De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

Gebruikersavatar
dalethvav
Kapitein
Kapitein
Berichten: 1332
Lid geworden op: 08 mei 2006 14:19
Locatie: Barneveld
Contacteer:

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor dalethvav » 01 aug 2017 11:52

Even een reactie n.a.v. Zach. 14:
Inderdaad, de Bijbel (zowel Oude als Nieuwe Testament trouwens) is een Joods boek. En juist vanuit dat perspectief lees ik ook de bijbel, waarbij ik mijn oor graag te luisteren leg bij met name Messiasbelijdende Joden.
Terecht zeg je dat Zach. gaat over 'het laatste der dagen'. En dan is het (naar goed Joods gebruik) gebruikelijk om eens in de TeNaCH/OT na te zoeken waar die uitdrukking nog meer en al eerder voorkomt.
'Laatste der dagen' is in het Hebreeuws 'b'acharith hayomim'. Deze (vaste) uitdrukking komen we al tegen in Gen 49 waar Jakob zijn zonen zegent. Jakob profeteert dan wat zijn zonen (alle 12 stammen dus!) zal overkomen in het 'laatste der dagen', in 'b'acharith hayomim'. Veel van wat Jakbob in Gen 49 profeteert is echter nog steeds niet vervuld. Dat wacht dus nog op vervulling.
Ook in Num. 24:14 komt de uitdrukking 'b'acharith hayomim' voor als Bileam profeteert wat 'dit'volk (Israël) 'uw' volk (de Amorieten) zal doen in 'het laatste der dagen'. Ook een tot nu toe onvervulde profetie. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Zeker wanneer je schrijft dat 'het laatste der dagen' plaatvond in de tijd van de apostelen toont dat des te meer aan dat het wel om nog onvervulde profetie moet gaat.
En natuurlijk zijn er duidelijk links te leggen vanuit Ez./Zach. (en de andere profeten) naar Openbaring. Johannes (Yochanan), de auteur van Openb. was immers zelf ook door en door Joods.
Met de opmerking dat Zach. eigenlijk Openb. is en het daar over de gemeente gaat spreek je jezelf in principe tegen. Ten tijde van Zacharia was de gemeente nog op geen enkele wijze in beeld. Denk je nu werkelijk dat de Joodse Zacharia/Zecharjah een boodschap zou hebben als troost en bemoediging voor het Joodse volk waarmee iets geheel anders, iets waar ze in het geheel geen zicht op hadden, bedoeld zou worden? Zou Zacharia hier echts iets profeteren over een periode van een gemeente die in de plaats van Israël (afgedaan in 70 nChr) zou zijn gekomen?
Bij het lezen van een bijbelgedeelte is altijd het eerste wat je je af moet vragen: Wie was de boodschapper en tot wie was de boodschap primair gericht. Pas dan kun je de inhoud van de boodschap goed begrijpen. Daarna kun je er eens over na gaan denken welke lessen je er voor jezelf uit kunt leren. Dat is de volgorde en niet andersom: "Hoe rek ik de Bijbel zo op dat het in het sjabloon van mijn theologisch systeem past".
Trouwens, als je het over het Joodse karakter van de Bijbel en met name Zacharia hebt: Joden spreken over de 'olam hazèh (deze huidige tijd of eeuw) en de 'olam haba' (de toekomende tijd/eeuw). Bekende Joodse uitdrukkingen die ook door Jezus gebruikt worden (Matt. 12:32; Mk 10:30; Luk 18:30; Hebr. 6:5). En evenals bij het merendeel van de christelijke opvattingen is óók binnen het Jodendom de 'olam haba' nog niet aangebroken. Die is er pas bij de (weder)komst van de Messias. M.a.w., het Joodse (apocalyptische) karakter van Zacharia sluit naadloos aan bij de Joods apocalyptische verwachting van een nog steeds niet aangebroken 'olam haba'.

Over het letterlijk splijten van de Olijfberg: Ik geloof zeer zeker dat dit letterlijk gaat gebeuren. Als er alleen Olijfberg zou staan, zou ik er met heel veel theologisch gegoochel wellicht nog een geestelijke interpretatie aan kunnen geven. Maar er staat zo ondubbelzinnig, voor geen enkele misvatting mogelijke geografische aanduiding bij (die voor Jeruzalem, ligt aan de oostzijde), dat dit niet anders dan om de letterlijke Olijfberg kán gaan. En dat het er zo staat is niet voor niks. Dat is juist om theologisch gegoochel te voorkomen. Kon het door Zacharia nog duidelijker omschreven worden dan gedaan is? Maar ja, als je er graag een geestlijke Olijfberg aan een geestelijk oostzijde van een geestelijk Jeruzalem van wilt maken terwijl die situatie fysiek nu toch ook echt bestaat, mij best, maar ik geloof daar in het geheel niet in. Vooral ook als je op de Olijfberg staat en de dichtgemetselde 'Gouden Poort' ziet (Ez. 44:1). Een poort die er in de apostolische tijd, in jouw visie de tijd van de vervulling van ook deze profetie, beslist nog niet was. En (een beeje flauw misschien) ik zou je overigens afraden te proberen door die geestelijke 'Gouden Poort' heen te lopen want ik garandeer je dat je dan toch echt een fysieke bult op je hoofd krijgt.
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.

Gebruikersavatar
Radical
Sergeant
Sergeant
Berichten: 343
Lid geworden op: 30 jul 2017 18:48

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Radical » 01 aug 2017 12:26

ereunao schreef:Radical:


Hier bewijs je opnieuw de Schriften niet te kennen , noch de kracht Gods.( Matt.12:24) .Want het Koninkrijk Gods in zijn manifeste gestalte komt niet door geleidelijke uitbreiding door de prediking van de kerk, maar met kracht en majesteit bij de wederkomst van de Koning! Dat bewijzen Dan.7:13,14 en ook Openb.19 duidelijk. Want de wereldrijken ( de tijden der heidenen ) zijn niet overwonnen door de prediking, maar duren tot op de huidige dag.zie Luk.21:24. En wat het christendom aangaat, na bijna 20 eeuwen zending en evangelisatie is nog maar 20% christen geworden en de Schrift leert nergens dat Chr. bij Zijn komst een bekeerde wereld zal vinden, maar juist dat de afval dan op zijn grootst zal zijn. En dat de oprichting van het Koninkrijk uitgesteld is tot de wederkomst kun je lezen in Luk 19:11-13. En wat die overwinningskreet betreft, ook die zal idd. pas openbaar worden met het openbaar worden der zonen Gods.Boven dien, als wij nu reeds in het Koninkrijk leefden zou ook de opstanding reeds plaatsgevonden moeten hebben. Want het zijn juist de heiligen uit de 1e opstanding die met Chr. heersen! (Openb 20 ) Maar jij wringt je in 1000 bochten en verdraait de Schrift om aannemelijk te maken dat deze van bloed druipende aarde het beloofde vrederijk is!


bewijs de schrift niet te kennen en jij komt aan met Mat 12:24 waar het over beëlzebul gaat, maar goed dat we het niet eens zijn dat is duidelijk, hoop wel op wederzijds respect.

Dan 7;13,14 maar ook Openb. 19 spreken duidelijk voor en ook de gelijkenis in luc 21:24 zoals alle gelijkenissen voor het feit dat er het oude verbondsysteem (mozaïsche verbond ) werd afgeschaft in 70 na Chr
bron http://preterisme.nl/profetische-gelijkenissen/

Hier een paar voorbeelden: Johannes de doper en ook Jezus begonnen de “nabijheid van het Koninkrijk der Hemelen” te proclameren. Ze riepen op tot bekering (zoals ook Petrus deed tijdens Pinksteren) vanwege het dreigende komende oordeel. De bijl lag reeds aan de wortel van de boom (Israël) en de wan was reeds in zijn hand. Het “oordeel dat zou komen” was zo dichtbij dat velen zich bekeerden. Het was niet een opwinding over een universeel oordeel een paar duizend jaar later, maar over een oordeel over Israël tijdens hun generatie.

Met het oog op de nabijheid van de “grote en geduchte dag des Heren”, van de “parousia”, de aanwezigheid van de Here in oordeel over Israël, leerde Jezus een paar gelijkenissen over het Koninkrijk der Hemelen die verwezen naar die historische gebeurtenissen.

DE ONVRUCHTBARE VIJGEBOOM (Lukas 13:6-9).

Nadat er drie jaar lang geen vrucht gevonden aan de vijgeboom, gaf de eigenaar instructies dat de boom gekapt moest worden. Maar de tuinier verzocht om uitstel met een jaar waarin hij de boom zou bemesten en voeden. Als er dan nog geen vrucht aan zou komen, zou de boom worden omgehakt door de bijl die al aan de wortel lag. De uitleg van de gelijkenis was dat God Israël nog een laatste kans gaf om zich te bekeren en vrucht te dragen die aan de bekering beantwoord.

HET ONKRUID EN HET SLEEPNET (Mattheüs 13:24-51).

Traditioneel onderwijs heeft ons altijd geleerd dat deze gelijkenissen gaan over oordeel in de eindtijd en het einde van de planeet aarde. Het woord wereld (ainos) in vers 39 en 40 heeft betrekking op een tijdsperiode en dient vertaald te worden met eeuw (epoch). In overeenstemming met het onderwijs van Johannes en Jezus over het komende oordeel over die generatie, refereren de gelijkenissen dus naar het einde van die eeuw.

In de die “laatste dagen”, vanaf Pinksteren tot de verwoesting van hun natie, was er een overgang van het nationaal (vleselijk) Israël naar het geestelijk Israël. Zij die hun hoop gevestigd hadden dat ze kinderen van Abraham waren, nationaal Israël, het aardse koninkrijk, die zouden de verborgen schat en de kostbare parels moeten vinden. Alle Joden zouden moeten zijn zoals Paulus die in zijn Joodse staat alles als schade zag omdat de kennis van Christus hem alles te boven ging, alles had hij prijs gegeven om deel te worden van het geestelijke koninkrijk. Voor hun die bleven vasthouden aan de nationale hoop, wachtte slechts de “grote en geduchte dag des Heren” van oordeel en vernietiging.

