De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 31 okt 2016 11:04

Blade Straight:
1.De Gereformeerde theologie leert juist absoluut niet dat de kerk de gestalte van het Koninkrijk van God is. Het is Christus! Zonder Christus zal niemand God zien.
2.Overigens is het in strijd met de Bijbelse waarheid om te stellen dat Israël op enerlei wijze buiten de weg van verzoening met Christus zalig kan worden. Ik kan niet heel goed uit je verhaal opmaken of jij dat ook vindt.


1.Hier zit je er wel grondig naast want de Gereformeerde theologie laat de Kerk bij Adam beginnen , de profetie doorlopen in de kerkgeschiedenis zonder rekening te houden met het interval tussen de 69e en de 70e jaarweek van Dan 9 en eindigen bij de wederkomst van de Messias. Dat laatste is idd.waar, maar die wederkomst valt samen met de bekering en herstel van Israël. En dat is niet het einde van de wereld, maar luidt het herstel van de theocratie onde de dynastie van het huis van David in zie Luk.1:32; Ezech. 37:25; Hos3:4,5 etc. Deze theocratie is van Israël geweken bij Zedekia de laatste koning uit het geslacht van David. Toen zijn met Nebukannezar de tijden der heidenen begonnen die voortduren tot de 2e komst van de Messias als de wettige erfgenaam van de troon van David.zie Luk.21:24 en Dan.7:13,14. Dan keert de stroom van Gods genade in de Messias weer terug in de bedding van het verbond met Abraham en zullen door een bekeerd en hersteld Israël alle volken gezegend worden. Dus niet d.m.v. de Kerk; die kan slechts de eerstelingen binnenhalen zie Rom.8:23;11:16.Maar Israël zal de volle oogst binnenhalen. Jes.27:6; Rom.11:15.Maar dan moeten wij wel leren voor Israël Israël te lezen en niet de Kerk in te vullen.

2.Hier heb je mij idd. niet goed begrepen, ik heb nooit beweerd dat Israël zonder het geloof in zijn Messias gezegend kan worden. Maar dat is wat anders dan ‘buiten de Kerk geen zaligheid’. Hier zal ik het voor ditmaal maar weer bij laten.

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 31 okt 2016 12:02

Dies. F.de Graaff weet ik, maar die kan ik niet als getuige noemen zonder mijzelf in het verdachtenbankje te plaatsen. Bij wat die allemaal in zijn boeken schrijft rijzen de haren mij ten berge! Zo zou Israël zijn Messias bewust verworpen hebben als een list om Rome te vangen. Want Rome zou nooit een Joodse Messias aangenomen hebben. Maar de Schrift zegt dat zij het onwetend gedaan hebben.Hand.3:17. En Judas zou Jezus bij afspraak verraden, zichzelf niet opgehangen hebben en na Zijn opstanding weer door Hem zijn aangenomen. Want er staat dat Hij van de twaalven gezien is van al de apostelen en daar hoorde Judas ook bij!. 1 Kor.15:7.n zo zou ik door kunnen gaan. Het is pure filosofie en geen theologie. gr:ereunao

Gebruikersavatar
BladeStraight
Luitenant
Luitenant
Berichten: 739
Lid geworden op: 13 okt 2014 14:45

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor BladeStraight » 31 okt 2016 12:05

ereunao schreef:1.Hier zit je er wel grondig naast want de Gereformeerde theologie laat de Kerk bij Adam beginnen , de profetie doorlopen in de kerkgeschiedenis zonder rekening te houden met het interval tussen de 69e en de 70e jaarweek van Dan 9 en eindigen bij de wederkomst van de Messias. Dat laatste is idd.waar, maar die wederkomst valt samen met de bekering en herstel van Israël. En dat is niet het einde van de wereld, maar luidt het herstel van de theocratie onde de dynastie van het huis van David in zie Luk.1:32; Ezech. 37:25; Hos3:4,5 etc. Deze theocratie is van Israël geweken bij Zedekia de laatste koning uit het geslacht van David. Toen zijn met Nebukannezar de tijden der heidenen begonnen die voortduren tot de 2e komst van de Messias als de wettige erfgenaam van de troon van David.zie Luk.21:24 en Dan.7:13,14. Dan keert de stroom van Gods genade in de Messias weer terug in de bedding van het verbond met Abraham en zullen door een bekeerd en hersteld Israël alle volken gezegend worden. Dus niet d.m.v. de Kerk; die kan slechts de eerstelingen binnenhalen zie Rom.8:23;11:16.Maar Israël zal de volle oogst binnenhalen. Jes.27:6; Rom.11:15.Maar dan moeten wij wel leren voor Israël Israël te lezen en niet de Kerk in te vullen.

2.Hier heb je mij idd. niet goed begrepen, ik heb nooit beweerd dat Israël zonder het geloof in zijn Messias gezegend kan worden. Maar dat is wat anders dan ‘buiten de Kerk geen zaligheid’. Hier zal ik het voor ditmaal maar weer bij laten.


Buiten Christus geen zaligheid, de Kerk met een hoofdletter is de gemeente van Christus, die loopt inderdaad vanaf Adam. Ook Adam is niet buiten Christus zalig geworden. De kerk met een kleine letter is een menselijk instituut die is begonnen vanaf de Apostelen. Volgens mij is het heel gevaarlijk om het verbond met Abraham los te zien van Christus. Waarbij ik niet zeg dat je dat doet.

Ik geloof overigens absoluut niet in een nieuwe aardse theocratie. Het Koninkrijk van Christus is een geestelijk Koninkrijk.
“You contribute nothing to your salvation except the sin that made it necessary.”
― Jonathan Edwards

Dies

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Dies » 31 okt 2016 12:43

ereunao schreef:Dies. F.de Graaff weet ik, maar die kan ik niet als getuige noemen zonder mijzelf in het verdachtenbankje te plaatsen. Bij wat die allemaal in zijn boeken schrijft rijzen de haren mij ten berge! Zo zou Israël zijn Messias bewust verworpen hebben als een list om Rome te vangen. Want Rome zou nooit een Joodse Messias aangenomen hebben. Maar de Schrift zegt dat zij het onwetend gedaan hebben.Hand.3:17. En Judas zou Jezus bij afspraak verraden, zichzelf niet opgehangen hebben en na Zijn opstanding weer door Hem zijn aangenomen. Want er staat dat Hij van de twaalven gezien is van al de apostelen en daar hoorde Judas ook bij!. 1 Kor.15:7.n zo zou ik door kunnen gaan. Het is pure filosofie en geen theologie. gr:ereunao

Ik vind je reactie hierboven nogal overdreven en krampachtig.
Je hoeft het niet in alles met De Graaff eens te zijn om toch te erkennen dat hij bij een bepaalde thematiek aan jouw kant staat. Daaardoor plaats je jezelf echt niet in een verdachtenbank. Je bent het waarschijnlijk ook niet in alles met Luther eens en ook niet met Calvijn. Dat wil nog niet zeggen dat je deze lieden nooit zou kunnen noemen.

