Wat bedoelde David eigenlijk met Ps. 22?

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Gebruikersavatar
Shito
Mineur
Mineur
Berichten: 171
Lid geworden op: 30 jul 2005 22:20
Locatie: I stopped living long ago. Where, it doesnt matter.

Berichtdoor Shito » 31 jul 2005 13:07

Kleine notatie voordat ik de moeite ga doen alle details door te lezen.

Translator's choice.

De oorspronkelijke versies van bijvoorbeeld psalm 22 zullen Hebreeuws zijn geweest. Maar, in Jeshua's tijd was Hebreeuws er al niet echt meer, hij sprak Aramees naar het schijnt, Grieks en Latijn zullen ook heersende talen geweest zijn in die tijd en omgeving. Dus, de versie die hij heeft geleerd, was ongetwijfeld een vertaling.

Nu neem ik eens SV, NBG51, NBV en GN. Voor dit vers zijn ze vrij identiek (ongetwijfeld om de Jeshua-quote te blijven ondersteunen) maar voor de rest is het een wereld van verschil. Nu, als wij dat hebben, zou datzelfde niet logischerwijs gelden in een oudere tijd, bijvoorbeeld in de tijd van Calvary? Dus: dat Jeshua simpelweg een andere vertaling kende dan de algemene? Of, dat er toen zelfs een andere vertaling was dan degene die we nu kennen?

Dit wordt nog aannemelijker op het moment dat je beseft dat de schriftgeleerden zijn quotes niet onderuit schoffelden. "heb ik u niet gezegd: gij zijt goden?" heb ik nog steeds niet letterlijk terug kunnen vinden. Dus konden de schriftgeleerden dat makkelijk genoeg zeggen: nee hoor, er staat "...", dus je claim klopt niet, jammer joh Jezus.

Ze deden het niet. Was hun bijbelkennis nietig? Lijkt me irrationeel. Blijkbaar waren er dus al variaties, lichte afwijkingen, en met name in een psalm kan dat makkelijk (na een berijming, bijvoorbeeld).
The ox knoweth his owner, and the ass his master's crib; but my children do not know Me, my people does not consider.

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 31 jul 2005 13:59

Hallo Shito,

Shito schreef:Kleine notatie voordat ik de moeite ga doen alle details door te lezen.

Translator's choice.

De oorspronkelijke versies van bijvoorbeeld psalm 22 zullen Hebreeuws zijn geweest. Maar, in Jeshua's tijd was Hebreeuws er al niet echt meer, hij sprak Aramees naar het schijnt, Grieks en Latijn zullen ook heersende talen geweest zijn in die tijd en omgeving. Dus, de versie die hij heeft geleerd, was ongetwijfeld een vertaling.

Nu neem ik eens SV, NBG51, NBV en GN. Voor dit vers zijn ze vrij identiek (ongetwijfeld om de Jeshua-quote te blijven ondersteunen) maar voor de rest is het een wereld van verschil. Nu, als wij dat hebben, zou datzelfde niet logischerwijs gelden in een oudere tijd, bijvoorbeeld in de tijd van Calvary? Dus: dat Jeshua simpelweg een andere vertaling kende dan de algemene? Of, dat er toen zelfs een andere vertaling was dan degene die we nu kennen?


Het betreft de vorlage: כארי versus כארו


Shito schreef:Dit wordt nog aannemelijker op het moment dat je beseft dat de schriftgeleerden zijn quotes niet onderuit schoffelden. "heb ik u niet gezegd: gij zijt goden?" heb ik nog steeds niet letterlijk terug kunnen vinden. Dus konden de schriftgeleerden dat makkelijk genoeg zeggen: nee hoor, er staat "...", dus je claim klopt niet, jammer joh Jezus.

Ze deden het niet. Was hun bijbelkennis nietig? Lijkt me irrationeel. Blijkbaar waren er dus al variaties, lichte afwijkingen, en met name in een psalm kan dat makkelijk (na een berijming, bijvoorbeeld).


Psalm 82:6 אני אמרתי אלהים אתם, letterlijk: ik heb gezegd “jullie zijn goden”. De exacte tegenhanger van het Grieks uit Johannes 10:34.



Vrede!



Moshe
Jood

aurora
Verkenner
Verkenner
Berichten: 76
Lid geworden op: 08 okt 2003 20:01
Locatie: Apeldoorn / Leuven
Contacteer:

Berichtdoor aurora » 31 jul 2005 16:19

Zouden jullie voor iemand die in dit topic net binnen komt vallen, het discussiepunt even helder kunnen maken?

Gebruikersavatar
Shito
Mineur
Mineur
Berichten: 171
Lid geworden op: 30 jul 2005 22:20
Locatie: I stopped living long ago. Where, it doesnt matter.

Berichtdoor Shito » 31 jul 2005 23:50

een dikke pagina is makkelijker bij te lezen lijkt me :) voor zover ik kan opmaken: de discussie of je op letterlijke woorden moet kijken in schrift verwijzingen.

Waarbij ik niet zal ontkennen dat het mij wel degelijk bezighoudt.

Maar, ik heb genoeg vertaal zooi gezien om te weten hoeveel variaties bestaan.

Ik zal dit zeggen: er is veel bij verzonnen bij profetie->Jezus gedoe. Veel profetieen waren al vervuld, veel zijn duidelijk uit hun context gerukt door over-enthousiaste evangelisten. Maar, tegelijk, blijft het plaatje overeind. Een verzameling stippen die misschien niet zo zeer verbonden zijn met Jeshua, maar die heel duidelijk om hem heen staan.

Als het gaat om "Eloi Eloi lamai sabachtani": niet Jeshua zei erbij dat hij het quootte. Ik vraag me af wie het heeft verheven tot een quote...
The ox knoweth his owner, and the ass his master's crib; but my children do not know Me, my people does not consider.

hans_is_eigenwijs

Berichtdoor hans_is_eigenwijs » 28 aug 2006 13:37

Psalm 22 dit psalm gaat in zijn geheel over het lijden en sterven, maar ook over de opstanding van de Here Jezus.

