Bartje schreef:ergens mis ik iets heel belangrijks namelijk dat wat God zegt in Genesis 3 : 16: God zei tegen de vrouw ... en hij zal over u heerschappij hebben. dan zou je concluderen dat de man hoofd is geworden na de zondeval. Dus is de straf voor de vrouw dat zij is onderworpen aan de man, na de zondeval. ben het met je eens dat ze gelijkwaardig waren voor de zondeval. zoals de man gestraft word om te werken voor het eten op de vervloekte aarde tussen alle onkruid en stekels(...)l
We kunnen inderdaad opsommen welke straffen we waardig zijn vanwege onze zonden. Zonder God, zonder hoop in de wereld. In het zweet van ons aangezicht zullen we werken, we zullen met smart kinderen baren, de dood is een straf op de zonde. Kaïn slaat Abel dood, het bloedvergieten begint. Ja, een nacht van zonde en ellende komt over ons. De Bijbel is er niet erg positief over.
Maar is dat de boodschap van de NT-gemeente?
Is er niets anders te zeggen?
Moet het altijd zo blijven, ook in de kerk, ook in de gemeente van Jezus Christus?
Is dat de reden dat we de Bijbel zo lief hebben? Dat daar zoveel straffen in staan voor onze zonden? Ook dat van de man die over de vrouw heerschappij zal hebben vanwege haar misstap? Gaan we daar de boer mee op? Is dat onze banier? Is dat alles?
Natuurlijk niet.
De kern van de gemeenschap die Jezus Christus navolgt is dat wij door Hem alles hebben teruggekregen wat we door de zonde kwijt zijn geraakt. De kern is dat onze zonden, al waren ze dan inderdaad rood als karmozijn, om Christus'wil vergeven zijn. Dat wij door hem verzoend zijn met God. Dat het Paradijs, waar het nog goed was niet definitief gesloten is gebleven, maar dat God een Weg van verlossing en bevrijding heeft gegeven. De kern is dat Jezus Christus die Weg is. Dat wij een nieuw leven hebben ontvangen. Dat al het oude voorbijgegaan is. Ziet, het is alles nieuw geworden! Dat is de kern. Zeker, de zonde en schuld zijn groot, maar de dankbaarheid voor de verlossing uit onze ellende moet overheersen in de gemeente! Anders verdient zij de naam van gemeente van de Heer niet. Dan zijn we met als alle anderen zonder God en zonder hoop in de wereld.
Nu heeft de dood niet langer het laatste woord. Nu is er niet meer de wanhoop van het verdreven worden bij God vandaan. Nu worden we niet meer gestraft voor onze zonden, niet meer geplaagd door angst, schuld en pijn. Dat alles is weggenomen, betaald, verzoend, als een last van onze schouders gehaald! Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem. Dat is het Evangelie.
Dus al die uitspraken die direct met de zondeval zijn gedaan, hebben hun betekenis verloren. Vergelijk het met de straf na de torenbouw van Babel (verwarring betekent die naam): men kon dezelfde taal niet meer spreken, men begreep elkaar niet meer, een zware straf. En zie dan eens welk wonder er in de NT-tijd gebeurt: Pinksteren: een ieder hoorde het Evangelie in zijn eigen taal. De vrucht van het werk van Jezus Christus was dat de straf werd weggenomen en dat iedereen die geloofde (het waren er heel wat op die Pinksterdag) weer terugkregen wat ze kwijt waren: dezelfde taal en het begrijpen van elkaar. Een gemeenschap zonder grenzen. Hoog, laag, arm, rijk, man, vrouw, het doet er in wezen niet meer toe. Zij hadden alles (ook de taken?) gemeenschappelijk!
Zo zie ik het ook met de rol van de vrouw in de gemeente. Niet langer telt de straf die zij kreeg vanwege haar zonde. Ook die straf is gedragen en weggenomen. Niet langer geldt dat de man heerschappij draagt over de vrouw. Ook dat was wezenlijk voorbij toen Jezus de zonde en de schuld op Zich nam. Net zoals de dood zijn kracht verloren heeft, zo hebben alle straffen hun kracht verloren.
Ze kunnen nog aanwezig zijn, maar in feite zouden we ons er niet meer zo druk over moeten maken. Wij zien over de dood heen. Dan kunnen we toch ook wel over specifieke straffen voor de man of de vrouw heen zien.
Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn. Dat is wat er gebeurde aan het kruis! Het voorhangsel is gescheurd. We kunnen het Heilige der Heiligen weer binnengaan. De weg naar het Paradijs is weer ontsloten.
Dat allemaal wel onder één voorwaarde. Namelijk dat men gelooft in Jezus Christus. Want wie gelooft zal zalig worden.
Ik ga er vanuit dat er in de christelijke gemeente gelovigen zijn. Welnu laat de gemeente van Jezus Christus dan de plaats zijn waarin duidelijk wordt dat alle straffen die er ooit terecht waren voor onze zondeval niet langer gelden. Daarvan zijn we definitief verlost.
De vrijheid der kinderen Gods. Iedereen mag daarvan spreken, zoals de Geest het hem of haar ingeeft. Wat zegt het dat het woord voor Geest in het Hebreeuws, "ruach", taalkundig gezien een vrouwelijk woord is?
Nog een argument dus om niet zo sterk te fulmineren tegen de vrouw in het ambt. Het is misschien wel te beschouwen als een symbool van onze heerlijke toekomst, een teken van het Koninkrijk, een stukje hemel op aarde.
Uiteindelijk mogen we als gelovigen toch zeggen dat we door Jezus Christus terugkeren naar de situatie van voor de zondeval. Wat staat daar dan over de mens? Lees Genesis 5:2 (vóór de zondeval): "Ten dage als God den mens schiep, maakte Hij hen naar de gelijkenis Gods. Man en vrouw schiep Hij hen" . Hier is nog geen sprake van heerschappij van de man.
Ik vind dat deze werkelijkheid, die van de herstelde werkelijkheid dankzij Jezus Christus, eigenlijk de norm moet zijn in de Nieuw Testamentische gemeente. Wij leven, vernieuwd, verzoend, bevrijd, als gerechtvaardigde en geheiligde mensen. Laat dat ook uitkomen in de praktijk. Het onderscheid tussen man en vrouw is relatief geworden. Want wij zijn allen beelddragers Gods. En ook de problematische hiërarchie van man en vrouw, die eerder uit de zonden voortkwam dan uit de scheppingsorde, is om die reden van haar kracht beroofd in de gemeente.
gravo