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 31 okt 2016 14:05

Blade Straight: Buiten Christus geen zaligheid, de Kerk met een hoofdletter is de gemeente van Christus, die loopt inderdaad vanaf Adam. Ook Adam is niet buiten Christus zalig geworden. De kerk met een kleine letter is een menselijk instituut die is begonnen vanaf de Apostelen. Volgens mij is het heel gevaarlijk om het verbond met Abraham los te zien van Christus. Waarbij ik niet zeg dat je dat doet.

Ik geloof overigens absoluut niet in een nieuwe aardse theocratie. Het Koninkrijk van Christus is een geestelijk Koninkrijk.

ereunao: Hier zit nu juist de cardinale fout in je redenering; het verschil tussen de Kerk met een hoofd -of met een kleine letter is in dit verband niet aan de orde. En de Gemeente van Chr. was er niet en kon er ook niet zijn voordat Hij als de Eersteling uit de doden was opgestaan en de H.Geest uitgestort had zoals ik hierboven uitgelegd heb, dat hoef ik hier dus niet te herhalen. Dat is puur ana-chronisme; het zou een lichaam zonder hoofd geweest zijn en dat is een lijk!

En de Schrift kent geen puur geestelijk koninkrijk, het gaat God om de verlossing van heel Zijn schepping en daar hoort het stoffelijke, aardse helemaal bij. Wat jij beweert is hetzelfde als te stellen dat de verlossing zonder de opstanding van het lichaam compleet is als de ziel maar behouden is.

Dies: Ik vind je reactie hierboven nogal overdreven en krampachtig.
Je hoeft het niet in alles met De Graaff eens te zijn om toch te erkennen dat hij bij een bepaalde thematiek aan jouw kant staat. Daaardoor plaats je jezelf echt niet in een verdachtenbank. Je bent het waarschijnlijk ook niet in alles met Luther eens en ook niet met Calvijn. Dat wil nog niet zeggen dat je deze lieden nooit zou kunnen noemen.

ereunao: Dat mag waar zijn, maar ik kan hier met iemand die zulke grove ketterijen verkondigt niet aankomen. De verschillen in sommige details met Luther en Calvijn is in mijn optiek heel wat anders.

Dies

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor Dies » 31 okt 2016 16:04

Dies schreef:Ik vind je reactie hierboven nogal overdreven en krampachtig.
Je hoeft het niet in alles met De Graaff eens te zijn om toch te erkennen dat hij bij een bepaalde thematiek aan jouw kant staat. Daaardoor plaats je jezelf echt niet in een verdachtenbank. Je bent het waarschijnlijk ook niet in alles met Luther eens en ook niet met Calvijn. Dat wil nog niet zeggen dat je deze lieden nooit zou kunnen noemen.


Ereunao schreef:Dat mag waar zijn, maar ik kan hier met iemand die zulke grove ketterijen verkondigt niet aankomen.

Toe maar... ](*,)
Laatst gewijzigd door Dies op 31 okt 2016 23:52, 1 keer totaal gewijzigd.

Gebruikersavatar
BladeStraight
Luitenant
Luitenant
Berichten: 739
Lid geworden op: 13 okt 2014 14:45

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor BladeStraight » 31 okt 2016 16:11

ereunao: Hier zit nu juist de cardinale fout in je redenering; het verschil tussen de Kerk met een hoofd -of met een kleine letter is in dit verband niet aan de orde. En de Gemeente van Chr. was er niet en kon er ook niet zijn voordat Hij als de Eersteling uit de doden was opgestaan en de H.Geest uitgestort had zoals ik hierboven uitgelegd heb, dat hoef ik hier dus niet te herhalen. Dat is puur ana-chronisme; het zou een lichaam zonder hoofd geweest zijn en dat is een lijk!


Uiteraard was Christus er al vanaf het begin der tijden. De hele gemeente van het Oude Testament staat in het teken van Christus als Messias. Hij is zelfs verschenen aan Abraham en Jozua. Daarom zei ik al, zonder Christus is niemand zalig geworden, ook de heiligen van het OT niet. Jij stelt iets anders, als zou het volk van Israël buiten Christus zalig geworden zijn. Dat is uiteraard onmogelijk.

En de Schrift kent geen puur geestelijk koninkrijk, het gaat God om de verlossing van heel Zijn schepping en daar hoort het stoffelijke, aardse helemaal bij. Wat jij beweert is hetzelfde als te stellen dat de verlossing zonder de opstanding van het lichaam compleet is als de ziel maar behouden is.


Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden?
Jezus antwoordde hem: Zegt gij dit van uzelven, of hebben het u anderen van Mij gezegd?
Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan?
Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.
Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.
“You contribute nothing to your salvation except the sin that made it necessary.”
― Jonathan Edwards

naamloos
Generaal
Generaal
Berichten: 4541
Lid geworden op: 02 jan 2014 02:58

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor naamloos » 31 okt 2016 18:04

BladeStraight schreef:Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden?
Jezus antwoordde hem: Zegt gij dit van uzelven, of hebben het u anderen van Mij gezegd?
Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan?
Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.
Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.
Je bent eenzijdig, de schrift zeg veel meer.

Ach, zeiden de Emmaüs-gangers "wij hoopten dat Hij het was Die Israël zou verlossen".
Zei Jezus toen dat er geen aards koninkrijk zou zijn? Niks hoor: " En Hij zei tegen hen: O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan? En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was."
Nou, ga maar eens alles lezen wat de profeten over hem gezegd hebben. Dat gaat toch echt over een aard koninkrijk hoor, over Davids troon.
Het punt was niet dat het verkeerd was dat ze een aards koninkrijk verwachten, de profetieën staan er vol van.
Maar dat ze niet zagen dat hij éérst moest komen om te lijden en sterven.
Zij geloofden alleen de koninkrijksprofetieën, en wij maken de tegenovergestelde fout door alleen de lijdensprofetieën te geloven.
Maar we moeten beide geloven: alles wat de profeten gesproken hebben!

Nadat de discipelen 40 dagen onderwijs van Jezus hadden gekregen over het koninkrijk van God (Handelingen 1:3) vroegen ze "Heer, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft".
Jezus zei niet dat er geen aards koninkrijk zou komen, maar dat het hun niet toekwam de tijden en gelegenheden te weten. M.a.w. het komt wel, maar jullie hoeven niet te weten wanneer.
Als er geen aard koninkrijk zou komen, dan zouden ze dat ná die 40 dagen onderwijs zo ongeveer wel geweten hebben hè!
Openbaringen maakt het ook duidelijk: Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon (Zijn aardse troon), zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn (zijn Vaders troon) troon gezet heb. Hier is duidelijk sprake van 2 tronen.
Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen. (Kuitert)

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 31 okt 2016 19:24

Blade Straight:
1.Uiteraard was Christus er al vanaf het begin der tijden. De hele gemeente van het Oude Testament staat in het teken van Christus als Messias. Hij is zelfs verschenen aan Abraham en Jozua. Daarom zei ik al, zonder Christus is niemand zalig geworden, ook de heiligen van het OT niet. Jij stelt iets anders, als zou het volk van Israël buiten Christus zalig geworden zijn. Dat is uiteraard onmogelijk.

