laat ik bij deze mijn visie even doorgeven. die is net weer wat anders dan de rest.
ik geloof wel degelijk in een opname. deze staat keurig netjes vermeldt. maar de grote vraag waar iedereen altijd weer over verdeeld is, is wanneer? dan moeten we toch een aantal zaken chronlogisch bepalen omdat het niet zo 123 vermeldt staat. toch kunnen we als we goed lezen wel opmaken wanneer de opname wel is.
SVV 2 Thessalonians 2:1 En wij bidden u, broeders, door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem,
SVV 2 Thessalonians 2:2 Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware.
SVV 2 Thessalonians 2:3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;
Hier wordt heel duidelijk gesteld hoe de volgorde is. eerst de grote afval in de eindtijd waarin de zoon des verderfs zich zal openbaren. dan pas zal er een opname zijn.
en laten we er acht op geven dat deze zich zal zetten in de Tempel. deze Tempel staat er nog niet maar zal er straks wel staan. in Ezechiel 40 e.v. kunnen we lezen hoe deze tempel eruit zal zien. de gruwel der verwoesting voorzegd in Daniel en Mattheus.
Dus, voordat de hoop van de thessalonisenzen (een andere hoop dan wj hebben nl: de verschijning met Hem in heerlijkheid: wie het leest geve acht op de dingen die verschillen) zal:
-eerst de afval plaatsvinden
-de zoon des verderfs zich openbaren en zich in de tempel Gods zetten om te laten zien dat hij god is. (vindt dus plaats in Israel)
-de komst van de mens der wetteloosheid is naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen.
-de Here Jezus zal deze wetteloze doden door de adem Zijns mond en machteloos maken door Zijn verschijning als Hij komt.
in 1 thes.4:13-18 vinden wij de hoop van de gemeente uit de handelingen periode.
in vers 13 zien we dat sommigen bedroefd zijn vanwege een aantal overleden broeders en zusters. zij dachten namelijk namelijk dat deze ontslapenen deze opname niet meer zouden meemaken. Hier haakt Paulus op in en legt ze uit hoe het wel zal zijn.
in vers 14 laat Paulus zien dat God de gelovigen ook hen, die ontslapen zijn wederbrengen. niet uit de hemel maar in vers 14a gaat het over de opstanding. en de ontslapen zullen net zo gewekt worden uit hun doodsslaap.
dit lezen we ook in vers 15.
Paulus sluit zich hier bij in. Wij, levenden....Paulus gaat er van uit dit bij leven nog mee te maken.
maar hij zegt nog iets. namelijk: denk nu niet dat wij, levenden op aarde, de Here Jezus eerst ontmoeten en dan de ontslapenen. nee, tis juist andersom. eerst de ontslapenen die gewekt worden. dan pas wij, die levend zijn achtergebleven.
deze volgorde wordt in vers 16 toegelicht.
Dus zodra de Here wederkomt zullen zij die in Christus ontslapen zijn eerst opstaan.
en deze gaan dan de Here tegemoet in de lucht. samen met hen die levend achter gebleven zijn tot aan de wederkomst.
en dan maant Paulus ze aan om elkaar te vertroosten met deze woorden.
Heeft iemand van deze groep de Here al ontmoet? nee. dit moet nog geschieden.
de doden moeten nog onvergankelijk worden opgewekt. wanneer? bij de laatste bazuin.
heel vaak worden deze woorden gebruikt bij een grafrede en zegt men dat hij of zij bij de Heer is. maar dat is niet juist en dwars tegen de inhoud in van voornoemd gedeelte.
deze beschreven hoop was bekend tot in de handelingen. sterven, rusten in het graf en dan de opstanding bij de wederkomst.
SVV John 6:39 En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage.
SVV John 6:40 En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Het verschil van de doden die opstaan en zij die levend achterbleven kan worden opgemerkt in de volgende 2 teksten. daar gaat het om deze twee onderscheiden zaken:
de opstanding van de doden:
SVV John 11:25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;
de levenden die achterblijven:
SVV John 11:26 En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat ?
we merken dus op dat Paulus de bedroefde thessalonisenzen niet vertroost met de woorden dat de ontslapenen al bij de Heer zijn. maar dat zij zullen gewekt worden bij de wederkomst. en deze vindt plaats NA de grote verdrukking. een verdrukking die niet wereldwijd zal plaatsvinden zoals zovelen gelovigen denken maar in het midden oosten. ISrael en de directe landen van rondom zullen er bij betrokken zijn als eerste. de wereld speelt op de achtergrond mee. maar de wettelozen zal zich openbaren in ISrael. daar staat de Tempel. daar word de offerdienst gestaakt. daar zal de zoon des verderfs zich zetten in de tempel. in Jeruzalem treden de getuigen op. 70 weken zijn gesteld over Daniels volk.
de laatste jaarweek zal op alles met Israel te maken hebben. Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg.
voor ons in deze tijd geld er een andere hoop. namelijk de uitopstanding uit de doden. een individuele uitopstanding. zoals vermeld in filipenzen en kolossenzen. Bij de wederkomst (verschijning) zullen deze gelovigen die deel hebben gehad aan de uitopstanding, met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Over het tegemoet gaan van die groep nog het volgende. zij gaan Hem tegemoet. Hij is dus onderweg naar de aarde!!! met de gelovigen uit deze bedeling die bij Hem zijn en ook meekomen.
er is dus een ontmoeting in de lucht. maar....Hij is onderweg naar de aarde. dus zullen zij met Hem meegaan naar de aarde. als een soort welkomstcomitee.
er is dus maar 1 komst des Heeren en geen 2. er zit ook geen tijd tussen. deze groep wordt niet voor de verdrukking weggenomen o.i.d.