schaapje schreef:Een vraag aan ereuano of Jesaja40
Als Jezus bidt "Vader vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen" is dat een gebed voor het Joodse volk?
En mag ik dan aannemen dat de Heere God dat gebed heeft verhoord?
Bij het kruis staan de Romeinse soldaten. Daar staan de Sadduceeën en de Farizeeën.
Daar staan de meelopers en ook al de bekenden van Jezus, ook de vrouwen.
En in onze gedachten staan ook wij daar!
Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. Romeinen 5:12.
Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods; Rom. 3:23.
Jezus bidt hier voor iedereen!
R.M. Mc Cheyne verwoordt zijn bekering als volgt in zijn bekende gedicht (let met name op het 3e couplet):
Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart.
Ik kende geen schuld en ‘k gevoelde geen smart.
Ik vroeg niet: “Mijn ziele, doorziet gij uw lot?
Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?”
Al sprak daar een stem uit de heilige blaân
van ‘t Lam, met de zonden der wereld belaân,
ik zocht bij de kruispaal geen veilige wijk,
‘k stond blind en van verre, in mij zelven zo rijk.
Ik deed als Jeruzalems dochters weleer,
ik weend’ om de pijn van mijn lijdende Heer,
maar dacht er niet aan, dat ik zelf door mijn schuld
Zijn kroon had gevlochten, Zijn beker gevuld.
Maar toen mij God Geest aan mij zelf had ontdekt,
toen werd in mijn ziele de vreze gewekt.
Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed.
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed.
Toen vlucht’ ik tot Jezus. Hij heeft mij gered!
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet!
Mijn heil en mijn vreugd’ en mijn leven werd Hij.
Ik boog m’, en geloofd’, en mijn God sprak mij vrij!
Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis,
dat Christus alleen mijn gerechtigheid is.
Nu tart ik de dood, nu verwin ik het graf.
Nu neemt mij geen satan de zegekroon af.
Nu reis ik getroost onder ‘t heiligend kruis
naar ‘t erfgoed hierboven, naar ‘t Vaderlijk huis.
Mijn Jezus geleidt mij door d’ aardse woestijn.
“Gestorven voor mij!” zal mijn zwanenzang zijn.