2.Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden?
Jezus antwoordde hem: Zegt gij dit van uzelven, of hebben het u anderen van Mij gezegd?
Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan?
Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.
Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.


ereunao:
1.De verzoening in het bloed van het Lam voor Israël wel dezelfde is als voor ons en geldt alle gelovigen zowel voor als na de dood van Chr.maar dat bewijst niet dat alle gelovigen tot de Gemeente gerekend moeten worden.Er is dus geen sprake van dat Israël buiten Christus zalig geworden zou zijn.

2.Allereerst de historische achtergrond van deze pericoop: De Joodse leiders wisten dat zij Jezus op grond van hun religieuze motieven bij Pilatus nooit ter dood veroordeeld zouden krijgen. Daarom verzonnen zij hier een politieke aanklacht en stelden hem voor als een concurrent van de keizer. Als Jezus daarop antwoord dan zijn koninkrijk niet van de wereld is dan bedoelt hij dat het geen wereldse maar een hemelse oorsprong en beginselen heeft. Want wereldse koningen laten hun soldaten voor zich strijden, maar deze Koning strijdt zelf en offert zijn leven voor zijn volk. Daarom voegt hij eraan toe; ‘dan zouden mijn dienaars gestreden hebben opdat ik de Joden niet ware overgeleverd’. Maar dat bewijst niets over het territorium, het grondgebied, van dit koninkrijk alsof het niet eenmaal op deze aarde zou worden opgericht zoals o.a. Dan.2:35;7:13,14, Zach 14:9 en Openb.11:15 duidelijk bewijzen.

Dit alles bewijst dat je de Schrift door de geijkte kerkelijk-dogmastische bril leest. Laat mij je dus even uit de droom helpen:
De kerk behoort tot het Koninkrijk in zijn verborgen gestalte Kol.1:13: ‘ Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde’.En dat zal zo blijven totdat de Koning geopenbaard wordt. En dan en niet eerder zal zij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. De grenzen van kerk en Koninkrijk vallen dus niet samen, het gaat God om de verlossing van Zijn ganse schepping Rom.8:18-22.
Jezus bewijst zijn heerschappij na zijn hemelvaart in regering van zijn Gemente door Woord en Geest,maar dat is de verborgen gestalte van het Koninkrijk. Maar pas bij zijn wederkomst wordt deze regering manifest en erkend door alle volken zie Dan 2 en7 en Openb.11:15.

Dit was ook de belijdenis van de vroege kerk onder de heidense vervolgingen. Maar toen in de 4e eeuw het christendom staatsgodsdienst werd heeft met name Augustinus , misleid door de politieke overwinning van het christendom , aan de kerk en de hemelvaart verbonden wat de Schrift duidelijk aan Israël en de wederkomst van de Messias verbindt (zie o.a. Dan 7:13,14 en Zach. 14:9) Toen werd de kerk op de plaats van Israël gezet en Israël had voorgoed afgedaan en geen enkele heilsfunctie meer. ( vervangingstheologie. )

Tot slot nog een citaat van Da Costa:
“Ik zou niet weten, waarom het niet mogelijk ware voor Christus, zowel op aarde te regeren, als er op geleden te hebben. Men zegt: "Het kan niet." Doch waarom kan het niet? Wat zijn dat toch voor regels, die wij onszelf gesteld hebben? Denkt u welk ene plaats gij wilt, altijd zal er toch ene zetelplaats voor Christus moeten zijn, en waarom kan de aarde deze zetelplaats niet zijn?[u] Neemt het koninkrijk en de regering van Christus op aarde weg, en gij verscheurt dertig, veertig hoofdstukken van de Schrift[/u]. Vergeestelijkt gij ze, dan strooit gij ze in de wind: maar volgt gij de Schrift, dan komt gij met haar aan het doel, waar zich het einde verbind met het begin. Hoe weerspannig is toch het menselijk verstand en hart tegen God! Er is een hijgen naar uitkomst, er zijn kreten van verlangen, er zijn barensweeën van een nieuwe geboorte, en nu God aan de wereld ene toekomst geeft zo heerlijk als er ooit gewenst kan worden, nu wil de mens haar niet hebben, maar vernietigt hij haar, door haar oneigenlijk gemeend, zinnebeeldig bedoeld, van enkel geestelijke strekking te verklaren.” Denk hier maar eens rustig over na. ereunao

Gebruikersavatar
BladeStraight
Luitenant
Luitenant
Berichten: 739
Lid geworden op: 13 okt 2014 14:45

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor BladeStraight » 31 okt 2016 20:38

De Farizeeën gingen eens naar Jezus toe, om Hem te vragen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou (Luc.17:20a). Volgens hen zou de komst ervan gepaard gaan met grote tekenen en goddelijk machtsvertoon. Alle vijanden zouden worden overweldigd en God zou door Israël een machtig werk doen in de wereld. Zij verwachtten spectaculaire, dramatische gebeurtenissen, die voor vriend en vijand zichtbaar zouden zijn. Maar wanneer zou dat gebeuren?

Jezus kende hun gedachten en opvattingen (Joh.2:24-25, Mat.9:4, 12:25). Het waren gedachten van beneden (Joh.8:23). Het was een wijsheid die Jacobus aanduidt als aards, ongeestelijk, zelfs duivels (Jac.3:15, Joh.8:43-44). Zij waren het volk van God en ze claimden op grond daarvan het volk van Zijn Koninkrijk te zijn. Maar dat het ware rijk van God het Koninkrijk der hemelen was, daar hadden ze geen notie van (vgl.Mat.23:3).

Door die aardse wijsheid hadden ze zelfs de sleutel van de kennis van het Koninkrijk der hemelen weggenomen en wie trachtte binnen te gaan, hielden ze nog tegen ook (Mat.23:13, Luc.11:52). Het ging hun niet om het Koninkrijk der hemelen, maar om de zienlijke wereld, waar ze met hun godsdienstigheid probeerden zo veel mogelijk "in het oog te lopen bij de mensen" (Mat.23:5).

Destijds verzuchtte God al door de profeet Jesaja, dat Zijn eigen kinderen geen inzicht hadden (Jes.1:3). Hun gedachten waren zó aards, zó laag (Jes.55:8-9). En ook Jezus zei tot de aardsgerichte schriftgeleerden: "Jullie zijn van beneden, Ik ben van boven. Jullie zijn van deze wereld, Ik ben niet van deze wereld" (Joh.8:23). En met hun vraag, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, gaven ze opnieuw blijk van hun ongeestelijke wijze van denken. Jezus beantwoordde de vraag dan ook helemaal niet.

Ook de (nog niet met de heilige Geest gedoopte) discipelen van Jezus zouden met dezelfde vraag komen. Nadat Hij na Zijn lijden veertig dagen lang was verschenen en met hen had gesproken over het Koninkrijk van God, vroegen ze: "Heer, herstelt u in deze tijd dat koningschap en doet u dat voor Israël?". Ook zij dachten nog in aardse termen. Ze kregen alleen als antwoord: "Het is niet jullie zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft" (Hand.1:3, 6-7).

