Als het gaat om de gevaren van een doorgeschoten vertrouwen op wetenschap en techniek gebruiken we wel de term ”Babelcultuur”. Die term is vooral in zwang gekomen dankzij het filosofisch werk van Egbert Schuurman. Als bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte in Delft, Eindhoven en Wageningen heeft hij gewezen op de gevaren van het beheersingsdenken dat veel hedendaagse wetenschaps- en techniekbeoefening kenmerkt.
De term Babelcultuur verwijst naar de geschiedenis van de torenbouw van Babel in Genesis 11. De grote technologische ambities van vandaag vertonen dikwijls weer de kenmerken van die toren: God naar de kroon steken door zelf het probleem van de gevolgen van de zonde te willen oplossen. De mens meent dat te kunnen door te streven naar volledige beheersing van de werkelijkheid.
TORENS VAN BABEL
God beëindigde de bouw van deze toren niet door een aardbeving te laten geschieden, maar de spraak van de bouwers werd verward. Men verstond elkaar niet meer.
Zonder cummunicatie is er geen techniek mogelijk.
Is dit niet het grote gevaar dat schuilgaat in de snel groeiende kennis van de wetenschap en techniek?
Te snel wellicht?