Jezus instrueerde zijn discipelen:

“Laten beide samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt ze in bossen om ze te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur” (vers 30). Hij verteld verder (vers 39),“de oogst is de voleinding van de wereld; de maaiers zijn de engelen. Zoals nu het onkruid verzamelt wordt en met vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voleinding van de wereld. De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen hen in de vurige oven werpen;”.

Daar zouden ze vernietigd worden, zoals Johannes leerde, maar de rechtvaardigen niet:

“Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk van hun Vader” (vers 43,) (zie ook Daniel 12:3).

Ofschoon het visnet de goede en slechte mensen bevatte, werden ze gescheiden toen het net aan land getrokken werd.

“En zo zal het gaan bij de voleinding der wereld. De engelen zullen uitgaan om de bozen uit het midden der rechtvaardigen af te zonderen en zij zullen hen in de vurige oven werpen” (vers 49).

Wanneer zou Jezus komen met zijn engelen om zijn oordeel uit te voeren? Een paar eeuwen of paar duizend jaar later? Hij zelf vertelde zijn toehoorders:

“Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn Koninkrijk” (Mattheüs 16:27,28; ook Marcus 8:38; 9:1; Lucas 9:26,27).

Ontken je deze waarheid? Toch zijn het de woorden van Jezus zoals opgeschreven door Mattheüs, Marcus en Lucas.

DE OPDRINGERIGE WEDUWE (Lucas 18:1-8).

Deze gelijkenis laat een weduwe zien die bij de onrechtvaardige rechter er op aandringt recht te spreken. Uiteindelijk geeft hij toe.

“En de Here zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt. Zal God dan zijn uitverkorenen geen recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen, en laat Hij hen wachten? Ik zeg u, dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen. Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?”.

“Zodra gij nu Jeruzalem door de legerkampen omsingelt ziet…..want dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven is, in vervulling gaat” (Lucas 21:20-24).

De bewijsvoering van Zijn op handen zijnde komst in oordeel stapelen zich op. Zal Hij dan geloof vinden op aarde: 70 jaar na Christus waren er niet veel christenen meer, velen waren gedood en velen afgeweken van het geloof (zie 2 Timoteüs 1:15).

DE GELIJKENIS VAN DE PONDEN (Lucas 19:11-17).

Jezus vertelde de twaalf discipelen:

“Zie, wij gaan op naar Jeruzalem, en al wat door de profeten geschreven is, zal aan de Zoon des mensen volbracht worden” (Lucas 18:31).

Ofschoon Hij ze vertelde wat er met Hem zou gebeuren, was Hij meer bezorgd over de aanstaande verwoesting van Jeruzalem en hun natie dan over zijn eigen dood. Toen Jezus dicht bij Jeruzalem kwam om zijn laatste pascha te vieren voor zijn kruisiging, meenden de discipelen dat het Koninkrijk terstond zou komen. Hij corrigeerde deze verkeerde opvatting door middel de gelijkenis van de ponden waar Hij liet zien dat er een overgangsperiode zou zijn.

Hij begon met:

“Een man van hoge geboorte trok naar een ver land om voor zich de Koninklijke waardigheid in ontvangst te nemen en daarna terug te keren”. (vers 12)

Hij stelde 10 slaven aan die tijdens zijn tijdelijke afwezigheid de zaken zouden runnen. Toen hij zijn Koninklijke waardigheid in ontvangst had genomen en terugkwam riep hij zijn slaven ter verantwoording. En de vijanden die niet wilden dat hij over hun zou regeren bracht hij ter dood.

Hun recentelijk Joodse historie gaf aan dat dit gebruikelijk was in die dagen. Archelaus, die zijn vader Herodus de Grote zou opvolgen, reisde naar Rome om zijn bevoegdheid te ontvangen van de keizer. Nadat hij dat had ontvangen, keerde hij na een poos weer terug om als Koning te regeren. Op dezelfde manier, nadat Jezus de dood had overwonnen en was opgestaan, ging Hij naar zijn Vader en om zijn koningschap in ontvangst te nemen. Tijdens zijn terugkeer in oordeel tegen de natie Israël en hun hoofdstad Jeruzalem, ongeveer 70 na Christus, begon zijn geestelijk Koninkrijk in al zijn volheid. Het was een eeuwig Koninkrijk die het aardse, nationalistische, oude verbondskoninkrijk verving. Het vooruitzicht van de spoedige verwoesting van Jeruzalem bracht een emotionele weeklacht voort over Jezus’ geliefde stad (Lucas 19:41-44).

DE GELIJKENIS VAN DE WIJNGAARD (Mattheüs 21:33-43; Marcus 12:1-19; Lucas 20:9-19).

Deze gelijkenis is vooral duidelijk en krachtig. Een man had een bloeiende wijngaard opgezet, verhuurde deze aan pachters en ging op reis naar het buitenland. Toen het de tijd van de oogst was, stuurde hij zijn dienstknechten om de rente in ontvangst te nemen maar zij werden geslagen. Nog meer stuurde hij, maar ook deze sloegen de pachters en ze keerden met lege handen terug. Toen stuurde hij zijn geliefde zoon denkende dat zij hem wel zouden ontzien. Maar zij brachten hem ter dood. Jezus vroeg de omstanders wat de eigenaar met die pachters zou doen. Zij antwoorden:

“Een kwade dood zal hij die kwaden doen sterven en de wijngaard zal hij verhuren aan andere pachters, die hem de vruchten op tijd zouden afleveren”. (vers 40)

Jezus bevestigde dit en zei:

“Daarom, Ik zeg U, dat het Koninkrijk Gods van u zal worden weggenomen en het zal gegeven worden aan een volk dat de vruchten daarvan opbrengt”. (vers 43)

De vleselijke natie Israël dacht dat het koninkrijk Gods hun toe behoorde, maar de mensen die vrucht van de geest zouden voortbrengen zouden zijn heilige natie worden, de ware besnijdenis. Dit was hun “eindtijd”, hun “laatste dagen”, hun “oordeel” over de natie Israël.

DE RIJKE MAN EN LAZARUS (Lukas 16:19-31).

Lange tijd is ons geleerd dat dit verhaal gaat over onze status nadat we doodgaan. Maar deze gelijkenis (of allegorie) bevestigd de vruchteloosheid van de Joodse hoop die is gebaseerd op hun vertrouwen dat ze kinderen van Abraham waren. Net als in de wijngaard waren het de rijke man en zijn broers, die de slaven die God had gestuurd weigerden, afwezen en zelfs vermoorden. De rijke man vertegenwoordigde de Joden die als natie door God waren uitgekozen, niet omdat ze zo goed waren, maar door de keuze van God. De arme man vertegenwoordigde degenen die buiten de uitgekozen natie waren, omdat zij door geloof in Jezus kinderen van Abraham werden. De wijngaard was hun gegeven. Er was nu een vaste kloof die niet overgestoken kon worden. Dat is een beeld van het noodlot dat Israël zou overkomen 70 jaar na Christus en dat niet meer verandert kon worden.

HET KONINKLIJKE BRUILOFTSMAAL (Mattheüs 22:1-14; vergelijk Lucas 14:15-24).

Toen de koning een bruiloftsfeest voorbereidde voor zijn zoon, stuurde hij zijn slaven om degenen die hij al had uitgenodigd te roepen. Terwijl zij allerlei uitvluchten bedachten, weigerden zij te komen, terwijl zij sommigen van de slaven sloegen, ze slecht behandelde en zelfs doden.

“En de koning werd toornig, en hij zond zijn legers uit en verdelgde die moordenaars en stak hun stad in brand”. (Mattheüs 22:7)

Omdat zij die uitgenodigd waren het niet waardig waren, zond hij de uitnodiging vervolgens naar iedereen. Ook deze gelijkenis verwijst naar Israël die Jezus afwees, en God vervolgens de natie Israël afwees en hun plaats werd overgenomen door elke natie die Jezus zouden aannemen. Een man probeerde zelfs te genieten van het bruiloftsmaal terwijl hij geen bruiloftskleed aan had – misschien een orthodoxe Jood?

Het is in deze zetting dat Jezus de weeën uitsprak die over de schriftgeleerden en farizeeërs zouden komen (Mattheüs 23; Lucas 21). Hij verzekerde hun:

“Al deze dingen zullen komen over dit geslacht”. Mattheüs 23:

In een emotionele weeklacht over Jeruzalem verklaarde Hij:

“Zie, uw huis wordt aan u overgelaten”. (vers 38)

Toen op de Olijfberg voorspelde Hij “en dan zal het einde komen”, de gruwel der verwoesting, de grote verdrukking van de stad, de komst van de Zoon des mensen op de wolken met zijn engelen, het weeklagen van de stammen der aarde (Israël), en de oogst met het verzamelen van de uitverkorenen door de engelen. Hij concludeert dan uiteindelijk,

“Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voor dat dit alles geschiedt”. (Mattheüs 24:33-34)

Zij (niet mensen eeuwen later) zouden “deze dingen” zien (Mattheüs 24; Marcus 13; Lucas 21).

DE WIJZE EN DE DWAZE MAAGDEN (Mattheüs 25:1-13).

Vroeger dacht ik nog even dat vanaf Mattheüs 24:36 tot het eind van het hoofdstuk (vers 51), het ging over het einde van de wereld, einde de planeet aarde, in plaats van over de wederkomst van Jezus in oordeel tegen Israël. Logischerwijs volgde daaruit dat hoofdstuk 25 (de oordeel gelijkenissen), betrekking had op een algeheel oordeel bij het vergaan van de planeet aarde. Dat zou een verschuiving teweegbrengen van toen naar een paar duizend jaar later en dat zou dus niet belangrijk voor de toenmalige toehoorders. Sprak Jezus toen al tegen ons i.p.v. tegen zijn toehoorders? Er klopt hier iets niet.

