Ik geloof dat we het meer eens zijn dan het misschien lijkt.
Verder met je eens. De gaven in 1 Kor 12 zijn er natuurlijk wel meer dan leren en profeteren, juist zo allemaal lid van het lichaam en de een kan niet zonder de ander. Daarom vind ik dat er naast nadruk op leren, er ook in de samenkomsten ruimte zou moeten zijn voor die andere aspecten ipv er nog een leerdienst bij te doen. Dat wil ik niet uit luiheid, lauwheid of laksheid maar juist om wat je hier ook zegt: De Geest verbindt ons als lichaam van Christus aan elkaar en zorgt dat we geen eilandjes moeten zijn / worden. Juist daarom zouden we op de zondag mijns inziens niet alleen de focus moeten leggen op de preek, het onderwijs maar ook samen die verbinding Hem en met elkaar zoeken. (bewust in deze volgorde geformuleerd ;-) )Wat dat betreft ervaar ik vaak juist op zondag wel een groot gemis. Men zit naast elkaar in de banken, zingt, luistert naar het gebed en de preek. En dan gaat men weer naar huis. Ik zou dat graag anders zien en ik geloof dat ik daar ook wel bijbelse gronden voor heb. En nogmaals, dan vind ik het pijnlijk als dat door mensen direct wordt uitgelegd als lauwheid, er geen moeite voor willen doen, desinteresse etcetera. Het is het tegenovergestelde.
Bijbelse tijden zijn anders dan de hedendaagse, die kan en mag men niet gaan vergelijken. Er is wel een doorgaande lijn, dat wil zeggen het vasthouden aan de Bijbelse principes: het uitleggen van de Bijbelse boodschap met als doel om naar die regels te leven. Het woord regel is voor velen een beladen woord, want het schrijft je iets voor. Maar is dat zo? Schrijft een regel werkelijk iets voor of is het meer een minimale richtlijn hoe je de Eeuwige moet dienen en hoe je omgaat met je naaste. Ben je opbouwend bezig of blijf je maar ronddraaien in die kleine gemeenschap. Kan je niet verder kijken of wil je niet verder kijken omdat het niet mag volgens wie dan ook?
U allen, gelovige heidenen, hebben niet het familieverband zoals die er bestonden in de Bijbelse tijden. U bent niet in die unieke positie en u kunt dat ook niet van elkaar verlangen. Zou dat ook ten diepste een reden kunnen zijn waarom u in zoveel denominaties naast (langs) elkaar leeft? En is het Bijbelse gegeven wel een uitnemende situatie? Ik denk het niet, want binnen mijn eigen stammen was het ook niet altijd even tof. Wat is dan wel de ideale situatie en hoe vullen wij dan onze G'dsdienstige beleving? De wekelijkse Sjabbat, om even verplicht uit te kunnen rusten was een gezamenlijk gebeuren waarin ook de vreemdeling mocht delen. Ook deze kreeg de bescherming van de Eeuwige om even uit te blazen van zijn/haar werk. De jaarlijkse Bijbelse feesten gaven in ieder geval een gevoel van saamhorigheid. Vele honderdduizenden trokken al zingend en juichend op naar Jeruzalem om daar de Eeuwige te loven en te prijzen. Alle families en stammen beleefden daar hun diepe verbondenheid met elkaar.
Hoe kan je vanuit dat perspectief de zondagse invulling daaraan verbinden? De kerk, hoe en waar dan ook, is in de verste verte niet te vergelijken met de tempel. Het is maar een plaats waar mensen samenkomen. Voor sommigen onder u is hun kerkgebouw uitbundig versierd met afbeeldingen. Wat beoogt men met die versieringen? Probeert men dan niet iets na te bootsen of is het toch pronken met schatten.
Is de Bijbel een centraal gebeuren in de samenkomst. Gaat dit schatboek open om hen, die samengekomen zijn geestelijk voedsel te geven? Als u met deze intentie uw kerk bezoekt geniet er dan ook met volle teugen van. Een interactie is niet altijd mogelijk, maar kan zo verhelderend zijn. Hoe geweldig is het als iemand een vraag stelt in de samenkomst over iets wat deze niet heeft begrepen. Als dat niet past in de kerkelijke cultuur dan wordt de lat steeds lager neergelegd. Vergeet niet dat kerkgangers leerlingen zijn, net als de predikanten ook leerlingen zijn. Het niveau verschilt uiteraard, daar gaat het niet om, maar mag het eens een tandje hoger worden. Dat is namelijk wel het Bijbelse principe als u dat tenminste over zou willen nemen. Het staat er tenslotte niet voor niets: Mijn volk gaat ten onder omdat het geen kennis meer heeft.
Die kennis doe je echt niet op in een tweede dienst. Die doe je wel op door in gesprek te gaan met elkaar en er met vallen en opstaan achter te komen O, dát staat er, zo zit de context in elkaar en vanuit dat perspectief is deze tekst geschreven. De Bijbel staat vol met boodschappen die primair gericht zijn aan het Huis van Israël. U kunt daar uitstekend van genieten, maar besef ten allen tijde dat u daar een gast aan tafel bent. U hebt uw eigen cultuur en achtergrond en die respecteer ik. U wordt niet uitgesloten maar juist van harte uitgenodigd om de belangrijkste Bijbels principes te leren en daar naar te leven. Dat doet u niet voor uw eigen ego maar tot eer van de Eeuwige die door Israël heen nog steeds tot u komt. Ook dat kunt u op uw wekelijkse rustdag horen in uw geloofsgemeenschappen.
Wat leert ons dat? Is dat om elkaar naast een meetlat te bekijken? Of leert ons dat: met vallen en opstaan ging het volk van Israël voort en zij dienden de Eeuwige. Doe dan uw uiterste best om ook kerkelijk gezien een familie te zijn en niet elkaar bevechten.