Ja, ja, ik weet het wel. Velen van jullie zullen denken: " nee, niet weer een heel debat over uitverkiezing".
het is echter niet mijn bedoeling om een lange theologische discussie op te zetten over dit onderwerp. Graag zou ik een voorstel willen doen hoe je persoonlijk met dit onderwerp kunt omgaan. Dat geldt dan zowel voor hen, die zich aan een strikte uitverkiezingsleer houden (bv. de leer van de dubbele predestinatie: God heeft zowel besloten wie zalig wordt als wie verloren gaat), als voor hen, die nooit echt hebben begrepen waarom je je nou zo druk moet maken om de uitverkiezing.
De achtergrond van de idee of het dogma van de uitverkiezing is de volgende:
Wie in God gelooft heeft ondanks dat toch te kampen met allerlei moeilijke dingen. Niet alles wordt duidelijk aan een gelovige. Net als elk mens kan teleurstelling, verdriet, ziekte of tegenslag zijn deel worden. En dat is voor een gelovige net zo schokkend als voor een niet gelovige. Alleen, een gelovige weet een verband te leggen tussen de dingen die hem overkomen en God. Hoe ongelooflijk ook voor andere mensen, een gelovige zal volhouden, dat God hem in moeilijke omstandigheden niet geheel heeft verlaten. Kortom, hij is in staat om het vertrouwen te behouden, ondanks de soms schrijnende omstandigheden.
Het moeilijkst voor een gelovige is echter de constatering, dat andere mensen dit vertrouwen niet hebben of het verliezen. En om het maar kort te zeggen: dat is en blijft onverklaarbaar. Waarom puit de een wel kracht uit zijn geloof en komt de ander nooit tot dit vertrouwen? Een onoplosbare vraag.
En daarvoor is het leerstuk van de uitverkeizing nu zo'n goed en gelovig antwoord. Immers, wanneer wij zelfs deze allermoelijkste vragen (over waarom de een wel en de ander niet) nog aan God durven over te laten behouden wij het geloof en het vertrouwen in Hem, dat Hij er Zijn eigen redenen voor heeft. Wij geven het geloof in God niet op, ook al lijken er zich hopeloze gevallen voor te doen. in die orde van grootte moeten we ook denken bij het onderscheid tussen eeuwige zaligheid of verlorenheid. Kunnen wij daar ook maar één zinnig antwoord op geven? Ook dat is voor ons een onoplosbaar geheim. Door dit echter uitsluitend in handen van God te leggen en te laten, biedt het de troost, dat er uiteindelijk barmhartigheid en gerechtigheid zal geschieden. Hoe, wanneer, waarom blijft onderdeel van het geheim.
Het is daarom uit den boze om ook maar enige speculatie te doen over Gods plan ten aanzien van concrete personen. Iedereen en elk kerkgenootschap dat ook maar enigszins overweegt om op Gods troon te gaan zitten door min of meer aan te gaan wijzen wie er nu tot de uitverkoren behoort en wie niet, wil het geheim ontraadselen en vernietigt het vertrouwen en het geloof in God.
Hopelijk kunnen jullie iets met deze zienswijze, die bedoelt is om de uitverkiezing als een groot en geweldig geheim te zien, waarvoor we eerder dankbaar zouden moeten zijn, dan angstig.
try