De op handen zijnde komst van de Jezus in oordeel en vergelding tegen Jeruzalem is het thema van hoofdstuk 24 en is in overeenstemming met de profetieën van Maleachi, Johannes de Doper en Jezus’ eerdere onderwijs en gelijkenissen. Het zou volbracht worden voordat sommigen van hun zouden sterven. Van vers 36 tot aan het eind van het hoofdstuk (vers 51), moedigde Jezus hen, de weinigen die er nog waren, om waakzaam te blijven. Helaas zijn de schrijvers na vers 51 met een nieuw hoofdstuk begonnen, als zou het onderwerp zijn veranderd, maar dat is niet zo. Het woordje “dan” in hoofdstuk 25:1 geeft aan dat hoofdstuk 25 een vervolg is op hoofdstuk 24.

De gelijkenis van de dwaze maagden werd gesproken tegen de toen aanwezige Joden en niet tegen hele wereld. Hoewel je de details op diverse manieren kunt interpreteren, is deze gelijkenis bedoeld voor de Joden die toen leefden, een oproep tot bekering, waarbij de helft Jezus aan zouden nemen en de helft Hem afwezen. Het principe van waakzaam zijn is natuurlijk van toepassing op alle eeuwen, maar dat is in eerste instantie niet het onderwijs van deze gelijkenis. Dit heeft betrekking op “de laatste dagen” toen de mogelijk om te bekeren voor de Joden verlengd werd tot 70 na Christus.

DE GELIJKENIS VAN DE TALENTEN (Mattheüs 25:14-30).

Deze gelijkenis is vrijwel gelijk aan de gelijkenis van de ponden en is een uitbreiding op het onderwijs van de gelijkenis van de onvruchtbare vijgeboom. Hij is specifiek van toepassing op de interim periode van zijn hemelvaart tot zijn terugkeer, ofwel parousia, ofwel aanwezigheid, ofwel wederkomst. God had Israël veel toevertrouwd maar zij bleken niet in staat om vruchtbaar te zijn. Johannes de Doper riep ze al op tot bekering en vruchtbaar te zijn die aan hun bekering beantwoord. Een andere mogelijkheid werd gegeven aan de individuele mensen die de werken van het koninkrijk promoten. Deze gelijkenis was shocking voor de toehoorders toe hij zei: “En werp de onnutte slaaf uit in de buitenste duisternis. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars”. (vers 30) Hebben wij niet veel onderwijs over deze gelijkenis gekregen, zonder dat wij wisten dat de belangrijkste les van deze gelijkenis eigenlijk bedoeld was voor de toehoorders van Jezus in die tijd?

DE SCHEIDING VAN DE SCHAPEN EN DE BOKKEN (Mattheüs 25:31-45).

Dit is een aanvulling op de gelijkenissen van het “onkruid en het sleepnet” met betrekking tot de details van de scheiding. Tegen sommigen zei hij:

“Ga weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is”. (vers 41)

Waarom? Was dat omdat ze geen goede werken hadden gedaan? Als dat zo is, dan leert deze gelijkenis ons dat ons behoudenis is gebaseerd op werken en niet op geloof. En dat gebeurd al genoeg in de kerken, dat het dienstbaar zijn voor anderen onderdeel is voor onze beoordeling. En is dat wat deze gelijkenis ons leert?

Jezus zond dienstknechten uit, zendelingen die het koninkrijk verkondigden, in het bijzonder de apostelen totdat Hij terug zou komen. De behandeling die je hun zou geven zou worden toegerekend alsof je dezelfde behandeling zou geven aan Jezus, die hen uitgezonden had. Zij die bewogen waren met hen en hen geholpen hadden tijdens hun arbeid, beproeving en vervolging, zouden diegenen zijn die hun boodschap aannamen en vrucht lieten zien die aan hun bekering beantwoordde. Maar zij die hun minachten, er tegen in gingen en hun zelfs gingen vervolgen zouden ook niet aangenomen worden door de Koning bij zijn komst. Er zou een scheiding komen. De discipelen die gewaarschuwd waren door Jezus, hadden opgelet en zij zouden vluchten voor de oprukkende legers, maar vele ongelovigen zouden lijden of sterven tijdens de grote verdrukking van Jeruzalem.

De meeste christenen zien deze gelijkenis wijzen op de eindtijd, het einde van de planeet aarde, wanneer ook een oordeel wordt uitgesproken over de gehele mensheid. Het grootste bezwaar hiertegen is dat “alle volken” voor Hem verzameld zullen worden. In het vorige hoofdstuk zei Jezus, toen Hij refereerde naar Zijn komst op de wolken, “dan zullen alle stammen op de aarde weeklagen” (Mattheüs 24:30). Het moge duidelijk zijn dat Jezus de notatie “alle stammen”en “alle volken” door elkaar gebruikt. God beloofde Abraham dat hij een vader zou zijn van vele volken. Deze volken waren de twaalf stammen van Israël. Dus we moeten gewoon aannemen dat hiermee hetzelfde bedoeld wordt.

Een vergelijking van twee verklaringen van Jezus weerlegt elke gedachte dat deze gelijkenis een afbeelding zou zijn van een oordeel uitgesproken over de hele mensheid bij de vernietiging van het universum.

Jezus verklaarde duidelijk,

“Want de Zoon des mensen zal komen in de HEERLIJKHEID zijns Vaders, met zijn ENGELEN, en dan zal Hij EEN IEDER VERGELDEN naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn SOMMIGEN onder degenen, DIE HIER STAAN, die de DOOD VOORZEKER NIET ZULLEN SMAKEN, voordat zij de ZOON DES MENSEN hebben ZIEN komen in zijn Koninkrijk” (Mattheüs 16:27,28).

In de gelijkenis die we nu bestuderen staat geschreven,

“Wanneer de ZOON DES MENSEN KOMT in zijn HEERLIJKHEID, en al de ENGELEN met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de TROON zijner heerlijkheid. En AL DE VOLKEN voor Hem zullen voor Hem VERZAMELD worden, en Hij zal ze VAN ELKANDER SCHEIDEN, zoals een herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand” (Mattheüs 25:31-33).

Beide passages spreken van

de komst van de Zoon des mensen
in heerlijkheid
met zijn engelen
als Koning – “komende in zijn koninkrijk”, “zit op zijn troon”, en “dan zal de koning, etc”,
om te oordelen. In beide zien we dat er min of meer sprake is van – “een ieder vergelden” en “voor Hem zullen alle volken verzameld worden”.
Op basis van deze vergelijkingen, hoe kan je nu hier zeggen dat deze gelijkenissen niet naar dezelfde komende gebeurtenissen verwijzen en hoe kan je nu zeggen dat deze gebeurtenissen niet voor de toehoorders van Jezus bestemd zijn? Jezus beloofde dat:

“Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in heerlijkheid?” (Mattheüs 16:28)

Zijn die mensen hier nog steeds?
Jezus nam wat ik had verdiend, en ik kreeg wat Hij had verdiend

Gebruikersavatar
dalethvav
Kapitein
Kapitein
Berichten: 1332
Lid geworden op: 08 mei 2006 14:19
Locatie: Barneveld
Contacteer:

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor dalethvav » 01 aug 2017 14:48

Radical schreef:In de die “laatste dagen”, vanaf Pinksteren tot de verwoesting van hun natie, was er een overgang van het nationaal (vleselijk) Israël naar het geestelijk Israël.

Typisch gevalletje vervangingstheologie.

Zij die hun hoop gevestigd hadden dat ze kinderen van Abraham waren, nationaal Israël, het aardse koninkrijk, die zouden de verborgen schat en de kostbare parels moeten vinden. Alle Joden zouden moeten zijn zoals Paulus die in zijn Joodse staat alles als schade zag omdat de kennis van Christus hem alles te boven ging, alles had hij prijs gegeven om deel te worden van het geestelijke koninkrijk. Voor hun die bleven vasthouden aan de nationale hoop, wachtte slechts de “grote en geduchte dag des Heren” van oordeel en vernietiging.

Lees Hand 1 eens: Nadat Jezus met de discipelen 40 dagen(!) "over de dingen sprak die het Koninkrijk van God betreffen." (vs 3), vroegen zij: "Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?" (vs 6). En wat krijgen ze als antwoord?
"Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft". Impliciet zegt Jezus (begrijpend lezen) dus: Dat koninkrijk voor Israël zál worden hersteld, het gaat jullie echter niet aan wanneer.
Exact wat aan Maria beloofd is: "Hij (Jezus, Maria's Zoon) zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven." Ook dat is nog niet vervuld (en ga dat nu niet verwarren met de troon van de Vader uit Openb 3:21, want die staat in de hemel. De troon van David stond (en zal staan) in Jeruzalem).

“Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn Koninkrijk” (Mattheüs 16:27,28; ook Marcus 8:38; 9:1; Lucas 9:26,27).

Ontken je deze waarheid? Toch zijn het de woorden van Jezus zoals opgeschreven door Mattheüs, Marcus en Lucas.

De sleutel kun je vinden in het gedeelte ná het door jouw genoemde Luk. 9:26,27 (contextueel lezen). In vs 28-31: "Het gebeurde ongeveer acht dagen na deze woorden (waarmee het verband tussen voorgaande woorden en de nu te beschrijven gebeurtenis gelegd wordt) dat Hij Petrus en Johannes en Jakobus meenam en de berg opklom om te bidden. En het gebeurde terwijl Hij bad, dat de aanblik van Zijn gezicht veranderd werd en Zijn kleding blinkend wit werd. En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren Mozes en Elia. Zij verschenen in heerlijkheid en spraken over Zijn heengaan, dat Hij zou volbrengen in Jeruzalem."

De vleselijke natie Israël dacht dat het koninkrijk Gods hun toe behoorde, maar de mensen die vrucht van de geest zouden voortbrengen zouden zijn heilige natie worden, de ware besnijdenis. Dit was hun “eindtijd”, hun “laatste dagen”, hun “oordeel” over de natie Israël.

Inmiddels achterhaald door de feiten.

“Al deze dingen zullen komen over dit geslacht”. Mattheüs 23:
Zij (niet mensen eeuwen later) zouden “deze dingen” zien (Mattheüs 24; Marcus 13; Lucas 21).