  1. Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar.
  2. Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, de woorden mijns brullens?
  3. Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte.
  4. Doch Gij zijt heilig, wonende de lofzangen Israels.
  5. Op U hebben onze vaders vertrouwd; zij hebben vertrouwd, en Gij hebt hen uitgeholpen.
  6. Tot U hebben zij geroepen, en zijn uitgered; op U hebben zij vertrouwd, en zijn niet beschaamd geworden.
  7. Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk.
  8. Allen, die mij zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd:
  9. Hij heeft op den HEERE gewenteld, dat Hij hem uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft!
  10. Gij zijt het immers, Die mij uit den buik hebt uitgetogen; Die mij hebt doen vertrouwen, zijnde aan mijner moeders borsten.
  11. Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God.
  12. Zo wees niet verre van mij, want benauwdheid is nabij; want er is geen helper.
  13. Vele varren hebben mij omsingeld, sterke van Basan hebben mij omringd.
  14. Zij hebben hun mond tegen mij opgesperd, een verscheurende en brullende leeuw.
  15. Ik ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden; mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands.
  16. Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des doods.
  17. Want honden hebben mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven.
  18. Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op mij.
  19. Zij delen mijn klederen onder zich, en werpen het lot over mijn gewaad.
  20. Maar Gij, HEERE! wees niet verre; mijn Sterkte! haast U tot mijn hulp.
  21. Red mijn ziel van het zwaard, mijn eenzame van het geweld des honds.
  22. Verlos mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen der eenhoornen.
  23. Zo zal ik Uw Naam mijn broederen vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen.
  24. Gij, die den HEERE vreest! prijst Hem; al gij zaad van Jakob! vereert Hem; en ontziet u voor Hem, al gij zaad van Israel!
  25. Want Hij heeft niet veracht, noch verfoeid de verdrukking des verdrukten, noch Zijn aangezicht voor hem verborgen; maar Hij heeft gehoord, als die tot Hem riep.
  26. Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen.
  27. De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; zij zullen den HEERE prijzen, die Hem zoeken; ulieder hart zal in eeuwigheid leven.
  28. Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden.
  29. Want het koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen.
  30. Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven niet kan houden.
  31. Het zaad zal Hem dienen; het zal den HEERE aangeschreven worden tot in geslachten.
  32. Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke, dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft.


En inderdaad, bij het lezen van deze Psalm zie wij dat heel wat uitspraken die hier in voorkomen, bekend zijn omdat ze door de Here Jezus Zelf gesproken worden aan het kruis, en daardoor zijn ze ons bekend geworden. het kan niet anders of we moeten bij het lezen van deze Psalm ons meteen vanaf het begin ons realiseren dat deze Psalm gelegd wordt in de mond van onze Here Jezus. Die begint meteen als in vers 2 met Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, enz. Het is duidelijk dat, dat een aanhaling is van de woorden die gelegd worden in de mond van de Here Jezus. Of andersom, je kunt natuurlijk ook zeggen, de woorden die de Here Jezus sprak aan het kruis waren aanhalingen uit Psalm 22. Maar het neemt niet weg, dat dan blijkbaar Psalm 22 daar ook dan voor bestemd was.

Er zijn nogal wat verhalen in omloop, uiteraard, over deze Psalm. Er is nogal wat over te zeggen, juist omdat het een Psalm is die zo duidelijk, tot in de details het lijden van de Here Jezus beschrijft. Begrijpt u mij goed, er zijn vele Psalmen, niet maar enkelen zoals sommigen denken, maar er zijn zelfs vele Psalmen die een beschrijving geven, min of meer, van het lijden en in ieder geval de dood van de Here Jezus. Maar als er één bij is, die uitdrukkelijk spreekt over het lijden aan het kruis, is het juist deze Psalm omdat hier details in genoemd worden die we verder nergens tegenkomen en die op eenvoudige wijze verklaard worden wanneer we zien dat hier gesproken wordt over de kruiziging van de Here Jezus. Dat lijdt dus inderdaad geen enkele twijfel. Dergelijke schriftgedeelten zijn er overigens meer, die schriftgedeelten namelijk in het oude Testament die in verband gebracht worden met het lijden van de Here Jezus. Maar als er één zo'n schriftplaats is, in het Oude Testament, dan is het ongetwijfeld deze.

't Is overigens niet zo bekend als Jesaja 53. Meestal denken wij aan Jesaja 53 als gevraagd wordt, noem eens een schriftgedeelte in het Oude Testament, waar het lijden dat op Christus zou komen, beschreven wordt. Maar samen met Jesaja 53 is dit schriftgedeelte toch wel het meest bekende. 't Eigenaardige doet zich ook voor, om maar weer eens vast te stellen, dat net als Jesaja 53 deze Psalm geen plaats vindt in de lezing van het Oude Testament in de Synagoge. Daar moet ik meteen een voorbehoud bij maken. 't Is namelijk zo dat in het Jodendom de Bijbel, dat wil zeggen hun Bijbel, het Oude Testament verdeeld is in verschillende delen die in de loop van één jaar in de Synagoge worden voorgelezen. Zodat het de bedoeling is dat het gehele Oude Testament in de loop van één jaar voorgelezen wordt. En daartoe is het ingedeeld, dat is een gebruik wat wij trouwens binnen het Christendom ook kennen, dat de Bijbel ingedeeld wordt in stukken die men dan dagelijks zou moeten lezen om in een bepaalde tijd de hele Bijbel door te lezen. Meestal haalt men dat niet in één jaar. Maar dat komt natuurlijk omdat wij het Nieuwe Testament ook moeten lezen. Maar in ieder geval het Jodendom heeft dat wel, maar ik moet er meteen bij zeggen dat er verschillende indelingen bestaan en dat niet overal temidden van het Jodendom methodiek wordt gehandhaafd. Maar in ieder geval is bekend, dat in de meest gebruikelijke verdeling van het Oude Testament, zowel Jesaja 53 als Psalm 22 ontbreken. Dat wil zeggen, men claimt dan in één jaar tijd, het Oude Testament te hebben uitgelezen, officieel in de Synagoge, maar in de praktijk blijkt dat onder andere Jesaja 53 en Psalm 22 niet gelezen zijn.

