Hartelijk dank voor je uitgebreide antwoord Ik ben van mening, dat satan met zijn engelen, maar 1 keer uit de hemel zijn gestoten! En de Heere Jezus benoemt dat ook letterlijk, als Hij op aarde is, door te zeggen, nu word de vorst van de wereld buiten geworpen. Hoezo moet de profetie uit Openbaring 12 historisch nog in vervulling gaan? Die profetie is naar wat ik weet, al in vervulling gegaan, toen de Heere Jezus hier op aarde was. Toen kwam dat geestelijke Koninkrijk van God. Openbaring 12 vers 10(HS). Dat was niet zichtbaar. En het letterlijk Koninkrijk, wat op aarde zal komen, word in Openbaring 20 benoemt. En ook in Jesaja... En ook in de verschillende andere Profete xsidd »
Heleemaal met je eens! Maar in Openb.12 gaat het niet over de hemel, de troon waar God woont Jes 66;1, maar over de strijd in de hemelse gewesten Ef.6:12. Sinds de val van satan is de hele atmosfeer waarin wij ademen bezwangerd met boze geesten, daarom moeten ook de hemelen door vuur gereinigd worden voordat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde komen kan. 2 Petr 3:7,10. Sinds de overwinning van Chr door het kruis is de satan idd. uit de hemel geworpen en kan hij Gods volk daar niet meer aanklagen zoals bij Job en in Zach.3, maar in Openb. 12 gaat het over de strijd om Israël dat nog steeds niet daadwerkelijk verzoend is door het geloof in zijn Messias;daarom staat er dat de verklager onzer broederen, en dat zijn hier de 12 stammen, op de aarde geworpen is en hij de overigen van het zaad van de vrouw die de Messias gebaard heeft,( en dat is het gelovig overblijfsel van Israël dat weigert het beest te aanbidden en naar de woestijn vlucht),, gaat vervolgen.In de Openb.treedt het Lam op als de Losser (Goël zie Jer 32:10-14 ) en gaat door het wereldgericht dat volgt Israël en de ganse schepping ook daadwerkelijk verlossen van het geweld en de heerschappij des satans. Want Israël is Zijn eerstgeboren Zoon; de verkiezing van Israël is nooit doel in zichzelf geweest maar ten bate van alle volken. Gen.12:3: En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. vrgr: ereunao