Er is veel discussie over vervangingstheologie. Maar al te graag worden theologische meningsverschillen in verband gebracht met de verwerpelijk geachte vervangingstheologie. Zelfs het beroep dat christelijke theologen maken op het bijbelse begrip verbond is al verdacht. Nee, wie het woord "verbond" in de mond neemt en daar ook nog de doop aan verbindt is al bij voorbaat verdacht. Want wordt hiermee Gods bijzondere band met Israël niet geclaimd voor eigen parochie? Verbonden zijn toch uitsluitend voor Israël? ...en meer van dat soort stokken die gebruikt worden om de hond van het rechtzinnige christendom mee te slaan.
Toch zou ik, in een ander verband, wel willen pleiten voor de toepassing van het woord "vervanging". Want het is een zeer bruikbaar en bijbels woord. Ik wil dat niet kwijt omwille van de strijd die steeds ontbrandt rond de term "vervangingstheologie".
Het gaat mij dan om de voluit christelijke overtuiging dat er met de komst van Christus een definitief nieuwe situatie is ontstaan, die zowel voor de tijd voor Hem, als voor de tijd na Hem beslissende betekenis heeft. Christus komt in de volheid des tijds. Hij wordt midden tussen Israël en de volken opgericht, Hij komt in het hart van de wereld, in het midden van de tijd. Als de nieuwe Adam, als een nieuwe schepping. Hij is Alpha en de Omega. het Licht der wereld, de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij komt als Woord van God in het vlees. Er komt geen Ander.
"Dit is Mijn Zoon...hoort Hem".
Dat is een unieke en eenmalige komst. Waar de gelovigen vanouds naar uit hebben gezien en die door alle gelovigen sindsdien wordt herdacht.
Wat is hier gebeurd?
Ik denk dat hiermee een doorbraak is gekomen van het heil van God in de wereld. Het heil, dat zich in het midden van Israël bevond, in tabernakel en tempeldienst, wordt nu met kracht aan de gehele wereld geschonken. Het is geen ander heil, geen second best blessing, maar het is een uitstromen van het ene, universele heil dat God de mens schenkt. Alle onderscheid valt ook weg. Pinksteren maakt duidelijk dat volken zich verenigen in dit heil. Joden en jodengenoten, Kretenzen en Arabieren...enfin de gehele wereld komt samen als gelijke ontvangers van hetzelfde heil in Christus. Hiermee wordt dus een principieel onderscheid vervangen voor een gezamenlijkheid en gelijkheid. De middelmuur des afscheidsels, zegt het NT, wordt afgebroken. Op allerlei gebied worden oude verdelingen vervangen door de nieuwe realiteit. In Christus is nog man, noch vrouw, noch dienstknecht, noch vrije. Enzovoorts. Alles wijst er op dat de volken in Christus één zijn geworden.
Dat is ook het gebed van Jezus: "opdat zij allen één zijn".
Wat wordt er nog meer vervangen met de komst van Christus? Wel, dat zijn de bloedige offers. De symbolische verzoening door het offeren van runderen en lammeren in de tabernakel en de tempel zijn vervuld in het éne offer dat Jezus Christus heeft gebracht. Zijn lichaam en bloed zijn voortaan het offer dat God aanneemt als verzoening van de zonden van het volk. En dat volk is nu het ganse menselijke geslacht geworden.
Ook vervangen wordt hiermee de reikwijdte van Gods Woord. Was er eerst een particuliere bediening en openbaring en later een openbaring aan het volk Israël, nu wordt de kring van gelovigen nog wijder getrokken: overal wordt de verzoening nu aangeboden. Het blijkt te gaan om een universele zaak: God en de mens. In alle tijden en plaatsen. Onder alle volken. Op alle vlees.
Als laatste is er sprake van vervanging wanneer wij begrijpen dat Christus voor ons de straf op de zonden draagt. Hij vervangt ons daarmee. Niet langer is het heil afhankelijk van onze succesvolle pogingen om de wet te houden, gebod op gebod en regel op regel na te lopen. Nee, gelijk door de zonder van één mens de zonde in de wereld is gekomen, wordt ook de zonde van het menselijk geslacht door één mens weggenomen: Jezus Christus vervangt ons en draagt de straf in onze plaats. Plaatsbekleding of plaatsvervanging heet dat theologisch.
Moeten de Joden vrezen voor deze plaatsvervangingstheologie? Ik denk het niet. Zij worden niet verstoten uit het heil. Het heil waarin zij al lang begrepen zijn, wordt alleen maar uitgebreid tot de volken. Het christelijk geloof belijdt dat het heil in Christus niet wezenlijk afwijkt van de zegeningen die Israël ontvangt. Zij kan echter niet ontkennen dat dat heil kennelijk buiten de grenzen van Israël terecht is gekomen. En zij verlangt ernaar dat de joodse gelovigen in Jezus Christus de Gezalfde herkennen. Wat kan een christen anders, dan volhouden dat Christus de verwachte Messias is?
En dat is misschien wel de grootste vervanging die we kennen: dat de tijden van wachten en uitzien vervangen zijn door tijden van aanschouwen en vervulling. Zoals Simon het ook zag: mijn ogen hebben uw heerlijkheid gezien. Het behoort tot de kern van het christelijk geloof om in Christus de definitieve vervulling van al Gods beloften te zien. Meer is er niet. Meer is niet nodig. Het is volbracht.
Voor het heil is niets anders meer nodig dan dit te geloven en te omhelzen. Wie gelooft in de Zoon, zal zalig worden. Het heil is niet meer afhankelijk van andere gebeurtenissen, ook niet meer van Israël. Israël deelt volop in het heil. Zeker Israël heeft een eigen positie, maar geen bevoorrechte positie.
Er is geen ander Woord van God voor Israël of de volken. Er is geen andere Christus voor Israël of de volken. Er is geen andere God voor Israël of de volken. Er is geen ander geloof voor Israël of de volken.
Abraham is vader van vele volken. In Christus komen God en mens weer samen. Hij is de Middelaar tussen God en mensen. Het onderscheid tussen Jood en heiden is vervangen door de ene en enige verzoening die Christus aanbrengt, als de verhoogde slang in het midden der aarde. Ieder die op hem ziet, zal genezen. Niet-mijn-volk wordt vervangen door mijn-volk.
gravo