Chaya schreef:Zal ik een paar stellingen poneren?
- Een ware christen zit tweemaal per zondag onder Het Woord, in een gemeente.
- Een ware christen zegt: ik rust op zondag uit, naar lichaam en geest
- Ik doe op zondag alleen werken van noodzakelijkheid
- Ik leef iedereen vóór dat de zondag is geschonken door de Heere - daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven.
Chaya,
Allereerst vind ik het lief van je dat je zo uitgebreid de tijd neemt om te reageren. Momenteel ben ik aan het bestuderen welke functie de Mozaïsche wet precies heeft binnen diverse gereformeerde stromingen, omdat ik wil begrijpen wat bijvoorbeeld jou motiveert om onder andere bovenstaande stellingen te poneren. Het is duidelijk dat je de sabbat erbij haalt. De Mozaïsche wet dus. Voor mij persoonlijk is de plaats en functie van de Mozaïsche wet dan wel duidelijk, maar dat neemt niet weg dat naar aanleiding van de discussie alhier, en mijn studie de afgelopen dagen, er toch vragen zijn blijven hangen. Wellicht dat ook jij maar ook anderen duidelijkheid willen en kunnen verschaffen.
1. Welke plaats en functie heeft de Mozaïsche wet nu exact in de gemeente van Christus (met name in de gereformeerde gezindte)?
2. Staan de aanvullende wetten van Mozes los van de 10 geboden, of zijn ze er de praktische dagelijkse invulling van?
3. Voor wie precies is de Mozaïsche wet ingesteld en vielen de heidenvolken ook onder de Mozaïsche wet?
4. Is een christen aan de wet gebonden?
5. Is een christen in staat en wordt hij geacht, door het geloof in Christus, alsnog de wet (geheel of deels) te houden?
6. Als de zondag in plaats is gekomen van, of een vervolg is op de sabbat, waarom worden de wetten die voor de sabbat gelden niet volledig gerespecteerd? (a.o. Exodus 16:23, 16:29, 35:2-3, Jeremia 17:22)
7. Wordt het nieuwe verbond als vervanging of juist aanvulling van het oude verbond gezien?
8. Wat betekent dan: "Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen. De een acht wel den enen dag boven den anderen dag; maar de ander acht al de dagen gelijk. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd."? (Romeinen 14:4-5)
9. Wat betekent dan: "Dat u dan niemand oordele in spijs of in drank, of in het stuk des feestdags, of der nieuwe maan, of der sabbatten; Welke zijn een schaduw der toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus."? (Kolossenzen 2:16-17)
Vraag 8 en 9 stel ik, omdat je zei dat Bijbelverzen, zoals Kolossenzen 2:16, vaak misbruikt worden. Dat ben ik met je eens, maar zeggen dat iets vaak misbruikt wordt, poetst de tekst en betekenis, die ik als onderbouwing voor mijn stellingen aanvoer, niet weg.
Voor de liefhebbers hierbij een aantal Bijbelteksten, die mijn studie tot nu toe hebben opgeleverd en die specifiek over de wet in het christenleven gaan: Romeinen 2:12-14, 3:21, 3:28, 4:13-16, 6:14, 7:1-6, 8:3, 10:1-5, Galaten: 2:15-21, 3:23-25, 4:1-7, 4:21-31, 5:1-6, Filippenzen 3:4-9, Hebreeën 7:19-22, 8:10-13, Jakobus 1:25.