Sindsdien zijn er altijd wel mensen geweest, die vanuit de bijbel probeerden uit te rekenen, wanneer het Koninkrijk Gods zou komen. Men is nu eenmaal altijd nieuwsgierig naar de toekomst. Ze zijn er ook nu. Net als de Farizeeën vragen ze de Heer niet, wat het Koninkrijk Gods is, of hoe het komt, hoe men zich erop voorbereidt. Het gaat hun om het wanneer in de toekomst.

Zo zijn er ingewikkelde tijdsberekeningen gemaakt om te bepalen, wanneer het Koninkrijk Gods zou komen. Men heeft tal van scenario's bedacht over de wijze, waarop Christus zou verschijnen. Er werden zelfs romans uitgegeven, die op spectaculaire (aardse) wijze de opname van de gemeente en tal van apocalyptische gebeurtenissen beschrijven. Wankelmoedige zielen werden daardoor nog onzekerder dan ze al waren. Sommigen verloren zelfs hun bezinning, zegden hun baan op en verkochten have en goed (vgl. 2Thes.2:2). Maar wat eens gold voor de aardsgerichte Farizeeën en voor Jezus' nog ongeestelijke discipelen in Handelingen 1, geldt ook voor nu. De Vader houdt over tijden en aardse ontwikkelingen de beschikking aan Zich. Hij geeft nooit antwoord op de vraag, wanneer in de toekomst het Koninkrijk Gods komt.

Hoewel Jezus niet inging op de vraag van de Farizeeën, gaf Hij wél aan, dat het Koninkrijk Gods niet komt zoals zij, aardsgerichte denkers, zich dat voorstelden: "Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk vertoon, het is niet te berekenen, het is niet hier en het is niet daar" (Luc.17:20-21). "De basileia, het koningschap, van God komt niet met parateresis (=oogwaarneming, van: paratereo=zorgvuldig observeren). Waar moet je het dan wel zoeken? Jezus zegt dan: "In u" (Grieks: entos=binnenin).

Het hemelse koningschap komt in de mens op Gods wijze. God is geest (Joh.4:24a). Hij is waarachtig (Joh.3:33). Zijn rijk komt dan ook in geest en waarheid. Zijn koningschap is niet van deze wereld, niet aards, niet tijdgebonden (Joh.18:36). Het was, en is, en komt in harten van mensen in het eeuwige nu.



NIET MET OOGWAARNEMING

Jezus wist uit ervaring, dat het Koninkrijk Gods komt als innerlijke groei "in wijsheid, grootte en genade bij God" (Luc.2:52). Het komt als vrede op aarde in mensen des welbehagens (Rom.14:17, Luc.2:14). Het is immers te vergelijken met een mosterdzaadje, dat iemand nam, in zijn akker zaaide en het liet volgroeien totdat het een boom werd (Mat.13:31-32). Zo werd Jezus Boom des Levens (Joh.1:14,17). Niet, dat iedereen dat zag, want velen kenden Hem alleen als zoon van Jozef, de timmerman uit Nazareth (Joh.6:42).

Dat Jezus vol is van genade en waarheid en dat Hij leven en overvloed geeft, kan alleen gezien worden als Gods Geest onze ogen opent (Mat.13:15-16). Dat zijn natuurlijk niet de ogen in ons hoofd, maar "de ogen van ons hart, zodat we weten, welke hoop Zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is van Zijn erfenis in de heiligen" (Ef.1:18).

Niet door oogwaarneming, niet door zorgvuldige observatie. Hoe bestaat het toch, dat de meeste christenen dat nu juist wel doen. Ze zijn zó bezig met de tekenen der tijden zelf, met oorlogen en geruchten ervan, geweld en wereldpolitiek, met ontwikkelingen rond de Joodse staat Israël, met rampen, epidemieën, hongersnoden en aardbevingen, dat ze volkomen missen wat er in de geestelijke wereld gebeurt. Aardse gebeurtenissen zijn alleen maar tekenen, die verwijzen naar hogere, geestelijke ontwikkelingen. Jezus zegt toch: "Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt" (Luc.21:28). Zodra je ze ziet beginnen, wend je ogen dan af en zie omhoog!

We moeten dus niet aardsgericht blijven zien op de tekenen der tijden, ze beschrijven en uitpluizen in preken, artikelen, tijdschriften en boeken, maar betekenis en inhoud ervan leren herkennen. Hoe dat kan? Daar hoeft geen twijfel over te bestaan: alleen door de Geest der waarheid.

Die Geest "kan de wereld niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet; maar jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in julle zijn", zegt Jezus (Joh.14:17). En "wanneer Hij komt, zal Hij van Mij getuigen" (Joh.15:26). En Hij zal "de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst (erchomai) zal Hij jullie verkondigen (anangello, Joh.16:13).

De toekomst? De Geest der waarheid verkondigt ons helemaal niet de toekomst! Erchomai is het komen van een persoon. De Geest der waarheid getuigt van Jezus en maakt ons in ons diepste wezen Zijn komst bekend (Joh.14:17,16:13). We zingen in een lied: "Kom Gij in mij wonen, zij mijn hart en leven, u ten heiligdom gegeven". De Geest der Waarheid zal ons de komst van Christus in ons aankondigen (anangello=bekendmaken, Joh.16:13). Dat is immers onze hoop: Christus in ons (Col.1:27). Hij komt in ons wonen!

Meent u de tekenen der tijden te herkennen? Weet, dat het dan voor u de tijd is om u te richten op God en Zijn koningschap! "Hef uw hoofd omhoog, opdat de Koning der ere binnen kan komen. Wie dat is? Het is de Heer van de hemelse legermachten!" (Ps.24:9-10). Wie zich opricht en hemels leert denken, ziet Hem dan in zich komen in Zijn basileia (koningschap, Koninkrijk). Dan wordt verhoord: "Uw Koninkrijk kome, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde".

Wie wél op de natuurlijke dingen en op aardse tekenen blijft zien, blijft gelijkvormig aan deze wereld en wordt niet hervormd door de vernieuwing van zijn denken. Hij zal nooit weten wat de wil van God is, wat het goede en wat het Gode welgevallige is (vgl.Rom.12:2). En wat wil God in de allereerste plaats? Dat Zijn koningschap komt gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Hij wil, dat "een Koning gaat regeren in gerechtigheid en vorsten zullen heersen naar het recht" (Jes.32:1).

Wie zich daarop richt, is als van adel. Hij "beraamt edele daden en staat voor wat edel is" (Jes.32:8). Als discipel van Jezus maakt hij zich los van al dat aardsgerichte denken. Hij heiligt zich en "bedenkt de dingen die boven zijn" (Col.3:2). Hij richt zich op uit het laagliggende stof en heft het hoofd op naar het hoogstaande in het Koninkrijk der hemelen. Zijn gedachten zijn niet langer gespitst op wat zich voltrekt in deze duistere wereld, maar hij zoekt het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid (Mat.6:33). Zo staat hij op vanuit de doden om hem heen. Met zijn geest woont hij niet langer "op de aarde" (vgl. Op.3:10). Nee, hij laat zich "opwekken en een plaats geven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus" (Ef.2:6). Dáár, in de geest, wordt de komst van het Koninkrijk Gods gezien. Het komt niet met oogwaarneming, niet door het zorgvuldig observeren van de tekenen der tijden, noch door meer studie en denkwerk, niet door kracht of door geweld, niet door nog meer uiterlijke devotie, maar door Gods Geest.

