Mattheüs 25:34
Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechter hand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld.
Als je deze tekst leest zie je dat het Koninkrijk van de grondlegging af aan is bereid, dus hoe kan iemand dan verklaren dat een andere tekst zegt dat de gelovigen al voor de grondlegging zijn uitverkoren?
Dan betekent de volgende tekst dus iets anders, dan wat ze er van gemaakt hebben:
Efeziërs 1:4
Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde;
En moet je op zoek naar een tekst die dat kan verklaren en dan kom je uit bij deze:
Johannes 17:24
Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld.
En dan besef je dat Paulus dus in Efeziërs 1:4 bedoelde dat de Heere Jezus er voor de grondlegging al was en dat God Hem toen al lief had.