zij lijken zelfs te denken, dat als er later over allerlei zaken gesproken wordt die te Jeruzalem en in Israël plaats hadden, er steeds maar weer allerlei heidenen bij aanwezig waren. Waar kwamen die heidenen dan vandaan en wat deden die in Israël? Een toeristenindustrie bestond in die tijd nog niet.

Handelingen vertelt, dat het op de Pinksterdag ging om Joden en tot het Jodendom bekeerden (Hand. 2:5,11). Deze mensen waren vanwege de Bijbelse feesten als pelgrims naar Jeruzalem gekomen om daar hun opdracht te vervullen.

Het waren Joodse mensen, die op de Pinksterdag de Heilige Geest ontvingen. Het waren Joodse mensen tot wie gepredikt werd. Als Petrus hen aanspreekt, zegt hij niet: "Gij mannen uit vele landen van de wereld...", maar: "Gij Joden en allen, die te Jeruzalem woonachtig zijt..." (Hand. 2:14) Even later noemt hij zijn luisteraars opnieuw en zegt hij, dat zij "Mannen van Israël" zijn (Hand. 2:22 zie ook 5:35). Hij noemt hen ook het "Huis van Israël" (Hand. 2:36). (Zie ook o.a. Hand. 4:10; 4:25 "onze vader David"; 7:2 "onze Vader Abraham"; "de God onzer vaderen" 5:30,31, enz.)

Jacobus 5
Nu wij bij Jacobus 5 uitkomen, is het goed, om nog even bepaalde feiten op een rijtje te zetten:

1. Genezingen staan nooit alleen. Het gaat altijd om een totaal pakket van wonderen. 2. Deze wonderen en dus ook de genezingen waren alleen voor Israël bedoeld en alleen aan het Joodse volk gegeven; niet aan de Gemeente en niet aan de heidenen. Ze waren het teken van de komst van het aardse koninkrijk. 3. De wonderen en genezingen waren "tekenen" en moesten iets aantonen. De ene keer was het om aan te tonen, dat de Here Jezus de ware Messias van Israël was, een andere keer was het om aan te tonen, dat Hij macht had om zonden te vergeven. Zo dienden de tekenen om de ongelovigen op te roepen om te gaan geloven.

Wat zien wij nu in Jacobus 5? Wie deze hiervoor genoemde feiten niet kent, heeft geen idee, dat wij deze feiten ook weer terug vinden in Jacobus 5. Als gevolg van gebrek aan Bijbelkennis trekken veel gelovigen verkeerde conclusies, die in feite in strijd zijn met wat wij hiervoor gezien hebben.

ad 1. Het eerste dat wij zien, is, dat het in Jacobus 5 niet alleen gaat om genezingen, maar ook om andere wonderen. Er wordt nl. een voorbeeld gegeven van Elia, die niet om genezing gebeden had, maar eerst bad om het wegblijven van de regen en later bad om de komst van de regen. In beide situaties ging het om het gebed van een gelovige, waardoor bepaalde wonderen geschiedden. Dit gebed van Elia was het gebed van een rechtvaardige en het was een gebed van geloof. Dat wordt ons nu voorgehouden. Wij worden er op gewezen, dat wie een rechtvaardige is en een groot geloof heeft, bergen kan verzetten, zoals de Here Jezus zei, of de regen kan tegenhouden of juist kan laten komen, zoals Jacobus 5 zegt. Vreemd, dat geen enkele gebedsgenezer naar de regen-arme gebieden gaat, om daar te bidden om regen. Is dit gedeelte dan wel bedoeld voor de Gemeente?

ad 2. Het is belangrijk om de vraag te stellen: "Wie wordt er in Jacobus 5 aangesproken. Wordt hier tegen de Gemeente uit Joden en heidenen gesproken, of wordt hier Israël aangesproken?" Wij zagen, dat de wonderen en tekenen voor Israël bestemd waren. Hoe is het in deze brief?

Jacobus 1:1 geeft een heel andere opening dan wij in de andere brieven van het Nieuwe Testament gewend zijn. Hier staat niet zoiets als: "Jacobus, aan de gelovigen of: de Gemeente te ..." Neen, hier staat, dat Jacobus schreef aan Joodse mensen. Hij richt zich in zijn brief tot de Israëlieten uit alle twaalf stammen die "in de verstrooiing" zijn, d.w.z. die in de "diaspora" zijn. Hij richt zich tot mensen uit alle twaalf stammen van Israël, die niet in Israël wonen. Jacobus richt zich niet tot één of meerdere gemeenten van Joden en heidenen, maar hij richt zich exclusief tot het volk van Israël, dat buiten Israël woont.

