Boekenlezer schreef:Jantjes schreef:Boekenlezer schreef:Waar staat dat zo in de Bijbel
Psalm 72, het stond bij het artikel.
7 Nooddruftigen zal Hij verschonen;
Aan armen, uit genâ,
Zijn hulpe ter verlossing tonen;
Hij slaat hun zielen gâ.
Als hen geweld en list bestrijden,
Al gaat het nog zo hoog;
Hun bloed, hun tranen en hun lijden
Zijn dierbaar in Zijn oog.
11 Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen;
Men loov’ Hem vroeg en spâ;
De wereld hoor’, en volg’ mijn zangen,
Met Amen, Amen, na.Niet onze naam, maar Zijn naam!!
Wat heeft dat te maken met passief wachten op het bekeerd worden?
Ik zal niet ontkennen dat God wat moet doen aan een mens. Maar het is volgens mij niet bijbels om dan te zeggen:
'ga daar nou maar op zitten wachten op je stoel.' Nee, God heeft Zijn geboden gegeven aan ons, om daarnaar te leven, om te leven overeenkomstig Zijn verbond. En aan het einde van
Hebreeën 4 lezen we:
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd. Dat is toch wel even wat anders dan: och, mocht het nog eens gebeuren. Nee, het is gewoon een directe aansporing!
Als ik trouwens toch bezig ben met het cynisch becommentariëren van deze zin:
„Het feit dat elke dag de zon schijnt, wijst erop dat je nog bekeerd kan worden.”, dan weet ik er nog wel een. En dan ga ik eens gewoon lekker meedoen met het vleselijk redeneren vanuit mijn eigen verstand, buiten de Bijbel om. Dan zeg ik:
"Ja, dat zal wel. Wat heb ik daaraan, als ik niet weet of ik uitverkoren ben? Ik kan toch alleen maar bekeerd worden als ik uitverkoren ben. Aangezien ik geen toegang heb tot Gods raad, kan ik dat niet weten, en kan ik dus ook niet weten of deze uitspraak voor mij iets te betekenen heeft." (Waarbij ik in mijn gedachten er al een GGiN-dominee bij zie staan, vergenoegd lachend en handenwrijvend, ondertussen zeggend: 'Goed zo! Goed zo!'
)
Ds. G. J. van Aalst hield een appelwoord. Hij wees naar aanleiding van Psalm 72 op Gods trouw in Zijn kerkvergaderend werk. „Het feit dat elke dag de zon schijnt, wijst erop dat je nog bekeerd kan worden.”
Dat jij hierin wat anders leest dan de betreffende dominee bedoeld is een droevige zaak.
Deze dominee bedoel in ieder geval niet wat jij er van maakt ‘
och dat het nog maar eens gebeuren mag of gaat daar nou maar zitten wacht op en stoel’. Alleen Gods Geest kan een mens de wedergeboorte geven zonder ook maar een nagelschrapsel van een mens erbij. Dat kan Hij doen omdat Hij dat wil maar het is niet Gods gewonen weg. In het merendeel werkt God door de middellijke weg. Dat kan door de prediking zijn maar hoeft niet. God heeft een individuele weg met ons ieder persoonlijk, maar één ding is onherroepelijk namelijk Gods Geest werkt de vernieuwing in een mensen hart.
Dat bedoelt de predikant. Hij kan een mens de bekering of wedergeboorte niet geven maar God kan dat nog doen omdat Hij gezegd heeft: Ps 72:5
Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.
Dat is, zolang de wereld zal staan, zult Gij, o God, uwe kerk onder de regering van den Messias op aarde hebben, die U zal eren en dienen. Hebr. met, bij, of, voor de zon, en voor het aanschijn der maan, geslacht der geslachten. Verg. Ge 8:22 Job 26:10 Ps 89:36,37, Ps 7:16,17.
Waarom vind jij dat vreemd als een predikant de Bijbel naspreekt en de mensen voorhoud dat het Gods Geest is die een mens bekeert. Er staat wel in de Bijbel dat een mens zich moet bekeren, maar dat wil niet zeggen dat een mens zelf de wedergeboorte in zich kan werken dat is een grove leugen.
Tegenwoordig zegt men wel dat je moet geloven, maar dat is niets anders dan verstandswerk en geen Godswerk. Daarom wil ik niet zeggen dat geloven niet noodzakelijk is, zeker wel, maar wij moeten de onmogelijk van geloven krijgen in te leven. Dan pas kan God er ook aan te pas komen eerder niet, een mens moet eerst uitgewerkt zijn.
Ik ben het zeker met je eens dat Gods verbond niet op zich zelf staat. Het is een eis om naar de wet te leven en zich daartoe te bekeren, dat is geen passieve zaak! God wil daar zeer zeker in overkomen en de mens vrijheid schenken in Christus. Anders zou God een leugenaar zijn en het verbond krachteloos. Niettegenstaande blijft het een genade gave. Ook Hebr 4:16 geeft aan dat het genade is ook al staat er ‘Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan’. Waar naar toegaan? Tot den troon der genade! Om geholpen te worden ter bekwamer tijd.
We moeten Hebr 4:16 wel goed lezen anders lijkt het of dat wij het zelf kunnen doen, zelf kunnen verlossen en dat is onmogelijk.
Je laatste alinea is lachwekkend en niets anders dan zotternij.