Psalm 106:9,10 (Berijming 1773)
9. Toen heeft Hij hen met vlees gevoed.
Maar zond hun ziel, bij d' overvloed,
Een magerheid, die z' uit deed teren.
Zij dorsten Mozes 't hoog bewind,
En Aron 't priesterambt des HEEREN,
Benijden, door hun waan verblind.
10. Maar 't aardrijk opende zijn mond,
Waarmee 't Abirams volk verslond,
En Dathans snode vloekverwanten;
Een vuurgloed stak de tenten aan
Van 't godd'loos rot, aan alle kanten,
En deed het door de vlam vergaan.
Zingen:
http://www.psalmboek.nl/zingen.php?psID ... ID=9&s=rit
http://www.psalmboek.nl/zingen.php?psID ... D=10&s=rit
De opstand van Korach, Datan en Abiram (Numeri 16)
De geschiedenis die in bovenstaande psalm is verwoord, lezen we in Numeri 16.
Korach is één van de leiders van de Levieten en een volle neef van Mozes en Aäron. Hij is ontevreden met het leiderschap en de hoge positie van Mozes en Aaron. Korach heeft twee mensen uit de stam van Ruben gevonden, Datan en Abiram, met wie hij een opstand begint tegen Mozes en Aäron. Daarnaast nog 250 man. Mozes stelt voor de volgende dag wierook te offeren, zodat Gods besluit helder wordt. Ook Datan en Abiram zijn boos op Mozes.
De volgende dag komen Korach met zijn vrienden met hun wierookvaten. Mozes zegt tegen het volk dat ze weg moeten blijven van Korach, Datan en Abiram. Tegen Israël zegt Mozes dat Korach en zijn have levend in het dodenrijk zullen dalen. Dat gebeurt ook: de aarde opent haar mond en ze gaan levend naar het dodenrijk. Een vuur uit de hemel verteert de 250 man die reukwerk offeren.
De volgende dag klagen vele Israëlieten over de de doden die gevallen zijn. Dan zegt God tegen Mozes dat hij hen in een ogenblik zal verteren. Mozes zegt tegen Aäron dat hij een vuurpan moet nemen en daar vuur in moet doen van het altaar en reukwerk daarop moet leggen en haastig naar de vergadering moet gaan en verzoening over hen moet doen. De plaag is begonnen onder het volk en Aäron doet wat Mozes tot hem gezegd heeft. Als hij tussen de doden en de levenden staat, houdt de plaag op. Deze plaag heeft 14.700 levens geëist (dus afgezien van het voorval met Korach). Aäron gaat terug naar Mozes, die aan de ingang van de tent der samenkomst staat.
We lezen over deze oproerkraaiers dus dat ze levend in het dodenrijk (hel) zijn gedaald!! Volgens mij lezen we dat nergens anders in de Bijbel. Wat vinden jullie van deze geschiedenis?