Psalm 27:1 Berijming 1773
God is mijn licht, mijn heil; wien zou ik vrezen?
Hij is de HEER, die hulp verschaft in nood;
Mijn levenskracht; 'k heb niet vervaard te wezen:
Hij is 't, die mij beveiligt voor den dood.
Wanneer de macht der bozen sloeg aan 't woên,
En aanrukt', om zich met mijn vlees te voên.
Stiet zelf dit rot, dat mij benauwt en haat,
Den voet, en viel; omdat het God verlaat.
Zingen: http://www.psalmboek.nl/zingen.php?psID ... ID=1&s=rit
Psalmen 27:1-2 NBG'51
1 Van David.
De HERE is mijn licht en mijn heil,
voor wie zou ik vrezen?
De HERE is mijns levens veste,
voor wie zou ik vervaard zijn?
2 Toen boosdoeners op mij afkwamen
om mijn vlees te eten
– mijn tegenstanders en mijn vijanden –
zijn zij zelf gestruikeld en gevallen.
Ik heb weleens een preek gehoord over dit tekstgedeelte. De predikant die toen voorging zei dat in Psalm 27:1 de Drie-eenheid van God naar voren komt.
David zegt daar namelijk dat de HERE zijn licht, zijn heil, en zijn levens veste is. David noemt dus drie eigenschappen van de HERE. Gaat het hier werkelijk om de Drie-eenheid van God?