Jacobus 2:2 maakt duidelijk, dat het hier echt gaat om Joodse mensen. In dit vers wordt in onze vertaling het woord "vergadering" gebruikt. De vertalers konden het blijkbaar niet uit hun pen krijgen, om precies weer te geven, wat hier in de oorspronkelijke Griekse taal staat. Het woord dat hier in het Grieks staat, is het woord "synagoge". Er wordt hier niet gesproken over een kerkdienst of een dienst van de gemeente. Er wordt hier gesproken over de godsdienstoefening van de Joden.

In Jacobus 2:10 lezen wij, dat de mensen die in deze brief aangeschreven worden, mensen zijn, die de gehele wet houden. Dit kunnen nooit gelovigen uit de heidenen zijn geweest. Dezelfde apostel Jacobus heeft nl. op het apostelconvent dat een aantal jaren eerder in Jeruzalem gehouden werd (zie Handelingen 15) gezegd, dat gelovigen uit de heidenen de wet niet hoefden te houden, maar slechts enkele geboden moesten gehoorzamen.

Wie het gehele 5e hoofdstuk van de brief van Jacobus leest, ontdekt, dat als Jacobus over de Here spreekt, hij het niet heeft over de Here Jezus, maar over de Here God. Zoals het Oude Testament spreekt over de komst van de HERE (met allemaal hoofdletters) en daar dus Zijn Naam noemt (HERE is onze weergave van de Naam van God: Jahweh) (zie bij bijvoorbeeld Zach. 14:3-7,9,12,16), zo spreekt Jacobus ook over de Here God. Ieder, die bijvoorbeeld Jac. 5:10,11 leest, kan dit zelf zo zien. De profeten hebben niet geprofeteerd in de Naam van de Here Jezus, maar in de Naam van God. Zij kenden de Here Jezus immers niet.

Als er nu gezegd wordt, dat de zieke in de Naam des Heren met olie gezalfd moet worden, is dat m.i. nog steeds de Naam van de Here God, dus de Naam "Jahweh" en niet de Naam "Jezus". Deze zalving kwam in vroeger tijden veelvuldig voor bij het Joodse volk. De rabbijnen deden dit zoals Jes. 1:6 duidelijk maakt. Zie vooral ook Marcus 6:13, waar blijkt, dat de discipelen dit ook deden bij hun prediking (zoals Matth. 10 duidelijk maakt: van het komende aardse Messiaanse rijk!).

Maar, zal iemand zeggen, er wordt toch gesproken over "oudsten van de gemeente", dat zijn toch de oudsten in de kerk? Er is in de Bijbel sprake van twee soorten oudsten. De meest bekenden zijn voor ons de oudsten uit de kerk. Hoe komt de kerk echter aan de bediening van oudsten? Deze zijn overgenomen uit het Jodendom. De oudsten waren van oorsprong de leiders van het volk Israël. Heel mooi zien wij dat bijvoorbeeld in Psalm 107:32 "dat zij Hem verhogen in de gemeente des volks en Hem loven in de raad der oudsten." Er is hier dus wel sprake van oudsten, maar het gaat hier niet over de oudsten uit de christelijke gemeente. Het gaat hier over de oudsten uit de synagoge.

ad 3. Wij zagen, dat de tekenen ook iets moesten aantonen, zoals bijvoorbeeld bij de Here Jezus, dat Hij macht had om zonden te vergeven. Is de genezing hier ook zo'n teken? Ja. Ook hier gaat het om de vergeving van zonden. Jac. 5:15 zegt: "En als hij zonden gedaan heeft, zal hem vergiffenis geschonken worden."