Nou kan het best zijn dat er iemand zegt: maar ik weet een Synagoge waarin ze dat wel lezen, dat zou ook best kunnen, maar dan gebruikt men kennelijk een andere indeling, maar het is van oudser bekend dat men name deze gedeelten die zo uitdrukkelijk spreken over het lijden van de Messias, dat men die domweg weglaat, eenvoudig omdat men er geen verklaring voor heeft. Men weet niet wat men met deze schriftgedeelten moet beginnen. Want, natuurlijk, wanneer er naar gevraagd wordt dan zal er altijd wel een verhaal komen. Maar dat is dan natuurlijk nog niet de verklaring. Het Jodendom leert bijvoorbeeld dat je Jesaja 53 over het schaap dat stom is voor zijn scheerders, enz. Een schaap wat ter slachtbank geleid wordt. Dat, dat Jesaja 53 spreekt over het lijden wat over Israël, het Joodse volk, zou komen. Maar wanneer men daar naar vraagt: "Nou, verklaar het dan eens nader, wat betekenen die verzen dan, precies?" Niet in zijn algemeenheid, maar wat betekenen die verzen stuk voor stuk? Dan zal blijken dat men het antwoord schuldig blijft. En de reden daarvoor is duidelijk genoeg. Het slaat namelijk niet op Israël, zodanig. Gedetailleerd, dus alle delen, is het van toepassing op het lijden van de Messias zelf, de Here Jezus uiteraard. En dat is met Psalm 22 in nog veel sterkere mate het geval, want zoals gezegd, wij vinden geen schriftgedeelte, wat gedetailleerder, de kruiziging van de Here Jezus beschrijft, en daarbij, denk ik inderdaad ook aan het Nieuwe Testament, want de beschrijving van de kruiziging van de Heer in het Nieuwe Testament is een beschrijving van op afstand, dat wil zeggen er wordt gewoon kort medegedeeld wat er zoal gebeurdde zonder dat de schrijvers van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes daar helemaal direct in emotioneel bij betrokken raken, ze beschrijven het nogal op afstand. Iedereen die het verhaal leest, die zal dat moeten toegeven, want niemand van die allen houdt zich bezig met wat er werkelijk in de Here Jezus omging. Nou, een beetje maar bepaald niet erg veel. Maar het moet duidelijk zijn dat deze Psalm wél uitdrukking geeft aan de situatie van de Here Jezus zelf aan het kruis. Hier wordt niet beschreven hoe het allemaal gebeurdde, maar hier wordt wel Zijn lijden als zodanig beschreven en van Hem Zelf uit, want Hij Zelf is hier aan het woord. Hier zijn niet de toeschouwers aan het woord, maar hier is Hij Zelf aan het woord. En dat begint dan ook meteen in vers 2.

Laat ik even bij vers 1 beginnen. de eerste moeilijkheid van deze Psalm is het opschrift, maar dat is een moeilijkheid die zich bij vele andere Psalmen ook voordoet, men weet namelijk gewoonlijk niet goed raad met opschriften als voor de opperzangmeester en ook niet met zo'n uitdrukking als op Aijeleth hasschachar. En dat men daar geen raad mee weet, dat is duidelijke, want anders zou men het wel vertaaald hebben, maar in plaats daarvan heeft men het in het Hebreeuws laten staan. Dat is altijd een teken van dat men niet precies begrijpt wat men er mee moet, en uit respect voor de Heilige Schrift, hebben de vertalers het dan maar gewoon laten staan. Dan kunnen we daarna altijd nog zien. En zo hoort het ook eigenlijk. Dat is heel goed gedaan, maar één van de verklaringen van deze moeilijkheid die wordt verteld meestal niet alleen in verband met deze opschriften, maar er wordt gezegd dat deze opschriften in werkelijkheid helemaal geen opschriften zijn, maar naschriften bij de vorige Psalmen, bij de voorgaande Psalmen. Dat zou betekenen dat dit Aijeleth hasschachar en voor de opperzangmeester geen toevoegingen zijn bij Psalm 22 maar bij Psalm 21. Dat is een gedachte toch ook in onze kring nogal uitgebreid in omloop is. Persoonlijk heb ik daar mijn sterke twijfels over, kort gezegd het lijkt me niet het geval te zijn. 'k Zal u ook zeggen hoe of dat komt. In de eerste plaats dit opschrift een Psalm van David, daar hebben we niet de minste moeite mee, dat maakt dus ook niks uit, of het nu onder Psalm 21 staat of boven Psalm 22. De Psalmen zijn allebei van David, dus dat maakt verder geen verschil. Dat het is voor de opperzangmeester, och daar kun je over discussiëren, maar je komt er niet zover mee. De gedachte is namelijk dat als er bij staat, dat het is voor de opperzangmeester, dat het dan de bedoeling is, dit stuk muziek, want dat is een Psalm toch ook, dat het zou moeten opgevoerd of uitgevoerd moet worden in publiek. Dat wil zeggen dat het dan voor publiekelijke uitvoering bestemd is, en als het er niet bij zou staan, als het voor de opperzangmeester is, zou het bestemd zijn voor persoonlijk gebruik of persoonlijke studie. Nou, als we nou inderdaad het opschrift voor de opperzangmeester beschouwen als een onderschrift van Psalm 21, blijkt inderdaad, dat aangezien een dergelijk opschrift ontbreekt in Psalm 23, deze 22e Psalm dan dus niet voor de opperzangmeester bestemd zou zijn en dus voor privégebruik. Maar goed, het praktische verschil daarvan ontgaat mij dan toch want onder alle omstandigheden is het bestemd voor degene die er in geïnteresseerd is ongeacht of het nu publiekelijk wordt uitgevoerd of gezongen, of dat men het thuisgebruikt, dat wil zeggen zo'n belangrijk verschil maakt dat niet uit. En dan is er nog wat anders, want daar kom ik bij dit opschrift waar staat op Aijeleth hasschachar. men verondersteld dat daarmee een verwijzing gegeven wordt naar een oudere, een ouder muziekstuk, een ouder lied, een oudere melodie zegt men. En dit Psalm zou dan gezongen moeten worden op de wijs van het reeds bestaande soort muziek onder de naam van Aijeleth hasschachar. Nou zou dat best kunnen, dat weet ik dus niet, maar dat maakt ook niks uit, want als dat zo is, dan hebben we dat stuk muziek tóch niet, dus we kunnen er toch niks mee beginnen. Daar schieten wij dus niks mee op. Maar nou het volgende, dat, dat Aijeleth hasschachar, dat betekent dus letterlijk "De hinde van de dageraad", zo is het ook in nieuwere vertalingen vertaald, dacht ik. De hinde, Aijeleth is namelijk een hinde, van Aijal, dat is namelijk een hert, een mannelijk hert, en Aijeleth is dan de vrouwelijke vorm van het woord, is het een vrouwelijk hert, en dus een hinde. En hasschachar is 'de', dat 'ha', dat betekent dus 'de', en 'sschachar' dat staat voor dageraad. Zó wordt het altijd vertaald, maar daar krijgen we de moeilijkheid van het verhaal. Men vertaald het namelijk met dageraad, en komt dan vervolgens tot de ontdekking dat het begrip dageraad eigelijk niet zo'n belangrijk begrip is in Psalm 22 omdat daar eigelijk meer gesproken wordt over de duisternis dan over de dageraad. En dat is een van de belangrijke argumenten die gebruikt wordt om te verklaren dat dit niet een opschrift is boven Psalm 22, maar een onderschrift onder Psalm 21. Wat er nog bijkomt dat, wij zeggen gewoon, já, maar het is toch vers 1 van Psalm 22. Já, dat kan wel zijn, maar zodra je een Engelse Bijbel neemt zult u zien dat de vers-aanduiding1 vers verschilt, en dat wat wij kennen als Psalm 22 vers 1, dat is bij hen helemaal geen bijbelvers. Het wordt wel afgedrukt, maar het wordt helemaal niet genummerd. Dus Psalm 21 eindigt met, laten we maar zeggen vers 14 Verhoog U, HEERE! in Uw sterkte; zo zullen wij zingen, en Uw macht met psalmen loven.Daar eindigt dan Psalm 21. Dan krijgt men het opschrift of de woorden: Een Psalm voor David voor de opperzangmeester voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. En dán begint vers 1 van Psalm 22, zo hebben de Engelsen het in hun Bijbel staan. En de Amerikanen dus ook, en alle Engels sprekende landen. En ik denk wel eens dat het veruit grootste gedeelte van de Christelijke, zogenaamd Christelijke wereld, inderdaad Engels sprekend is, dat, dat het meest bekende is, eigelijk. En in onze computerprogramma's waar de Bijbel helemaal in staat, komt het hele vers dus niet voor, omdat daar de verzen ingebracht zijn, hangend aan het versnummer, het zou dus moeten zijn Psalm 22 vers 1 maar dan kom je terecht in wat bij ons vers 2 is. Want Psalm 22 vers 0 bestaat niet en zijn dus de makers van het computerprogramma gedwongen geweest om het vers er zelfs helemaal uit te laten.

