Elke volgeling van Christus krijgt een beschermengel toegewezen. Deze hemelse bewakers beschermen de rechtvaardigen tegen de Boze. Dit heeft Satan zelf erkend toen hij zei: „Is het om niet, dat Job God vreest? Hebt Gij zelf niet hem en zijn huis en al wat hij bezit aan alle kanten beschut?" (Job 1:9,10). De psalmdichter vertelt ons hoe God zijn volk beschermt: „De Engel des HEREN legert Zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen" (Psalm 34:8). Jezus zei over de mensen die in Hem geloven: „Ziet toe, dat gij niet één dezer kleinen veracht. Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is" (Matteüs 18:10). De engelen die zijn aangesteld om Gods kinderen te dienen, hebben altijd toegang tot Gods tegenwoordigheid.
Wat denken jullie hiervan?
vr.groet
marin