Het Koninkrijk der hemelen komt in onze harten, als "rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest" (Rom.14:17). Door Zijn koningschap in ons binnenste worden wij "in alles meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad" (Rom.8:37). Wij juichen: "God zij gedankt, die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren" (2Cor.2:14). Het hemelse koningschap komt in ons binnenste, in het eeuwige heden. Niet alleen toen in die opwekking. Niet daar in die fijne gemeente. Niet hier in ons groepje. Ook niet alleen later als Jezus verschijnt en Zich zal manifesteren. Het Koninkrijk Gods komt in ons, als wij ons heiligen en in alle oprechtheid bidden: "Uw koningschap kome, Heer, ook in mij".



NIET HIER, NIET DAAR

Dat het niet hier is en niet daar, wil ik illustreren met maar twee voorbeelden, één uit het oude testament en één uit het nieuwe.

De reis van Abraham.

Abraham had eens in Ur der Chaldeeën gewoond, één van de welvarendste steden van het oude Babylon (Gen.11:31). Ur betekent licht, licht van een vlam. Dat is niet het licht van God, maar eigengemaakt licht met behulp van een vuurtje of een fakkel. In Babel komt het licht niet van God, maar is het door mensen aangestoken. Het is het licht van menselijk denken over goddelijke zaken. Abraham werd geroepen om dat licht achter zich te laten. Vijf oudvaders, waaronder Sem, de zoon van Noach die de zondvloed had overleefd, waren nog in leven. Hij moest hen toch verlaten, hoe oud en wijs ze ook waren. God zou hem leiden naar een beter land (Gen.12:1, Hebr.11:16).

Uit Babel trekken is een beeld van het verlaten van de duisternis van godsdienstige systemen die door menselijke inspanning in stand worden gehouden. In het beloofde land komen is een beeld van het binnengaan van het Koninkrijk Gods, waar het Licht straalt van de Geest die ons Christus doet kennen.

Abraham trok uit Ur, omdat hij iets in de geest had gezien. Hem was het nieuwe paradijs getoond als een prachtige stad die God Zelf had ontworpen (Heb.11:10). Daar schijnt de heerlijkheid van God en stroomt de rivier van levend water (Op.21:11, 22:1). Daar staat het geboomte des levens aan de oevers van de rivier (Op.22:2). Abraham zocht dat land (Heb.11:16). "Door het geloof is hij in gehoorzaamheid getrokken naar een plaats, die hij ter erfenis zou ontvangen, zonder te weten waar hij komen zou" (Heb.11:8).

Toen hij in Kanaän aankwam, verscheen God hem opnieuw en herhaalde de belofte (Gen.12:7-8). En weet u, hoe hij toen zijn tent opzette? Met Bethel naar het westen. Hij was steeds op reis geweest, westwaarts trekkend, met de zon mee. En toen hij in Kanaän was aangekomen, richtte hij zijn tent wéér verder westwaarts, richting Bethel (= huis Gods). Daarmee gaf hij te kennen, dat zijn reisdoel Bethel was, verder westwaarts, om, zoals David dat uitdrukte, "te verblijven in het huis Gods, al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid van de Heer te aanschouwen en om daar bij Hem te zijn" (Ps.27:4). Dat was zijn verlangen: bij God te zijn, in Zijn huis. Hij was uit Ur getrokken op zoek naar het land van God. Eenmaal aangekomen in het aardse Kanaän, moest hij erkennen: "Het was niet daar in Ur. Het is ook niet hier in Kanaän. Ik ben ook hier vreemd, nog niet bij Hem, in Bethel" (vgl. Heb.11:9). Dit Kanaän bleek niet te zijn wat God beloofd had. De belofte gold voor een hemels land (Heb.11:13-15).

Daarom bouwde Abraham in Kanaän geen huis of stad. Hij bleef op weg naar wat God had beloofd. "Hij bleef in tenten wonen met Izak en Jakob, die medeërfgenamen waren van deze belofte; want Hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is" (Hebr.11:9-10).

Ook nu zijn er gelovigen, die uit hun stad zijn getrokken, omdat ook hun een hemels land is getoond (Op.21:9-22:5). Ook zij zijn op weg. Ze hebben geen "huis" meer om in te "wonen". Net als Abraham trekken ze voort "in een tent", richting "Bethel". Wat Abraham wist, weten zij ook: het is niet daar en het is niet hier. Het is in geest en waarheid.

Het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw.

"Jezus moest door Samaria gaan" (Grieks: edei=moeten, gedrongen worden, Joh.4:4). Altijd deed Hij dat, waar de Geest Hem innerlijk toe drong. Zo kwam Hij terecht in het gebied van de Samaritanen, met wie Joden niet omgingen (Joh.4:9). Daar raakte Hij in gesprek met een vrouw, die water kwam putten uit de bron van Jakob, vlak bij de berg Gerizim.

Wat een verschil van denken kwam er in dat gesprek aan het licht! De Samaritaanse dacht aan het water uit de put van Jakob (v.11). Jezus dacht aan het water uit de rivier Gods (v.10). Zij dacht aan kortstondig dorstlessend water. Jezus had het over water, waarvan je nooit meer dorst krijgt. Zij dacht aan water dat je steeds maar weer moest gaan halen, maar Jezus sprak van een nooit afnemende, innerlijke stroom van levend, kristalhelder water dat ontspringt uit de troon van God en dat een fontein wordt in ons (v.14).

Het verschil is duidelijk. De vrouw dacht in natuurlijke termen, oudtestamentisch. Jezus sprak van eeuwige, geestelijke realiteiten, nieuwtestamentisch. Haar denkwijze was oud, Jezus' denkwijze nieuw. Zij had gedachten van beneden, Hij gedachten van boven. Zij woonde met haar geest op aarde, Jezus was van boven en sprak over het hemelse (vgl. Joh.3:12).

Op een gegeven moment voelde de Samaritaanse het verschil aan en zei: "Ik zie, dat u een profeet bent" (v.19). Meteen vroeg ze Hem toen: "Heer, waar moeten we eigenlijk God dienen? Want onze vaderen hebben op deze berg aangebeden (op Gerizim, waar destijds de tempel van de Samaritanen stond, die in 129 voor Christus door de Joden werd verwoest). En de Joden zeggen, dat Jeruzalem de plaats is waar je moet aanbidden" (v.20).

En wat antwoordde de Heer haar? "Geloof Mij, er komt een tijd, dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden" (v.21). "Want de Vader, de Waarachtige die Geest is, zoekt mensen die Hem aanbidden zullen in geest en in waarheid" (v.23-24). Niet hier, niet daar, maar in geest en waarheid.