Dat is heel merkwaardig, een heel vreemd verschijnsel, zodat de Engelsen inderdaad die woorden van Psalm 22 vers 1 hebben hangen tussen de 21e en de 22e Psalm. Je kunt dus kiezen, hoort het nu bij de 22e? Is het daar een opschrift van of is het onderschrift van de voorgaande. Nou en in onze Bijbel staat het als opschrift van de volgende en dus zijn er anderen die zeggen, nou dan zal het wel fout wezen. 't Zal dus wel het onderschrift zijn van de voorgaande. En dan heeft men dan sommige argumenten voor, maar eerlijk gezegd vind ik ze niet sterk, want in de eerste plaats, zo'n kreet als voor de opperzangmeester, dat wil zeggen een soort adressering van zo'n Psalm, die zou je toch niet verwachten onderaan een Psalm maar juist erboven. Kijk maar in uw zangbundel, koop maar een stuk muziek ergens, koop maar een plaat, en u zult zien dat meteen bij de titel staat wat de bedoeling is van het stuk, wie het gemaakt heeft. Dat staat bovenaan uiteraard, en voor wie het bestemd is, en wie de rechten heeft, enz., en toelichting hoe het gezongen zou moeten worden. Niet te snel, niet te langzaam of gevoelig, of moderato, of adante, want dan wordt het ineens Italiaans of zoiets, hé? Maar goed, dat staat er normaal boven. Dat lijkt me ook vanzelfsprekend want voor dat je het gaat zingen, zou je toch moeten weten hoe of het moet, en dat zou er dan boven moeten staan. Dus dat lijkt mij het meest waarschijnlijke.

En het werkelijk belangrijke argument wat men altijd gebruikt is dat van de hinde van de dageraad en men zegt dan wel dat de Psalm spreekt helemaal niet over de dageraad, dan kan ik daar twee dingen bij opmerken die daarmee in strijd zijn. Het eerste is namelijk dat het Psalm zeker wel spreekt over de dageraad want slechts de eerste helft van de Psalm spreekt over duisternis, om het eens zo te zeggen. De eerste helft van de Psalm spreekt namelijk over het lijden en uiteindelijk ook het sterven natuurlijk van de Here Jezus, spreekt over Zijn kruiziging. Dat is de eerste helft van de Psalm, ik zal het straks wel even nauwkeuriger geven. Maar de tweede helft van de Psalm, die spreekt toch wel degelijk over de opstanding van Christus. Dus wel degelijk het aanbreken van een nieuwe dag. En dat heeft wel degelijk iets dus met dageraad te maken, ook via het Nederlands. Maar dat is één argument. En als men zegt van; ja 't is 'hinde van de dageraad' maar dit is geen dageraad. Dan zeg ik, dan is het wél dageraad, want dageraad is juist dat de duisternis verdwijnt en het licht komt, en dat zie je precies in deze Psalm. Het begint met de duisternis, het begint met de kruiziging en het eindigt met de opstanding, dus inderdaad licht, het licht worden.En zelfs letterlijk was het duister tijdens de kruiziging en zelfs letterlijk werd het licht bij de opstanding, al was het dan drie dagen later, officieel. Dus dat argument blijft niet staan en het volgende argument wat ik u nog geef is nog veel sterker dat is namelijk dat, dat sschachar, wat men dan vertaald met dageraad, dat betekent heus niet dat het licht wordt, dat is een misverstand, dat hebben ze er van gemaakt maar dat betekent het niet. Sschachar betekent namelijk niet dat het licht wordt, sschachar betekent dat het nog helemaal niet licht wordt, of dat het licht worden nog uit blijft. Het heeft dus wel iets met licht worden te maken maar het drukt niet uit licht, maar het drukt juist uit duisternis. Het verhaal is dat sschachar de aanduiding is voor de morgen, voor de dageraad maar het is dan het gedeelte van de nacht wat wij noemen de na-nacht, het zou gelegen zijn, als ik de klokuren erbij zou moeten zeggen, van 12 uur 's nachts tot 6 uur 's morgens, dat wil zeggen van middernacht tot aan zonsopgang. 't Is de tweede helft, en dus de duisterste, meest duistere helft van de nacht. Dat is het. In plaats van dat het licht is zoals de vertaling dikwijls doet vermoeden, is het juist de diepe duisternis die aan het licht vooraf gaat. En niemand kan ontkennen dat, dat precies het gewicht is van deze Psalm.Het spreekt namelijk in de eerste plaats met de grootst mogelijke nadruk over de kruiziging van de Here Jezus. Een grotere nadruk hebben we eigelijk nergens gevonden, dus spreekt met de grootst mogelijke nadruk over de duisterste uren uit de geschiedenis van de mensheid en uit de geschiedenis van de Here Jezus Zelf. En daarna komt uiteindelijk toch het licht.