Kijk eens in een woordenboek na wat het Griekse "genea", wat hier vertaald is met "geslacht", nog meer voor betekenissen kan hebben.
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.

Gebruikersavatar
Jesaja40
Kapitein
Kapitein
Berichten: 964
Lid geworden op: 27 jun 2017 10:38
Locatie: Het Gooi

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Jesaja40 » 01 aug 2017 14:57

Quote Radicaal
[color=#0040FF]De gelijkenis van de dwaze maagden werd gesproken tegen de toen aanwezige Joden en niet tegen hele wereld. Hoewel je de details op diverse manieren kunt interpreteren, is deze gelijkenis bedoeld voor de Joden die toen leefden, een oproep tot bekering, waarbij de helft Jezus aan zouden nemen en de helft Hem afwezen. Het principe van waakzaam zijn is natuurlijk van toepassing op alle eeuwen, maar dat is in eerste instantie niet het onderwijs van deze gelijkenis. Dit heeft betrekking op “de laatste dagen” toen de mogelijk om te bekeren voor de Joden verlengd werd tot 70 na Christus.[/color]


Beste Radicaal, u haalt zeer veel teksten aan en trekt deze uit de context.

Het principe van waakzaam zijn is natuurlijk van toepassing op alle eeuwen, maar dat is in eerste instantie niet het onderwijs van deze gelijkenis. Dit heeft betrekking op “de laatste dagen” toen de mogelijk om te bekeren voor de Joden verlengd werd tot 70 na Christus.


Uw conclusie dat "toen de mogelijkheid om te bekeren van de Joden verlengd werd tot 70 na Christus" getuigd van grote zelfingenomenheid. Het lijkt mij heel erg raadzaam om u zich eens goed te oriënteren hoe de Messiasbelijdende Joden de Bijbel lezen en uitleggen. Wat u doet is beschamend en zal zeker niet leiden tot enige jaloersheid van menige Joodse man of vrouw. U zou er heel goed aan doen om de wijze raad van Dalethvav op te volgen.

Omdat u het noemt geef ik u enkele essenties van de gelijkenis van de tien meisjes weer.
1. zij wisten de eindbestemming
2. zij aanvaarden de uitnodiging en waren bereid om het feest bij te wonen
3. zij wisten niet het tijdstip maar kenden wel de tijd van de voorbereiding
4. een deel was nonchalant, dat wil zeggen zij voorzagen zich van goedkope olie die niet te mengen is met zuivere olie
5. het andere deel handelde zeer zorgvuldig en zorgden ervoor dat de lampolie een zeer goede kwaliteit bevatte en hadden geen stinkende of walmende olie bij zich
6. niet het te laat zijn, maar het schofferen van de bruidegom om met een walmende lamp hem te vergezellen. Mooie kleren met een rookluchtje past niet op een bruiloftsfeest, zeker niet in onze Joodse cultuur.

Het is niet mijn bedoeling om van deze gelijkenis een gesprekspunt te maken.

In de tempeldienst moest zuivere olie worden gebruikt. Deze walmt niet, anders zou de tabernakel en de tempel van binnen roetzwart zijn geweest. Maar ja als u zich niet verdiept in de kleine details en voorschriften ontgaat u heel veel. Leest u maar hoe de priesters zich zeer nauwgezet moesten houden aan de voorschriften. De twee zonen van Aaron kwamen met vreemd vuur, het koste hen hun leven. De gelijkenis gaat over een bruiloft en dan doe je niet "zomaar iets", het gaat om het gehele plaatje en dat is niet op zijn "janboerefluitjes".

Jammer, want velen gunnen u dieper inzicht en kennis. Mijn advies geen scala aan teksten in een casus, want ons Joodse boek is geen knip en plakwerk.

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 01 aug 2017 15:20

Radical:
Dan 7;13,14 maar ook Openb. 19 spreken duidelijk voor en ook de gelijkenis in luc 21:24 zoals alle gelijkenissen voor het feit dat er het oude verbondsysteem (mozaïsche verbond ) werd afgeschaft in 70 na Chr

Hier een paar voorbeelden: Johannes de doper en ook Jezus begonnen de “nabijheid van het Koninkrijk der Hemelen” te proclameren. Ze riepen op tot bekering (zoals ook Petrus deed tijdens Pinksteren) vanwege het dreigende komende oordeel. De bijl lag reeds aan de wortel van de boom (Israël) en de wan was reeds in zijn hand. Het “oordeel dat zou komen” was zo dichtbij dat velen zich bekeerden. Het was niet een opwinding over een universeel oordeel een paar duizend jaar later, maar over een oordeel over Israël tijdens hun generatie.

Met het oog op de nabijheid van de “grote en geduchte dag des Heren”, van de “parousia”, de aanwezigheid van de Here in oordeel over Israël, leerde Jezus een paar gelijkenissen over het Koninkrijk der Hemelen die verwezen naar die historische gebeurtenissen.


Precies! De verzoening door het bloed van het Lam zou in deze bedeling zonder dierenoffers en tempel zijn. Maar dat bewijst natuurlijk niet dat ook het volk Israël voortaan geen enkele heilsfunctie meer heeft in het raadsplan van God. En het jaar 70 was ongetwijfeld voor Israël een voorproef van de dag des Heren’’ zoals de wereld er ook nadien nog vele gekend heeft in oorlogen, aardbevingen en pestilentieën. Maar dat neemt niet weg dat de eigenlijke ‘dag des Heren nog in de toekomst ligt. Want die is in de Schrift altijd verbonden aan de wederkomst terstond na de gr.verdr onder de a-christ en niet aan het jr 70.zie Matt.24:29.Want toen heeft hij Zijn uitverkorenen (en dat is hier het gelovig overblijfsel van Israël want Jezus spreekt hier als profeet van Israël)niet bijeenvergaderd, maar verstrooid onder alle volken.Luk.21:24. En wat nu die gelijkenissen aangaat, Jezus was niet gezonden dan voor de verloren schapen van het huis Israëls (Matt.15:24) en spreekt hier nog als profeet van Israël, daarom moeten die gelijkenissen primair op Israël toegepast worden, ook al hebben ze in overdrachtelijke zin hun eigen bekenis voor ons. En de Schrift leert nergens de totale vernietiging van deze aarde en het hele universium. God vernietigd Zijn schepping niet, maar zal het louteren door vuur zoals de 1e wereld door de zondvloed.zie 2 Petr.3:6.7.

Wanneer zou Jezus komen met zijn engelen om zijn oordeel uit te voeren? Een paar eeuwen of paar duizend jaar later? Hij zelf vertelde zijn toehoorders:

“Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn Koninkrijk” (Mattheüs 16:27,28; ook Marcus 8:38; 9:1; Lucas 9:26,27).

Ontken je deze waarheid? Toch zijn het de woorden van Jezus zoals opgeschreven door Mattheüs, Marcus en Lucas.


Die ontken ik niet, want zij hebben er een voorspel van gezien toen zij met Hem op de heilige berg waren, daarom gaat het over sommigen, niet over allen zoals bij Zijn wederkomst zie Openb.1:7

Hun recentelijk Joodse historie gaf aan dat dit gebruikelijk was in die dagen. Archelaus, die zijn vader Herodus de Grote zou opvolgen, reisde naar Rome om zijn bevoegdheid te ontvangen van de keizer. Nadat hij dat had ontvangen, keerde hij na een poos weer terug om als Koning te regeren. Op dezelfde manier, nadat Jezus de dood had overwonnen en was opgestaan, ging Hij naar zijn Vader en om zijn koningschap in ontvangst te nemen. Tijdens zijn terugkeer in oordeel tegen de natie Israël en hun hoofdstad Jeruzalem, ongeveer 70 na Christus, begon zijn geestelijk Koninkrijk in al zijn volheid. Het was een eeuwig Koninkrijk die het aardse, nationalistische, oude verbondskoninkrijk verving. Het vooruitzicht van de spoedige verwoesting van Jeruzalem bracht een emotionele weeklacht voort over Jezus’ geliefde stad (Lucas 19:41-44).


Pure onzin, in het jr 70 begon niet het geestelijk koninkrijk, want de Schrift kent geen puur geestelijk koninkrijk, het heeft altijd een zichtbare gestalte, het stoffelijke , fysieke behoort er altijd voluit bij. Wel is er onderscheid tussen de verborgen van deze bedeling en de manifeste gestalte van het koninkrijk bij de komst van de Koning.zie Openb. 11:15

Op basis van deze vergelijkingen, hoe kan je nu hier zeggen dat deze gelijkenissen niet naar dezelfde komende gebeurtenissen verwijzen en hoe kan je nu zeggen dat deze gebeurtenissen niet voor de toehoorders van Jezus bestemd zijn? Jezus beloofde dat:

“Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in heerlijkheid?” (Mattheüs 16:28)

Zijn die mensen hier nog steeds?


