lousje schreef:Er staat geschreven: Er zijn echter nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft; indien deze één voor één beschreven werden, dan zou, naar ik meen, de wereld zelf de boeken, die geschreven werden, niet kunnen bevatten.
Nu vroeg ik me af, misschien is dit wel een domme redenering, maar waarom lijken de evangeliën van Marcus, Lucas en Matteüs dan zoveel op elkaar?
Geen domme vraag, eigenlijk zelfs een logische vraag.
Wij kunnen niet met zekerheid vaststellen wanneer de evangeliën precies geschreven zijn. We kunnen wel een schatting maken. Vrijwel alle theologen gaan ervan uit dat ze geschreven zijn tussen het jaar 60 en het jaar 100. Daarbij is Mark. waarschijnlijk het eerst en Joh. het laatst geschreven. Matth. en Luk. zitten er tussenin. Een boeiende en bijbelgetrouwe website over het ontstaan van het NT is
http://www.godswoord.nl/bruce/index.asp
Er zitten dus enkele tientallen jaren tussen de omwandeling van Jezus op aarde en het moment dat Zijn werken en woorden opgeschreven zijn. De reden daarvan is waarschijnlijk dat men in de jaren direct na de opstanding en hemelvaart geen evangeliën nodig had, omdat alle gebeurtenissen met de Heere Jezus nog vers in het geheugen lagen. Zolang er nog veel ooggetuigen in leven waren, was er geen behoefte aan een 'geschreven ooggetuige'. Bovendien dachten de eerste christenen dat de wederkomst zeer snel zou komen, waardoor de noodzaak om alles op te schrijven nog minder werd. Pas toen de wederkomst uitbleef en vele ooggetuigen al overleden waren, rijpte het besef Jezus' woorden en daden opgeschreven moesten worden als getuigenis voor de rest van de wereld.
Om hun evangeliën te schrijven, moesten ze terug in de geschiedenis en
onderzoek doen naar bronnen die iets over Jezus vertelden. Lukas (1:1-4) is de enige die dat expliciet vertelt, maar het geldt ongetwijfeld ook voor de andere. Ze hadden de beschikking over verschillende soorten bronnen, o.a.:
- mondelinge/schriftelijke overlevering van ooggetuigen; Luk. 1:2
- eigen herinnering als ooggetuige; Joh. 21:24, vgl. 1 Joh. 1:1-3
Als we ervan uitgaan dat Mark. het eerst geschreven is en we zien dat er grote (zelfs woordelijke) overeenkomsten zijn tussen bijv. Mark. en Luk. dan ligt het voor de hand om te veronderstellen dat Markus één van de bronnen is geweest die Lukas heeft gebruikt. Of dat Mark. en Luk. beiden eenzelfde (schriftelijke) bron hebben gebruikt die voor ons verloren is gegaan.
Als we vervolgens zien dat er ook verschillen zijn in dezelfde passages waarin die woordelijke overeenkomsten voorkomen, dan betekent dit dat Lukas naast Mark. ook andere bronnen heeft gehad, waaruit hij kon putten. Bijvoorbeeld wat hij zelf van ooggetuigen heeft gehoord.
Kortom:
Het feit dat sommige evangelisten een andere evangelist als bron gebruikt hebben, verklaart dat er zoveel overeenkomsten zijn.
Het feit dat elke evangelist wellicht over meerdere bronnen beschikte, verklaart waarom er ondanks de vele overeenkomsten toch ook veel verschillen zijn.
Elke evangelist had zijn eigen bedoeling met zijn evangelie. Beter gezegd: de Heere heeft met elk evangelie een Eigen bedoeling: zo benadrukt Lukas in zijn evangelie de mensheid van Jezus, terwijl Johannes vooral Jezus' Godheid benadrukt.
Dankzij de leiding (inspiratie) van de Heilige Geest hebben wij nu zo'n rijk geschakeerd beeld van onze Meester.