ben db bd schreef:eerst: het bevalt mij op grond van Gods alvermogen reeds decennia erg goed om Gods heilig Woord voor zover mogelijk (behoudens beeldspraak dus) gewoon te lezen zoals de Heere het liet opschrijven. De gereformeerde theologie en vooral de kanttekeningen bij de Bijbel neigen meer, m.i. véél te veel, naar het wat we noemen 'vergeestelijken'. Dan blijft er van wat er staat doorgaans weinig meer over.
Dat zou kunnen, maar wil niet zeggen dat het altijd het geval is. De kanttekeningen kan ik me lang niet altijd in vinden, maar raadpleeg ze wel en toets ze vervolgens.
ben db bd schreef:En ja, daar kun je van alles bij verzinnen, maar wat we tegenwoordig onze ecologische 'voetprint' op 'moeder' aarde noemen, zal daar m.i. zeker bij ter sprake komen. En wat denken we van de vernietiging der kostbare regenwouden? Van de vervuiling en overbevissing der oceanen? Verspilling van soms schaarse grondstoffen? Grote overconsumptie der 'grote graaiers', enz.?
Zo herinner ik mij van Wouter van Dieren die ooit, jaren '70, in het boek 'Natuur is Duur', over de economische waarde van de natuur, zo treffend neerschreef:
"De natuur is ons kapitaal. Van de rente daarvan mogen we leven. Tasten we dat kapitaal echter blijvend aan, dan gaan we failliet."
Dat weet iedere grutter, schreef hij er ook nog achteraan, geloof ik, om de logica te onderstrepen...
Mag je van mij natuurlijk vinden, dat hier vervuiling en overbevissing en verspilling e.d. mee te maken heeft, maar in deze tekst wordt er als je de context leest toch echt verwezen naar
Openb. 19:2 Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft.
Namelijk met geweld van vervolging, met valse leringen en kwade voorbeelden (misschien vallen jouw voorbeelden er ook wel onder).
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.