Nee, die mensen zijn er nu niet meer, want hier worden de 3 discipelen die met Hem op de heilige berg waren mee bedoeld. 2Petr.1:18,19. Maar jouw cruciale denkfout is dat je geen rekening houdt met het interval in de profetie tussen komst en wederkomst. Johannes de Doper begon zijn prediking met: ‘Bekeert u want het koninkrijk de hemelen is nabij gekomen’. Iedere Jood wist wat daarmee bedoeld werd, het aan David beloofde koninkrijk. Daarom begint Matt. zijn evangelie met de 3x14 geslachten, 14 is n.l het getal van David. En als Israël zijn Koning toen aangenomen had zou dat rijk toen ook doorgebroken zijn. Nu moet het wachten tot Hij wederkomt Luk.13:35 en vooral Luk.19:11,12. Wij leven dus in een interval in de profetie waarin de Heere zijn Gemeente vergadert. Pas in de Openbaring als deze Gemeente ’vol’ is pakt Hij de afgebroken draad met Israël weer op zie Openb.10:7 en 11:15.Dan gaat de profetische klok weer lopen en sluit de aan het einde van de 69e jaarweek van Dan.9 afgebroken lijn weer aan op de 70e Hier zal ik het maar weer bij laten gr;ereunao

Gebruikersavatar
Radical
Sergeant
Sergeant
Berichten: 343
Lid geworden op: 30 jul 2017 18:48

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Radical » 01 aug 2017 17:16

Wat zou er gebeuren tijdens de wederkomst?
Eerst en vooral zullen we de vraag beantwoorden WAT er zou gebeuren tijdens de wederkomst . Wat zei Jezus Christus hierover? Laten we het eens lezen. Toen Hij tot zijn leerlingen sprak, zei Jezus Christus het volgende over Zijn wederkomst:

‘Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.’
(Mattheus 16:27)​
Jezus zei dat Hij zou komen om ieder te vergelden naar zijn daden. Dat betekent dat Hij zou komen om te oordelen. Dit is dus wat er zou gebeuren tijdens de wederkomst: VERGELDING. Ook de apostel Paulus zei dat de wederkomst van Jezus betekende dat Hij zou STRAFFEN:

'…wanneer Jezus, de Heer, vanuit de hemel verschijnt. Dan komt hij in een vlammend vuur en omringd door engelen, door wie hij zijn macht manifesteert; dan straft hij hen die God niet erkennen en het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen.’
(2 Tessalonicenzen 1:6-8)​

De apostel die de brief aan de Hebreeen schreef, zei hetzelfde:

'Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden! En wederom: De Heer zal zijn volk oordelen. Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God! (…) Want nog een korte, korte tijd, en Hij die komt zal er zijn en niet op Zich laten wachten.’
(Hebr. 10:30-31, 36)​
Ook hier wordt gezegd dat 'Hij die komt' zou komen om wraak te nemen, te vergelden en te oordelen. Jezus Christus en Zijn apostelen zeiden dus unaniem dat de wederkomst een tijd zou zijn waarop Jezus zou komen met Zijn legers engelen, met een hevig vuur, om Gods volk te oordelen. Het zou vreselijk zijn te vallen in Zijn handen, Hij zou komen om te straffen.

Wraak, vergelding, vuur, oordeel, straf, vreselijk... De wederkomst zou dus iets verschrikkelijks zijn!
Wie zou er gestraft worden?

We weten nu wat er tijdens de wederkomst zou gebeuren: Jezus zou komen om te oordelen. De volgende vraag is: WIE zouden er geoordeeld worden? Op WIE zou Jezus wraak nemen? WIE zouden gestraft worden? Het antwoord wordt onder andere gegeven door de apostel Paulus. Hij was een directe gezondene van Jezus Christus, die van Jezus Zelf - rechtstreeks en persoonlijk - alle inzichten heeft ontvangen, die hij vervolgens verkondigde.

'Ik verzeker u, broeders en zusters: het evangelie dat ik verkondigd heb, is geen zaak van mensen. Ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, nee, het is me geopenbaard door Jezus Christus.' (Galaten 1:12)
Het woord apostel betekent 'gezonden met gezag om degene te vertegenwoordigen die je gezonden heeft'. Paulus was dus een directe vertegenwoordiger van Jezus Christus. Hij werd ook geweldig vervolgd, net zoals Jezus vervolgd werd. Daarom heeft Paulus autoriteit.

Paulus is een gezaghebbende apostel in het Nieuwe Testament, die meer brieven aan de christenen heeft geschreven dan wie ook.
Wat zei Paulus over de wederkomst? Wie zou volgens hem deze toorn ondergaan? Het antwoord vinden we in zijn brieven aan de Tessalonicenzen. Paulus schreef uitvoerig aan de Tessalonicenzen over de wederkomst en de toorn van God, en hij duidde heel specifiek aan wie Gods toorn zou ondergaan:

‘…de Joden, die zelfs de Here Jezus en de profeten gedood en ons tot het uiterste vervolgd hebben, die God niet behagen en tegen alle mensen ingaan, daar zij ons verhinderen tot de heidenen te spreken tot hun behoud, waardoor zij te allen tijde de maat van hun zonden vol maken. De toorn is over hen gekomen tot het einde.’
(1 Tessalonicenzen. 2:14-16)
wederkomst toorn joden
De toorn zou over de Joden komen, omdat zij altijd Gods profeten gedood hadden en uiteindelijk zelfs Jezus vermoordden.
Zij waren in die tijd degenen die 'God niet erkennen en het evangelie niet gehoorzamen', de apostelen 'tot het uiterste vervolgden' en de verkondiging van het evangelie verhinderden. Ze hadden de maat van hun zonde volgemaakt, en de toorn zou nu over hen komen.

Dat klopt met wat God al lang op voorhand had aangekondigd doorheen de profeten van het Oude Testament. Steeds opnieuw stuurde de Heer zijn profeten om Israel tot inkeer te brengen, maar allemaal werden ze vermoord. Daarom voorspelde de Heer doorheen Zijn profeten dat er een dag zou aanbreken waarop Hij zou komen, om Zijn toorn te openbaren over Jeruzalem. Zo voorspelde de profeet Jesaja:

‘Sion... Jeruzalem... zie, de Heer zal komen met vuur en zijn wagens zullen zijn als een storm, om Zijn toorn te openbaren in gloed en zijn dreiging in vuurvlammen.’ (Jesaja 66:15)
Dat is precies hetzelfde wat Paulus schreef: de Heer zou komen met een geweldig vuur, om Zijn toorn te openbaren over Sion en Jeruzalem. Ook de profeet Micha sprak tot de Joodse leiders en zei dat Gods oordeel betekende dat heel Jeruzalem verwoest zou worden:

'...leiders van het huis van Israël, die een afschuw hebben van recht en al wat recht is, verdraaien, die Sion bouwen met bloed en Jeruzalem met onrecht. ... Daarom zal om uwentwil Sion als een akker worden omgeploegd, en Jeruzalem zal worden tot steenhopen, ja de tempelberg tot woudhoogten.’ (Micha 3:9, 10, 12)​

Jezus kondigde het oordeel aan

We weten nu dat de apostel Paulus en de profeten van het Oude Testament zeiden dat het de Joden waren die bij de komst van de Heer de toorn zouden ondergaan. Dat is precies wat Jezus Christus zelf ook zei. In Mattheus 23 lezen we hoe Jezus sprak tot de leiders van Israel en hen confronteerde met hun slechtheid. Hij noemde hen 'huichelaars', 'slangen' en 'adders' en zei dat zij het oordeel zouden ondergaan:

'Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars,... Slangen! Adders!

Hoe zou u kunnen ontkomen aan de veroordeling tot de hel?

Uiteindelijk zal op uw hoofd neerkomen al het onschuldige bloed dat op aarde vergoten is, van het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharias, de zoon van Berekja, die u vermoord hebt tussen de tempel en het altaar.

Ja, ik verzeker u, dat alles zal neerkomen op deze generatie.

Jeruzalem, Jeruzalem!

U doodt de profeten en stenigt hen die God u gestuurd heeft.

Ja, uw huis zal als een woestenij achterblijven.’

(Mattheus 23:27, 33-38)
jeruzalem oordeel
Net als Paulus en de profeten, zei Jezus dat het de Joden waren die het oordeel van God zouden ondergaan. Heel Jeruzalem zou een woestenij worden. Maar dat niet alleen, de heilige tempel - het belangrijkste element van Israel - zou tot de laatste steen afgebroken worden:

‘Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en wezen hem op de gebouwen van de tempel. ‘Ja,’ zei Jezus hun, ‘zien jullie dat alles? Ik verzeker jullie: er zal geen steen op de andere blijven staan; alles wordt met de grond gelijkgemaakt.'
(Mattheus 24:1-2)
jezus tempel verwoesting
Sommigen denken dat Gods oordeel los staat van de wederkomst, maar dat druist volkomen in tegen alles wat zowel de profeten, de apostelen als Jezus zelf zeiden over de komst van de Heer. Telkens ze spraken over Zijn komst, zeiden ze dat Hij zou komen om te oordelen. Dat blijkt eens te meer uit de vraag die de leerlingen aan Jezus stelden. Toen Hij het oordeel over Israel aankondigde, vroegen ze Hem in een adem wanneer deze dingen zouden gebeuren en wat het teken zou zijn van Zijn komst:

‘Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van uw komst en van de voleinding van dit tijdperk?’ (Mattheus 24:3)​
Jezus voorspelde het einde van Israel

Jezus Christus, de profeten en de apostelen zeiden dus unaniem dat de komst van de Heer betekende dat Gods toorn zou worden uitgestort over Israel, omdat ze altijd Gods profeten vervolgd hadden. Jezus zou komen op de wolken om te vergelden, om wraak te nemen, om Zijn volk te oordelen, de maat van hun zonde was volgemaakt, de toorn was over hen gekomen tot het einde, ze zouden het oordeel niet kunnen ontlopen, Hij zou komen met vuur om te vernietigen, Jeruzalem en de tempel zouden volkomen verwoest worden.

De totale vernietiging van Jeruzalem en de tempel zou het einde betekenen van Israel zelf. Want heel Israel was gecentraliseerd rond Jeruzalem en de tempel. Deze twee elementen waren de identiteit van Israel: de heilige stad en de heilige tempel. Jezus' aankondiging dat ze allebei zouden verwoest worden, betekende niets minder dan het einde van het toenmalige Israel.

Daarom spraken Jezus en de apostelen altijd over het einde en de voltooing van het tijdperk. Zijn komst zou het einde betekenen van het oude Israel.
Sommige westerse bijbelvertalingen hebben zijn woorden foutief vertaald alsof het einde van de 'wereld' zou komen. Maar dat is absoluut niet wat Jezus zei. Telkens Jezus sprak over het einde of de voltooiing, gebruikte Hij het Griekse woord 'AION' wat niet wereld betekent, maar 'TIJDPERK'. De leerlingen vroegen Hem niet wanneer het einde van de 'wereld' zou komen, zoals verkeerde bijbelvertalingen ons wijsmaken, ze vroegen Jezus wanneer het einde zou komen van hun tijdperk. Jezus kondigde immers niet de verwoesting aan van alle steden ter wereld, Hij voorspelde de verwoesting van slechts deze ene stad: Jeruzalem!