Je kunt het woordje "als" op verschillende manieren gebruiken: a. Als iemand gezondigd heeft, maar het zal wel niet, dán... b. Als iemand gezondigd heeft en het zal wel zo zijn, dán... Wat is de bedoeling van het woordje "als" in dit gedeelte? M.i. betekent het duidelijk: "Als iemand gezondigd heeft en dat zal hij wel gedaan hebben, dan zal hem vergiffenis geschonken worden." Waarom denken wij, dat het hier gaat om een zieke, die dus als gevolg van zijn zonden ziek geworden is? Omdat er even later heel nadrukkelijk staat: "Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt." (:16). Er staat niet: "Belijdt indien nodig elkander uw zonden..." Neen er staat: "Belijdt daarom elkander uw zonden..." Het gaat hier niet om gewone ziekten, het gaat hier om ziekten, die het gevolg zijn van persoonlijke zonden, net zoals in 1 Cor. 11:30. De genezing die nu volgt op het gebed, is het teken, dat de zonden van deze mens ook vergeven zijn. In deze situatie wordt de genezing van de zieke in Jacobus 5 ook gegarandeerd! Deze oudsten hebben niet "de gave der genezing". Zij zijn gewoon oudsten, die de vergeving bekend kunnen maken en op grond daarvan de zieke, die als gevolg van zijn zonde ziek is, door middel van handoplegging, zalving en gebed kunnen genezen.

De brief van Jacobus is één van de oudste brieven van het Nieuwe Testament. Hij is geschreven in de tijd, dat nog een groot deel van de Gemeente bestond uit Joodse mensen. Nu schrijft Jacobus zijn brief aan die Joden, die de Here Jezus als hun Messias aangenomen hebben. Het zijn, zoals wij hen zouden noemen, "christen-Joden" (zie Jacobus 2:1). In deze brief blijkt echter duidelijk, dat de nadruk in deze brief niet ligt op het feit dat deze mensen in de Here Jezus geloven, als wel op het feit, dat zij Joden zijn. Zie Jacobus 1:1, waar met geen woord gesproken wordt over het feit, dat de geadresseerden in de Here Jezus geloven, maar alleen op het feit, dat zij Israëlieten in de verstrooiing zijn!

Aantekening bij "oudsten":
De oudsten in het Jodendom waren de leden van het plaatselijke Beth Din, d.i. het Sanhedrin of "de raad". Zij hielden zich bezig met overtredingen van godsdienstige voorschriften. Ook de schriftgeleerden, die les gaven in de heilige boeken, droegen de titel "oudsten".

Gaven in de Gemeente

De Heer heeft echter ook aan Zijn Gemeente bijzondere gaven gegeven. Er zijn drie schriftgedeelten, die over deze bijzondere gaven spreken: Rom. 12:3-8; 1 Cor. 12:4-11 en Eph.4:11- 13. Sommige van deze gaven kun je bij de gelovigen tegenkomen: dienen, barmhartigheid bewijzen, geloof, spreken in tongen, dat is spreken in andere talen.

Andere gaven vind je meer terug bij de leiders van de Gemeente: apostelen, profeten, evangelisten, herders, leraars, onderwijzen, vermanen, leiding geven, met wijsheid spreken, met kennis spreken, gaven van genezingen, werking van krachten en het onderscheiden van geesten.

Hoewel de Here Jezus natuurlijk niet veranderd is, maakt de Bijbel zelf duidelijk, dat bepaalde gaven slechts voor een bepaalde periode bedoeld waren en daarna niet meer gevonden zouden worden in de gemeente. Zij waren slechts bedoeld voor de eerste periode van de Gemeente, toen de Gemeente nog een sterk Joods karakter droeg en toen bepaalde voorzieningen, die later zouden komen, er nog niet waren.

Het eerste geschenk van de Heilige Geest, nl. de apostelen, was alleen bedoeld voor de eerste periode. Het waren de mannen, die getuigen waren geweest van de dood en opstanding van de Here Jezus. Het waren ook alleen mannen en geen vrouwen. Deze apostelen zijn er vandaag niet meer. Niet omdat de Gemeente niet heilig genoeg is, maar omdat dit niet behoorde tot het plan van God.

Het geschenk van profeten, die de boodschap van God en dus de geopenbaarde wil van God aan de Gemeente overbrachten, was ook alleen voor de eerste tijd. Toen de Gemeente nog niet de boodschap van het Nieuwe Testament bezat was het nodig, dat de gelovigen toch de wil van God te horen kregen. Dit geschiedde door middel van de profeten. Deze profeten zijn nu niet meer nodig, omdat wij de gehele geopenbaarde wil van God hebben in de Bijbel, het Oudeen het Nieuwe Testament. Als er vandaag mensen zijn die zich openbaren als profeten vertellen zij dingen, die je ook in de Bijbel kunt lezen of ze vertellen dingen, die zij zelf zo vinden, of ze gebruiken hun rijke fantasie om allerlei beschrijvingen te geven.