Dus, met andere woorden, dat begrip sschachar aan het begin van de Psalm drukt exact uit de inhoud van de Psalm, en dat lijkt mij het argument om het dan maar gewoon te laten staan als het er staat, als opschrift namelijk boven Psalm 22, of als inleiding tot Psalm 22. Waarbij ik dan ook meteen maar even spreek over die hinde. Er zijn wat merkwaardige verklaringen over in omloop, dat sschachar heeft men abusievelijk opgevat als de morgenstond, als het 's morgens licht wordt, en dan zegt men, kijk dan komen de eerste lichtstralen 's morgens en die worden dan vergeleken met horens van een hinde, daarom de hinde van den dage. De eerste lichtstralen van het eerste licht 's morgens.

En punt 1, dan moet je toch wel een erg groot dichter zijn om tot zulke gedachten te komen, maar het waren hele geleerde mensen die het hebben uitgedacht. Maar ik persoonlijk vindt het belachelijk. Ik heb meermalen de zonsopgang toch wel zien gebeuren, meestal als het gebeurdde, was het omdat ik helemaal niet naar bed geweest was, maar daar gaat het nou even niet over, maar om nou te zeggen dat, dat vergelijkbaar was met het gewei van een hert, dat is wel zoiets ver gezocht. dat is het dus niet. Het is niet dichterlijke taal, het is symbolische taal. Het gaat hiuer namelijk om diezelfde hinde, of om hetzelfde hert als bijvoorbeeld uit Psalm 42, namelijk het hijgend hert. het is hetzelfde woord, alleen is het daar een mannelijk hert, hier is het een vrouwelijk hert, maar verder is het hetzelfde woord, en dat mannelijke hert komt niet alleen voor in Psalm 42 in verband met het hijgend hert der jacht ontkome, maar het wordt ook genoemd bijvoorbeeld in Hooglied 2 vers 17 en Hooglied 8 vers 14 waar het een beeld is van de Messias Zelf. En dat is ongetwijfeld ook in Psalm 42, want het hijgend hert der jacht ontkome is heus niet ik, u ook niet, denk ik. Dus is het de Here Jezus.Want dat opgejaagde hert een beeld van de Heer zelf. Het enige verschil is dat het hier gaat om een vrouwelijk hert maar laat u dat niet afleiden want of je nu een var hebt of een vaars, als het geofferd wordt onder Israël is het in elk geval een beeld van de Here Jezus. Dat kan dus een var, namelijk een stier zijn, kan ook een vaars, namelijk een koe zijn, dat hangt er vanaf over wat soort offer we het even hebben maar niettemin blijft het een beeld van de Heer zelf.Want het vrouwelijke is altijd een uitbeelding van de schepping zelf en als de Heer wordt uitgebeeld als onderdeel van de schepping, als iemand die vlees en bloed heeft aangenomen, en de broederen gelijk is geworden, gelijk vlees en bloed heeft aangenomen, zal ik maar zeggen, dan wordt hij voorgesteld, inderdaad als de vaars, en in dit geval zelfs als de hinde, als vrouwelijk dus. Niet omdat Hij vrouw is want er zijn wel meer dingen, die wel vrouwelijk zijn maar bepaald geen vrouw. Ja, ik heb een jaar of zeven Franse les gehad en ik heb het daarin bijzoinder ver gebracht, ik heb zeker een stuk of tien woorden geleerd in die jaren, en daar waren inderdaad vrouwelijke woorden bij. Wij begrepen ook niet wat dat was, toen. Niemand heeft het nooit kunnen uitleggen in die tijd, maar niettemin bestaat dat. Vrouwelijke dingen zonder dat het een vrouw is, en dat is hier natuurlijk ook het geval, want deze hinde, dit vrouwelijk hert is wel degelijk een beeld van de Here Jezus. En wel dit hert is hierin de grootst mogelijke duisternis, het wordt opgejaagd, het is verdwaald, het is verlaten, het is geen nachtdier overigens.. maar daarom komt het wel eens voor dat het dwalen is in de nacht. En daar gaat het hier over, het is een beeld van de Here Jezus in Zijn lijden als onderdeel van de schepping, als mens, zelfs minder dan een mens, staat er een paar verzen verder, waarin Hij in deze duisternis aan Zichzelf, aan Zijn eigen lot, aan Zijn eigen omstandigheden was over gelaten. Dát is duisternis! Dan is men nergens meer op aangewezen, dan op zichzelf, dan is er dan niks anders, althans er is niks anders te zien, en dat is wat hier aan de orde is. Zodat het opschrift boven die Psalm helemaal geen enkel probleem oplevert wanneer we gewoon zien waar deze dingen in de Bijbel de uitdrukking van zijn.

Er zijn wat andere verklaringen uitgedacht in de loop der tijd zoals bijvoorbeeld dat Aijeleth hasschachar een dichterlijke aanduiding was van bijvoorbeeld de wolkkolom. Ja hoe men daar aan komt, ik weet het ook niet, er worden altijd dure namen bij genoemd van soms Joodse geleerden of Rabbi's, soms ook christelijke geleerden, maar eh, ja daar heb ik niet al teveel respect voor, want het gaat erom dat deze dingen gewoon spreken over de Heer Jezus Zelf. Hij is Die hinde. Hij is dat hert, de jacht ontkome, Hij is dat hert wat uitbeeldiging is van de bruidegom in bijvoorbeeld het Hooglied.Kortom, gewoon de Messias.