Als we de Griekse grondtekst lezen, zien we dat Jezus nooit sprak over het einde van de wereld, maar over het einde van een tijdperk.

Zoals we intussen begrijpen, kwam het tijdperk van het oude Israel ten einde. De tijd was vervuld, de maat van hun zonden was vol, ze konden er niet aan ontkomen, Gods oordeel zou over hen komen, Jezus zou als Koning verschijnen op de wolken om te vergelden en wraak te nemen. Het einde was in zicht. Dat waren de 'laatste dagen' en 'de eindtijd'.

als je meer wilt weten over de verschillende mogelijkheden betreffende de wederkomst https://www.ontdekgod.nl/wederkomst/
Jezus nam wat ik had verdiend, en ik kreeg wat Hij had verdiend

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 01 aug 2017 18:35

Wat zou er gebeuren tijdens de wederkomst?
Eerst en vooral zullen we de vraag beantwoorden WAT er zou gebeuren tijdens de wederkomst . Wat zei Jezus Christus hierover? Laten we het eens lezen. Toen Hij tot zijn leerlingen sprak, zei Jezus Christus het volgende over Zijn wederkomst:

‘Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.’
(Mattheus 16:27)
Jezus zei dat Hij zou komen om ieder te vergelden naar zijn daden. Dat betekent dat Hij zou komen om te oordelen. Dit is dus wat er zou gebeuren tijdens de wederkomst: VERGELDING. Ook de apostel Paulus zei dat de wederkomst van Jezus betekende dat Hij zou STRAFFEN:etc,etc....


Dat mag allemaal waar zijn, maar de Schrift spreekt ook van de keerzijde, want juist die toorn is de dag der benauwdheid van Jakob waaruit hij evenwel verlost zal worden jer.30:5-8. Maar jij blijft hardnekkig in de oordelen als definitief hangen zonder oog te hebben voor de beloften en de hoop voor het overblijfsel Zach 13:8,9.En die toorn betreft niet alleen Israël maar allen die het evangelie niet gehoorzaam zijn.2Thess.2:8. En ook Paulus wijst er in Rom.11:25-27 op dat er toch hoop voor Israël blijft als bij de wederkomst de Verlosser uit Sion komt. Maar zo komen wij er niet. als je een goed debater bent ga je eerst op mijn tegenargumenten in voor je opnieuw in meterslange posting je eigen visie doordrukt.

Ik verwacht dus van jou eerst een antwoord en weerlegging van mijn:
1.Precies! De verzoening door het bloed vanm het Lam zou in deze bedeling zonder dierenoffers en tempel zijn. Maar dat bewijst natuurlijk niet dat ook het volk Israël voortaan geen enkele heilsfunctie meer heeft in het raadsplan van God. En het jaar 70 was ongetwijfeld voor Israël een voorproef van de dag des Heren’’ zoals de wereld er ook nadien nog vele gekend heeft in oorlogen, aardbevingen en pestilentieën. Maar dat neemt niet weg dat de eigenlijke ‘dag des Heren nog in de toekomst ligt. Want die is in de Schrift altijd verbonden aan de wederkomst terstond na de gr.verdr onder de a-christ en niet aan het jr 70.zie Matt.24:29.Want toen heeft Hij Zijn uitverkorenen (en dat is hier Israël want Jezus spreekt hier als profeet van Israël) niet bijeen vergadert, maar verstrooid onder alle volken.Luk.21:24. zie ook Jes.27:13 vgl. met Matt 24:31

2.En wat nu die gelijkenissen aangaat, Jezus was niet gezonden dan voor de verloren schapen van het huis Israëls (Matt.15:24) en spreekt hier nog als profeet van Israël, daarom moeten die gelijkenissen primair op Israël toegepast worden, ook al hebben ze in overdrachtelijke zin hun eigen bekenis voor ons. En de Schrift leert nergens de totale vernietiging van deze aarde en het hele universium. God vernietigd Zijn schepping niet, maar zal het louteren door vuur zoals de 1e wereld door de zondvloed.zie 2 Petr.3:6.7.
3.Pure onzin, in het jr 70 begon niet het geestelijk koninkrijk, want de Schrift kent geen puur geestelijk koninkrijk, het heeft altijd een zichtbare gestalte, het stoffelijke , fysieke behoort er altijd voluit bij. Wel is er onderscheid tussen de verborgen van deze bedeling en de manifeste gestalte van het koninkrijk bij de komst van de Koning.zie Openb. 11:15

4.Nee, die mensen zijn er nu niet meer, want hier worden de 3 discipelen die met Hem op de heilige berg waren mee bedoeld. 2Petr.1:18,19. Maar jouw cruciale denkfout is dat je geen rekening houdt met het interval in de profetie tussen komst en wederkomst. Johannes de Doper begon zijn prediking met: ‘Bekeert u want het koninkrijk de hemelen is nabij gekomen’. Iedere Jood wist wat daarmee bedoeld werd, het aan David beloofde koninkrijk. Daarom begint Matt. zijn evangelie met de 3x14 geslachten, 14 is n.l het getal van David. En als Israël zijn Koning toen aangenomen had zou dat rijk toen ook doorgebroken zijn. Nu moet het wachten tot Hij wederkomt Luk.13:35 en vooral Luk.19:11,12. Wij leven dus in een interval in de profetie waarin de Heere zijn Gemeente vergadert. Pas in de Openbaring als deze Gemeente ’vol’ is pakt Hij de afgebroken draad met Israël weer op zie Openb.10:7 en 11:15.Dan gaat de profetische klok weer lopen en sluit de aan het einde van de 69e jaarweek van Dan.9 afgebroken lijn weer aan op de 70e

Voor je hier op gereageerd hebt ga ik niet meer op je berichten in, want dan wordt het een oeverloze discussie waarin ieder slechts zijn eigen standpunt verdedigt zonder zijn opponent serieus te nemen, gr;ereunao.

Gebruikersavatar
dalethvav
Kapitein
Kapitein
Berichten: 1332
Lid geworden op: 08 mei 2006 14:19
Locatie: Barneveld
Contacteer:

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor dalethvav » 01 aug 2017 20:26

Radical,

Misschien is het, n.a.v. je laatste post, die bol staat van theologisch antisemitisme, wat om Rom. 11:13-26 eens heel, heel erg goed tot je door te laten dringen:
13 Want tegen u, de heidenen, zeg ik: Voor zover ik de apostel van de heidenen ben, maak ik mijn bediening heerlijk,
14 om daardoor zo mogelijk mijn verwanten wat betreft het vlees tot jaloersheid te verwekken en enigen uit hen te behouden.
15 Want als hun verwerping verzoening voor de wereld betekent, wat betekent dan hun aanneming anders dan leven uit de doden?
16 En als de eerstelingen heilig zijn, dan het deeg ook, en als de wortel heilig is, dan de takken ook.
17 Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom,
18 beroem u dan niet tegenover de takken. En als u zich beroemt: U draagt de wortel niet, maar de wortel u.
19 U zult dan zeggen: De takken zijn afgerukt, opdat ik zou worden geënt.
20 Dat is waar. Door ongeloof zijn zij afgerukt en u staat door het geloof. Heb geen hoge dunk van uzelf, maar vrees.
21 Want als God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, dan is het ook mogelijk dat Hij u niet spaart.
22 Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God: strengheid over hen die gevallen zijn, over u echter goedertierenheid, als u in de goedertierenheid blijft. Anders zult ook u afgehouwen worden.
23 En ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, want God is machtig hen opnieuw te enten.
24 Want als u afgehouwen bent uit de olijfboom die van nature wild was, en tegen de natuur in op de tamme olijfboom geënt bent, hoeveel te meer zullen zij die natuurlijke takken zijn, geënt worden op hun eigen olijfboom.
25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.
26 En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.

Let zeker en vooral ook op de toekomende tijdsvorm 'zal' die Paulus in vs 26 gebruikt.
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 01 aug 2017 21:24

Radical, je bent nogal royaal in het plaatsen van links. Laat mij er dan ook eens een plaatsen met een globaal overzicht van de dingen die haast geschieden moeten:( Openb.4:1:
http://watkrijgenwe.nu/maranathakerk.nu ... komst.html
Als je hem opent kun je gelijk eens zien hoe dat werkelijk zit met de 'dag des Heeren'en de gr.verdrukking die naadloos aansluit op de wederkomst Matt 24 : 29,30.Want dalethvav heeft wel gelijk; jouw theologie staat bol van antisemitisme
Overigens blijkt uit Rom.11: 23 dat de olijfboom niet Israël voorstelt, want dan zou Paulus hier zeggen dat God machtig is Israël weer in Israël in te enten, wat onzin is. Maar de zaligheid is uit de Joden ( Joh.4:22) omdat de Messias uit de Joden is. Ze krijgen dus met die inenting deel aan de Zaligmaker en de zaligheid zie Jes.25:9 en Matt.1:9. gr: ereunao

Gebruikersavatar
Radical
Sergeant
Sergeant
Berichten: 343
Lid geworden op: 30 jul 2017 18:48

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Radical » 02 aug 2017 10:13

ereunao schreef:Radical, je bent nogal royaal in het plaatsen van links. Laat mij er dan ook eens een plaatsen met een globaal overzicht van de dingen die haast geschieden moeten:( Openb.4:1:
http://watkrijgenwe.nu/maranathakerk.nu ... komst.html
Als je hem opent kun je gelijk eens zien hoe dat werkelijk zit met de 'dag des Heeren'en de gr.verdrukking die naadloos aansluit op de wederkomst Matt 24 : 29,30.Want dalethvav heeft wel gelijk; jouw theologie staat bol van antisemitisme
Overigens blijkt uit Rom.11: 23 dat de olijfboom niet Israël voorstelt, want dan zou Paulus hier zeggen dat God machtig is Israël weer in Israël in te enten, wat onzin is. Maar de zaligheid is uit de Joden ( Joh.4:22) omdat de Messias uit de Joden is. Ze krijgen dus met die inenting deel aan de Zaligmaker en de zaligheid zie Jes.25:9 en Matt.1:9. gr: ereunao


Dank je we ereuno ik heb het door gelezen maar dit is voor mij zo achterhaald, en vind het bizar dat de refo's daar nu mee komen !

