Als je het aanvaarden van de Bijbel als Woord van God een oordeel vindt, dan mag dat wat mij betreft, dat is dan jouw oordeel. Ik aanvaard de Bijbel als Woord van God, zonder reserves.Cicero schreef:Het probleem met 'geen oordeler over de Bijbel willen zijn', is dat jij onvermijdelijk zo bent opgetreden. Je hebt immers in je post impliciet het oordeel geveld dat het verhaal over de overspelige vrouw bij het Woord van God hoort.
Mijn opmerking over het oordeler van de Bijbel zijn, ging vooral over het feit dat je niet met goed fatsoen kunt cherrypicken in de Bijbel: "dit gedeelte spreekt me aan, maar het andere gedeelte niet, dus kan dat niet van God zijn". Als je zo gaat beginnen, heb je ook geen Heilige Schrift nodig. Dan bedenk je ten diepste zelf wat heilig is en wat niet, wie (en hoe) God is en wie (en hoe) niet. De Bijbel is dan hooguit een bron waaruit je illustraties kunt halen bij wat je zelf eigenlijk vindt. De Bijbel is dan een illustratieboekje bij je eigen overtuiging, in plaats van een normerende bron die je overtuiging vormt.
Normerend of illustrerend, dat is hier de vraag.
De christelijke kerk heeft de Heilige Schrift zoals we die nu kennen in zijn geheel aanvaard. Het klopt dat er daarbij bij delen van die Schrift enige tijd geaarzeld is, maar uiteindelijk is er wel een algemene aanvaarding gekomen van heilige boeken. Die hebben inderdaad de tand des tijds doorstaan.
Hoeveel foutmarge zit er in dat "vrij zeker"?Cicero schreef:Terwijl het vrij zeker is dat het pas in de derde eeuw aan het evangelie van Johannes is toegevoegd.
Die criteria zijn ook Woord van God?Cicero schreef:Je hebt criteria van buiten de Bijbel nodig om hierin een beslissing te maken.
Zo ja, hoe komen die overeen met de boodschap van de Bijbel dat Jezus de Redder is? Want daar hebben we het over als we het over "gezag" en "onfeilbaarheid" hebben.
Ik snap best dat je de vinger wilt leggen bij een wetenschappelijke benadering van de Bijbel, hoe oud bijbelboeken zijn enz. en wie de mogelijke schrijvers zijn. Daarbij krab ik me weleens achter de oren als ik je zie beweren dat iets met (vrij) grote zekerheid in die en die periode geschreven zou zijn door die en die persoon. Zoveel zekerheid kun je wetenschappelijk gezien gewoonweg niet hebben, zeker niet als we ons bedenken dat je verdraaid weinig direct bewijs voor je stellingen hebt. Je kunt hooguit zeggen dat je met de huidige stand van inzicht een bepaalde waarschijnlijkheid kunt aangeven van datering van bijbelboeken en auteurs. Dat inzicht kan wijzigen (want daar ben je wetenschapper voor), zodat je weer een andere inschatting moet maken. Allemaal prima, maar het lost de vraag van het gezag van de Bijbel natuurlijk niet op en kan daar ook geen antwoord op geven. Dat is een geloofskwestie, geen kwestie van wetenschappelijke criteria.
De apostel Paulus schrijft dit in het kader van zijn betoog dat niemand te verontschuldigen is tegenover God, omdat allen zondaars zijn. Het referentiekader waar hij daarbij aan refereert, is het referentiekader van het doen van het goede, met name over het niet zondigen. Bijna iedereen heeft daarbij een ingeboren kennis van wat wel en niet kan: niet stelen, niet doodslaan enz. Dat ontken ik ook niet (trouwens: ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt op basis van Rom. 2 dat we God uit zowel de natuur als de Bijbel kunnen kennen). Maar wat ik wel ontken, is dat we alleen met ons eigen hart en geweten reddende kennis van God kunnen krijgen. Nee, dat komt toch echt van buiten ons, door de verkondiging van het Evangelie zoals dat vanuit de Bijbel tot ons komt.naamloos schreef:Hier wil ik nogmaals Romeinen 2 aanhalen. Je kunt je referentiekader ook in je eigen hart en geweten vinden.
Daar ben ik me van bewust. Maar de reikwijdte van deze tekst gaat wel verder. Want we kunnen niet met droge ogen beweren dat Paulus daar de verkondiging van het Evangelie van Christus buiten zou sluiten. Die verkondiging is in de vorm van het Nieuwe Testament tot ons gekomen. Dus slaat 2 Tim. 3:16 ook daar op.naamloos schreef:Overigens, 2 Tim. 3:16 gaat over de toenmalige schrift van dat moment.