Is dat nou Bijbels, om zoiets van deze profetie te zeggen? Zie 1 Cor. 13:8,13 (zie ook 1 Cor. 14:18,19,22). Hier lezen wij, dat drie opmerkelijke gaven uit de begintijd na verloop van tijd zouden verdwijnen: Profeteren, spreken in tongen en het spreken met kennis. De Here Jezus veranderde niet, maar de omstandigheden veranderden wel. Daarom vond de Heer het goed, dat bepaalde gaven zouden verdwijnen. Andere gaven, zoals dienen en barmhartigheid bewijzen gelden nog altijd voor de gelovigen. En bij de leiding van de gemeente vinden wij nog altijd evangelisten, herders en leraars.

Maar... wij komen geen mensen tegen die de gaven van genezingen hebben. Ook komen wij niemand tegen, die allerlei krachten kan werken. Er is niemand die bidt als Elia en er komt regen in droge gebieden. Er is niemand die bergen verzet. Er is niemand die de duizenden hongerigen door een wonder te eten geeft. Er is niemand die de zieken langs loopt en hen allen geneest. De Heer is nog altijd dezelfde, maar de tijd is veranderd. Wij zijn de Gemeente van Jezus Christus en de "natijd". Wij zijn niet het volk van Israël.

Zo ook is er niemand, die de vervulling van de belofte uit Joh. 14:12 kan waarmaken. De Heer had gezegd: "Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader." In dit vers gaat het weer niet alleen om genezingen, maar om een totaal pakket van wonderen, die de Here Jezus hier "werken" noemt. Dat houdt dus ook in het voeden van de hongerigen en allerlei andere wonderen. Tot op heden is er nooit iemand geweest, die grotere werken verricht heeft, dan de Here Jezus gedaan had. Ook de apostelen hebben niet grotere werken verricht dan de Here Jezus deed. Zij hebben wel grote werken verricht, maar niet groter dan de Here Jezus deed. De vervulling van deze belofte moet gezocht worden in het toekomstige Messiaanse rijk. Het is ook mogelijk, dat de Here Jezus hier niet dacht aan wonderwerken, maar aan het doel van Zijn komen naar de aarde, nl. om verloren mensen terug te brengen bij God. Daarin hebben de gelovigen inderdaad grotere werken gedaan dan de Here Jezus deed. Hij had Zich bij Zijn zending beperkt tot Israël alleen, terwijl de apostelen de gehele toenmalig bekende wereld doorgereisd zijn en overal mensen tot de Heer gebracht hebben.

Toen de Joden "afhaakten"
Heel opmerkelijk is het om te zien, dat er in later tijden iets veranderde. Toen de boodschap nog uitsluitend aan het volk Israël gepredikt werd, geschiedden er vele wonderen en tekenen en lezen wij meerdere keren, dat alle zieken genazen. Alle zieken. Er waren geen teleurstellingen en er waren geen mislukkingen. Niemand werd beschuldigd, dat hij te weinig geloof had om te genezen.

Toen de boodschap echter niet meer uitsluitend aan het Joodse volk gebracht werd, maar juist naar de heidenen ging, veranderde ook de situatie van de wonderen en de tekenen. Toen de boodschap voor het eerst kwam bij heidenen, die geen enkel besef van de Here Jezus hadden, geschiedden er, zoals wij eerder zagen, ook daar wonderen en tekenen door de handen van Paulus, die zelf ook een apostel was.

Toen er echter gevestigde gemeenten kwamen, verminderde het aantal wonderen. De wonderen waren nl. niet voor de gemeente bestemd, maar waren zoals wij eerder zagen bedoeld om ongelovigen tot geloof te brengen. De gemeenteleden geloofden al en hoefden niet nogmaals tot geloof gebracht te worden. De tekenen waren bij hen dan ook niet nodig. En... de apostelen, die de opdracht ontvangen hadden om genezingen te doen, overleden, de één na de ander. Er brak een nieuwe periode aan.