Dit is de reden hoe het ontstaan is: Futurisme.

*Link verwijderd door moderator: geen bronvermelding*
Jezus nam wat ik had verdiend, en ik kreeg wat Hij had verdiend

Gebruikersavatar
Radical
Sergeant
Sergeant
Berichten: 343
Lid geworden op: 30 jul 2017 18:48

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Radical » 02 aug 2017 11:22

*Tekst verwijderd door moderator: geen bronvermelding*
Jezus nam wat ik had verdiend, en ik kreeg wat Hij had verdiend

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 02 aug 2017 11:38

Commentaar:
De Openbaring kan niet in het verleden geplaatst worden want zulke ontzettende kosmische rampen als daar beschreven worden onder de zegelen en bazuinen heeft de wereld tot nu toe nooit gekend en Jezus spreekt van een verdrukking zoals er nooit geweest is en ook niet zijn zal. Maar zoals in het jr.70 zijn er nog vele rampen over de wereld gegaan. Denk maar aan de tsunamies en de aardbevingen,oorlogen, hongersnoden en pestilentieën in de eeuwen van de chr.jaartelling gr: ereunao

Gebruikersavatar
Jesaja40
Kapitein
Kapitein
Berichten: 964
Lid geworden op: 27 jun 2017 10:38
Locatie: Het Gooi

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Jesaja40 » 02 aug 2017 11:54

Radical citeert:
Met de komst van de oorlogen in het Midden Oosten vragen veel mensen zich af wat er profetisch gesproken aan de hand is. We kunnen nu met zekerheid zeggen dat de gebeurtenissen die nu plaats vinden GEEN vervulling zijn van Bijbelse profetieën. We weten dat 70 na Christus alle profetieën vervuld werden, het Oude Verbond definitief werd verwijderd, en op dat moment het Nieuwe Verbond volledig z’n beslag kreeg (ingewijd), waar het koninkrijk beschikbaar werd voor iedereen die in Jezus wil geloven als zijn redder (Messias). In tijden van oorlog is emotie begrijpelijk. We hoeven echter niet bang te zijn voor de Grote Verdrukking of achter gelaten te worden in “de opname”. We weten door de tijdsbeperkingen zoals vastgelegd in het Nieuwe Testament, dat deze dingen allang gebeurd zijn en we nu leven in het nieuwe “geestelijk beloofde land”.


Hieruit blijkt dat u, helaas, niets heeft begrepen van wat er over mijn volk geschreven staat in de Bijbel. Het oude verbond is nog nooit verwijderd. Het heft dik onder het stof gelegen en werd in de dagen dat onze Messias in Israël rondliep door Hem van het stof ontdaan. Hij schafte niets af. U maakt hem met deze opmerking tot een leugenaar door nu te stellen dat het oude verbond werd verwijderd. Maar u bedoeld waarschijnlijk dat het oude verbond hernieuwd werd, dat wil zeggen een nieuw leven ingeblazen en onverkort blijft staan zoals het in de oorsprong was.

Als dat niet zo is dan is de Eeuwige in Zichzelf verdeeld: het oude geldt voor het oude en het nieuwe voor het nieuwe. Heeft Yeshua een nieuwe godsdienst gesticht? Overigens wie waren dan het oude? De kinderen van Israël? Let wel dat zowel de kinderen van Israël en een groot deel vreemdelingen de wetten ontvingen. De Eeuwige maakt daar geen onderscheid in. En u doet dat wel? Dan verkondigt u een heel ander evangelie die ik niet kan rijmen met de uitspraken van Yeshua.

Gebruikersavatar
schaapje
Generaal
Generaal
Berichten: 4536
Lid geworden op: 28 dec 2010 12:08

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor schaapje » 02 aug 2017 12:38

Radical schreef:
Een van de meest veelvoorkomende beweringen van de premillennial dispensationalist van vandaag is, dat de oprichting van de staat Israël in 1948 het bewijs is dat de Joden nog steeds “Gods uitverkoren volk” zijn en dat Hij nog steeds profetische plannen met hun heeft (deze bewering wordt steeds levendiger door toenemende vijandigheden in het Midden Oosten). Men beweert dat God de Joden weer terug bracht naar hun “oude thuisland” en dat zij op Bijbelse gronden het recht hebben om Palestina als hun land op te eisen. Is deze vordering terecht? Was de oprichting van de staat Israël het bewijs van Gods zegen, van Gods uitverkiezing?


Zacharia 12:3
Op die dag zal het gebeuren dat ik Jeruzalem zal maken tot een steen die moeilijk te tillen is voor AL DE VOLKEN. Allen die hem optillen zullen zichzelf diepe sneden toebrengen, en AL DE VOLKEN van de aarde zullen zich TEGEN haar verzamelen.

Vers 14:12
En dit zal de plaag zijn waarmee de Heere de volken zal treffen die tegen Jeruzalem gestreden hebben.
Hij zal ieders vlees terwijl hij nog op zijn voeten staat, doen wegteren de ogen van allen zullen wegteren in hun kassen.

Dit alles moet nog gebeuren. Wat meer respect en geloof voor de profetieën van God.
Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden.

Gebruikersavatar
Radical
Sergeant
Sergeant
Berichten: 343
Lid geworden op: 30 jul 2017 18:48

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Radical » 02 aug 2017 13:22

http://preterisme.nl/de-laatste-dagen/

Ik heb ongelofelijk respect voor alle profetieën in de bijbel, maar zou zo moeten reageren als stefanus destijds naar de schriftgeleerden in zijn tijd.
die ook niets van het nieuwe verbond, en het koninkrijk begrepen, en daardoor afbreuk deden aan het volbrachte werk van Jezus,
maar ik zal het eens laten zien vanuit een anders standpunt..

“Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen heeft gesproken had door de profeten heeft Hij nu in deze ‘laatste dagen’ tot ons gesproken door de Zoon, die Hij heeft gesteld tot erfgenaam van all dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft.” (Hebreeën 1:1,2)

Ook Petrus stelde duidelijk dat de geboorte van de kerk tijdens Pinksteren in de eerste eeuw plaats vond in de ‘laatste dagen’:

“Want deze mensen zijn niet dronken, zoals gij verondersteld, want het is het derde uur van de dag; maar dit is het, waarvan de gesproken is door de profeet Joel: en het zal zijn in de ‘laatste dagen’, zegt God, dat ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen.” (Handelingen 2:15-17)

Petrus zei dat de wonderen die plaats vonden op het Pinksterfeest tekenen waren, dat zijn generatie leefde in de laatste dagen. En dat is meer dan 2000 jaar geleden. Leven wij nog steeds in de laatste dagen? Klopt dat wel? De meeste profetische leraars en predikers verwachten een spoedige wederkomst van Jezus Christus en ze beweren stellig dat we nu leven in de ‘laatste dagen’. Ze zeggen eigenlijk dat de ‘laatste dagen’ sinds de eerste eeuw doorgegaan zijn tot aan deze tijd. Maar een groeiend aantal mensen denken hierover na en stellen vragen bij deze leerstelling.

De uitdrukking ‘laatste dagen’ lijkt meer aan te geven dat het gaat om een betrekkelijke korte periode aan het einde van iets…. Echter de meeste christenen schijnen deze logica niet te kunnen accepteren wanneer je op deze manier de bijbel interpreteert. Eenvoudigweg omdat ze dat zo niet geleerd hebben. Ze geloven dat Jezus nog niet is teruggekomen in de eerste eeuw, en voor hun geldt dat we nog steeds in de ‘laatste dagen’ leven. Hoe absurd het ook klinkt, we zouden dan al ruim 2000 jaar in de ‘laatste dagen’ leven. En zij die de tweede komst in de toekomst plaatsen hebben eenvoudigweg geen andere optie en bovendien: de meeste christenen geloven dat toch? Ze kunnen en willen het gewoon niet geloven, dus blijven ze vasthouden dat we nu in de ‘laatste dagen’ leven.

Hoewel iemand met een gezond verstand niet kan geloven dat een periode beschreven als de ‘laatste dagen’ ruim 2000 jaar zou kunnen zijn, zijn er anderen die zeggen dat dit wel degelijk mogelijk is. Misschien zien de mensen die geloven dat we nu in de ‘laatste dagen’ leven, iets over het hoofd. Laten we dat eens naar gaan onderzoeken.

Ongeveer 35 jaar na de hemelvaart van Jezus in de eerste eeuw schreef de apostel Johannes het volgende:

“kinderen, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zijn er nu ook vele antichristen opgestaan, en daaraan onderkennen wij, dat het de laatste ure is.” (1 Johannes 2:18)

Als in Handelingen de apostelen de uitdrukking ‘laatste dagen’ gebruiken en ongeveer 35 jaar later gebruikt Johannes de uitdrukking het ‘laatste uur’, betekend dat dan niet dat de tijd dichterbij is gekomen? Als we consistent blijven, dan leven we nu nog steeds in het ‘laatste uur’, toch? Laten we eerlijk zijn, we hebben hersenen gekregen, en er wordt in de bijbel gewoon duidelijke taal gesproken. De mensen die geloven dat we nu in de ‘laatste dagen’ leven, moeten ze ook geloven dat de hele wereld nu leeft in de ‘laatste uur’ van de ‘laatste dagen’ sinds de eerste eeuw. Ongelovigen die de bijbel lezen raken hierdoor in de war, geen wonder dat ze afhaken. Geen wonder dat zelfs christenen in de war raken. Het was het ‘laatste uur’ in de eerste eeuw zei Johannes, en als dat het ‘laatste uur’ is geweest, dan is dat allang voorbij. En als we niet meer leven in het ‘laatste uur’, dan leven we ook niet in de ‘laatste dagen’!