Nou, dan komen we bij de aanhef van het Psalm zelf, namelijk in vers 2: Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten.. en meteen moet dan duidelijk zijn dat dit de woorden zijn die de Here Jezus sprak aan het kruis. Als u zo'n Bijbel heb als ik, dan staat het er keurig onder, een verwijzing naar Mattheüs 27 vers 46 en Marcus 15 vers 34, en dat klopt ongetwijfeld, want daar vinden we dat de Here Jezus deze woorden uitspreekt en dat niet alleen maar er zijn veel meer omstandigheden die hier in verband met de Here Jezus genoemd worden en sommige van die woorden, worden ook rechtstreeks weer in de mond gelegd van de Here Jezus. De gedachte is dan ook eigelijk dat niet alleen de Heer hier sommige dingen uit de Psalm zomaar aanhaald, maar dat Hij misschien wel grote delen van deze Psalm, en misschien wel de hele Psalm heeft voorgedragen vanaf het kruis.

U moet goed begrijpen dat wanneer wij de geschiedenis lezen in de Evangelieën dat we daar altijd slechts altijd een deel van de geschiedenis vermeld vinden. En tegen dat het laatste Evangelie, dat van Johannes, z'n eind vindt, zegt Johannes ook in hoofdstuk twintig dat Jezus nog veel meer tekenen gedaan heeft maar als Johannes alles had moeten opschrijven dan zouden alle boeken ter wereld het niet kunnen bevatten. en bij nader inzien den ik dat hij gelijk heeft, het lijkt wat overdreven maar ik denk dat het toch waar is, want het hangt ervan af hoe diep je op de dingen ingaat natuurlijk.Maar het zal wel zo zijn denk ik. Maar in ieder geval is het zo slechts een deel van de geschiedenis gegeven wordt, dingen of details die geschreven zijn opdat wij zouden weten, Wie Hij is, opdat wij Hem zouden herkennen, opdat wij zouden zien dat Hij de beloofde Messias is uit het Oude Testament. Kortom opdat wij in Hem zouden geloven en omdat wij gelovende het leven zouden hebben in Zijn Naam, want zo zei Johannes dat, in hoofdstuk 20 vers 31 of zo, daar in de buurt.

En daarom lijkt het mij helemaal niet te ver gaan wanneer we veronderstellen dat misschien de Heer wel veel meer van deze Psalm indertijd gesproken heeft. Wat er nog bijkomt dat sommige van deze de dingen die hier vermeld staan ook inderdaad rechtstreeks zo plaats vonden. Als er bijvoorbeeld staat: ze gaven mij edik te drinken, dat kan het zelfs wel zo zijn dat niet alleen het indertijd gebeurdde maar dat het gebeurdde omdat het in de Psalm zo staat enb misschioen wel omdat Hij het Zelf voorlas, nou voorlas niet dan, maar hij deed het uit zijn hoofd zal ik maar zeggen. En dat niet alleen want er zijn nog meer dingen die daarbij een rol spelen namelijk het verdelen van de klederen, waarover het lot werd geworpen, staat in vers 19. En dan hebben we bovendien nog vers 9, wat ook een belangrijk vers is, waar staat dat hij heeft het op de Here gewenteld, want dat zeggen de omstanders, dat Hij hem nu uit helpen, dat Hij Hem redde,dewijl Hij lust aan Hem heeft. En daar staat weer een fraaie tekstverwijzing op, en dat klopt precies, dat zijn namelijk de woorden die daar gesproken werden.

En toen ik indertijd in Mattheüs deze dingen tegen kwam dan heb ik me steeds afgevraagd, hoe is het in vredesnaam mogelijk dat die mensen precies zeggen wat er in de Psalm staat. Maar heel voor de hand liggend antwoord op die, ja er zijn twee van die voor de hand liggende antwoorden op die vraag, dat zijn deze. De eerste is God wist het van tevoren en heeft het dus van tevoren opgeschreven; en de andere is dat er werd uit de Psalm gesproken op dat moment en ze zeiden het Hem na. Indien gij Gods Zoon zijt, kom af van dat kruis, dat Die Hem nu helpe, enz.. Precies zoals 't hier in deze Psalm gesuggereerd wordt. Ik denk dus dat niet alleen vers 2 door de Here Jezus werd aangehaald maar nog veel meer van deze dingen werden aangehaald. Of Hij dat nou Zelf gedaan heeft, of dat omstanders bij het horen van deze woorden uit deze Psalm gedacht hebben, dat weet ik niet, maar ik denk dat deze Psalm veel meer aan de orde is geweest op dat moment dan wij aanvankelijk zouden vermoeden.Bovendien is daarmee verklaard waarom bijvoorbeeld die moordenaar aan het kruis op een gegeven moment tot de Heer zegt, dat hij in de eerste plaats zegt dat Hij onschuldig is, en dat Hij de Zoon van God is, en bovendien zegt hij: Gedenk mijner wanneer Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Waar haalt die dat nou in vredesnaam vandaan, ineens? Het is hoogst ongebruikelijk dat misdadigers de Bijbel uit hun hoofd kennen of althans weten hoe of het zou gaan met de Messias. En zéker is het hoogst ongebruikelijk dat iemand sowieso, ongeacht wie hij is, zou weten dat de Messias zou lijden om zo Zijn Koninkrijk, namelijk Zijn heerlijkheid binnen te gaan. En toch was het die misdadiger die zei: Here, gedenk mij wanneer Gij in Uw Koninkrijk gekome zij. Nou, het was hoogstonwaarschijnlijk dat iemand die daar aan een kruis hangt een Koninkrijk zou binnengaan, of de man zou hebben moeten geloven in Zijn opstanding. En hoe zou hij daar nou in geloven? Wat het jodendom zelf, het orthodox Jodendom, had niet het minste vermoeden in de praktijk van het lijden dat over de Christus komen zou, alvorens Hij Zijn heerlijkheid zou ingaan. En die moordenaar aan het kruis wél, maar hij heeft het daar aan het kruis niet in zijn bijbeltje kunnen opzoeken.Hoe wist hij dat dan? Nou, het lijkt mij een heel aannemelijke verklaring dat inderdaad Psalm 22 daar gedemaclareerd werd, en het laatste deel van Psalm 22 spreekt daar inderdaad over. Vers 29 Want het koninkrijk is des HEEREN, en wat zei hij? Gedenk mijner wanneer Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Hij herkende Hem dus inderdaad als deze Here, en hoe dan ook, hij moet de strekking van deze Psalm in ieder geval gekend hebben, begrepen hebben. vermoedelijk omdat hij terplekke ten gehore gebracht werd. Bovendien, het lijkt mij duidelijk dat als wij, notabene, op een dag als vandaag bij deze Psalm stilstaan, dat de Heer Zelf toch ook bij deze Psalm moeten hebben stilgestaan.En ik denk dat Hij niet alleen bij die dagen, maar ook in die jaren die daaraan vooraf gingen, heel dikwijls aan deze Psalm gedacht moet hebben, en 'm gelezen moet hebben omdat de Psalm vertelde wat Hem te wachten stond. En wat ligt dan méér voor de hand dat juist deze Psalm door Zijn hoofd spookt, om het maar eens zo te zeggen, ik weet niet hoe of ik dat zo netjes mogelijk moet zeggen. Het ligt meer voor de hand dat Hij deze Psalm in het hoofd heeft en dat Hij daaruit citeert op dat moment, en niet alleen hier en daar een uitspraak maar veel meer dan hier en daar een vers. Maar goed, we weten dat niet helemaal zeker, maar denkt u er maar eens over na want het zal heleboel van de omstandigheden in die dagen, in die uren verklaren.