Velen stellen dan heel snel de vraag: "Is de Here Jezus dan veranderd?" Zij beweren, dat als de Here Jezus nog steeds dezelfde is, God in feite verplicht is, om nu dezelfde wonderen in de Gemeente te doen, als de Here Jezus en de apostelen deden in Israël. Maar... was het vroeger niet hetzelfde, zoals wij zagen? God was dezelfde, toch gebeurden de wonderen uit de woestijn niet in het beloofde land. Maar... de wonderen waren toch speciaal voor Israël en wij zijn toch Israël niet? Wij zijn toch de Gemeente uit Joden en heidenen? Wij zijn toch geen aards volk en wij verwachten toch niet voor ons het aardse, Messiaanse rijk? Wij zijn toch niet onderweg naar dat rijk? Wij moeten de beloften die God aan Israël gegeven heeft niet van hen afpakken en doen, alsof God deze dingen aan de gemeente geschonken heeft.

De Here Jezus was niet veranderd, maar Petrus werd wél uit de gevangenis bevrijd en Jacobus niet en Paulus stierf ook een martelaarsdood in Rome. Als Timotheüs last heeft van een zwakke maag, legt Paulus hem niet de handen op of bidt een speciaal gebed voor hem, maar adviseert hem om wat wijn als een tonicum voor zijn maag te drinken (1 Tim. 5:23). Van Trophimus zegt hij zelfs, dat hij hem ziek in Milete achter gelaten heeft (2 Tim. 4:20). Paulus was bij Trophimus toen deze ziek was. Toch heeft Paulus hem niet genezen. Was de Here Jezus veranderd? Neen, de tijd was veranderd. Het was niet meer de tijd van Israël, maar van de Gemeente.

Van Paulus zelf lezen wij op een gegeven moment, dat hij een doorn in het vlees had (2 Cor. 12:7-9). Er zijn mensen die niet willen aanvaarden, dat Paulus lichamelijk zwak zou zijn geweest. Zij leggen deze woorden geestelijk uit en zeggen, dat Paulus last had van zinnelijke verlangens of zondige begeerten, die hem grote geestelijke angst bezorgden. Als dat zo zou zijn geweest, hoe had Paulus dan kunnen roemen in deze zwakheden (2 Cor. 12:)? Je kunt toch niet roemen over je zonden? Neen, Paulus had een lichamelijke kwaal, die de Heer niet wilde genezen. De Here Jezus was niet veranderd. Toch kreeg Paulus geen genezing van zijn kwaal en werden ook Trophimus en Timotheüs niet genezen.

De kerkgeschiedenis vertelt ons, dat na de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel in 70 na Christus, wij ook steeds minder horen van massale wonderen en genezingen. Met het sterven van de apostelen verdwenen ook de bijzondere tekenen, die God hen gegeven had. Dit betekent echter niet, dat wij sinds die tijd nooit meer horen van bijzondere genezingen. Wij horen niet meer van allerlei wonderen, maar nog uitsluitend van genezingen. Er waren geen bijzondere wonderen meer. Toen de eerste christenen massaal in de arena's voor de wilde dieren werden geworpen, kwamen er geen engelen om hen te beschermen, zoals dit bij Daniël geschiedde. Natuurlijk zullen deze mensen ook gebeden hebben. Ze waren grote gelovigen, die bereid waren voor hun Heiland te sterven. Zij geloofden ook, dat de Here Jezus nog steeds dezelfde was. Toch gebeurden er geen wonderen voor hen en werden zij niet op wonderbaarlijke wijze uit de arena bevrijd, zoals Petrus door een engel uit de gevangenis bevrijd was.

Velen rukken de woorden uit Hebr. 13:8 volledig uit hun verband. "Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid". Hier wordt gesproken over wie de Here Jezus is. Er wordt hier niet gesproken over wat hij zou moeten doen. Het gaat hier over Zijn karakter en Zijn wezen, niet over Zijn daden. Toch wil men deze woorden vaak liever uitleggen in verband met Zijn daden. Het gaat echter over het feit, dat Hij, zoals vers 5 en 6 zeggen, ons nooit zal verlaten en dat wij op Zijn aanwezigheid kunnen rekenen, ook als mensen ons iets aandoen, dus als wij juist een moeilijk leven hebben.