En nu komt de vraag op, als we het hebben over de ‘laatste dagen’, waar hebben we het dan eigenlijk over? En als we nu aannemen dat de ‘laatste dagen’ eindigden in de eerste eeuw, wat eindigde er dan in de eerste eeuw? Het oude verbondssysteem kwam ten einde, en dat was geen kleinigheid. God eindigde het 1500 jaar contract met Israël, met de tempel, het priesterschap, de dierenoffers etc., dat alles kwam tot een catastrofaal einde. Ofschoon Jezus het nieuwe verbond aankondigde tussen God en de mensen in de nacht van Zijn kruisiging (Lucas 22:20), zien we dat de oude verbondsrituelen nog steeds werden uitgevoerd door de Joden in de tempel in Jeruzalem, omdat zij het nieuwe verbond afwezen, en zij Jezus als hun beloofde Messias afwezen. Dit zou spoedig en voor altijd beëindigd worden. In Mattheüs 23:38 zei Jezus:

“Zie, uw huis wordt aan u overgelaten.”

God zou voor altijd het oude Mozaïsch contract, het oude verbond verbreken. Dat kwam tot een einde, en dat waren de ‘laatste dagen’ waar in zij leefden, de ‘laatste dagen’ van het oude verbond, geen tempel meer, geen priesterschap meer, geen dierenoffers meer etc., vanaf die tijd stopte dat allemaal. Het boek Hebreeën verteld ons duidelijk en herhaaldelijk dat Jezus de vervulling was van al die oude verbond typebeelden en schaduwen en dat terug te keren naar die oude gebruiken van aanbidding, ‘Godslastering’ zou betekenen. De auteur van brief aan de Hebreeën verklaart in het midden van de zestiger jaren na Christus het volgende:

“als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaart. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.” (Hebreeën 8:13)

Daar staat het. Binnen het lopende decennium ging dat in zijn geheel in vervulling. In september 70 na Christus werd Jeruzalem met de tempel compleet verwoest, met de grond gelijk gemaakt. Geen steen bleef op de ander, zoals ook door Jezus was voorspeld:

“Voorwaar, ik zeg u, er zal hier geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal worden weggebroken.” (Mattheüs 24:2)

Dat was het einde, dat was het einde van de eeuw. Dit was ook de vraag die de discipelen stelden aan Jezus:

“Toen Hij op de olijfberg gezeten was, kwamen zijn discipelen alleen tot Hem en zeiden: zeg ons, wanneer zal dat geschieden en wat is het teken van uw komst en de voleinding der wereld?” (Mattheüs 24:3)

De tweede komst van Jezus zou plaats vinden in de tijd van het beëindigen van de oude verbondseeuw. Niet het einde van de natuurlijke schepping, niet het einde van de planeet aarde, maar het einde van de oude verbondsperiode dat afgesloten werd, het einde van het oude verbondssysteem (het Judaisme). Het oude verbondscontract tussen God en het volk Israel dat was opgezet om mensen naar God te brengen via dit volk met al hun wetten, feesten en ceremonies (Leviticus) etc., dat allemaal kwam tot een einde in de eerste eeuw, en zo kwamen ook de ‘laatste dagen’ ten einde.

Wij leven niet in de ‘laatste dagen’, eenvoudigweg omdat die periode reeds in de eerste eeuw heeft plaatsgevonden. Jezus was teruggekomen, zoals Hij beloofd had, om de onrechtvaardige Joden te oordelen en om zijn mensen, de uitverkorenen te redden. Hij oordeelde de goddeloze Joden in de grote verdrukking, (zie Mattheüs 24:21 en Lucas 21:22), de tempel werd verwoest en de discipelen zagen hun Redder op de wolken om hun mee te nemen naar de Hemel, precies zo als Hij had beloofd. Jezus zei tegen Zijn discipelen:

“Want de Zoon des mensen zal komen in heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn Koninklijke waardigheid.” (Mattheüs 16:27,28)

Als we kijken naar Handelingen 2:29-36, daar verteld Petrus ons dat Jezus de belofte toen en nu vervulde dat Hij voor altijd op de troon van David zal zitten. Petrus verteld ons in Handelingen 2 dat dit was vervuld toen Jezus zat aan de rechterhand van de Vader. Davids aardse troon over het volk Israel was alleen een typebeeld of schaduw van de Hemelse troon van de echte koning Jezus, die over Zijn gemeente voor eeuwig zou regeren. Net zoals de tempel, het priesterschap, het altaar, de dierenoffers, het brood, de feesten, de wetten voor Israël, de rots, het manna, de slang, de boom des levens in het hof van eden, het zijn allemaal afbeeldingen, typen, schaduwen, symbolen van Jezus Christus. Hij is de vervulling van al die typebeelden. Met andere woorden alles gaat over Jezus. In Lukas 24 legde Jezus de Emmaüsgangers alles uit wat er in het Oude Testament over Hemzelf was opgeschreven. Davids troon over de aardse natie was alleen maar een symbool van de eeuwige Hemelse troon over het volk van God. En zoals we veel zien in het Oude Testament, de natuurlijke symboliek om God te aanbidden, waren eigenlijke beelden van Jezus en dat is ook waar het in het boek Hebreeën om gaat. Het natuurlijke komt eerst en wijst naar het geestelijke; eerst het natuurlijke, daarna het geestelijke. 1 Korinthiërs 15 zegt dat we eerste een natuurlijk lichaam krijgen, daarna het Hemelse geestelijke lichaam.

Hebreeën verteld ons ook dat we nooit meer terug kunnen gaan naar de aardse tempel, de dierenoffers etc… We kunnen daar niet naar teruggaan omdat Jezus eens en voor altijd is geofferd! Hebreeën zegt dat als we dat wel doen, wij het bloed van Jezus vertrappen. Daarom moeten we ook niet denken dat er een toekomstige Bijbelse tempel gebouwd gaat worden waar wij naar terug moeten. Dat leert de bijbel niet. Het natuurlijk Israël was alleen een typebeeld van Gods eeuwig volk, de gemeente van Jezus Christus. Jacobs naam was verandert in Israël, wat eigenlijk betekend ‘regeren met God’. En niet iedereen van ‘Israël’ was ‘Israël’, het nieuwe testament is daar duidelijk over: Romeinen 2:28-29; 9:6 en Gelaten 6:15. De stad Jeruzalem was het typebeeld van de gemeente van Jezus Christus van alle naties en alle steden, allen die God aanbidden in geest en waarheid. Dit is ook wat Jezus zei tegen de vrouw bij de put in Johannes 4: “de tijd komt en is nu, dat het niet uitmaakt in welk gebouw, of welk huis je Mij aanbidt in geest en in waarheid”, want het oude is voorbij gegaan, het nieuwe was komende. Dus Jezus kan niet regeren op aarde! Hebreeën 8 is hier zeer duidelijk over. Als Jezus hier zou regeren op de planeet aarde kan Hij geen priester, pleitbezorger, of middelaar zijn tussen God en de mensen. Kijk maar eens wat Hebreeën er over zegt:

“Indien Hij nu op aarde was, dan zou Hij niet eens een priester wezen, daar er hier reeds zijn om volgens de wet de gaven te offeren. Dezen verrichten slechts dienst bij een afbeelding en schaduw van het hemelse, blijkens de Godsspraak, die Mozes ontving, toen hij de tabernakel zou gereed maken. Zie toe, zegt Hij immers, dat gij alles maakt naar het voorbeeld, dat u getoond werd op de berg. Nu echter heeft Hij een zoveel verhevener dienst verkregen, als Hij de middelaar is van een beter verbond, waarvan de rechtskracht op betere beloften berust. Want indien dat eerste onberispelijk ware geweest, zou er geen plaats gezocht zijn voor een tweede.” (Hebreeën 8:4-7)

Nu begrijpen we ook waarom de schrijver van Hebreeën doorgaat in hoofdstuk 12, dat de eerste eeuw christenen aan wie hij schrijft, reeds leefden in het nieuwe Jeruzalem.

Hebreeën 12: 25 ev. zegt dat ze al leefden in het hemelse Jeruzalem, het nieuwe Jeruzalem uit Openbaring 21 en 22 en de schrijver van Hebreeën gaat door het hemelse Jeruzalem de ‘gemeente’ te noemen. De schrijver zegt tegen de Hebreeuwse christenen, jullie zijn niet alleen gekomen naar het hemelse Jeruzalem maar naar de berg Sion; wat hij eigenlijk zegt is dat jullie gekomen zijn naar de plaats van vervulling van al die Oude Testament profeten die zeiden dat op een dag al de volken zouden optrekken naar de berg Sion om daar God te aanbidden met zijn Zoon en met eeuwige vreugde. De schrijver zegt tegen de eerste eeuw Hebreeuwse christenen dat al deze oude messiaanse profetieën vervuld werden in hun dagen. En dit komt precies overeen met wat Jezus zei in Lucas:

“want dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven staat, in vervulling gaat.” (Lukas 21:22)

Ze leefden toen, in die tijd, in Jeruzalem, op de berg Sion. Maar het geestelijke heeft nu de plaats ingenomen van het aardse, het ware neemt de plaats in van het symbolische, het koninkrijk van Jezus Christus neemt de plaats in van het theocratische koninkrijk van God, de aardse Israël. En nu kunnen alle volken het koninkrijk van God binnen gaan, dit nieuwe koninkrijk, onder het nieuwe verbond, gescheiden van het natuurlijke Israël. Sinds 70 na Christus is het natuurlijke Israël niet meer het representatieve volk van God. De gemeente van Jezus Christus is nu het ‘Israël’ op aarde, onder het nieuwe verbond, een eeuwig durend verbond:

“Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.” (Efeziërs 3:21)

Jood en heidenen voor altijd samen. Alles nieuw gemaakt in Hem.

Vraag: hoeveel uur is het nu geleden dat Johannes zei: dit is het laatste uur? Als we beginnen in 70 na Christus tot heden, zitten we al snel op een dikke 17 miljoen uur……
Jezus nam wat ik had verdiend, en ik kreeg wat Hij had verdiend


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 8 gasten