Johan100 schreef:Nee, dat is jouw gevoel! Je laat je leiden door je gevoel en je wilt het beredeneren, maar we moeten ons niet laten leiden door ons gevoel!
O maar net was het mijn verstand. Wat is het nou.
In feite volg ik slechts wat in de kerk der eeuwen gezegd is.
Voor mij is het geen toneelstukje. Ik vind het oneerbiedig uitgedrukt.
Jij maakt de redding krachteloos door te zeggen dat Christus ons niet in alles gelijk geworden is, uitgenomen de zonde.
Hebreeën 2:16-17
17ὅθεν ὤφειλεν κατὰ πάντα τοῖς ἀδελφοῖς ὁμοιωθῆναι, ...18ἐν ᾧ γὰρ πέπονθεν αὐτὸς πειρασθείς, δύναται τοῖς πειραζομένοις βοηθῆσαι.
κατὰ πάντα staat er. In alles. Denk daar maar eens over na.
Heb je daar een bewijs voor?
Ik heb in mijn eerste post aangegeven wat ongeveer de lijn is van orthodoxe theologen die Chalcedon, de hypostatische unie en het dyothelitisme volgen.
1 Tim. 3:16 zegt zo mooi: '' God is geopenbaard in het vlees!"
Jezus Christus was niet een vermenging van God en mens. Jezus Christus was zowel volledig God als volledig mens!
Alsof ik iets anders zeg.
Veel christenen nemen Christus' mensheid niet serieus. Ze geloven feitelijk in een god in mensengestalte. Maar als je het orthodoxe dogma serieus neemt, dan kan het niet anders of Christus was ons
in alles gelijk, behalve dat hij niet daadwerkelijk gezondigd heeft. Wat de Zoon niet aangenomen heeft, kan niet worden gered. Daarom
moet Christus naar zijn menselijke natuur in staat zijn geweest tot zondigen, net zoals Adam dat kon. Anders staat de verlossing op losse schroeven.
Dus: Christus' menselijke natuur had de capaciteit om te zondigen.
Christus' goddelijke natuur kan absoluut niet zondigen.
De persoon Christus kon krachtens de hypostatische unie dus niet daadwerkelijk zondigen.
Dyothelitistisch gezien was zijn menselijke wil steeds gehoorzaam en onderworpen aan zijn goddelijke wil.
Omdat Christus twee onvermengde naturen heeft, moet gezegd worden dat Christus naar zijn mensheid in staat was te zondigen.
Omdat Christus twee ongescheiden naturen heeft, moet gezegd worden dat Christus krachtens de doordringing van de goddelijke natuur in de menselijke natuur niet daadwerkelijk kon zondigen.