Dit zal zeker ook verwijzen naar Hebr. 11, waar gesproken wordt over alle zegeningen, die allerlei mensen op grond van hun geloof gekregen hebben. Let dan echter goed op. Want dan volgt: "Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap. Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapenvachten en geitenvellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling de wereld was hunner niet waardig zij hebben rondgedoold door woestijnen en gebergten, in spelonken en de holen der aarde. Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen." (Hebr. 11:36-40)

De grote les die wij moeten leren is niet om steeds maar weer grotere zegeningen van God te willen ontvangen, maar om juist onszelf steeds meer als trouwe volgelingen van Hem aan Hem toe te wijden. Wij moeten niet meer van de Heer willen ontvangen, wij moeten tevreden zijn met alle geestelijke zegeningen, die Hij ons geschonken heeft. Wij moeten juist meer van onszelf aan Hem willen overgeven.

Als het gaat om onze ziekten en kwalen van ons lichaam, maakt de Bijbel ons duidelijk, dat wij nu nog in dit aardse leven te doen hebben met een vernederd lichaam. Pas bij de wederkomst van de Here Jezus als wij in de hemel worden opgenomen, wordt ons lichaam verheerlijkt en hebben wij ook niet meer te maken met ziekten en kwalen. Zie Phil. 3:20,21. Wij zijn niet, als Israël, onderweg naar een aards rijk, een aards "paradijs"; wij zijn onderweg naar een hemels koninkrijk, naar een hemels "paradijs". Laten wij ons dan ook daarnaar uitstrekken, daarnaar verlangen en ons daarop voorbereiden!!!

Gebruikersavatar
marcel081276
Sergeant
Sergeant
Berichten: 382
Lid geworden op: 18 nov 2003 19:26
Locatie: Zwijndrecht

Berichtdoor marcel081276 » 02 mei 2008 23:12

als ik dit verhaal zo eens lees waan ik mij weer in de kerk waar ik vroeger kwam.. vreselijk!! ik vind het om kort samen te vatten ONZIN! sorry voor mijn reactie maar ik kan er niet tegen..

greetz mars
Psalm 46 : 1 God is een toevlucht!

joep
Verkenner
Verkenner
Berichten: 19
Lid geworden op: 01 mei 2008 08:46

GEBEDSGENEZING

Berichtdoor joep » 03 mei 2008 08:40

Genezingswonder geen doel in zichzelf

Voor Jan Zijlstra is het leiden van mensen tot Christus het belangrijkst

Genezingswonderen zijn geen doel in zichzelf, maar bedoeld voor de glorie van Gods Naam en de uitbreiding van Zijn Koninkrijk, schrijft dr. M. J. Paul. We moeten volgens hem openstaan voor wat Hij in deze tijd aan Zijn kerk wil leren.


Augustinus heeft lange tijd geloofd dat genezingswonderen niet meer nodig waren, maar is op het eind van zijn leven van overtuiging veranderd. In boek 22 van ”De stad Gods” vertelt hij veel voorbeelden van wonderlijke genezingen. Zo ook de genezing van een broer en zuster, Paulus en Palladia. Op de paaszondag (vermoedelijk van het jaar 424), vroeg in de ochtend, bidt de jongeman om genezing, en plotseling ontvangt hij die ook. Dat geeft grote opwinding. „De kerk was vol en weergalmde van de verheugde stemmen die ”God zij gedankt” en ”God zij geprezen” riepen.” Augustinus schrijft verder: „Toen het ogenblik voor mijn preek was gekomen, beperkte ik mij tot enkele woorden waar de feestdag en die heerlijke vreugde om vroegen. Ik vond het maar beter hen Gods welsprekendheid om zo te zeggen in een goddelijk werk te laten beschouwen dan hen erover te laten horen.” Een paar dagen later geneest ook Palladia, en de gemeente looft God op een uitbundige wijze. Voor Augustinus zijn deze genezingen krachtige getuigenissen voor de opstanding van Christus uit de dood.

Aan dit voorbeeld moest ik denken bij het geven van een reactie op recente genezingswonderen, net voor Pasen. Augustinus bespreekt verderop in zijn boek ook dat er wonderen gebeuren door demonen, en geeft duidelijk het onderscheid aan. Dit onderscheid is tot op de dag van vandaag van belang. Door welke kracht genezen mensen?

Vanuit boeken, tijdschriftnummers en gesprekken met Jan Zijlstra blijkt dat hij in zijn bediening Christus centraal stelt. Hij noemt zichzelf in de eerste plaats evangelist. Voor hem is het leiden van mensen tot Christus het hoogste doel, genezing en bevrijding zijn daaraan ondergeschikt. Hij wil vooral buitenkerkelijken bereiken en weet dat genezingen meer mensen trekken dan dogmatische verhandelingen.