DE AARD VAN HET KONINKRIJK GODS

Het is in geest .....

Geest is het tegengestelde van vlees (Rom.8:3-7). In geest is het tegengestelde van in vlees. De aard van het oude verbond is in vlees, aards, tijdelijk, aanwijsbaar. De aard van het nieuwe verbond is in geest, hemels, eeuwig, onzichtbaar aanwezig. We zullen enkele voorbeelden geven om het verschil duidelijk te maken tussen in vlees en in geest.

Koningschap in het oude verbond was in vlees. David en Salomo waren koningen over een aards volk in een aards gebied. Het waren mannen die opgevolgd werden door lijfelijke zonen, kroonprinsen. Maar het koningschap in het nieuwe verbond is in geest. Men krijgt er deel aan door geboren te worden uit God uit "water" (=Woord) en "adem" (=Geest, Joh.3:5).

Deze geestelijke geboorte kan men niet zien, maar is net als de wind. Die "blaast, waarheen hij wil: je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt of waar hij heengaat. Zo is ieder, die uit de Geest geboren is" (Joh.3:8). Het waarvan en het waartoe van Gods Geest is dus niet te bevatten. We ervaren Zijn werking. Zo ervaren we ook de komst van Zijn goddelijk koningschap in ons (Luc.17:21b, 1Pet.2:9).

Voor priesterschap geldt hetzelfde. In het Israël van het oude verbond werd je priester, omdat je vader priester was. Iedereen kon zien wie priesters waren: mannen uit de stam van Levi. Ze dienden God op uiterlijke wijze, met riten en ceremoniën, in priestergewaden, op een aardse plaats, in vlees. Trouwens, ieder die God uitsluitend zo meent te moeten dienen, dient Hem in vlees. Het nieuwe verbond kent alleen priesters in geest. "Niemand van hen matigt zichzelf die waardigheid aan, maar men wordt ertoe geroepen door God" (Heb.5:4). Ze worden niet door mensen, maar door Hem aangesteld en ingewijd. Ze zijn niet te herkennen aan naam, kledij of titel, maar door een innerlijk getuigenis. Alleen een geestelijk mens herkent hen en erkent hun bediening van het "dragen van de ark, het staan voor de Heer om Hem te dienen en het zegenen in Zijn naam" (Deut.10:8).

Nu het begrip Gods huis. Men ziet in het oude verbond het huis van de Heer als een gebouw van steen (1Kon.6:7). Gods huis was "de tempel van de Heer te Jeruzalem" (1Kon.12:27). Het was "een heiligdom voor deze wereld", met "bepalingen voor het vlees". Die bepalingen zouden gelden tot de tijd van herstel en vernieuwing, tot de tijd dat er van een nieuwe tempel sprake kon zijn (Heb.9:1, 9-10). Die nieuwe tempel bestaat niet uit blokken uit een steengroeve, maar uit levende stenen (1Pet.2:5a). God bouwt dat Huis en alle "stenen" worden harmonisch samen gehouden door de heilige Geest (Ps.133). In dát "Huis" woont de Vader: in al die levende "stenen", in al die vele "woningen" (Joh.14:2). Zij vormen samen het huis van "de onvergankelijke, onzienlijke, enige God" (1Tim.1:17). Het is een huis in de geest, met "een heilig priesterschap, tot het brengen van geestelijke offers, die God welgevallig zijn door Jezus Christus" (1Pet.2:5).

Er zijn veel meer voorbeelden te geven, om het verschil tussen in vlees en in geest te verduidelijken. Het meest elementaire verschil is wel dit: wat in vlees is, kan worden geleerd en moet worden gedaan. Wat in geest is, kan alleen worden gezien door de Geest der waarheid en moet worden geloofd (Heb.11:1). Helaas wordt wat in geest is door velen verworpen (vgl. Joh.1:9-11). Want "een ongeestelijk mens aanvaardt niet wat van de Geest Gods is, hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is" (1Cor.2:14).

Hoe dacht Jezus? Hij was "van boven", "als mens opgestegen naar de hemel" (Joh.3:13). Hij dacht altijd in geestelijke realiteiten. Het voedsel dat Hem echt bevredigde was het doen van de wil van de Vader (Joh.4:34). Zijn brood was hemels brood, Zijn drank levend water uit God. Hij wilde wel Koning zijn, maar dan in geest. Hij benadrukte dit voortdurend en zei: "Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Anders zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd. Mijn Koninkrijk is niet van hier" (Joh.18:36). En zo zouden wij, volgelingen van Jezus, ook moeten denken, zegt Paulus. "Laat die gezindheid (Grieks: phroneo=wijze van denken) bij u zijn, die ook in Christus Jezus was" (Fil.2:5). "Als u met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen, die boven zijn waar Hij is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenk de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn" (Col.3:1-2). En bid daarbij: "Laat komen Heer, uw Rijk. Laat Uw Koninkrijk, dat van de hemelen, komen ook in mij".

Het is in waarheid .....

Het Griekse woord voor waarheid (aletheia) betekent ook realiteit. Het Koninkrijk der hemelen is in geest en aletheia.

Alle ceremoniën van het oude verbond zijn slechts schaduwen (Heb.8:5, 10:1). Pas in het nieuwe verbond mogen we de geestelijke realiteiten leren kennen. Schaduwen zijn heenwijzingen, nooit de realiteiten zelf. De offers zoals beschreven in de eerste zeven hoofdstukken van Leviticus wijzen op aspecten van het ware offerlam, "dat geslacht is sedert de grond(=neer)legging van de wereld" (Op.5:6, 13:8). Dat Lam is Jezus (1Cor.5:7). Hij is de realiteit.

Het is net als met foto's. Een foto van je gezin is maar een plaatje, dat, als je van huis bent, beter iets is dan niets. Maar zo'n plaatje haalt het niet bij de realiteit thuis. En een foto van iemand die je nog nooit hebt ontmoet, geeft een idee hoe hij er in werkelijkheid uit moet zien. Welnu, het oude verbond is als het ware een fotoboek, dat ons vertelt over "de genade en de aletheia (waarheid én realiteit), die door Jezus Christus zijn gekomen" (Joh.1:17).

Nu doet zich een probleem voor. Voor de natuurlijke mens is alles wat hij ziet en kan aanraken reëel en waar. Geestelijke zaken vindt hij maar vaag en onzeker. In het Koninkrijk Gods is dat net andersom. God is geest (Joh.4:24). Bij Hem zijn geestelijke, blijvende, hemelse, eeuwige dingen reëel en waar.

En ook een geestelijk mens ziet "niet op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is maar tijdelijk, het onzichtbare eeuwig" (2Cor.4:18). Voor hem is Jezus als levendmakende Geest zeer reëel (1Cor.15:45). Niet een gebouw of een kerkelijke groepering is voor hem de kerk. De Kerk is voor hem Gods hemelse Huis. Dat is voor hem de realiteit waar hij wil zijn al de dagen van zijn leven (Ps.27:4). De werkelijkheid ligt voor hem in het onzichtbare.

