Johannes Calvijn (1509-1564) - vijfhonderd jaar geleden geboren - zag de mens als van nature zondig en tot alle kwaad geneigd. Van deze kerkvorst - Balkenende en zijn voorgangers uitvinder van de enig ware christelijke moraal - zijn de volgende uitspraken bekend:
‘Degenen die beweren dat ‘de aarde beweegt en draait’…[zijn] gemotiveerd door ‘een geest van bitterheid, tegenspraak en muggeziften;’ bezeten door de duivel, wensen zij de natuurlijke orde der dingen geweld aan te doen.’1
‘God heeft voor zijn eigen heerlijkheid en de tentoonspreiding van zijn genade en rechtvaardigheid een deel van het menselijk ras voorbestemd - zonder enige verdienste van zichzelf - tot de eeuwige verlossing en een ander deel, als rechtvaardige genoegdoening voor hun zonden, tot eeuwige verdoemenis.’2
In het voorwoord over de christelijke verordeningen ‘De Institutiones Christianae Religionis’ (115:178), beschrijft Calvijn het recht van de overheid - dienaresse Gods en door Hem ingesteld - om ‘ketters’, oftewel andersdenkenden, om te brengen evenals degenen die het voor deze vrijdenkers opnemen. Christenen dienen deze ‘vijanden Gods’ te haten.3
Voor joden specifiek geldt dat in geval van godslastering zij de doodstaf opgelegd krijgen.4 Net als Luther is Calvijn niet al te positief over Joden als Christus’ moordenaars. Luther, de andere protestantse hoofdinspirator, brengt het antisemitisme tot een nog ‘hoger peil’ met zijn haatschrift ‘Von den Juden und ihren Lügen.’ Hitler gebruikt dit boekje dankbaar als inspiratiebron en verwijst er diverse malen naar in ‘Mein Kampf.’ De stichting van een Duitse nazi-staatskerk - zonder plek voor Joden uiteraard - is geheel in de geest van Luther. Luther roept op tot vernietiging van Joodse bezittingen en schrijft: ‘mijn advies, zoals ik eerder gezegd heb, is: Ten eerste, dat hun synagogen moeten worden afgebrand, en dat iedereen die daartoe in staat is, zwavel en pek gooit; het zou goed zijn als iemand er ook hellevuur in kon gooien.’ Tijdens Hitlers ‘Kristallnacht’ brengen de nazi’s Luthers wens in vervulling (Jim Walker, ‘Het smerige boekje van Maarten Luther’).
Calvijn verdedigt de Bijbelse steniging van ‘valse profeten’: de andersdenkenden die hij beschouwt als ‘wolven in schaapskleren’. In zo’n geval hoeft een vader zijn zoon niet te sparen, noch zijn vrouw. Zelfs als de valse profeet een vriend is die u dierbaar is als uzelf, is de doodsstraf gerechtvaardigd.5 In het bijzonder voor de katholieken geldt dat personen die volharden in het bijgeloof aan de Romeinse antichrist - waarschijnlijk doelend op de paus - de dood verdienen door het zwaard.6