Goed, de Heer zegt dan: Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten. Dat is een uitspraak van de Here Jezus in Mattheüs 27 vers 46, ik zei het al, en ook in Marcus 15 vers 34. En dat is een uitspraak waarover heel wat te doen is over het algemeen, er wordt zwaar over gediscussieerd, eenvoudig omdat 't over het algemeen de omstandigheden van de Here Jezus slecht begrepen worden. Men begrijpt slecht Wie Hij is, we hebben daar wel eens vaker bij stil gestaan en we hebben wel eens eerder vastgesteld dat zodra wij spreken over Zijn Godheid, dan neemt men ons kwalijk dat wij Zijn mensheid niet genoeg benadrukken, en zodra wij spreken over Zijn mensheid, dan worden we verondersteld Zijn Godheid niet te erkennen, en al dat sooret dingen meer. Kortom het blijken inderdaad wat moeilijke dingen te zijn, maar we hebben naar aanleiding daar van Psalm 2 ook al even bij stil gestaan. Maar nog moeilijker wordt het als wij in de eerste plaats geloven dat de Here Jezus God is en de tweede plaats dat Hij zegt: mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten. Want hoe kan dat dan? En toch is het werkelijk niet zo moeilijk maar men zou er goed aandoen voortaan bij het lezen van die woorden in de Evangelieën ogenblikkelijk Psalm 22 op te slaan, want daaruit zijn de woorden geciteerd. Daaraan worden ze ontleent. En ik heb wel eens vaker gezegd: als het Nieuwe Testament uitdrukkelijk het oude geciteerd wordt is het kennelijk de bedoeling dat wij het oude erop naslaan en zien wat daar de context is en wat daar over diezelfde omstandigheden nog meer gezegd wordt. Daartoe dient dat.Anders hoeft het niet geciteerd te worden immers. Het is uitdrukkelijk de verwijzing naar niet alleen één zo'n vers of uitspraak maar naar een heel schriftgedeelte waarin zo'n uitspraak voor komt.Nou, zo is het ook met deze uitspraakvan de Heer aan het kruis, hij is ontleent aan Psalm 22 vers 2 en daar wordt hij verklaard want er staat bij: verder zijnde van mijn verlossing of verder zijnde van de woorden namelijk van mijn brullen, of vers 3 Mijn God, ik roep des daags maar Gij antwoord niet en des nachts en ik heb geen stilte. En wat dus de uitspraak, Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten betekent is heel duidelijk, het betekent dat Hij schreeuwt, brult, staat er zelfs.Tot de hemel, maar bedoelt uiteraard tot God en er komt geen antwoord. Hoe kan dat? Wel omdat dat is heel eenvoudig, omdat in de 1e plaats de Here Jezus is God al was het maar omdat Hij door God verwekt is. Hij is de Zoon van God is dus is Hij God, dat leidt geen enkele twijfel. Maar het neemt niet weg, dat Hij hier op aarde verscheen in menselijke gedaante en Zijn Godheid heeft afgelegd, zo staat het er nu eenmaal ipv de uitlegging te bekritiseren doen wij er goed aan om te proberen de uitdrukking te begrijpen. Er staat dat Hij geen roof heeft geacht Gode even gelijk te zijn, dat was Philippenzen 2, maar heeft Zichzelve geledigd, staat er letterlijk, Hij heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen, is gehoorzaam geworden tot de dood, ja de dood des kruizes.Dat betekent dat God zelf Zijn Godheid aflegde en inruilde voor Zijn mensheid. Dat wil zeggen God kwam Zelf op aarde. En het is altijd vervelend, bij het kerstfeest hebben we daar nooit moeite mee maar als we rond goede vrijdag deze dingen aanhalen, schijnt iedereen vergeten te zijn, en er problemen mee te hebben. Want, kijk, de geboorte van de Here Jezus is de vervulling van de profetie van uit Jesaja die zegt dat God zou, zou met ons zijn. Immanuel, God met ons. God geopenbaard in het vlees, een uitdrukking diue niet eens in de Bijbel voorkomt, maar goed. Hij is God, maar openbaardde Zich in het vlees.In de gedaante van een dienstknecht zelfs.Dat mag geen probleem voor ons opleveren, het leverde echter voor Hem een probleem op, voor ons niet, wij hoeven het alleen maar aan te nemen, zo is het namelijk gebeurd. Hij openbaarde Zich als mens hier op aarde en kreeg daarbij Naam, namelijk de Naam Jezus, en zult Zijn Naam heten Jezus. De Naam Jehova werd verandert in Jehosia en voor het Grieks komt Hij tot ons Jezus.Maar het is wel degelijk een verbastering van het Jehova zelf.