Aletheia (waarheid in de zin van realiteit) ligt dus niet in Joodse of christelijke rituelen, ceremoniën en gewoonten. Dat zijn op z'n best heenwijzingen naar wat er in Christus is. Het zijn de "plaatjes" van de "geestelijke goederen" die niet van deze wereld zijn (Heb.9:11). De aard van het Koninkrijk Gods is dus in geest. Het komt niet met oogwaarneming, niet op één of meer bepaalde plaatsen. Het komt in geest. En in waarheid. Dat is: als eeuwige realiteit.

Het komt én is nu .....

Geloven dat het Koninkrijk Gods komt in een verre toekomst is niet zo moeilijk. Maar er is echt wel geloof nodig voor het ervaren van het koningschap van de Heer nu, voor het persoonlijk "Hem kennen en de kracht van Zijn opstanding" (Fil.3:10).

Eens had Jezus gezegd: "Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de doden naar de stem van de Zoon van God zullen horen, en die haar horen, zullen leven" (Joh.5:25). Hij zei, dat de opstanding vanuit de doden voor de Zijnen kan komen in het heden. De opstanding komt én is nu. Alle geestelijke realiteiten komen in het nieuwe verbond in het heden van elke tijd. Ze komen én zijn, nu, op elke jongste dag dus.

Martha, de zus van de gestorven Lazarus, had zich dat nog niet kunnen realiseren. Zij zei tegen Jezus: "Ik weet, dat hij zal opstaan bij de opstanding ten jongsten dage" (Joh.11:24). Ze bedoelde daarmee: op een jongste dag ergens in de toekomst. En toen antwoordde de Heer: "Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven. En ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. Geloof je dat?" (Joh.11:25-26).

Net als Martha dacht ook de Samaritaanse vrouw. Ze dacht aan later toen ze zei: "Ik weet, dat de Messias komt, die Christus genoemd wordt en wanneer die komt, zal Hij ons alles verkondigen" (Joh.4:25). Zoals zoveel gelovigen zat ze vast aan het verleden (ze putte steeds uit de bron van Jakob) en tegelijk hoopte ze op verlossing in de toekomst. Jezus bepaalde haar bij het heden. Hij zei: "Ik ben de Christus, Ik, die met u spreek" (Joh.4:26). Hij zei niet: Ik zal het zijn, of Ik was het, maar Ik ben het! Het was zo'n openbaring voor haar, dat ze "haar kruik liet staan, naar de stad ging en zei: Kom mee, want ik heb de Christus ontmoet" (Joh.4:28-29). De Messias was hier en nu!

Het is gemakkelijk om het koningschap van God later te verwachten. Maar Jezus zegt: "De ure komt en is nu" (Joh.4:23). We mogen het nu al zoeken (Luc.12:31). En we kunnen het nu al kennen (Mat.13:11). We mogen het nu ontvangen als een kind en het met kracht zien komen (Luc.18:17, Heb.12:28, Mar.9:1). "Het Koninkrijk Gods is in u" (Luc.17:21). In ons binnenste mogen we met Hem aanliggen om "nieuwe wijn" te drinken en het "verborgen manna" te eten (Luc.13:29, Mar.14:25, vgl.Luc.14:15-23).

Daarom wil God, dat Zijn eerstelingen nu uitgaan uit Babel. Hij wil hen nu uitleiden uit Egypte en hen nu doen ingaan in Zijn Koninkrijk. Hij wil nu gezien (=gekend) worden van aangezicht tot aangezicht. Want dat is het doel: Hem te kennen en de kracht van Zijn opstanding, Hem te zien zoals Hij is en Hem gelijk te zijn (Ef.1:17, Fil.3:10, 1Joh.3:2). Er wordt te veel over God gepraat. Om Hem echt te leren kennen, moeten we met Hem leven, persoonlijk met Hem spreken, Hem in alles om raad vragen, Zijn wil leren kennen en doen. Davids grootste verlangen was, om altijd bij Hem te zijn, "om Zijn liefelijkheid te aanschouwen en om te (onder)zoeken in Zijn tempel" (Ps.27:4). Die tijd komt én is nu (Joh.4:23).

Het al of niet leven in het Koninkrijk der hemelen in het heden is een keuze en een test voor iedere man of vrouw die zegt God te willen kennen. De vraag is steeds: "Wil ik de koninklijke weg vandaag wel gaan? Mag Hij vandaag Koning in mij zijn?". Want het is heel wat, om Zijn heerschappij in ons alledaagse leven te accepteren. Het betekent, dat we niet langer geleid zullen worden door traditie of "vlees en bloed", maar door Zijn Geest.

Ons geloof was eens op de Jezus van 2000 jaar geleden gericht en dat was goed. Iedere gelovige ziet ook uit naar de toekomst en dat is ook goed. Maar de ure komt én is nu, dat we onze "hoofden omhoog moeten heffen, opdat de Koning kan binnenkomen" (Ps.24:9-10). We moeten leren op Jezus te zien, zoals Hij nu is. En hoe is Hij nu? Hij is nu de levendmakende Geest (1Cor.15:45).

Wat voor de komst van het Koninkrijk Gods geldt, is ook van toepassing op de komst van de dag des Heren. Die dag is géén datum op de kalender, geen sabbat of zondag van vierentwintig uur en ook geen dag van duizend jaar. De dag van de Heer komt én is. God is licht (1Joh.1:5). Als Hij ons door Christus licht geeft met Zijn heerlijkheid, geeft Hij een "dag", die Hij gemaakt heeft (Jes.60:1, Ps.118). Wij hebben dan het licht des levens, Zijn waarheid, heerlijkheid en majesteit. We zijn dan kinderen van het Licht, kinderen van de "dag".

In Genesis noemde God het Licht dat Hij schiep dag. Nu zegt Jezus: "Ik ben het licht van de wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben" (Joh.8:12). Hij is de dag! Hij zei ook tegen Zijn discipelen: "Jullie zijn het licht van de wereld" (Mat.5:14). En Paulus zegt: "Broeders, wees allemaal kinderen van het licht en kinderen van de dag. We horen toch niet toe aan nacht of duisternis!" (1Thes.5:4-5). In Christus zijn wij kinderen van de dag van de Heer, omdat de Zon der gerechtigheid in ons is gaan schijnen (Mal.4:2).

We hebben aangetoond, dat de komst van de dag des Heren van dezelfde aard is als die van het Koninkrijk Gods: in geest, in waarheid en in het heden van elke tijd.

Wie dus nu niet ziet in geest en waarheid, is nog in duisternis (Joh.12:46). Hij blijft de dag van de Heer en de komst van Zijn Koninkrijk wel hier of daar verwachten, maar niet in zich, wel later, maar niet heden. Hij blijft naar uiterlijkheden jagen, naar menselijke grootheid, naar wat voor ogen is. "Dit alles is zonder enige waarde en dient slechts tot bevrediging van het vlees" (Col.2:23). Hij verwerft misschien alles wat het vrome vlees nodig heeft, maar mist "allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus" (Ef.1:3).

