Marnix schreef:Als separerende prediking inhoudt dat je niet alleen naar de kerk moet gaan en zeggen dat je gelooft, maar dat je daar ook naar moet handelen en je mensen daartoe oproept, lijkt me dat prima. Maar dat gebeurt overal. Juist omdat de gemeente geliefde broers en zussen zijn, door God geroepen en geheiligd, moet je daar ook naar handelen. Je ziet dat in de eerste verzen na de aanhef in deze brief:
Het moet u tot grote blijdschap stemmen, broers en zussen, als u allerlei beproevingen ondergaat. Want u weet: Wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld , leidt dat tot standvastigheid.
Dat Jakobus zegt dat het geloof je kan redden houdt in dat er geen automatisme is. Ik ga naar de kerk dus hoef ik niets meer te doen, het zit wel goed met me. Geloven is een werkwoord. Wie gelooft moet daar ook naar handelen. Als dat de essentie is van separerende prediking, prima. Dat hebben we die in onze kerk ook.
Dag Marnix,
Ik lees in 1 Petrus 4:18 het volgende:
'en indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en de zondaar verschijnen?'
De rechtvaardige wordt nauwelijks zalig! Het is al een hele strijdt om in te gaan. Waarin? Door de enge poort van het geloof in de Heere Jezus. Waarom is die poort zo eng? Omdat je niets mee kan nemen. Kijk maar naar de gelijkenis van de rijke jongeling. Hoe dicht was hij er niet bij? En toch tekort.
Zelfs na ontvangen genade kan het een hele strijdt zijn. Dat bewijst de tekst uit 1 Petrus 4:18. Het gaat hier over rechtvaardigen die al in Christus zijn, maar nauwelijks zalig worden. In Christus ligt het vast dat ze zalig worden, maar in eigen waarneming soms nauwelijks. Als ze weer eens in de ruimte gesteld worden is zalig worden zo ruim, omdat het ze gegeven wordt. Maar er is ook vaak strijdt. Alles komt er tegenin. Hun oude natuur, de duivel, de wereld!
Paulus zegt daarvan in Rom.7:
14 Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
15 Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik.
16 En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is.
17 Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.
19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
Dat zegt een rechtvaardige. Maar jij stelt dat ieder die in de kerk zit broeders en zusters in Christus zijn. Iedereen kent deze strijdt dus volgens jou. Iedereen in de kerk is wedergeboren en heeft zowel een oude als een nieuwe mens?
De Heere Jezus zegt in Matth.7: "Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!"
Ook de gelijkenis van het zaad sprak Hij uit. Dat gaat dus ook over mensen die onder het Woord zitten. In de kerk. Dat is de plek waar gezaaid wordt.
3 En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
4 En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de vogelen kwamen en aten datzelve op.
5 En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.
6 Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord.
7 En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve.
8 En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig voud.
9 Wie oren heeft om te horen, die hore.
Ook deze woorden gesproken door Jezus moeten gepredikt worden door Zijn knechten. Dat is ook de essentie van een separerende prediking.
Als je dat niet hoort in jouw kerk mag je je gerust afvragen of jouw dominee wel de volle Raad Gods verkondigt.
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.