Ik heb onder het topic 'Jehova' een vrij lange reactie gegeven op de stelling dat er maar één waarheid is.
Daarin heb ik het problematische van die stelling uitgelegd. Omdat dit onderwerp niet zo passend was voor dat topic open ik hierbij een nieuw onderwerp over hetzelfde. Want volgens mij is het wel een belangrijk punt [gravo].
Veel gelovigen zijn bang voor postmoderne begrippen als "dit is mijn waarheid" en "dat is jouw waarheid". Volgens hen kunnen er niet twee dingen tegelijk waar zijn. Er is maar één waarheid.
Zonder het op te willen nemen voor die postmoderne idee, dient zich hier toch een probleem aan hoor.
Laten we aannemen dat er maar één waarheid is. En dat er maar twee verhoudingen zijn tot die waarheid: iemand kan overeenkomstig die waarheid spreken of iemand kan niet overeenkomstig die waarheid spreken.
Korter gezegd: iemand kan het goed of fout hebben.
Dan is het probleem natuurlijk: wie bepaalt nu uiteindelijk wat goed is en wat fout. Wie bepaalt nu uiteindelijk wat waar is en wat niet waar.
Want voor beide overtuigingen zijn grote groepen aanhangers te vinden.
Een grote groep zegt: de waarheid is dat God bestaat. Dus als ik zeg dat God bestaat heb ik het goed en een ander die dit niet zegt heeft het fout.
Een andere grote groep zegt: de waarheid is dat God niet bestaat. Dus als ik zeg dat God niet bestaat dan heb ik het goed en een andere die dit niet zegt heeft het fout.
Dit schema van meningsverschil is alleen te doorbreken met onomstotelijke bewijzen. Zodat niemand meer om de waarheid heen kan.
Mijn stelling is dat er noch voor de geloofsvoorstellingen van gelovigen noch voor de aannames van ongelovigen onomstotelijke bewijzen te geven zijn.
Ook in het geval dat er openbaringen in het spel worden gebracht (de Bijbel is Gods Woord en dus de waarheid) kan dit niet. Want dan gaat hetzelfde schema van meningsverschil zich weer richten op de waarheid dat de Bijbel een openbaring en dus Gods Woord zou zijn.
De een houdt vol: nee.
De ander houdt vol: ja.
Dat betekent dat die éne waarheid maar niet op tafel kan komen. En dat de strijd altijd onbeslist blijft. Er is geen bewijs.
Noch voor het een, noch voor het ander.
De enige mogelijkheid die een gelovige heeft om zijn overtuiging vast te houden is zijn geloof. En dat geloof vertrouwt op dingen die niet met het natuurlijke oog te zien zijn. Het geloof is het bewijs.
Niet het een of andere schrandere experiment, niet een wetenschappelijke proefopstelling, zelfs geen openbaring of een idee is het bewijs.
Nee, alleen geloof is in staat om onze geloofsvoorstellingen het predikaat "waarheid" te geven.
Dat is ook de Bijbelse lijn: niet door aanschouwen, maar door geloof. De waarheid kan niet worden aangetoond, die moet worden geloofd.
Niet het natuurlijk oog, maar het geloofsoog ontvangt bewijs. Dat bewijs is alleen geldig, zolang men gelooft. Buiten het geloof is er geen bewijs.
Het sterke van geloof is dat het daarmee onomstotelijk is geworden. Je kunt immers in iets blijven geloven, ook al is er geen spat bewijs voor.
Het zwakke er van is dat anderen, die het niet geloven of iets anders geloven (bijvoorbeeld dat God niet bestaat), ook onverslaanbaar worden.
Ook zij hebben geen spat bewijs voor het niet-bestaan van God. Maar ook zij kunnen daar in blijven geloven, omdat de wetenschap geen uitsluitsel kan geven over de dingen die wij al dan niet geloven, vertrouwen, ons voorstellen of voor waar aannemen.
Het zijn waarheden die alleen kunnen ontstaan en bestaan in en door geloofsvermogen.
Wie zegt dat er één waarheid is zegt dat als gelovige in die waarheid.
Maar die kan dat nooit gezaghebbend en onomstotelijk tegen anderen zeggen.
Want zij geloven dat niet. En dan houdt die waarheid bij die mensen op.
Om het te begrijpen moet je maar eens de rol van Shiva in je eigen leven onderzoeken. Waarschijnlijk is die rol nul komma nul. Waarom? Omdat je er nooit in hebt geloofd, er nu ook niet in gelooft en nooit in zult geloven. Die hele Shiva bestaat niet voor jou.
Maar voor een ander is het bestaan van Shiva een onomstotelijke waarheid, omdat hij daar wel in gelooft.
Maar of Shiva echt bestaat (zeg maar: wat de éne waarheid rond Shiva nu echt is) dat kunnen beiden nooit samen oplossen (noch de gelovige, noch de ongelovige in Shiva).
Dat is en blijft een onkenbare waarheid. Dat geldt voor alle waarheden die niet gezien, maar geloofd worden.
gravo