Broeder schreef:Een veelvoorkomend euvel van mij, ben ik bang. Laat ik de vraag opdelen in wat premissen. (Ik betoog niet dat deze premissen waar zijn, laten we ze even "stellingen" noemen.)
1. De reformatorische traditie betoogt een voorzetting te zijn van het apostolische geloof, zoals de apostelen het hebben doorgeven.
2. De apostelen waren joodse mensen, gepokt en gemazeld in de tempeldienst. Zij snapten die tempel, zij snapten de logica daarvan, snapten het wereldbeeld dat ermee werd uitgedrukt en waren zelf met hetzelfde wereldbeeld doordrenkt.
3. Wanneer zij nadachten over het leven en sterven van Christus kan het niet anders of hun wereldbeeld kwam in dit denken mee.
4. De Reformatie kwam tot stand in een tijd waarin een veel ander wereldbeeld bestond en de mensen niet doordrenkt waren met de logica van tempeldienst en dergelijke.
Ergo, de Reformatie staat verder af van de apostolische belijdenis dan zij vermoedt doordat zij niet snapt wat de apostelen bedoelden met "leven in Christus", "het offer van Christus", etc., omdat dit zo duidelijk een (tempel)taal is die de reformatoren niet meer beheersten.
(Nogmaals, ik zet de stellingen even extra scherp neer, ten behoeve van het kritische denken over dit soort thema's.)
Het klopt dat de Nieuw Testamentische gemeente veel ontleent aan de tempeldienst. Het offer, het (hoge)priesterschap, de reiniging, het heiligdom.
Maar ook moet gezegd worden dat die gemeente niet zonder oorzaak de elementen uit die tempeldienst heel anders invult.
Allereerst komt dat door het opstandingsverhaal. Jezus is het Lam van God, Hij is het offer. De verzoening die in de offers werd getoond, wordt nu manifest in Zijn lijden en dood. En Zijn opstanding is het teken dat dit offer door God is aangenomen. Oftewel, het offer vindt niet meer plaats binnen Israël, binnen Jeruzalem, binnen de tempel, maar daarbuiten. Hij brengt de verzoening naar alle volken. Het voorhangsel, de scheiding tussen volken en Israël scheurt van boven naar beneden, het heiligdom gaat open. De tempeldienst wordt veranderd, verbreed, er ontstaat bij de volgelingen van Jezus, die als Messias, Christus wordt erkend, een koninklijk priesterdom.
Deze ontwikkeling, waarin de tempel niet meer als een afgezonderd en besloten heiligdom wordt gezien, wordt versterkt door de verwoesting van de tempel in het jaar 70. Definitief wordt ook de plaats waar de tempelrituelen werden uitgevoerd weggenomen. Ook de priesterklasse, die de tempeldienst uitvoerde verdwijnt. het Jodendom organiseert zich via de Farizeeën tot een ander Jodendom. Het Jodendom van de synagoge en later van de rabbijnen. Zonder tempel.
Ik bedoel maar, zo vreemd was het niet dat de Vroege Kerk niet meer één op één een theologie ontwikkelde waarin de tempel centraal stond. Uiteraard werden de verbanden met Israël, de tempel, de profeten, de Thora in stand gehouden. De eerste christenen waren immers Joden. En in het NT komen tal van verwijzingen voor naar OT. Het werd niet alleen als breuk gezien, de continiteit was er ook. Jezus was de beloofde Messias!
Maar het is toch ook vrij logisch dat het christendom in die tijd, zeker wanneer het Griekse deel de overhand krijgt, niet veel meer toevoegde aan wat men kende van de tempeldienst. De theologie werd ook sterk beïnvloed door het Griekse denken en door de manier waarop de christelijke kerk groeide. Verdrukking, maar ook de macht (na Constantijn) hebben die theologie natuurlijk ook een bepaalde richting opgeduwd. Dat is bijna onvermijdelijk. Eerlijk gezegd, al die eeuwen zijn er weinig aanleidingen geweest om de verloren gegane tempeldienst weer in te voegen in de theologie. En voor zover dit niet kwam door een virulent antisemitisme, vind ik dat geen schande. Pas in deze tijd, waarin er weer joodse, maar ook christelijke koortsdromen zijn van een herbouw van de tempel, komt die gedachte misschien weer op. Maar over het algemeen zijn dat niet de meest vruchtbare gedachten om de rijkdom van de tempeldienst, met al haar betekenissen, rituelen en symbolen, te herontdekken. Daarin tref ik vaak teveel speculatief en sensationeel eindtijdgeloof. Iets dat ik de starter van dit topic niet toedicht.
De rijkdom van de tempeldienst kan ik persoonlijk alleen in de theologie plaatsen als een prachtige metafoor, als een uitbeelding van geestelijke waarden vans trouw, vergeving, verzoening en wederzijdse liefde tussen God en mens. Die zijn daarmee dus vast en zeker in de particuliere bedeling van de Oud Testamentische Kerk aanwezig geweest. Maar nu blijken ze een onderdeel te zijn van de universele strekking van het heil van God voor alle volken op alle plaatsen en in alle tijden. In Jezus Christus geopenbaard aan de wereld. Daarmee is de tempel een trefzeker voorafbeelding, een wegwijzer en houder van beloften geweest te zijn. De tempeldienst bevindt zich niet meer binnen vier muren, maar is overal present waar 2 of 3 in Christus' naam bijeen zijn. Alle tempelsymbolen en rituelen zijn betekenisvol, maar zonder Jezus Christus zijn ze niet echt goed te begrijpen.
Hij is de vervulling.
Mijn vraag is dus: hoe spreekt "tempeltheologie" over Jezus Christus?
gravo