Met andere woorden, wij kennen de mens Jezus van Nazareth, maar feitelijk is Hij God Die zich in menselijke gedaante heeft geopenbaard.Dan is de volgende vraag: Is daarna de hemel; dan leeg? En dan is het antwoord: Nee! En dat begrijpen wij dan niet, maar daar hebben wij een ander heel mooi beeld voor, een mooie beschrijving van, hoe of dat dan is, want Hij is niet alleen God, hij is namelijk de Zoon van God, door God verwekt, daarom is Hij God. Dat is een gedachte die wij als mensen weer zijn kwijtgeraakt maar die niettemin wel degelijk correct is, namelijk iemand die van Adam afstamt is, is Adam, en wordt ook zo aangeduid, en iemand die van God afstamt wordt aangeduid als God. En iemand die van David afstamt heet gewoon David. Nou, enzovoorts. In de Bijbel is dat in elk geval zo. En iemand die van Israel afstamt, Jacob dus, die wordt aangeduid als Israel. Hij is het ook, alleen in een volgende generatie heet het dan. Maar het leven, laat ik het anders zeggen. Levi betaalde tienden aan Melchisedek staat er in Hebreeën. Maar Levi was nog helemaal nog niet geboren toen Melchisedek verscheen, want Melchisedek verscheen aan Abraham, en toen was er nog niet eens sprake van Izaak, laat staan Jacob, laat staan Levi. Maar Abraham betaalde tienden aan Melchisedek en Levi deed dat dus ook, want hij was nog in de lenden van Abraham als hem Melchisedek tegemoet ging. Zo ongeveer staat het in de Hebreeën-brief. Met andere woorden, Levi wordt gewoon gezien als een verlengstuk van Abraham. Hij is dus Abraham, alleen dan enige honderden jaren later. Alleen we kennen hem dan bij een andere naam, niettemin wordt hij aangeduid als Abraham. Want, staat er dan, Levi betaalde tienden aan Melchisedek en dus is het priesterschap van Levi lager dan van Melchisedek. En als we er dan over nadenken, missen we nog een fase in het verhaal, want niet Levi werd priester maar Aäron.

En zo is het met de Godheid van de Here Jezus die wordt ons geillustreerd op deze zelfde wijze. Hij is namelijk uit God geboren en daarom is Hij God, en zo kan het bestaan dat Hij God is zonder dat God uit de hemel verdwenen is. God komt op de aarde, God woont tussen de mensen, God is met ons, en toch is Hij nog in de hemel.

Enige belangwekkende verschil is natuurlijk dat wij mensen, Vader en Zoon beschouwen als twee generaties, als twee verschillende mensen totaal verschillend, maar dat is een misverstand ook in ons denken overigens want het onderscheid is veel minder groot dan wij meestal vermoeden, maar bovendien is het zo bij God dat onderscheid feitelijk helemaal niet bestaat. Maar ja, van het wezen van God, weten we niet meer dan wat de Bijbel er ons over verteld, en dan blijkt het zo te zijn dat als God op aarde komt, Hij toch desondanks in de hemel blijft. Wij zijn op aarde, hoewel Hij in de hemel is, is Hij tegelijkertijd in ons. Daaruit vloeit dan weer voort dat wij inderdaad in de hemel zijn.

Wij vinden dan inderdaad dat de Here Jezus dus inderdaad God is maar Hij heeft Zijn Godheid afgelegd, en op aarde als mens geboren. En er staat ook waarom dat was, namelijk opdat Hij zou sterven.Het gaat er gewoon om dat we hier te maken hebben met de mens Jezus van Nazareth Die Zich geledigd heeft en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen. U weet wat of dat betekent, namelijk Hij werd geboren en Hij werd gelegd in een kribbe, en op dat moment wist hij niks, want een baby weet niks. En toen God mens werd wist Hij ook niks, want zo worden alle mensen geboren. En van de moeders buik aan, zoals de uitdrukking hier in deze Psalm ook is, weet men niks, en men zal daarna een boel moeten leren, en bovendien met zal moeten leren geloven in dat wat anderen zeggen. En meer speciaal in dat wat God zegt. Dat is de weg die de Here Jezus ook gegaan is, de weg die voor het grootste gedeelte dus overeen komt met de weg van de bijvoorbeeld Oudtestamentische profeten in het algemeen.Of de weg van de gelovigen in het algemeen, maar dan in het bijzonder dan de weg van de profeten, namelijk een levensweg in afhankelijkheid van het Woord van God, dat is één. Men heeft dat Woord van God ook moeten leren, de Here Jezus ook. Want begrijp me goed, toen Hij 12 jaar was en in de tempel was, was Hij niet de schriftgeleerden aan het onderwijzen, maar Hij liet Zich onderwijzen door de schriftgeleerden. 't Was niet andersom. Hij was er als leerling, niet als leraar. Hij was alleen een misschien wat goeie leerling, dat kan wezen. Maar niettemin Hij was daar leerling. Er lag daar geen wijze in de kribbe van Bethlehem. Hij moest met wijsheid gevuld worden. Dat is nou juist wat Hij had afgelegd. Wijsheid maakt deel uit van de geestelijke dingen van de onvergankelijke dingen, dat was precies wat Hij heeft afgelegd, Hij heeft Zichzelf geledigd. Want als je een mens leeg maakt, zal ik maar zeggen, dan betekent het niet dat je zijn ingewanden eruit haalt, uiteraard. Maar dat betekent dat hij blanco gemaakt wordt, dat z'n gedachten leeg zijn, zijn herinnering leeg is, dan zit er niks in. Nou, zó wordt een mens geboren hier op aarde, zo werd ook de Here Jezus hier op aarde geboren. En net als elk ander mens, en net als elke andere gelovige kon hij Zich wenden tot God in de hemel, en bij bepaalde gelegenheden liet deze God in de hemel ook wel eens wat van Zich horen. Dat was in Oudtestamentische tijden meer het geval, zeker in het verband met de profeten, zoals ik al zei was dat ook met de Here Jezus.

Ter informatie, je kunt de pagina ook bekijken op: http://tinyurl.com/rs479voordat er van die lui zijn die heel erg slim menen te doen.


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 25 gasten