Maar als eenmaal de blinkende morgenster in zijn nacht gaat verschijnen en hij herkent die als zodanig, moet hij zich klaarmaken voor de dag. De morgenster kondigt namelijk de morgen van een nieuwe dag aan. Hij wekt de hoop, dat de Zon spoedig zal opgaan. Dat is Christus in ons, de hoop der heerlijkheid. Dat is het waarachtige licht dat ieder mens verlicht, tot eer van God, de Vader.

Overgenomen van http://www.in-geest-en-waarheid.nl/k4aard.htm
“You contribute nothing to your salvation except the sin that made it necessary.”
― Jonathan Edwards

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 31 okt 2016 22:09

Blade Straight, het is gewoon ondoenlijk om op dit meterslange citaat in te gaan. Ik wil alleen zeggen dat die tegenstelling tussen een geestelijk en een zichtbaar Koninkrijk een valse is. Want de Schrift leert zowel het een als het ander .Zeker. het begint geestelijk in ons hart, maar dat is de verborgen, onzichtbare zijde van het koninkrijk. Maar dat neemt volstrekt niet weg dat het bij de komst van de Messias manifest en voor ieder duidelijk zichtbaar moet worden .'Want Hij moet als Koning heersen 1Kor 15;25 en Dan.7:13,14. en 'alle oog zal hem zien'Openb.1:7 En daar is niets ongeestelijks aan, ook het stoffelijke wordt dienstbaar aan God als het door de Geest beademd wordt. zie Gen.2:7. ‘Alles wat adem heeft love de Heere’. Ps.150:6. En de discipelen in Hand.1 waren helemaal niet ongeestelijk zoals dit artikel suggereert want wij lezen in Luk.24:45 dat Jezus na Zijn opstanding hun verstand geopend heeft zodat zij de Schrifen verstonden. Bovendien had Hij nog 40 dagen met hen gesproken over de dingen van het Koninkrijk. Ze wisten dus heel goed wat zij vroegen.
Maar hierin herken ik dat Grieks-filosofische denken van Plato in dat reeds in de vroege kerk is ingeslopen. Daarin is het stoffelijke, aardse iets minderwaardigs dat er eigenlijk niet bijhoort; het spiritueele, bovenaardse daar gaat het eigenlijk om. Vandaar ook die heidense uitdrukking ‘stoffelijk overschot’ in veel rouwadvertenties. Maar Jezus leert ons bidden: ‘Uw koninkrijk kome’. Uw wil geschiedde gelijk in de hemel alzo ook op de aarde’, Hier zal ik het maar weer bij laten ereunao
Laatst gewijzigd door ereunao op 31 okt 2016 22:36, 2 keer totaal gewijzigd.

Gebruikersavatar
BladeStraight
Luitenant
Luitenant
Berichten: 739
Lid geworden op: 13 okt 2014 14:45

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor BladeStraight » 31 okt 2016 22:33

Jammer, kom ik met een gedetailleerd antwoord op de punten die je aanhaalt, ga je er niet op in.
“You contribute nothing to your salvation except the sin that made it necessary.”
― Jonathan Edwards

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 31 okt 2016 22:47

Blade Straight:
Jammer, kom ik met een gedetailleerd antwoord op de punten die je aanhaalt, ga je er niet op in.

Dat is gewoon ondoenbaar, ik heb de belangrijkste punten geselecteerd en beantwoord ereunan

Gebruikersavatar
BladeStraight
Luitenant
Luitenant
Berichten: 739
Lid geworden op: 13 okt 2014 14:45

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor BladeStraight » 31 okt 2016 23:48

ereunao schreef:Dat is gewoon ondoenbaar, ik heb de belangrijkste punten geselecteerd en beantwoord ereunan


Prima.

Ik denk dat je een paar dingen door elkaar haalt. Veel van de teksten die je gebruikt slaan op de komst van Christus op de wolken om de wereld te oordelen. Er is niets dat suggereert dat de wereld vervolgens gewoon doorgaat. Nee, er komt een nieuwe aarde en Gods kinderen zullen daarop wonen.

Daarbij zeg ik ook helemaal niet dat het vleselijke niet veel waard is, dat staat ook in het artikel dat ik postte vrij duidelijk beschreven. Sterker nog, wanneer wij deel gaan uitmaken van het Koninkrijk van God, doordat we door genade in het bloed van Christus gewassen zijn (geestelijk dus), zal dit grote gevolgen hebben voor ons leven.
“You contribute nothing to your salvation except the sin that made it necessary.”
― Jonathan Edwards

ereunao

Re: De verwachting van de wederkomst in de Bijbel

Berichtdoor ereunao » 01 nov 2016 11:01

Blade Straight:
Daarbij zeg ik ook helemaal niet dat het vleselijke niet veel waard is, dat staat ook in het artikel dat ik postte vrij duidelijk beschreven. Sterker nog, wanneer wij deel gaan uitmaken van het Koninkrijk van God, doordat we door genade in het bloed van Christus gewassen zijn (geestelijk dus), zal dit grote gevolgen hebben voor ons leven.

Hier kom je opnieuw met beweringen die je niet uit de Schrift bewijzen kunt. Want uit de beschrijving van de profeten blijkt duidelijk dat het hier nog om een binnen-historisch rijk gaat waar nog getrouwd wordt en kinderen geboren worden. Waar God de oogst rijkelijk zegent en Israël in het land woont dat God aan Zijn knecht Jakob gegeven heeft en Zijn knecht David hun vorst zal zijn Ezech. 37:25. Waar de volken optrekken naar de tempel in Jeruzalem om de Heere te aanbidden en het Loofhuttenfeest te vieren. Dit alles kan onmogelijk op de n.hemel en de n. aarde toegepast worden. Want daar wonen alleen mensen in een opstandinglichaam, is ook geen tempel (Openb.21:22).De Koning van Ps 72 regeert van de zee tot aan de zee, maar in Openb.21 lees ik: 'en de zee was niet meer'.

En de troon van David staat niet in de hemel en ook niet in de kerk, maar in Jeruzalem (Jer.3:17) De Messias vervult in Zijn regering een middelaarsfunctie. En als het doel bereikt is en al de volken in een duizendjarige leerschool uit de Tora de kennis des Heeren geleerd hebben ( Jes.2 ; Micha 4 ) geeft Hij het koninkrijk aan de Vader over en is God weer alles in allen. 1Kor.15;24.Dan gaat ,na een laatste zuivering Openb.20:7-10 ) de christocratie over in de eeuwige theocratie en bereikt het Koninkrijk Gods zijn laatste en definitieve gestalte. Want God werkt gefaseerd, trapsgewijs; vandaar ook de schepping in zes dagen! Maar jij probeert tegen alle Schriftbewijzen in op de kerk en de n.hemel en de n.aarde toe te passen wat de Schrift aan Israël en de volken in het messiaanse rijk verbindt. En of je dat nu wilt weten of niet; dat is de verv.theorie! Om je een globaal inzicht te geven in deze zaken plaats ik hier nogmaals de onderstaande met degelijke Schriftbewijzen onderbouwde link:

http://watkrijgenwe.nu/maranathakerk.nu ... komst.html


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Google Adsense [Bot] en 26 gasten