Het is niet nodig om het met alle theologische uitspraken van Zijlstra en de vormgeving van zijn diensten helemaal eens te zijn, maar het is wel belangrijk recht te doen aan zijn intenties. Er mag oprechte vreugde zijn als op zijn gebed mensen genezen en er een getuigenis uitgaat naar de wereld.

Gaven
Is het gebed van één man nu ’succesvoller’ dan dat van een gemeente? Deze tegenstelling lijkt mij onjuist. Zijlstra zelf wijst erop hoe belangrijk de bidstonden van zijn gemeente zijn voor de genezingsdiensten en betreurt het dat daar minder mensen komen. Zonder persoonlijk en gemeenschappelijk gebed zou er tijdens de openbare bijeenkomsten geen zegen zijn. Het lijkt mij dat de gebeden van de families in de Alblasserwaard, de gebeden van de gemeenten en gebedskringen daarom samen genomen moeten worden.

Toch kunnen bepaalde mensen een gave van genezing hebben (1 Kor. 12:9), die daarin tot uiting komt dat zij vaker dan anderen genezing op het gebed ervaren. God kan deze gaven geven tot opbouw van de gemeente. In onze gemeenten staan wij daar meestal te weinig bij stil, vanuit de veronderstelling dat deze gaven verdwenen zijn. Voor een deel is dat ook zo, maar Calvijn ging ervan uit dat de Heere in bepaalde tijden deze gaven weer terug kan geven. Het is van belang dat ons ongeloof de Heere niet bedroeft, waardoor Hij Zich terugtrekt. Paulus spoort ons aan te ijveren naar de geestelijke gaven!

In de reformatorische traditie zijn genezing en bevrijding grotendeels uitbesteed aan de medische wetenschap. Dat is begrijpelijk, en we mogen de ontdekte medische mogelijkheden benutten, maar mede daardoor geven genezingen op het gebed een stuk verlegenheid die de vroege kerk niet kende.

De Bijbel bevat heel wat aanwijzingen voor ons: persoonlijk en gemeenschappelijk gebed, gebed onder handoplegging, schuldbelijdenis, ziekenzalving, geestelijke gaven en dergelijke. De belofte blijft: „Degenen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen (…) op zieken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden” (Mark. 16:17-18).

Niet iedereen wordt genezen, en christenen mogen geen genezing claimen. Trófimus bleef ziek te Milete achter. Ook is het goed mogelijk dat sommige soorten ziekten vaker genezen dan andere, zoals dr. A. A. Teeuw gisteren op deze pagina schreef. Maar wanneer de gemeente in toewijding doet wat God in Zijn Woord zegt, mogen we veel meer genezingswonderen verwachten dan we nu ervaren. Die tekenen zullen de gelovigen volgen en het is nooit aan ons om te bepalen wie en wanneer geneest. De Heere is daarin soeverein.

Romeinse Rijk
Het is goed om hiervoor in de leer te gaan bij de vroegchristelijke kerk en bij allerlei gemeenten in de derde wereld. Daar wordt zichtbaar dat Woordverkondiging en wonderen hand in hand gaan, waardoor velen van buitenaf tot geloof komen. Onze omstandigheden gaan steeds meer lijken op die van het Romeinse Rijk: een gemeente als minderheid in een heidense omgeving. Staat God de afbraak van onze kerkelijke structuren en macht toe, zodat we des temeer teruggeworpen worden op de fundamenten? Is dit Zijn weg om verwaarloosde Bijbelgedeelten onder onze aandacht te brengen? Wil Hij dat alles gebruiken voor een geestelijke opwekking, waarnaar zo wordt uitgezien?

Laten we de Geest niet bedroeven door ons ongeloof, maar openstaan voor wat Hij in deze tijd aan Zijn kerk wil leren. Dan zullen we ook het kaf van het koren kunnen onderscheiden. Genezingswonderen zijn geen doel in zichzelf, maar bedoeld voor de glorie van Gods Naam en de uitbreiding van Zijn Koninkrijk.

De auteur is hervormd predikant en docent en schreef onder andere het boek ”Vergeving en genezing. Ziekenzalving in de christelijke gemeente”.

© Reformatorisch Dagblad


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 60 gasten