Marnix schreef: Dat de NGB hier niet op lijkt te wijzen is logisch, ik heb dat al eerder uitgelegd overigens. In de tijd dat de NGB geschreven werd, in 1537, had je geen paar honderd soorten christelijke kerkverbanden, geen minimaal 15 gereformeerde kerkverbanden etc. De ware kerk en de ware Kerk zoals je ze noemt vielen toen veel meer samen. Naast de kerk van de reformatie, had je in Nederland geen andere kerkverbanden waar het evangelie goed werd gebracht, de wederdopers hadden sektartische trekjes, de roomse kerk was corrupt etc. Logisch dat men het toen op 1 kerkverband betrok.
laat even duidelijk zijn dat ik het ook niet heb over 1 kerkverband, maar wel dat die artikelen ook in deze tijd nog toegepast worden op kerkverbanden. Ik zal wel uitkijken te zeggen dat alle kerkverbanden vals zijn, behalve ... Dat doen alleen de huidige HGKV'ers. (en miss ook de GgiN'ers) Want het is duidelijk dat die gemeenschap die de zuivere bediening van Woord, Sacrament en tucht beoefent tot ware kerk beoordeeld mag worden. Stel iemand zit in de Gergem en bovenstaande regel is op de gemeente van toepassing, durf ik niet te stellen dat het een valse kerk is. Stel iemand zit in de Gkv en bovenstaande regel is op de gemeente van toepassing, durf ik niet te stellen dat het een valse kerk is. en ga zo maar door.
Je kan wel denken heel inclusief te zijn en te zeggen dat het kerkverband er in principe niet toe doet, maar waarom zit je dan toch nog in een afgescheiden kerk? Je kan namelijk ook in een GB-gemeente in de PKN zitten als je hetzelfde standpunt hebt. Als je namelijk in een afgescheiden kerk zit, dan heb je wel het standpunt dat de hervormde kerk (Nu PKN) vals is. Als je dit niet wist, moet je toch maar eens luisteren naar de standpunten van je voorvaderen uit de 19e eeuw.
Erg makkelijk, maar nu ga je dingen zo uitleggen dat het een beetje kloppend blijft met je theorie, maar ik lees nergens dat het nu opeens over de onzichtbare kerk gaat waar het daarvoor over de zichtbare kerk ging. Het gaat de hele tijd gewoon over dezelfde kerk en je brengt nu een onderscheid aan dat de auteur van de NGB niet aangebracht heeft.
dat blijkt m.i. toch wel duidelijk uit de inzet van artikel 27:
...dewelke is een heilige vergadering der ware Christgelovigen, al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus, gewassen zijnde door Zijn bloed, geheiligd en verzegeld door den Heiligen Geest. Als dit volgens jou samenvalt met een instituut, zou het betekenen dat dit gezegd kan worden van alle leden, terwijl er in werkelijkheid (jammergenoeg) ook hypocrieten aanwezig zijn. Brakel zegt dan ook dat de kerk uit alleen ware gelovigen bestaat.
De citaten uit NGB 29 bleken op een instituut toegepast te worden. Zo zie je toch dat onderscheid.